Lancia Musa 2008 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2008, Model line: Musa, Model: Lancia Musa 2008Pages: 218, PDF Size: 7 MB
Page 31 of 218

30
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Portieren en achterklep
ontgrendelen (Sleutel)
Met deze functie kunt u: de voor- en
achterportieren ontgrendelen, alleen
het bestuurdersportier ontgrendelen
of alle portieren en de achterklep ont-
grendelen.
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op
het display wordt “Portieren openen”,
“Bestuurdersportier openen” en “Al-
les openen” weergegeven;
– druk op de knop +of –om de keuze
uit te voeren. De gekozen optie gaat
knipperen;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan. – druk kort op de knop MODE; op
het display knippert de “maand”;
– druk op de knop +of –om de in-
stelling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE; op
het display knippert de “dag”;
– druk op de knop +of –om de in-
stelling uit te voeren.
Opmerking Elke keer als u de knop +
of –indrukt, wordt de waarde een
eenheid verhoogd of verlaagd. Als u
de knop ingedrukt houdt, lopen de cij-
fers automatisch snel door of terug. Als
u dicht bij de juiste waarde bent, stelt
u de exacte waarde in door de knop
telkens in te drukken en los te laten.
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zon-
der op te slaan. Tijdweergave 12h/24h
(Mod. Klok)
Met deze functie kan de tijdweergave
worden ingesteld op 12h of 24h.
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op
het display knippert 12h of 24h, af-
hankelijk van de instelling;
– druk op de knop +of –om de keuze
uit te voeren;
– – druk kort op de knop MODEom
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zon-
der op te slaan.
Datum instellen (Inst. datum)
Met deze functie kan de datum worden
ingesteld (jaar - maand - dag).
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op
het display knippert het “jaar”;
– druk op de knop +of –om de in-
stelling uit te voeren;
Page 32 of 218

31
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Meeteenheid “afstand”
(Afst. eenh.)
Met deze functie kan de meeteenheid
van de afstand (km of mijl) worden
ingesteld.
Ga voor het instellen van de gewenste
meeteenheid als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op
het display knippert (km) of (mi), af-
hankelijk van de instelling;
– druk op de knop +of –om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan.Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op
het display knippert (km/l) of
(l/100km), afhankelijk van de instel-
ling;
– druk op de knop +of –om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan. Meeteenheid “verbruik”
(Verbruik)
Met deze functie kan de eenheid van
het brandstofverbruik worden inge-
steld (km/l, l/100km of mpg). Deze
eenheid is gekoppeld aan de geselec-
teerde eenheid voor de afstand (km of
mijl, zie de vorige paragraaf “Meet-
eenheid afstand”).
Als de meeteenheid afstand is inge-
steld op “km”, kan de meeteenheid
verbruik worden ingesteld op ‘’km/l’’
of ‘’l/100 km’’. Als de meeteenheid af-
stand is ingesteld op “mijl”, geeft het
display de hoeveelheid verbruikte
brandstof aan in “mpg”.
Page 33 of 218

32
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Volumeregeling
waarschuwingszoemer
(Vol. Buzzer)
Het volume van het akoestische sig-
naal (buzzer) dat klinkt voor het mel-
den van een storing of waarschuwing,
kan ingesteld worden op 8 niveaus.
Ga voor het instellen van het gewenste
volume als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op
het display knippert het “niveau” van
het ingestelde volume;
– druk op de knop +of –om de in-
stelling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zon-
der op te slaan. Taal instellen
(Taal)
U kunt de taal van het display instel-
len: Italiaans, Duits, Engels, Spaans,
Frans, en Portugees.
Ga om de gewenste taal in te stellen
als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op
het display knippert de ingestelde
“taal”;
– druk op de knop +of –om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug
te keren naar het beginscherm zonder
op te slaan. Meeteenheid “temperatuur”
(Temp. eenh.)
Met deze functie kan de meeteenheid
van de temperatuur (°C of °F) wor-
den ingesteld.
Ga voor het instellen van de gewenste
meeteenheid als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op
het display knippert (°C) of (°F), af-
hankelijk van de instelling;
– druk op de knop +of –om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan.
Page 34 of 218

33
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Volumeregeling knoppen
(Vol. toetsen)
Het akoestische signaal dat klinkt bij
het indrukken van de knoppen
MODE, +en –, kan worden ingesteld
op 8 niveaus.
Ga voor het instellen van het gewenste
volume als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op
het display knippert het “niveau” van
het ingestelde volume;
– druk op de knop +of –om de in-
stelling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan.
Herinschakeling buzzer voor
melding SBR-systeem
(Buzz. gordels) (indien aanwezig)
De functie wordt alleen weergegeven
als het SBR-systeem door de Lancia-
dealer is uitgeschakeld (zie de para-
graaf “SBR-systeem” in het hoofdstuk
“Veiligheid”).Onder de 200 km wordt de weergave
met kleinere intervallen weergegeven.
Zie voor het vervangen van het lucht-
filter, de motorolie en het motoroliefil-
ter bij de 1.3 Multijet-uitvoeringen het
“Onderhoudsschema” in het hoofdstuk
“Onderhoud en zorg”. De weergave is
afhankelijk van de ingestelde meet-
eenheid in km of mijl. Als u dicht bij
de volgende servicebeurt bent en u de
contactsleutel in stand MARdraait,
verschijnt op het display het opschrift
“Service” gevolgd door het aantal ki-
lometers/mijlen of dagen dat resteert
tot de volgende servicebeurt. De infor-
matie van het “Geprogrammeerd on-
derhoud” wordt aangegeven in kilo-
meters (km) of mijlen (mijl) of dagen
(dd), afhankelijk van de eerstvolgende
servicebeurt. Wendt u tot de Lancia-
dealer voor het uitvoeren van de werk-
zaamheden van het “Onderhouds-
schema” of van het “Jaarlijks inspec-
tieschema”, en voor het op nul zetten
van deze weergave (reset). Geprogrammeerd onderhoud
(Service)
Met deze functie kan worden weerge-
geven hoeveel kilometers of dagen nog
resteren voordat een servicebeurt
moet worden uitgevoerd.
Ga voor het raadplegen van deze aan-
wijzingen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op
het display knippert de afstand in km
of mijl, afhankelijk van de instelling
(zie de paragraaf “Meeteenheid af-
stand”);
– druk op de knop +of –voor weer-
gave van de afstand in dagen;
– druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm.
OPMERKING Het “Onderhouds-
schema” voorziet elke 20.000 km (of
het equivalent in mijl) of ieder jaar in
een servicebeurt; deze weergave ver-
schijnt automatisch als de sleutel in
stand MARstaat, vanaf 2.000 km (of
het equivalent in mijl) of 30 dagen
voor de servicebeurt. De weergave
wordt elke 200 km (of het equivalent
in mijl) of om de 3 dagen weergege-
ven.
Page 35 of 218

34
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Inschakeling/Uitschakeling
van de frontairbag aan
passagierszijde en de zij-airbag
voor de bescherming van
borstkas/bekken (sidebag)
(indien aanwezig) (Airbag pass.)
Met deze functie kan de airbag aan
passagierszijde worden in- en uitge-
schakeld.
Ga als volgt te werk:
❒druk op de knop MODEen druk,
nadat op het display het bericht
(Bag pass Off) (voor uitschakeling)
of het bericht (Bag pass On) (voor
inschakeling) is verschenen door
het indrukken van de knop +of –,
opnieuw op de knop MODE;
❒op het display verschijnt het bericht
om de instelling te bevestigen;
❒selecteer door het indrukken van de
knop +of –(Ja) (voor bevestiging
van de inschakeling/uitschakeling)
of (Nee) (om te annuleren);
❒druk kort op de knop MODE; er
verschijnt een bevestiging van de
gekozen instelling en er wordt te-
ruggekeerd naar het menuscherm
of, wanneer de knop even inge-
drukt wordt gehouden, naar het be-
ginscherm zonder op te slaan.
MODE
MODE
MODE
– +
L0D2169i L0D2170i
L0D2171i L0D2172i
L0D2173i L0D2174iL0D2174i
L0D2175iL0D2176i
– +
– +
– +
Page 36 of 218

35
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Menu verlaten
Laatste functie waarmee de instellin-
gen uit het menuscherm worden af-
gesloten.
Druk kort op de knop MODEom te-
rug te keren naar het beginscherm
zonder op te slaan.
Als u de knop +indrukt, wordt te-
ruggekeerd naar het eerste menupunt
(Snelh. lim).Beide functies kunnen op nul worden
gezet (reset - begin van een nieuwe
rit).
“General Trip” geeft informatie over:
– Autonomie (actieradius)
– Afgelegde afstand
– Gemiddeld verbruik
– Huidig verbruik
– Gemiddelde snelheid
– Reistijd.
“Trip B” geeft informatie over:
– Afgelegde afstand B
– Gemiddeld verbruik B
– Gemiddelde snelheid B
– Reistijd B.
OPMERKING De functie “Trip B”
kan worden uitgeschakeld (zie de pa-
ragraaf “Trip B”). De gegevens “Au-
tonomie” en “Huidig verbruik” kun-
nen niet op nul worden gezet. TRIP COMPUTER
(indien aanwezig)
Algemene informatie
Met de “Trip computer” kan, als de
contactsleutel in stand MARstaat, op
het display informatie worden weer-
gegeven over de werking van de auto.
Deze functie bestaat uit “General
trip”, dat betrekking heeft op de hele
rit van de auto, en “Trip B”, dat be-
trekking heeft op een deeltraject. Deze
laatste functie vormt een onderdeel
(zoals is afgebeeld in fig. 33) van het
totale traject van de auto.
Page 37 of 218

36
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Nieuwe rit
Begint als een reset is uitgevoerd:
– “handmatig” door de gebruiker
d.m.v. het indrukken van de be-
treffende knop;
– “automatisch” wanneer de “afge-
legde afstand” de waarde 9.999,9 km
bereikt of wanneer de “reistijd” de
waarde 99.59 (99 uur en 59 minuten)
bereikt;
– iedere keer als de accu losgekoppeld
is geweest.
BELANGRIJK Als u het systeem op
nul zet terwijl het scherm van “Ge-
neral trip” wordt weergegeven, dan
worden ook de gegevens van “Trip B”
op nul gezet, terwijl bij het op nul zet-
ten van “Trip B ” alleen de gegevens
van “Trip B” op nul worden gezet. Reistijd
Geeft de verstreken tijd aan vanaf het
begin van een nieuwe rit.
BELANGRIJK Als er geen informatie
is, verschijnt bij alle functies op de
Trip computer de aanduiding “- - - -
” in plaats van de waarde. Wanneer
de normale werking weer hersteld is,
worden de waarden van de functies
weer op normale wijze weergegeven.
De waarden die voor de storing wer-
den weergegeven, worden niet op nul
gezet en er wordt geen nieuwe rit be-
gonnen.
Bedieningsknop TRIP
fig. 32
Met de knop TRIP, aan het uiteinde
van de rechter hendel, krijgt u, als de
contactsleutel in stand MARstaat,
toegang tot de hiervoor beschreven
gegevens en kunnen de gegevens op
nul worden gezet om een nieuwe rit te
beginnen:
– kort indrukken voor weergave van
de verschillende gegevens;
– even ingedrukt houden voor het op
nul zetten (reset) en het beginnen van
een nieuwe rit. Weergegeven gegevens
Autonomie (actieradius)
Geeft het aantal kilometers aan dat nog
gereden kan worden met de brandstof
in de brandstoftank, waarbij ervan uit
wordt gegaan dat de rijstijl niet veran-
dert. Op het display verschijnt de indi-
catie “- - - -” als:
– de actieradius kleiner is dan 50 km
(of 30 mijl) of de brandstofvoorraad
minder is dan 4 liter;
– de auto langere tijd met draaiende
motor stilstaat.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand aan die de auto heeft
afgelegd vanaf het begin van een
nieuwe rit.
Gemiddeld verbruik
Geeft het gemiddelde brandstofver-
bruik aan vanaf het begin van een
nieuwe rit.
Huidig verbruik
Geeft doorlopend de wijziging in het
brandstofverbruik aan. Als de auto
stilstaat met draaiende motor wordt
“- - - -” op het display weergegeven.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid van de
auto aan op basis van de tijd die ver-
streken is vanaf het begin van een
nieuwe rit.
fig. 32L0D0026m
Page 38 of 218

37
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Procedure voor het begin van een rit
Voor het op nul zetten (reset) moet u, met de sleutel in stand MAR, langer dan 2 seconden op de knop TRIPdrukken.
TRIP verlaten
De functie TRIPwordt automatisch verlaten, nadat alle grootheden zijn weergegeven of als knop MODElanger dan 2
seconden is ingedrukt.
Reset TRIP B
Einde deeltraject
Begin nieuw deeltraject
Einde deeltraject
Begin nieuw
deeltraject
Reset TRIP B
Einde deeltraject
Begin nieuw
deeltraject Reset GENERAL TRIP
Einde rit
Begin nieuwe ritReset GENERAL TRIP
Einde rit
Begin nieuwe rit
Einde deeltraject
Begin nieuw
deeltraject Reset TRIP B
Reset TRIP B
TRIP B
TRIP B
TRIP B GENERAL TRIP
˙
˙
˙
˙
˙
˙˙
˙
fig. 33
Page 39 of 218

38
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Rugleuning verstellen
Duw de hendel D-fig. 34in de rich-
ting van de pijl, zet de rugleuning in
de gewenste stand en laat vervolgens
de hendel los.
Lendensteun verstellen
(indien aanwezig)
U kunt het steunvlak van de rugleu-
ning aanpassen. Draai de knop C-fig.
34rechtsom voor meer steun en
linksom voor minder steun.
ZITPOSITIE
INSTELLEN
ZITPLAATSEN VOOR
Verstellen in lengterichting
Trek de hendel A-fig. 33omhoog en
schuif de stoel naar voren of naar ach-
teren in de gewenste stand: als u rijdt,
moeten de armen licht gebogen zijn
en de handen op de stuurwielrand
steunen.
Controleer of de stoel goed geblok-
keerd is door hem naar voren en naar
achteren te schuiven.
Hoogteverstelling
(bestuurdersstoel) (indien
aanwezig)
Beweeg de hendel B-fig. 33herhaal-
delijk omhoog of omlaag totdat de ge-
wenste zithoogte is bereikt.
BELANGRIJK De hoogte kan alleen
worden ingesteld als u op de bestuur-
dersstoel zit en de auto stilstaat.
fig. 33L0D0041mfig. 34L0D0042m
Controleer na het instellen
altijd of de stoelen goed
vergrendeld zijn.
ATTENTIE
Page 40 of 218

39
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Armsteun verstellen
(indien aanwezig) fig. 35
Klap de armsteun voor gebruik van
stand 1in stand 2.
Tafel-stand passagiersstoel
Klap de armsteun (indien aanwezig)
omhoog.
Duw de hendel A-fig. 36vanaf de be-
stuurdersstoel of de zitplaatsen achter
in de richting van de pijl, klap de rug-
leuning fig. 37op de zitting en laat
vervolgens de hendel los. In deze
stand kan de achterkant van de rug-
leuning als tafeltje worden gebruikt. Stoelverwarming
(indien aanwezig)
U kunt de stoelverwarming in- en uit-
schakelen met de knop B-fig. 38voor
verwarming van de bestuurdersstoel
en de knop C-fig. 38voor verwar-
ming van de passagiersstoel.
Bij inschakeling gaat het lampje op de
knop branden.
Tafel-stand bestuurdersstoel
Voor de “tafel”-stand van de
bestuurdersstoel moet de
hoofdsteun geheel worden
verwijderd (zie de paragraaf
“Hoofdsteun verwijderen” in dit
hoofdstuk) en de hiervoor
beschreven procedure worden
gevolgd.
fig. 35L0D0043mfig. 36L0D0044m
fig. 37L0D0045m
fig. 38L0D0046m