ESP Lancia Lybra 2002 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2002, Model line: Lybra, Model: Lancia Lybra 2002Pages: 283, PDF Size: 3.16 MB
Page 74 of 283

ToetsFunctie radio Functie cassettespeler Functie CD-wisselaar Functie PHONE-IN
Kort 2 tot 4 sec. > dan 4 sec. Kort > dan 2 sec. Kort > dan 2 sec. Kort > dan 2 sec.
indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken
g
h
i
j
k
l
m
n
o
p
73
TAPE, CD,
RADIO,
BASS, TREBLE,
BALANCE,
FADER
VOLUME
Keuzetoets
LOUDNESS
ON/OFF
TP: Functie
ON/OFF
Keuzetoets
LEARN SCAN
ON/OFF (onge-
veer 10 sec.)
FM: Functie
IS LEARN
Weergave
frequentie en eigen para-
meters
Linksom en recht-
som draaien: func-
ties selecteren In-
drukken:geselec-
teerde functies
bevestigen
FM1, FM2, FM3,
MW, LW AUDIO MUTE
ON/OFF
ON/OFF
Linksom draaien:
volume verlagen.
Rechtsom
draaien: volume
verhogen
AF: Functie
ON/OFF
EXPERT
MODE ON
FM: AUTOSTORE
AM: AUTOSTORE CD, RADIO,
PHONE, TAPE
BASS, TREBLE,
BALANCE,
FADER
VOLUME
ON/OFF
Linksom draaien:
volume verlagen.
Rechtsom draaien:
volume verhogen
Keuzetoets
LOUDNESS
ON/OFF
TP: Functie
ON/OFF
Keuzetoets MSS
ON/OFF
HANDMATIG
terugspoelen
AUDIO MUTE
ON/OFF
EXPERT
MODE ON
RADIO, PHONE,
TAPE, CD
BASS, TREBLE,
BALANCE,
FADER
VOLUME
ON/OFF
Linksom draaien:
volume verlagen.
Rechtsom
draaien: volume
verhogen
Keuzetoets
LOUDNESS
ON/OFF
TP: Functie
ON/OFF
Keuzetoets
TRACK SCAN
ON/OFF (onge-
veer 10 seconden)
Status
CD-wisselaar (
)AUDIO MUTE
ON/OFF
EXPERT
MODE ON TAPE, CD,
RADIO, PHONE
BASS, TREBLE,
BALANCE,
FADER
VOLUME
ON/OFF
Linksom draaien:
volume verlagen.
Rechtsom
draaien:
volume verhogen
Keuzetoets
LOUDNESS
ON/OFF
AUDIO MUTE
ON/OFF
EXPERT
MODE ON
MODE
AUDIO
VOL
LOUD TPAF
SCANN MSS
IS
EXP
15
BAND
(n) Frequenties in geheugen opslaan onder de voorkeuzetoetsen 1÷6 (u) Programmatype opslaan (PTY) (
Page 75 of 283

ToetsFunctie radio Functie cassettespeler Functie CD-wisselaar Functie PHONE-IN
Kort 2 tot 4 sec. > dan 4 sec. Kort > dan 2 sec. Kort > dan 2 sec. Kort > dan 2 sec.
indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken indrukken
q
r
s
t
u
v
w
74
AM: Automatisch zenderzoeken
FM: LEARN
SCAN
FM SEARCH
PTY: Volgend program-
matype se-
lecteren
AM: Automatisch zenderzoeken
FM: LEARN SCAN
FM SEARCH
PTY: Vorig pro- grammatype
selecteren
Keuzetoets
STEREO/MONO
Keuzetoets
maximum
ontvangst-
gevoeligheid
Scherm met ra-
dio-instellingen
Lichtsterkterege-
ling display
Klep openen
Cassette
uitwerpen AM: Handmatig
zoeken
FM: Keuze t ussen
IS SCAN en
RDS SEARCH
PTY: Autom. zoe -
ken naar gese-
lecteerd pro-
grammatype
(PTY)
AM: Handmatig zoeken
FM: Keuze tussen IS SCAN en
RDS SEARCH
PTY: Autom. zoe -
ken naar ge-
selecteerd
program-
matype (
PTY)
Lichtsterkte -
regeling display FM: Handmatig
zenderzoeken
FM: Handmatig zoeken
Lichtsterkte -
regeling display Snel vooruit
spoelen
Met ingeschakeld
MSS:muziekstuk
overslaan/volgend
muziekstuk zoeken
Snel achteruit
spoelen
Met ingeschakeld
MSS: muziekstuk
overslaan/begin
van muziekstuk
zoeken
Keuze Dolby B
ON/OFF
Lichtsterkterege-
ling display
Klep openen
Cassette
uitwerpen
Lichtsterkterege-
ling displayVolgend muziek-
stuk selecteren
Voorgaand
muziekstuk
selecteren
Lichtsterkterege-
ling display
Klep openen
Cassette
uitwerpenSnel vooruit
spoelen
Snel terug-
spoelen
Lichtsterkterege-
ling display
Snel terug-
spoelen
Lichtsterkterege-
ling display
Klep openen
Cassette
uitwerpen
Lichtsterkterege-
ling display
DOLBY MONO
DX
HELP
RADIO
LIGHT
°
( n ) Frequenties in geheugen opslaan met de voorkeuzetoetsen 1÷6 ( u) Programmatype opslaan (PTY) ( ) Status ingeschakelde CD-functies
Page 77 of 283

76
Als u de knop rechts- of linksom
draait, gaat u van de ene naar de an-
dere parameter.
Het opschrift bij de geselecteerde
parameter wordt verlicht.
Als u de knop indrukt, wordt de
keuze van de weergegeven parameter
bevestigd.
VOLUMEREGELING
Volume
Het volume kan geregeld worden
door knop 9 (fig. 72) te draaien. Als
u de knop rechtsom/linksom draait,
wordt het volume respectievelijk
verhoogd/verlaagd.
Op het display verschijnt een rege-
laar met 16 streepjes, die geleidelijk
oplichten als het volume wordt
verhoogd. Ongeveer 5 seconden na de
instelling verdwijnt de regelaar auto-
matisch van het display.
Het volume kan ook worden ge -
regeld met de toetsen op het stuurwiel
A (fig. 73) (verhogen) en C (ver -
lagen) (indien aanwezig). Volumeregeling tijdens
verkeersinformatie
Gebruik de TAVOL-functie (zie de
paragraaf van de EXPERT-functies
die geactiveerd kunnen worden door
op toets 14 EXP te drukken).
Volumeregeling bij inschakelen Gebruik de ONVOL-functie (zie de
paragraaf van de EXPERT-functies
die geactiveerd kunnen worden door
op toets 14 EXP te drukken).
Snelheidsafhankelijke
volumeregeling Gebruik de SCVVOL-functie (zie de
paragraaf van de EXPERT-functies
die geactiveerd kunnen worden door
op toets 14 EXP te drukken).
Volume op nul zetten (MUTE) Druk langer dan 1 seconde op toets
AUDIO 8 om het volume op nul te
zetten.
Druk nogmaals langer dan 1 se-
conde op toets AUDIO 8 om het vo-
lume weer in te schakelen. Volume op nul zetten tijdens een
telefoongesprek
Gebruik de PHONE-functie (zie de
paragraaf van de EXPERT-functies
die geactiveerd kunnen worden door
op toets 14 EXP te drukken).
OPROEPTOETS RADIO-
INSTELLINGEN (21) Als u op toets HELP RADIO 21
( fig. 72) drukt met de contactsleutel
in stand MAR en na het verdwijnen
van het LANCIA-embleem, verschijnt
het scherm met de ingestelde radio-
functies en de bijbehorende waarden:
– VOLUME
– BASS
– TREBLE
– BALANCE
– FADER
– ZENDER 1
– ZENDER 2
– ZENDER 3
– ZENDER 4
– ZENDER 5
Page 79 of 283

78
BELANGRIJKHet systeem slaat de
verschillende AUDIO-instellingen in
het geheugen op tijdens het beluiste-
ren van iedere audiobron (TAPE –
RADIO – CD – PHONE) en roept ze
weer op als de betreffende geluids -
bron wordt gekozen.
Loudness-functie (LOUD) (10)
De LOUDNESS wordt in-/uitge-
schakeld door op toets LOUD 10 (fig.
72) te drukken.
Als deze functie is ingeschakeld, ver-
betert de geluidskwaliteit bij een laag
volume.
Als de functie is ingeschakeld, ver-
schijnt op het display het opschrift
“LOUD”.
Op de uitvoeringen met hifi-sys -
teem, wordt de Loudness-functie
auto matisch ingeschakeld.
Functie Dolby/Mono
(
M-MONO) (19)
De functie
M -MONO wordt in-/uit-
geschakeld door op toets
M -MONO 19
( fig. 72 ) te drukken. Het is raadzaam deze functie te ge-
bruiken als op een zender is afge-
stemd die erg stoort, om de achter-
grondruis te verminderen. Als de
functie is ingeschakeld, verschijnt op
het display het opschrift “STEREO”.
Als de cassettespeler is ingeschakeld,
is het raadzaam deze functie in te
schakelen als de afgespeelde cassette
van slechte kwaliteit is, om de achter -
grondruis te verminderen. Als de
functie is ingeschakeld, verschijnt op
het display het symbool
M.
De Dolby-ruisonderdrukking wordt
gefabriceerd onder licentie van de
Dolby Laboratories Licensing Corpo-
ration. Dolby en het “D”-symbool (
M)
zijn door de Dolby Laboratories
Licensing Corporation gedeponeerde
handelsmerken.
KEUZEMOGELIJKHEID
VOOR GELUIDSBRON
(RADIO/CASSETTE/CD)
De gewenste geluidsbron kan
worden ingeschakeld door op toets
MODE 7 te drukken totdat de be-
schikbare mogelijkheden verschijnen.
Druk vervolgens meerdere keren kort op de toets om de gewenste geluids
-
bron te kiezen:
– TAPE = cassettespeler
– CD = CD-speler (indien aanwezig)
– RADIO = afstemming op FM, MW
en LW
–
PHONE = (alleen als de mobiele te-
lefoon is geïnstalleerd).
Enkele seconden na de laatste keuze
verdwijnt automatisch het scherm
met de keuzemogelijkheid voor ge-
luidsbron.
RADIO
Zenderbandkeuze
FM-zenderband: druk herhaaldelijk
op toets BAND 16 totdat op het dis -
play de gewenste zenderband “FM1”,
“FM2” of “FM3” verschijnt.
AM-zenderband: druk meerdere ke-
ren kort op toets BAND 16 totdat op
het display het opschrift “MW” (mid-
dengolf) of “LW” (lange golf) ver-
schijnt.
Page 90 of 283

89
In-/uitschakelen via start-
/contactslot van de autoSelecteer de instelling IGNITION
LOGIC (IGN ON/OFF) ( fig. 82):
– toets 5= “IGN ON” (functie inge-
schakeld): het is mogelijk de auto radio
in of uit te schakelen via het start-
/contactslot van de auto.
– toets 4 = “IGN OFF” (functie uitge-
schakeld): in-/uitschakeling alleen door
middel van knop 9(fig. 72 ).
Audio onderdrukken bij
werkende telefoon met
aangesloten handsfree-systeem Selecteer de instelling PHONE SET-
TING (PHONE ON/OFF) en wijzig
de instelling met toets 4 of 5(fig. 83): –”PHONE OFF”: geen enkel ge-
bruik van de telefoonaansluiting;
–”PHONE ON”: als er wordt gebeld,
wordt het geluid van de autoradio au-
tomatisch uitgeschakeld.
Voor de functie “PHONE ON” moet
de aansluitvoet van de mobiele tele -
foon zijn voorbereid met een PHONE
MUTE aansluiting.
– “PHONE IN”: Als er wordt gebeld,
wordt er verbinding gelegd via de
luidsprekers.
Voor de functie “PHONE IN” moet
de mobiele telefoon zijn aangesloten
op het handsfree-systeem (indien ge-
monteerd) van de mobiele telefoon
zelf. Ook als de autoradio is uitge-
schakeld, kan er toch gebeld worden
(in of out):
– de radio schakelt automatisch in;
– en de audio-instellingen zijn het-
zelfde als bij het laatste telefoon -
gesprek (BASS, TREBLE, FADER,
BALANCE);
– de radio schakelt automatisch uit
als het gesprek beëindigd is.
Ontvangstgevoeligheid mobiele
telefoon (bij geïnstalleerd
handsfree-systeem)
Aanpassing signaalsterkte bij ge-
monteerd handsfree-systeem. Laat de
signaalsterkte tijdens de installatie
van een handsfree-systeem door de
Lancia-dealer instellen.
Selecteer de instelling PHONE AM-
PLIFICATION (PHONE 00/03) en
wijzig de instelling met toets 4of 5
(fig. 84 ):
– “PHONE 00”: lage gevoeligheid;
– “PHONE 03”: hoge gevoeligheid.
fig. 82
P4T0622
fig. 83
P4T0623
Page 94 of 283

93
CASSETTESPELER (TAPE)
Cassettespeler inschakelenPlaats een cassette in de opening van
het paneel van het ICS van Lancia.
Op het display verschijnt het op schrift
“TAPE A” of “TAPE B”.
Als er al een cassette in de opening
zit, druk dan herhaaldelijk op toets
MODE 7 totdat op het display het
opschrift “TAPE” verschijnt.
Draairichting omkeren
Druk kort op toets BAND 16.
Als het einde van de cassette is be-
reikt, wordt automatisch de andere
zijde van de cassette weergegeven
(functie AUTOREVERSE).
Op het display verschijnen de vol-
gende symbolen:
“TAPE A” = bovenzijde van de cas-
sette;
“TAPE B” = onderzijde van de cas-
sette.Pogingen Wachttijd
(op display) (circa)
1
21 seconden
2 1,5 minuut
3 5,5 minuut
4 22 minuten
5 1,5 uur
6 6 uur
7 24 uren
8]
]
]
]
]
]
]
MSS-functie
MSS = Music Search System
Met deze functie kan het volgende
muziekstuk of het begin van het hui-
dige muziekstuk worden opgezocht.
Voor de MSS-functie dienen er pau-
zes van ten minste 3 seconden tussen
de muziekstukken te zitten (ook geen
gesproken aankondiging).
De MSS-functie reageert niet op zeer
zachte passages in muziekstukken
(bijv. in klassieke muziek), omdat
deze als pauze worden gezien.
MSS-functie inschakelen
Druk op toets SCAN/MSS 12 tij-
dens het afspelen van de cassette. Op
het display verschijnt het opschrift
“MSS ON”.
De MSS-functie start in de draai -
richting van de cassette.
MSS-functie starten
Druk op toets 17 of 18 tijdens het
afspelen van de cassette.
Page 95 of 283

Op multimedia-CD’s zijn
naast de audiosporen ook
gegevens opgeslagen. Het
afspelen van dit type CD’s kan
piepgeluiden op een zodanig
volume opleveren, dat niet alleen
de verkeersveiligheid in gevaar
komt, maar waardoor ook de
eindversterker en de luidsprekers
beschadigd kunnen worden. CD-SPELER
De autoradio is voorbereid op de
aansluiting van een CD-speler (die is
opgenomen in het Lancia Lineacces-
sori-programma).
94
Druk voor het vooruit spoelen naar
het volgende muziekstuk op toets 17.
Druk voor herhaling van het mu-
ziekstuk op toets 18.
MSS-functie onderbreken Druk op toets 17of 18.
MSS-functie uitschakelen Druk op toets SCAN/MSS 12 tij-
dens het afspelen van de cassette. Op
het display verschijnt het opschrift
“MSS OFF”.
Snel vooruit/achteruit spoelen
Druk kort op toets 18 of 17. Op
het display verschijnt het opschrift
“<< WIND” of “WIND >>”.
Functie onderbreken
Druk kort op toets 18of 17.
De cassette wordt automatisch weer-
gegeven.
Cassettespeler uitschakelen
Druk op toets 23 (fig. 72): de cas-
sette wordt uitgeworpen. – of –
Als u op toets MODE 7drukt,
schakelt de CASSETTESPELER over
naar de CD-WISSELAAR (als er een
CD-WISSELAAR aanwezig is) of
naar de RADIO.
De keuze van de bron gaat op volg -
orde: RADIO, CASSETTE, CD.
BELANGRIJK Als de functie snel
vooruit/achteruit spoelen is inge-
schakeld, wordt onmiddellijk van
bron veranderd en wordt de functie
van de cassettespeler beëindigd.
Algemene aanwijzingen
De weergave van de cassette wordt
onderbroken als er verkeersinforma-
tie wordt uitgezonden (bij inge-
schakelde TP-functie).
BELANGRIJK U kunt de verkeers -
informatie onderbreken op het
moment dat de informatie wordt uit-
gezonden. Het blijft dan mogelijk
eventuele volgende verkeersinforma-
tie te beluisteren, door kort op toets
TP/AF 11 te drukken. Wendt u voor het in-
bouwen en aansluiten uit-
sluitend tot een Lancia-
dealer.
De CD-speler van het Lancia Li-
neaccessori-programma wordt gele-
verd met een wisselaar die maximaal
6 Compact Discs kan bevatten.
Page 96 of 283

95
CD-wisselaar vullenDe CD-wisselaar bevat 6 houders
die elk een Compact Disc kunnen be-
vatten.
Trek voor elke CD die u wilt beluis -
teren een houder uit de wisselaar ( fig.
88) en plaats daarin de CD ( fig. 89).
Controleer of de Compact Disc op de
juiste wijze, met de bedrukte zijde
naar boven, is geplaatst: als dit niet
het geval is, dan werkt de CD-speler
niet.
Met de CD-speler kunnen geen 8 cm
CD’s worden afgespeeld, tenzij er in
een hifi-winkel een speciale adapter is
aangeschaft. Wisselaar in de CD-speler
plaatsen
Ga als volgt te werk:
– plaats de schuifklep A(fig. 90) he-
lemaal naar rechts, totdat hij
blokkeert;
– controleer of de knop B in stand
“ 1 ” staat;
fig. 88
P4T0252
fig. 90
P4T0254
fig. 89
P4T0253
– plaats de wisselaar C(fig. 91) met
de bedrukte zijde naar boven (zie pijl)
in de CD-speler;
– sluit de schuifklep D(fig. 92 ) na-
dat de wisselaar is geplaatst, om bin-
nendringing van vuil en stof in de
CD-speler te voorkomen.
Wisselaar uit de CD-speler
verwijderen
Ga als volgt te werk:
– plaats de schuifklep A(fig. 90) he-
lemaal naar rechts, totdat hij blok -
keert;
– druk op uitwerptoets (EJECT) E
( fig. 93 ) op de CD-speler.
fig. 91
P4T0255
Page 98 of 283

97
Snel vooruit/achteruit zoeken
(TRACK FAST)Hiermee kunt u een muziekstuk
“versneld” en met laag volume beluis -
teren:
– VOORUIT: druk op toets 17 en
houd de toets ingedrukt.
– TERUG: druk op toets 18 en houd
de toets ingedrukt.
Muziekstuk herhalen
(TRACK REPEAT)
Hiermee kunt u het beluisterde mu-
ziekstuk continu herhalen: druk op
toets 1, op het display verschijnt het
opschrift “TRK ON”.
Als de TRACK REPEAT-functie is
geactiveerd, kan altijd een ander
muziekstuk worden gekozen.
Druk om de functie te onderbreken
op toets 1 : op het display verschijnt
het opschrift “TRK OFF”. CD herhalen (REPEAT)
Druk voor herhaling van de CD op
toets 2: op het display verschijnt het
opschrift “RPT CD”.
Als de functie is geactiveerd, kan al-
tijd een andere CD worden gekozen.
Druk om de functie te onderbreken
op toets 2 : op het display verschijnt
het opschrift “RPT MAG”.
Muziekstukken in willekeurige
volgorde beluisteren
(TRACK RANDOM)
Druk om de functie te activeren op
toets 3: op het display verschijnt het
opschrift “RND ON”. De muziek-
stukken op de geselecteerde CD wor-
den in willekeurige volgorde afge-
speeld.
Druk om de functie uit te schakelen
op toets 3 : op het display verschijnt
het opschrift “RND OFF”.
BELANGRIJK De functie TRACK
RANDOM kan niet worden gecombi-
neerd met de functies TRACK RE-
PEAT en REPEAT.CD-speler uitschakelen
Druk op toets MODE 7om weer
naar de radio of de cassettespeler te
kunnen luisteren.
BELANGRIJK U kunt de verkeers -
informatie onderbreken op het mo-
ment dat de informatie wordt uitge-
zonden. Het blijft dan mogelijk even-
tuele volgende verkeersinformatie te
beluisteren, door kort op toets TP/AF
11 te drukken.
Weergave van de werking van
de CD-speler Druk kort op toets EXP 14. Op het
display wordt aangegeven welke spe-
ciale functies gekozen zijn (bijv.:
“TRK ON”).
Page 103 of 283

102
Als één of meerdere functies hand-
matig zijn ingesteld, blijft de tempe-
ratuur van de in het interieur inge-
voerde lucht automatisch door het
sys teem geregeld, behalve bij uitge-
schakelde compressor (indien aan -
wezig):in deze situatie kan de tempe-
ratuur van de in het interieur inge-
voerde lucht niet lager zijn dan de
buitentemperatuur.
BEDIENINGSKNOPPEN (fig. 98)
Draaiknop voor regeling van de
luchttemperatuur (2, 4 - fig. 98)
Als u de knop naar links of naar
rechts draait, verhoogt of verlaagt u de
luchttemperatuur respectievelijk aan
de linkerzijde (draaiknop 2 ) of aan de
rechterzijde (draaiknop 4) van het
interieur. De ingestelde temperaturen
verschijnen op de schermen 1 en 3
onder de respectievelijke knoppen.
Als u knop 14 (MONO) indrukt,
wordt de temperatuur aan bestuur-
ders- en passagierszijde automatisch
gesynchroniseerd, waarna u de tempe-
ratuur in de twee gedeelten met
draaiknop 2aan bestuurderszijde kunt
regelen. Met deze functie kan de tem-
peratuur in het interieur makkelijk ge- regeld worden, als alleen de bestuur-
der in de auto zit. De gescheiden tem-
peratuurregeling wordt automatisch
weer hervat als u draaiknop
4bedient.
Als u de toets helemaal naar rechts
of helemaal naar links draait, tot aan
de uiterste waarden HI of LO, wordt
respectievelijk de functie van de
maximale verwarming of de maxi-
male koeling ingeschakeld:
– Functie HI (maximale verwar-
ming):wordt ingeschakeld door op het
display een temperatuur in te stellen
boven 32°C. Deze functie kan worden
geactiveerd voor alleen de bestuur-
derszijde of de passagierszijde of voor
beide zijden (ook door het selecteren
van de functie MONO). Deze functie
kan worden ingeschakeld als u de
lucht in het interieur zo snel mogelijk
wilt verwarmen, waarbij maximaal
gebruik gemaakt wordt van de moge-
lijkheden van het systeem. Deze func-
tie maakt gebruik van de maximale
temperatuur van de verwarmings -
vloeistof, terwijl de luchtverdeling en
de snelheid van de aanjager door het
systeem worden ingesteld op basis
van de omgevingsomstandigheden.
Als de verwarmingsvloeistof niet
warm genoeg is, schakelt het systeem niet onmiddellijk de maximale aan
-
jagersnelheid in, om de invoer van te
koude lucht in het interieur te be-
perken. Als deze functie is inge-
schakeld zijn alle handmatige instel-
lingen toegestaan. Voor het uit-
schakelen van de functie is het vol-
doende om de op het display inge-
stelde temperatuur te verlagen tot een
waarde onder 32 °C.
– Functie LO (maximale koeling):
wordt ingeschakeld door op het dis -
play een temperatuur in te stellen on-
der 18 °C. Deze functie kan worden
geactiveerd voor alleen de bestuur-
derszijde of de passagierszijde of voor
beide zijden (ook door het selecteren
van de functie MONO).
Deze functie kan worden inge-
schakeld als u de lucht in het interieur
zo snel mogelijk wilt koelen, waarbij
maximaal gebruik gemaakt wordt
van de mogelijkheden van het sys -
teem. Deze functie schakelt de ver -
warming uit, schakelt de luchtrecir-
culatie en de aircocompressor (indien
aanwezig) in, terwijl de luchtverde-
ling en de snelheid van de aanjager
worden ingesteld op basis van de om-
gevingsomstandigheden. Als deze