Lancia Musa 2005 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2005, Model line: Musa, Model: Lancia Musa 2005Pages: 338, PDF Size: 5.29 MB
Page 301 of 338

Deze stroomverbruikers blijven continu stroom ver-
bruiken ook als de motor is uitgezet, waardoor de
accu geleidelijk kan ontladen.Het totale energieverbruik van deze accessoires
(standaard en achteraf gemonteerde accessoires)
moet minder zijn dan 0,6 mA x Ah (van de accu),
zoals in de volgende tabel staat vermeld:
300
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
Accu van Maximum stroomverbruik bij stilstaande motor
40 Ah 24 mA
44 Ah 27 mA
50 Ah 30 mA
Page 302 of 338

WIELEN EN BANDEN
De spanning van de banden, inclusief het reservewiel, moet regelma-
tig, om de twee weken en voor een lange rit, worden gecontroleerd:
de bandenspanning moet bij koude banden worden gecontroleerd.
Tijdens het rijden neemt de bandenspanning toe; zie voor de juiste
waarde van de bandenspanning de paragraaf “Wielen” in het hoofd-
stuk “Technische gegevens”.
Een onjuiste bandenspanning veroorzaakt een onregelmatige slijtage
van de banden:
A: normale spanning: gelijkmatige slijtage van het loopvlak.
B: te lage spanning: te grote slijtage aan de zijkanten van het loop-
vlak.
C: te hoge spanning: te grote slijtage in het midden van het loopvlak.
Banden moeten worden vervangen als de profieldiepte van het loop-
vlak minder is dan 1,6 mm. Houdt u echter altijd aan de bepalingen
van het land waarin u rijdt.
BELANGRIJKE TIPS
❒Voorkom bruusk remmen, met spinnende wielen optrekken, harde
contacten tussen banden en stoepranden, kuilen en andere obsta-
kels. Het langdurig rijden op een slecht wegdek kan de banden
beschadigen;
❒controleer de banden regelmatig op scheuren in de wangen en
bulten of slijtplekken op het loopvlak. Wendt u in dit geval tot de
Lancia-dealer;
301
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
L0D0216m
Page 303 of 338

❒rijd nooit met een te zwaar beladen auto: hier-
door kunnen de banden en de velgen ernstig
beschadigd worden;
❒stop zo snel mogelijk bij een lekke band en ver-
wissel het wiel om beschadiging van de band, de
velg, de wielophanging en de stuurinrichting te
voorkomen;
❒banden verouderen, ook als zij weinig of nooit
gebruikt zijn. Scheurtjes in het loopvlak en op
de wangen geven aan dat de band verouderd is.
Banden die langer dan zes jaar onder een auto
gemonteerd zijn, moeten dan ook door een spe-
cialist worden gecontroleerd. Dit geldt in het bij-
zonder voor het reservewiel;
❒monteer nooit gebruikte banden of banden,
waarvan de herkomst onbekend is;
❒bij de montage van een nieuwe band moet ook
het ventiel vernieuwd worden;
❒om een gelijke slijtage van de banden op de
vooras en de achteras te verkrijgen, is het raad-
zaam de banden om de 10.000 / 15.000 km van
as te verwisselen. Hierbij moeten de banden aan
dezelfde zijde van de auto gemonteerd blijven,
zodat een omkering van de draairichting wordt
voorkomen.
302
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
ATTENTIE
Voer bij lichtmetalen velgen geen spuitwerkzaamheden uit die een temperatuur
vereisen boven 150°C. De mechanische eigenschappen van de wielen kunnen hier-
door in gevaar worden gebracht.ATTENTIE
Door een te lage bandenspanning wordt de band te heet, waardoor onherstelbare
inwendige schade aan de band kan ontstaan.
ATTENTIEBedenk dat ook de wegligging afhankelijk is van een juiste bandenspanning.
ATTENTIEVerwissel de banden niet kruiselings, waarbij de banden van de rechterzijde aan
de linkerzijde en omgekeerd worden gemonteerd.
Page 304 of 338

RUBBER SLANGEN
Houd voor de rubber slangen van het rem- en
brandstofsysteem zeer nauwkeurig de voorschriften
van het “Onderhoudsschema” in dit hoofdstuk aan.
Ozon, hoge temperaturen en het gedurende langere
tijd ontbreken van vloeistof in een systeem zorgen
ervoor dat de slangen uitdrogen en scheuren, waar-
door het betreffende systeem kan gaan lekken.
Daarom is zorgvuldige controle noodzakelijk.
RUITENWISSERS/
ACHTERRUITWISSER
WISSERBLADEN
Maak de wisserbladen regelmatig schoon met een
schoonmaakmiddel; wij raden TUTELA PROFES-
SIONAL SC 35 aan.
Vervang de wisserbladen als het rubber vervormd
of versleten is. Het verdient aanbeveling ten minste
één maal per jaar de wisserbladen te vervangen.
Met enkele simpele voorzorgsmaatregelen is het
mogelijk beschadigingen van het rubber te voorko-
men:
❒wanneer de temperatuur onder 0°C is gedaald,
moet gecontroleerd worden of er geen ijs tussen
wisserblad en ruit zit. Maak de wissers zo nodig
vrij met een anti-vriesmiddel;
❒verwijder eventueel opgehoopte sneeuw van de
ruit: om de wisserbladen te beschermen en over-
verhitting van de ruitenwissermotor te voorko-
men;
❒schakel de ruitenwissers/achterruitwisser niet op
een droge ruit in.
303
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
ATTENTIERijden met versleten ruitenwisserbladen is gevaarlijk, omdat ze het zicht onder
extreme weersomstandigheden aanzienlijk beperken.
Page 305 of 338

Wisserbladen vervangen
Ga als volgt te werk:
❒til de wisserarm A van de voorruit en plaats het wisserblad onder
een hoek van 90° ten opzichte van de arm;
❒druk op de lip B van de veerklem en verwijder het wisserblad van
de arm A;
❒monteer het nieuwe blad, waarbij de lip in de zitting op de wisser-
arm moet vallen. Controleer of het wisserblad geborgd is.
Wisserblad achter vervangen
Ga als volgt te werk:
❒kantel het dopje A omhoog, draai de moer B los, waarmee de wis-
serarm aan de as is bevestigd, en neem de arm van de as;
❒plaats de nieuwe wisserarm in de juiste stand en draai de moer
zorgvuldig vast;
❒kantel het dopje naar beneden.
304
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
L0D0217m
L0D0218m
Page 306 of 338

RUITENSPROEIERS
Voorruit (ruitensproeiers)
Als de ruitensproeiers niet werken, controleer dan eerst het niveau in
het ruitensproeiertankje (zie de paragraaf “Niveaus controleren” in
dit hoofdstuk).
Controleer vervolgens of de ruitensproeiermonden niet verstopt zijn.
Deze kunnen zonodig met een speld worden doorgeprikt.
De ruitensproeiers van de voorruit zijn vloeistofdynamisch en hoeven
daarom niet te worden afgesteld; de ruitensproeiervloeistof wordt
verstoven zodat een vooraf vastgesteld deel van de voorruit wordt
bereikt.
Achterruit (achterruitsproeier)
Ook de ruitensproeier van de achterruit is vloeistofdynamisch en
hoeft daarom niet te worden afgesteld; de ruitensproeiervloeistof
wordt verstoven zodat een vooraf vastgesteld deel van de achterruit
wordt bereikt.
De achterruitsproeier bevindt zich aan de bovenkant van de achter-
klep.
305
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
L0D0219m
L0D0220m
Page 307 of 338

306
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN ATMOSFERISCHE
INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest zijn:
❒luchtverontreiniging;
❒zoutgehalte in de lucht en luchtvochtigheid
(gebieden aan zee, warm en vochtig klimaat);
❒omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende elementen, zoals
stoffige omgeving, opwaaiend zand, modder en
steenslag op de lak en de onderzijde moet niet wor-
den onderschat.
Lancia heeft voor uw auto de beste technologische
oplossingen toegepast om de carrosserie efficiënt
tegen roest te beschermen.De belangrijkste zijn:
❒de toepassing van aangepaste spuittechnieken en
lakproducten die de auto de benodigde weer-
stand tegen roest en schurende elementen verle-
nen;
❒het gebruik van verzinkte (of voorbehandelde)
plaatdelen met een hoge corrosiebestendigheid;
❒het aanbrengen van een beschermende kunststof
laag op kwetsbare delen: onderzijde van de por-
tieren, binnenzijde van de spatborden, naden,
randen enz.;
❒toepassing van open holle ruimtes om condens-
vorming en stilstaand water, mogelijke oorzaken
van roest van binnenuit, te voorkomen.
CARROSSERIEGARANTIE
Bij de auto is de carrosserie tegen doorroesten van
alle originele componenten van de carrosserie en
van alle dragende delen gegarandeerd. Voor de spe-
cifieke voorwaarden van deze garantie wordt ver-
wezen naar de “Service- en garantiehandleiding”.
Page 308 of 338

307
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TIPS VOOR HET BEHOUD VAN DE CARROS-
SERIE
Lak
De lak heeft behalve een esthetische functie ook een
beschermende functie.
Daarom moeten beschadigingen van de laklaag,
zoals krassen, onmiddellijk worden bijgewerkt om
roestvorming te voorkomen. Het bijwerken dient
met de originele lak te worden uitgevoerd (zie
“Plaatje met informatie over de carrosserielak” in
het hoofdstuk “Technische gegevens”).
Het normale onderhoud van de auto beperkt zich
tot wassen, waarbij de frequentie afhankelijk is van
het gebruik van de auto en van de omgeving. Het is
raadzaam de auto vaker te wassen bij sterke lucht-
verontreiniging of bij het rijden over wegen met
strooizout.
De juiste wasmethode:
❒verwijder de antenne van het dak als u de auto
in een wastunnel wast, om te voorkomen dat
deze beschadigt;
❒spoel de auto eerst met een waterstraal onder
lage druk af;
❒was de auto met een zachte spons met een
oplossing van neutrale zeep; spoel daarbij de
spons regelmatig uit;
❒spoel de auto af met schoon water en droog de
auto met warme lucht of een schone, zachte
zeem.
De minder zichtbare delen zoals de randen van de
portieren, achterklep, motorkap en de koplampranden
moeten tijdens het drogen niet vergeten worden,
omdat daar water kan blijven staan. Het verdient
aanbeveling de auto na het wassen niet onmiddellijk
binnen te zetten, maar de auto nog even buiten te
laten staan, zodat waterresten buiten kunnen verdam-
pen.
Was de auto nooit als de auto in de zon heeft
gestaan of als de motorkap nog warm is: omdat
dan de glans van de lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen kunnen op dezelfde
wijze worden gewassen als de gespoten carrosserie-
delen.
Parkeer de auto niet onder bomen, aangezien hars-
druppels bij langere inwerking de lak kunnen
beschadigen, waardoor de kans op roestvorming
wordt vergroot.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen dienen zo snel en
zo goed mogelijk van de lak verwijderd te worden,
omdat door de agressieve bestanddelen de lak kan
beschadigen.
Schoonmaakmiddelen verontreinigen het water. Daarom moet de auto bij voorkeur worden
gewassen op een plaats waar het afvalwater direct wordt opgevangen en gezuiverd.
Page 309 of 338

308
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van de ruiten een
daarvoor geschikt schoonmaakmiddel. Gebruik een
schone, zachte doek om krassen en beschadigingen
te voorkomen.
BELANGRIJK Let er bij het schoonmaken van de
binnenzijde van de achterruit op dat de elektrische
weerstandsdraden van de achterruitverwarming
niet worden beschadigd. Veeg voorzichtig in de
richting van de draden.
Koplampen
BELANGRIJK Gebruik voor het reinigen van het
kunststof lampenglas van de koplampen geen aro-
matische producten (bijv. benzine) of ketonen (bijv.
aceton).Motorruimte
Het verdient aanbeveling de motorruimte na het
winterseizoen zorgvuldig te laten uitspuiten. Hierbij
mag de waterstraal niet direct op de elektronische
regeleenheden worden gericht. Laat deze werk-
zaamheden verzorgen door een gespecialiseerd
bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de motor-
ruimte moet de contactsleutel in stand STOP staan
en de motor koud zijn. Controleer na het reinigen
of de verschillende beschermingen (rubber kappen,
deksels enz.) nog op hun plaats zitten en niet
beschadigd zijn.
ATTENTIEGebruik nooit ontvlambare producten zoals petroleum of wasbenzine voor het
reinigen van de interieurdelen van de auto. De elektrostatische lading die tijdens
het reinigen door het wrijven ontstaat, kan brand veroorzaken.
Page 310 of 338

309
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
INTERIEUR
Controleer af en toe of er onder de vloerbedekking
geen water is blijven staan (dooiwater van sneeuw-
resten aan schoenen, lekkende paraplu’s enz.),
waardoor roestvorming op de bodem veroorzaakt
zou kunnen worden.
STOELEN EN STOFFEN BEKLEDING
Verwijder stof met een zachte borstel of een stofzui-
ger. Voor een nog betere reiniging van de stoffen
bekleding raden wij u aan de borstel vochtig te
maken. Reinig de zittingen met een vochtige spons
en een oplossing van water en neutrale zeep.
KUNSTSTOF INTERIEURDELEN
Wij raden u aan om de kunststof interieurdelen op de
normale manier te reinigen met een doek bevochtigd
met water en een neutrale zeep zonder schuurmiddel.
Voor het verwijderen van vet of hardnekkige vlekken
moeten speciale schoonmaakmiddelen zonder oplos-
middelen worden gebruikt, die geschikt zijn voor het
reinigen van kunststof en die het visuele effect en de
kleur van de componenten niet wijzigen.
BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol of benzine om
het glas van het instrumentenpaneel of andere
kunststof onderdelen schoon te maken.LEREN STUURWIEL/POOKKNOP
Reinig deze componenten uitsluitend met water en
neutrale zeep. Gebruik nooit alcohol of producten
op basis van alcohol.
Voordat u speciale producten gebruikt voor het rei-
nigen van de interieurdelen, moet u eerst de aan-
wijzingen op het etiket van het product lezen en
controleren of het geen alcohol en/of substanties op
basis van alcohol bevat.
Als tijdens het reinigen van de voorruit met speciaal
daarvoor bestemde producten, druppels op het leer
van het stuurwiel of de pookknop terechtkomen,
moeten deze onmiddellijk worden verwijderd en het
betreffende gebied met water en neutrale zeep wor-
den afgenomen.
BELANGRIJK Wees zeer voorzichtig bij het gebruik
van mechanische diefstalbeveiligingen op het stuur-
wiel om beschadiging van de leren bekleding te
voorkomen.
ATTENTIEBewaar nooit spuitbussen in de auto: ontploffingsgevaar. Spuitbussen mogen niet
worden blootgesteld aan temperaturen boven 50°C. In de zomer kan de tempera-
tuur in het interieur ver boven deze waarde oplopen.