Lancia Thema 2012 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2012, Model line: Thema, Model: Lancia Thema 2012Pages: 324, PDF Size: 3.72 MB
Page 111 of 324

WEER OP INGESTELDE
SNELHEID KOMEN
Druk kort op de toets RES+. Neem
vervolgens uw voet van het gaspedaal.
Het EVIC-scherm toont de laatst in-
gestelde snelheid. OPMERKING:
U kunt de ACC hervatten vanaf mi-
nimaal 30 km/u.WAARSCHUWING!
U dient de Resume-functie alleen te
gebruiken als de verkeers- en
wegomstandigheden dat toestaan.
Terugkeren naar een ingestelde snel-
heid die te hoog of te laag is voor de
heersende verkeers- of wegomstan-
digheden kan tot gevaarlijke situa-
ties leiden doordat de auto teveel
versnelt of afremt. Het negeren van
deze waarschuwingen kan een aan-
rijding en ernstig en zelfs dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
INGESTELDE SNELHEID
AANPASSEN
Wanneer de ACC is ingesteld, kunt u
de ingestelde snelheid verhogen door de toets RES
+ingedrukt te houden.
Het EVIC-scherm toont de snel-heidstoename.
Als u in de US-modus de toets inge-
drukt houdt, neemt de ingestelde
snelheid toe in stappen van 8 km/u.
Als u in de metrische modus de toets
ingedrukt houdt, neemt de ingestelde
snelheid toe in stappen van 10 km/u.
In de US-modus leidt het eenmalig
indrukken van de toets RES +tot een
verhoging van de ingestelde snelheid
met 1,6 km/u. Met ieder volgend tikje
op de toets verhoogt u de snelheid met
1,6 km/u. In de metrische modus leidt
het eenmalig indrukken van de toetsRES +tot een verhoging van de inge-
stelde snelheid met 1,0 km/u. Met
ieder volgend tikje op de toets ver-
hoogt u de snelheid met 1,0 km/u.
Wanneer de ACC is ingesteld, kunt u
de ingestelde snelheid verlagen door
de toets SET -ingedrukt te houden.
Als u de toets in de US-modus inge-
drukt houdt, wordt de ingestelde snel-
heid verlaagd in stappen van 8 km/u. Als u de toets in de metrische modus
ingedrukt houdt, wordt de ingestelde
snelheid verlaagd in stappen van
10 km/u.
In de US-modus leidt het eenmalig
indrukken van de toets SET
-tot een
verlaging van de ingestelde snelheid
met 1,6 km/u. Met ieder volgend tikje
op de toets verlaagt u de snelheid met
1,6 km/u.
In de metrische modus leidt het een-
malig indrukken van de toets SET -
tot een verlaging van de ingestelde
snelheid met 1,0 km/u. Met ieder vol-
gend tikje op de toets verlaagt u de
snelheid met 1,0 km/u. OPMERKING:
Wanneer u de toets SET - ge- bruikt om te vertragen, maar de
auto door het afremmen op de
motor onvoldoende vertraagt om
de ingestelde snelheid te berei-
ken, zal de auto automatisch
worden afgeremd door remsys-teem.
Het ACC-systeem kan maximaal slechts 25% van het remvermo-
105
Page 112 of 324

gen van uw auto aanspreken en
zal de auto niet volledig tot stil-
stand brengen.
Het ACC-systeem handhaaft de ingestelde rijsnelheid als u tegen
een helling op of van een helling
af rijdt. Een kleine snelheidsver-
andering op flauwe hellingen is
normaal. Tijdens het rijden te-
gen een helling op of van een
helling af kan de transmissie te-
rugschakelen. Dit is normaal en
is bedoeld om de ingestelde rij-
snelheid vast te houden.
VOLGAFSTAND IN ACC INSTELLEN
U kunt de volgafstand voor de ACC
instellen door de waarde 3 (long,
lang), 2 (medium, gemiddeld) of 1
(short, kort) te selecteren. Met behulp
van de instelwaarde voor de volgaf-
stand en de rijsnelheid berekent de
ACC de afstand tot uw voorligger en
stelt die in. Deze instelling verschijnt
op het EVIC-scherm. U wijzigt de volgafstand door kort op
de toets Distance (afstand) te druk-
ken. Bij iedere druk op deze toets ver-
springt de instelling voor de volgaf-
stand tussen 3 (lang), 2 (gemiddeld)
en 1 (kort).
Als er geen voertuig voor u rijdt,
houdt uw auto de ingestelde snelheid.
Als een langzamer rijdend voertuig op
dezelfde rijstrook wordt gedetecteerd,
toont het EVIC-scherm het pictogram
"Sensed Vehicle Indicator" (indicator
voertuig gedetecteerd), waarna het
systeem de rijsnelheid automatisch
aanpast om de ingestelde volgafstand
te handhaven, ongeacht de ingesteldesnelheid.
Uw auto handhaaft dan de ingestelde
volgafstand totdat:
Het voorliggende voertuig versnelt
tot een waarde die hoger ligt dan de
ingestelde rijsnelheid.
Het voorliggende voertuig naar een andere rijstrook gaat of buiten het
bereik van de sensor komt.
het voorliggende voertuig vertraagt tot een snelheid beneden 24 km/u
en het systeem zichzelf uitschakelt.
Volgafstandinstelling 3 (lang)
Volgafstandinstelling 2 (gemiddeld)
Volgafstandinstelling 1 (kort)
106
Page 113 of 324

De volgafstand wordt gewijzigd.
Het systeem wordt uitgeschakeld.(Zie de informatie over het active-
ren van de ACC.)
De maximale remvertraging van de
ACC is beperkt, maar indien nodig
kunt u altijd zelf bijremmen. OPMERKING:
De remlichten gaan aan als het
ACC-systeem de remmen in wer-
king stelt.
Een naderingswaarschuwing atten-
deert u erop dat de ACC voorspelt dat
de maximale remvertraging onvol-
doende is om de ingestelde afstand te
handhaven. In een dergelijke situatie
verschijnt de waarschuwing
"BRAKE" (remmen) knipperend op
het EVIC-scherm en klinkt er een ge-
luidssignaal, terwijl de ACC zijn
maximale remvertraging uitoefent. U
dient dan onmiddellijk de remmen te
bedienen om een veilige afstand tot
uw voorligger te handhaven. MENU VAN DE ADAPTIEVE
CRUISECONTROL (ACC)
Het EVIC-scherm toont de huidige
instellingen van het ACC-systeem.
Het EVIC-scherm bevindt zich in het
bovenste deel van het instrumenten-
paneel tussen de snelheidsmeter en de
toerenteller. De getoonde informatie is
afhankelijk van de ACC-systeemstatus.
OMHOOG- en OMLAAG-knoppen
Druk herhaaldelijk op de toets MENU
(op het stuurwiel), totdat een van de
volgende meldingen verschijnt op hetEVIC-scherm:
Adaptive Cruise Control Off
(Adaptieve cruisecontrol uit)
Als de ACC wordt uitgeschakeld, verschijnt op het scherm de mel-
ding "Adaptive Cruise Control
Off (Adaptieve cruisecontroluit).
Brake Alert (remwaarschuwing) 3Brake Alert (remwaarschuwing) 2Brake Alert (remwaarschuwing) 1
107