Lancia Flavia 2013 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2013, Model line: Flavia, Model: Lancia Flavia 2013Pages: 268, PDF Size: 2.79 MB
Page 21 of 268

VERVANGENDE SLEUTELS
OPMERKING:
Voor het starten
van de motor kunnen alleen sleutels
worden gebruikt die voor de elek-
tronica van de auto zijn geprogram-
meerd. Zodra een Sentry Key® voor
een auto is geprogrammeerd, kan
deze niet voor een andere auto wor-
den geprogrammeerd.
LET OP!
Verwijder altijd de Sentry Keys uit
de auto en vergendel alle portieren
wanneer u de auto zonder toezicht
achterlaat.
Bij de aankoop ontvangt de eerste ei-
genaar een persoonlijk identificatie-
nummer (pincode) van vier cijfers.
Bewaar de pincode op een veilige
plaats. Deze code is vereist bij vervan-
ging van de sleutels door een erkende
dealer. Het dupliceren van sleutels be-
staat uit het programmeren van een
'blanco' sleutel voor de elektronica
van de auto. Een 'blanco' sleutel is een
sleutel die nog niet eerder is gepro-
grammeerd. Raadpleeg uw erkende dealer wanneer u vervangende sleu-
tels of extra sleutels voor uw auto
nodig hebt.
OPMERKING: Als de Sentry
Key® startonderbreker moet wor-
den gerepareerd, dient u alle sleu-
tels van de auto naar de erkende
dealer mee te brengen.
SLEUTELS LATEN
PROGRAMMEREN
Raadpleeg uw erkende dealer wan-
neer u vervangende sleutels of extra
sleutels voor uw auto nodig hebt.
ALGEMENE INFORMATIE
Sentry Key® werkt op een draaggolf-
frequentie van 433,92 MHz.
De werking moet voldoen aan de vol-
gende voorwaarden:
De apparatuur mag geen schade-
lijke interferentie veroorzaken.
De apparatuur moet eventuele ont- vangen interferentie tolereren, ook
interferentie die mogelijk een onge-
wenste werking veroorzaakt. ALARMSYSTEEM
Het alarmsysteem van de auto be-
waakt de portieren, de bagageruimte
en de contactschakelaar tegen onbe-
voegde toegang of ongeoorloofd ge-
bruik.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld,
zijn de schakelaars van de portierslo-
ten en het kofferdeksel in het interieur
uitgeschakeld.
Als het alarmsysteem wordt geacti-
veerd, treedt onmiddellijk de claxon
in werking en knipperen de koplam-
pen, de parkeerlichten, de achterlich-
ten en het controlelampje van het be-
veiligingssysteem in de
instrumentengroep.
ALARM OPNIEUW
INSCHAKELEN
Als het alarm afgaat en er geen actie
wordt ondernomen om het alarm te
uit te schakelen, schakelt het alarm-
systeem de claxon na drie minuten
uit. Na 15 minuten worden ook alle
lichtsignalen uitgeschakeld, waarna
het alarmsysteem zichzelf weer in-
schakelt.
15
Page 22 of 268

ALARM INSCHAKELEN
1. Verwijder de sleutel uit de contact-
schakelaar en verlaat de auto.
2. Sluit de portieren af door de scha-
kelaar van de centrale portiervergren-
deling of de vergrendelknop op de
afstandsbediening in te drukken.
OPMERKING: Het alarmsys-
teem wordt niet ingeschakeld als u
de portieren vergrendelt met de
knoppen voor handmatige portier-
vergrendeling.
3. Sluit alle portieren. Het controle-
lampje van het beveiligingssysteem in
de instrumentengroep knippert snel
gedurende 16 seconden. Dit geeft aan
dat het alarmsysteem is ingeschakeld.
Na 16 seconden gaat het controle-
lampje van het beveiligingssysteem
langzaam knipperen. Dit geeft aan
dat het alarmsysteem volledig is inge-
schakeld.OPMERKING:
Als tijdens de inschakeltijd van
16 seconden een portier wordt
geopend of de contactschake-
laar in de stand ON/RUN wordt
gezet, wordt het alarmsysteem
automatisch uitgeschakeld.
Als het alarmsysteem is inge- schakeld, zijn de schakelaars
van de portiersloten en het kof-
ferdeksel in het interieur uitge-
schakeld.
ALARM UITSCHAKELEN
Druk op de ontgrendelknop op de af-
standsbediening of steek een geldige
Sentry Key® in de contactschakelaar
en draai deze naar de stand ON/RUN
of START.
OPMERKING:
Het alarmsysteem kan niet wor- den in- of uitgeschakeld via de
slotcilinder van het bestuur-
dersportier of de bagageruimte-
knop op de afstandsbediening. Het alarmsysteem blijft inge-
schakeld wanneer het koffer-
deksel wordt geopend. Als u op
de bagageruimteknop drukt,
wordt het alarmsysteem niet uit-
geschakeld. Als iemand de auto
binnendringt via de bagage-
ruimte en een portier opent, gaat
het alarm af.
Als het alarmsysteem is geacti- veerd, kunt u de portieren niet
ontgrendelen met de portierver-
grendelingsschakelaars in het
interieur.
Het alarmsysteem is bedoeld om uw
auto te beveiligen, maar er zijn om-
standigheden die een ongewenst
alarm kunnen veroorzaken. Als een
van de eerder beschreven procedures
voor het inschakelen van het alarm is
uitgevoerd, zal het alarmsysteem wor-
den ingeschakeld, ongeacht of u zich
in de auto bevindt. Wanneer u dan in
de auto blijft zitten en vervolgens een
portier opent, gaat het alarm af. Als
deze situatie zich voordoet, schakel
dan het alarmsysteem uit.
16
Page 23 of 268

Wanneer het alarmsysteem is geacti-
veerd en de accu wordt losgekoppeld,
blijft het alarmsysteem actief nadat
de accu weer is aangesloten. De bui-
tenverlichting knippert en de claxon
klinkt. Als deze situatie zich voordoet,
schakel dan het alarmsysteem uit.
ALARMSYSTEEM
HANDMATIG OMZEILEN
Het alarmsysteem wordt niet inge-
schakeld als u de portieren vergren-
delt met de knoppen voor handmatige
portiervergrendeling.
INSTAPVERLICHTING
De interieurverlichting gaat branden
wanneer u de ontgrendelknop op de
afstandsbediening indrukt of een por-
tier opent.
De interieurverlichting gaat na circa
30 seconden langzaam uit of gaat on-
middellijk uit als de contactschake-
laar van de stand OFF in de stand
ON/RUN wordt gezet.OPMERKING:
De interieurverlichting vooraan
in de dakconsole en de portier-
verlichting gaat branden als de
dimschakelaar in de hoogste
stand staat.
De instapverlichting werkt niet als de dimschakelaar in de laag-
ste stand staat.
AFSTANDSBEDIENING
Dit systeem maakt het mogelijk vanaf
een afstand van 10 m met behulp van
de afstandsbediening de portieren te
vergrendelen of te ontgrendelen en de
bagageruimte en het cabrioletdak te
openen. U hoeft de afstandsbediening
niet op de auto te richten om het sys-
teem te activeren. OPMERKING: De radiografische
golven mogen niet door metalen
voorwerpen worden geblokkeerd.
PORTIEREN
ONTGRENDELEN
Druk eenmaal kort op de ontgrendel-
knop op de afstandsbediening om het
portier aan de bestuurderszijde te
ontgrendelen of druk tweemaal om
alle portieren te ontgrendelen. De
richtingaanwijzers knipperen om aan
te geven dat het ontgrendelsignaal is
ontvangen. Ook de instapverlichting
wordt ingeschakeld.
Afstandsbediening van
portiersloten -
bestuurdersportier/alle portieren
ontgrendelen met eerste druk op
ontgrendelknop
U kunt het afstandsbedieningssys-
teem zodanig programmeren dat na
één keer drukken op de ontgrendel-
knop van de afstandsbediening uit-
sluitend het bestuurdersportier of alle
portieren worden ontgrendeld.
Autosleutel
17
Page 24 of 268

Raadpleeg de paragraaf "Elektronisch
voertuiginformatiecentrum (EVIC)/
Persoonlijke instellingen (door de
klant te programmeren functies)" in
het hoofdstuk "Het instrumentenpa-
neel" voor meer informatie hierover.PORTIEREN
VERGRENDELEN
Druk kort op de vergrendelknop van
de afstandsbediening om alle portie-
ren te vergrendelen.
BAGAGERUIMTE
ONTGRENDELEN
Druk tweemaal op de bagageruimte-
knop op de afstandsbediening om de
bagageruimte te ontgrendelen.
LICHTEN LATEN
KNIPPEREN BIJ
ONTGRENDELEN/
VERGRENDELEN
Deze functie laat de richtingaanwij-
zers knipperen wanneer u de portie-
ren met de afstandsbediening ver-
grendelt of ontgrendelt. U kunt deze
functie in- en uitschakelen.Raadpleeg de paragraaf "Elektro-
nisch voertuiginformatiecentrum
(EVIC)/Persoonlijke instellingen
(door de klant te programmeren func-
ties)" in het hoofdstuk "Het instru-
mentenpaneel" voor meer informatie
hierover.
EXTRA
AFSTANDSBEDIENINGEN
PROGRAMMEREN
Zie Sentry Key®, "Sleutels laten pro-
grammeren".
Als u geen geprogrammeerde af-
standsbediening heeft, neem dan con-
tact op met uw erkende dealer voor
meer informatie.
ALGEMENE INFORMATIE
De afstandsbediening en ontvangers
werken op een draaggolffrequentie
van 433,92 MHz.
De werking moet voldoen aan de vol-
gende voorwaarden:
1. De apparatuur mag geen schade-
lijke interferentie veroorzaken.
2. De apparatuur moet eventuele
ontvangen interferentie tolereren, ook
interferentie die mogelijk een onge-
wenste werking veroorzaakt.
OPMERKING: Wijzigingen of
aanpassingen die niet uitdrukke-
lijk zijn goedgekeurd door de voor
conformiteit verantwoordelijke
instantie kunnen het gebruik van
de apparatuur onrechtmatig ma-
ken.
Als uw afstandsbediening niet goed
werkt vanaf een normale afstand,
controleer dan of sprake is van het
volgende:
1. Batterij van afstandsbediening is
bijna leeg. De verwachte gebruiks-
duur van de batterij bedraagt vijf jaar.
2. Nabijheid bij zendapparatuur, zo-
als bijvoorbeeld een zendmast, ver-
keerstoren van een luchthaven, mili-
taire basis en sommige mobiele of 27
MC-zendapparatuur.
18
Page 25 of 268

BATTERIJ VERVANGEN
Als vervangende batterij wordt een
CR2032-batterij aanbevolen.
1.
Houd de knoppen van de afstands-
bediening naar beneden, maak de twee
helften van de afstandsbediening met
een platte schroevendraaier van elkaar
los. Let erop dat u de afdichting tijdens
het openen niet beschadigt.
2. Verwijder en vervang de batterij.
Raak de nieuwe batterij niet met uw
vingers aan. Door huidvet kan de wer-
king verslechteren. Als u een batterij
hebt aangeraakt, maak deze dan
schoon met reinigingsalcohol.
3. Om de afstandsbediening weer te
sluiten drukt u de twee helften op
elkaar.
PORTIERVERGRENDELINGHANDMATIGE
PORTIERVERGRENDELING
Als u alle portieren wilt vergrendelen,
drukt u de portiervergrendelknop op
ieder bekledingspaneel omlaag. Trek
aan de portiergreep aan de binnen-
zijde om het portier te ontgrendelen.
Wanneer de vergrendelknop is inge-
drukt als u het portier sluit, wordt het
portier vergrendeld. Controleer
daarom, voordat u het portier sluit, of
zich geen sleutels in de auto bevinden.
WAARSCHUWING!
Voor de veiligheid van uzelf en bij een aanrijding, behoren de auto-
portieren te zijn vergrendeld tij-
dens het rijden en wanneer u na
het parkeren de auto verlaat.
Verwijder altijd uw sleutelhouder bij het uitstappen en sluit de auto
af.
Laat nooit kinderen alleen in een auto achter of in de buurt van een
auto die niet is afgesloten.
Het achterlaten van kinderen zonder toezicht in een auto is om
verschillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden lopen dan het
risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rem-
pedaal of de schakelhendel mo-
gen komen.
(Vervolgd)
Helften van de afstandsbedieningscheiden
Handbediende vergrendelknop
19
Page 26 of 268

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet in of bij
de auto achter en laat de contact-
schakelaar niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de
knoppen van de elektrische raam-
bediening of andere schakelaars
kunnen bedienen of de auto in be-
weging kunnen zetten.
CENTRALE
PORTIERVERGRENDELING
Op het bekledingspaneel van het por-
tier aan bestuurders- en passagiers-
zijde bevindt zich een portiervergren-
delschakelaar. Druk op deze
schakelaar om de portieren te ver-
grendelen of te ontgrendelen. Automatische
portiervergrendeling
De automatische portiervergrendeling
is standaard uitgeschakeld. Wanneer
deze ingeschakeld is, worden de por-
tieren automatisch vergrendeld zodra
de rijsnelheid hoger is dan 24 km/u.
De automatische portiervergrendeling
kan door uw erkende dealer in of bui-
ten werking worden gesteld. Bezoek
uw erkende dealer voor service.
Automatisch portieren
ontgrendelen bij uitstappen
Bij auto's met centrale portierver-
grendeling worden de portieren auto-
matisch ontgrendeld, wanneer:
1. de functie voor het automatische
ontgrendelen van de portieren bij uit-
stappen is ingeschakeld;
2. de versnellingsbak in een versnel-
ling staat en de auto tot stilstand is
gekomen;
3. de versnellingsbak in de stand
NEUTRAL of PARK staat;
4. het bestuurdersportier wordt ge-
opend;5. de portieren niet al eerder werden
ontgrendeld;
6. de auto stilstaat.
Programmeren van de functie
automatisch portieren
ontgrendelen bij uitstappen
U kunt de functie voor het automa-
tisch ontgrendelen van de portieren
bij uitstappen in- of uitschakelen.
Raadpleeg de paragraaf "Elektro-
nisch voertuiginformatiecentrum
(EVIC)/Persoonlijke instellingen
(door de klant te programmeren func-
ties)" in het hoofdstuk "Het instru-
mentenpaneel" voor meer informatie
hierover.
OPMERKING: Gebruik de functie
voor het automatisch ontgrendelen
van portieren in overeenstemming
met de plaatselijke geldende wet-
telijke voorschriften.
Schakelaar voor de centrale
portiervergrendeling
20
Page 27 of 268

RAMEN
ELEKTRISCH BEDIENDE
RAMEN
Met de raambedieningsschakelaars
op het bekledingspaneel van het be-
stuurdersportier kunt u de ramen van
de portieren en de achterzijruiten be-
dienen.
Op het portierbekledingspaneel van
de passagier voorin bevindt zich één
schakelaar voor de bediening van het
raam aan passagierszijde. De schake-
laars werken uitsluitend als de con-
tactschakelaar in de stand ON/RUN
of ACC staat en tijdens het vertraagd
uitschakelen van de accessoires.OPMERKING:
Als u tijdens het rijden met ge-
opende ramen de veiligheidsgor-
dels achterin hoort flapperen,
breng de auto dan veilig tot stil-
stand en gesp de gordels van de
lege stoelen vast. Zo blijven de
veiligheidsgordels gespannen en
kunnen ze niet meer flapperen.WAARSCHUWING!
Laat kinderen nooit in een auto
achter terwijl de sleutel in de con-
tactschakelaar zit. Inzittenden, en
vooral kinderen zonder toezicht,
kunnen bekneld raken in de raam-
openingen wanneer ze de schake-
laars voor elektrische raambedie-
ning bedienen. Een dergelijke
beknelling kan ernstig of zelfs do-
delijk letsel tot gevolg hebben.
Smart Glass-functie
Als u het portier opent terwijl het
raam volledig gesloten is dan wordt
het raam iets geopend. Nadat u het
portier heeft gesloten, wordt het raam
weer helemaal gesloten. Deze functie zorgt ervoor dat u het portier zonder
weerstand kunt openen en dat het
raam en de strip aan de bovenkant
niet worden beschadigd.
Ramen automatisch openen
De raamschakelaars op de voorportie-
ren hebben een functie 'automatisch
openen'. Deze schakelaars zijn voor-
zien van het opschrift AUTO om de
functie aan te duiden. Druk de raam-
schakelaar voorbij het eerste druk-
punt en laat de schakelaar los. Het
raam wordt dan automatisch volledig
geopend.
Als u het raam slechts gedeeltelijk wilt
openen, drukt u de raamschakelaar in
tot het eerste drukpunt en laat u de
schakelaar los wanneer u het raam
wilt stoppen.
Om de automatische beweging te
stoppen, beweegt u de schakelaar in
de richting omhoog of omlaag en laat
u de schakelaar los.
De schakelaars voor elektrische raam-
bediening blijven nog 10 minuten ac-
tief nadat de contactschakelaar in de
stand LOCK is gezet. Door het openen
Schakelaars voor elektrische
raambediening
21
Page 28 of 268

van een portier wordt deze functie
uitgeschakeld. De tijdsduur van deze
functie is programmeerbaar. Raad-
pleeg de paragraaf "Elektronisch
voertuiginformatiecentrum (EVIC)/
Persoonlijke instellingen (door de
klant te programmeren functies)" in
het hoofdstuk "Het instrumentenpa-
neel" voor meer informatie hierover.
Resetten van Smart Glass-functie
voor openen/sluiten portier
Als de accu leeg is, werkt de Smart
Glass-functie voor het openen en slui-
ten van het portier niet meer. Als u de
Smart Glass-functie opnieuw wilt ac-
tiveren nadat de stroomvoorziening
van de auto is hersteld, gaat u als
volgt te werk.
1. Open alle vier de ramen volledig.
2. Houd de schakelaar voor de Power
Top ingedrukt in de stand voor slui-
ten. Als de Power Top volledig is ge-
sloten, worden alle vier de ramen ge-
sloten.
3. Houd de schakelaar voor de Power
Top nog twee seconden ingedrukt na-
dat alle ramen helemaal gesloten zijn.4. Druk alle raambedieningsschake-
laars goed in om alle ramen helemaal
te openen. Houd de schakelaars nog
twee seconden ingedrukt als de ramen
helemaal open zijn.
Raamblokkeerschakelaar
Met de raamblokkeerschakelaar in
het bekledingspaneel van de bestuur-
dersportier kunt u de raambediening
van het portier aan passagierszijde
blokkeren. Om de bediening van het
portierraam aan passagierszijde te
blokkeren, drukt u kort op de raam-
blokkeerschakelaar (u drukt de scha-
kelaar in). Als u de raambediening
wilt activeren, drukt u nogmaals kort
op de raamblokkeerschakelaar (zodat
deze weer omhoog komt).
WINDGERUIS
Windgeruis kan worden beschreven
als het gevoel van druk op de oren,
vergelijkbaar met het geluid van een
helikopter. Als u met één raam (ge-
deeltelijk) open rijdt, ervaart u moge-
lijk windgeruis. Dit is een normaal
verschijnsel, dat tot een minimum
kan worden beperkt. Als u last heeft
van windgeruis met één raam open,
open dan beide ramen om het wind-
geruis tot een minimum te beperken.
BAGAGERUIMTE
AFSLUITEN EN OPENEN
Om het kofferdeksel vanuit de auto te
openen, drukt u kort op de ontgren-
delknop voor de bagageruimte. Deze
bevindt zich op het instrumentenpa-
neel, links van het stuurwiel.
OPMERKING:
Het cabrioletdak moet gesloten
en vergrendeld zijn of open en
vergrendeld zijn om het koffer-
deksel te openen.
Raamblokkeerschakelaar
22
Page 29 of 268

De knop werkt alleen als de ver-snellingsbak in de stand PARK
staat.
De ontgrendelknop
voor bagageruimte
op het dashboard
werkt niet als de
portieren zijn ver-
grendeld met de
schakelaar voor de
centrale portier-
vergrendeling of
met de vergrendel-
knop op de afstandsbediening. De
ontgrendelknop voor bagageruimte
werkt als de portieren zijn ontgren-
deld met de afstandsbediening of als
de sleutel in het contact is gestoken en
in de stand ON/RUN of START is
gedraaid.
OPMERKING: Met deze knop
kunt u een gedeelte van de auto
afsluiten, ook als het cabrioletdak
is geopend.
Om het kofferdeksel van buiten de
auto te openen, drukt u de ontgren-
delknop voor bagageruimte op de af-
standsbediening tweemaal kort in. Op het scherm van het elektronisch
voertuiginformatiecentrum (EVIC)
wordt de melding "Trunk Ajar (Baga-
geruimte open) weergegeven.
WAARSCHUWING
BAGAGERUIMTE
WAARSCHUWING!
Zorg dat kinderen niet in de baga-
geruimte kunnen komen. Zij mo-
gen niet van buitenaf naar binnen
kunnen klimmen of zich vanuit het
interieur toegang kunnen verschaf-
fen. Sluit het kofferdeksel altijd af
wanneer u de auto onbeheerd ach-
terlaat. Eenmaal in de bagage-
ruimte zullen kleine kinderen niet
altijd weer zelf kunnen ontsnappen,
ook niet als ze via de achterbank
waren binnengekomen. Kinderen
die in de bagageruimte vastzitten,
kunnen sterven door verstikking of
door extreme hitte.
INTERNE
NOODONTGRENDELING
BAGAGERUIMTE
Als veiligheidsvoorziening bevindt
zich in de bagageruimte een hendel
waarmee het kofferdeksel in noodge-
vallen kan worden geopend. Mocht
iemand in de bagageruimte ingesloten
raken, dan kan het kofferdeksel een-
voudig worden geopend door aan de
lichtgevende hendel te trekken die is
bevestigd aan het slotmechanisme.
Ontgrendelknop
voor
bagageruimte
Interne noodontgrendeling bagageruimte
23
Page 30 of 268

BEVEILIGINGSSYSTEMEN
VOOR INZITTENDENEen zeer belangrijke veiligheidsvoor-
ziening in uw auto zijn de beveili-
gingssystemen voor inzittenden:
Driepuntsgordels voor alle zitplaat-sen.
Geavanceerde frontairbags voor de bestuurder en voorpassagier
Extra actieve hoofdsteunen op de voorstoelen (geïntegreerd in de
hoofdsteun)
Aanvullende zijairbags in de stoe- len (SAB)
Krachtabsorberende stuurkolom en stuur.
Kniebescherming/-blokkering voorpassagiers.
De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien van gordelspanners, die de
inzittenden betere bescherming
bieden, doordat tijdens aanrijdin-
gen de door inzittenden uitgeoe-
fende krachten gecontroleerd wor-
den opgevangen. De veiligheidsgordels achterin heb-
ben een automatisch blokkerend
oprolmechanisme dat de veilig-
heidsgordel op zijn plaats vergren-
delt. U moet eerst de gordel hele-
maal uittrekken en vervolgens op
de gewenste lengte aanpassen als u
een kinderzitje bevestigt of een
groot voorwerp op een stoel vastzet.
Lees de informatie in dit hoofdstuk
aandachtig door. Hierin wordt uitge-
legd hoe u het beveiligingssysteem
voor inzittenden op de juiste wijze
gebruikt om uw passagiers en uzelf
optimaal te beschermen.
Als u kinderen vervoert die te klein
zijn voor de normale veiligheidsgor-
dels, kunt u de veiligheidsgordels of
de ISOFIX-voorziening ook gebrui-
ken om baby- en kinderzitjes te be-
vestigen. Raadpleeg voor meer infor-
matie de paragraaf "ISOFIX —
Bevestigingssysteem voor kinderzit-
jes". OPMERKING: Het opblaasme-
chanisme van de geavanceerde
frontairbags heeft verschillende
stadia. De airbag kan zo meer of
minder krachtig worden opgebla-
zen, afhankelijk van factoren zo-
als de soort aanrijding en de ernst
ervan.
Hier volgen enkele eenvoudige advie-
zen om het risico op letsel door een
geactiveerde airbag te verminderen:
1.
Kinderen van 12 jaar en jonger
moeten altijd goed vastgegespt op
de achterbank zitten.
WAARSCHUWING!
Kinderen mogen nooit in tegen de
rijrichting geplaatste kinderzitjes
worden vervoerd op de voorstoel
van auto's met een geavanceerde
frontairbag aan passagierszijde. Bij
het opblazen kan de airbag ernstig
of zelfs dodelijk letsel aan kinderen
in die zitpositie toebrengen.
24