display Lancia Thema 2014 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2014, Model line: Thema, Model: Lancia Thema 2014Pages: 380, PDF Size: 3.73 MB
Page 277 of 380

Het bandenspanningscontrole-systeem is geen vervanging voor
juist onderhoud van uw banden.
Het is de verantwoordelijkheid
van de bestuurder om de juiste
bandenspanning te handhaven
met behulp van een nauwkeu-
rige bandenspanningsmeter,
zelfs wanneer de bandenspan-
ning nog niet het lage niveau
heeft bereikt waarbij het waar-
schuwingslampje van het ban-
denspanningscontrolesysteem
gaat branden.
Het bandenspanningscontrole- systeem registreert altijd de wer-
kelijke bandenspanning, ook als
die spanning onder invloed van
temperatuurverschillen veran-
dert.
PREMIUMSYSTEEM
Het bandenspanningscontrolesys-
teem maakt gebruik van draadloze
technologie met op de velg gemon-
teerde elektronische sensoren die de
bandenspanning meten. De sensoren,
die in het ventiel van ieder wiel zijn gemonteerd, verzenden de gemeten
bandenspanningswaarden naar de
ontvangstmodule.
OPMERKING: Het is uiterst be-
langrijk dat u de spanning van alle
banden van de auto maandelijks
controleert en de banden zo nodig
op de juiste spanning brengt.
Het bandenspanningscontrolesys-
teem bestaat uit de volgende onderde-
len:
Ontvangstmodule
Vier bandenspanningssensoren
Verschillende bandenspanningsbe-
richten die worden weergegeven in
het elektronische voertuiginforma-
tiecentrum (EVIC)
Bandenspanningslampje
Waarschuwingen van het
bandenspanningscontrolesysteem
Als de spanning van een of
meer van de banden te laag is,
gaat het bandenspanningslampje
branden in de instrumentengroep en
klinkt er een geluidssignaal. Verder verschijnt op het EVIC gedurende mi-
nimaal vijf seconden het bericht "In-
flate Tire to XX" (Pomp de band op
tot XX) en het bericht "LOW TIRE"
(Lage bandenspanning) en wordt er
een afbeelding getoond met de span-
ning van elke band, waarin de banden
met een te lage spanning knipperen of
in een andere kleur worden getoond.
De waarde die in de bandenspan-
ningstabel staat vermeld is de ban-
denspanningswaarde die in het be-
richt "Inflate Tire to XX" in het EVIC
wordt weergegeven.
Wanneer dit gebeurt, moet u zo snel
mogelijk stoppen en de banden met te
lage spanning (knipperend of in een
andere kleur in de afbeelding op het
EVIC-scherm) op de aanbevolen ban-
denspanning brengen, die op de ban-
denspanningstabel staat vermeld. Zo-
dra het systeem de juiste
bandenspanning registreert, wordt
het systeem automatisch bijgewerkt,
het bericht "Inflate Tire to XX" wordt
niet meer weergegeven, de spannings-
waarde in de afbeelding op het EVIC-
display stopt met knipperen of keert
terug naar zijn oorspronkelijke kleur
271
Page 279 of 380

2. Als u het compacte reservewiel
aanbrengt in plaats van een band met
een spanning onder de waarschu-
wingsgrens, blijft het bandenspan-
ningslampje branden en klinkt er een
geluidssignaal wanneer u het contact
uit en weer inschakelt. Bovendien,
blijft het EVIC-display een knippe-
rende drukwaarde of een drukwaarde
in een andere kleur weergeven.
3. Nadat u maximaal 20 minuten
met een snelheid van meer dan
24 km/u heeft gereden, gaat het ban-
denspanningslampje gedurende 75
seconden knipperen en vervolgens
continu branden. Daarnaast wordt in
het EVIC ten minste vijf seconden
lang het bericht "SERVICE TPM
SYSTEM" (onderhoud bandenspan-
ningscontrolesysteem) weergegeven.
Daarna worden er streepjes (- -) ge-
toond in plaats van bandenspan-
ningswaarden.4. Telkens wanneer het contact
wordt uit en ingeschakeld klinkt een
geluidssignaal, knippert het banden-
spanningslampje gedurende 75 se-
conden waarna het blijft branden, en
wordt op het EVIC het bericht "SER-
VICE TPM SYSTEM" (onderhoud
bandenspanningscontrolesysteem)
gedurende minimaal vijf seconden
weergegeven gevolgd door streepjes (-
-) in plaats van de bandenspannings-
waarden.
5. Zodra de originele band is gerepa-
reerd of vervangen en op de auto
wordt gemonteerd in plaats van het
compacte reservewiel, wordt het ban-
denspanningscontrolesysteem auto-
matisch bijgewerkt. Verder gaat het
bandenspanningslampje uit en geeft
de afbeelding in het EVIC een nieuwe
spanningswaarde weer in plaats van
streepjes (- -), tenzij de spanning van
een van de vier banden lager is dan de
waarschuwingsgrens. Het is mogelijk
dat u eerst ongeveer 20 minuten met
een snelheid hoger dan 24 km/u moet
rijden, voordat het bandenspannings-
controlesysteem deze informatie ont-
vangt.BANDENSPANNINGSCONTRO-
LESYSTEEM UITSCHAKELEN
Het bandenspanningscontrolesys-
teem kan worden uitgeschakeld als
alle vier de wielen met banden worden
vervangen door wielen met banden
die geen bandenspanningssensoren
hebben, bijvoorbeeld wanneer winter-
banden op de auto worden gezet. Om
het bandenspanningscontrolesysteem
uit te schakelen, moeten alle vier de
(originele) banden met wielen met
bandenspanningssensoren weer ver-
vangen worden door banden zijn
voorzien van bandenspanningssenso-
ren. Rijd vervolgens 20 minuten met
een snelheid van meer dan 24 km/u.
Het bandenspanningscontrolesys-
teem geeft een geluidssignaal, het
bandenspanningslampje knippert ge-
durende 75 seconden en brandt
daarna continu, en het elektronische
voertuiginformatiecentrum (EVIC)
geeft het bericht "SERVICE TPM
SYSTEM" (onderhoud bandenspan-
ningscontrolesysteem) weer, gevolgd
door streepjes (--) in plaats van de
bandenspanningswaarden. Vanaf de
eerstvolgende keer dat het contact
273