Lancia Thesis 2003 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2003, Model line: Thesis, Model: Lancia Thesis 2003Pages: 382, PDF Size: 4.74 MB
Page 231 of 382

227
KOFFERDEKSEL SLUITENGebruik voor het sluiten van het
kofferdeksel de handgrepen A(fig.
179) in de bekleding.
Laat om het kofferdeksel
te sluiten, het deksel zak-
ken tot op het slot, zonder
het dicht te slaan. Het slot wordt
elektrisch bediend en het koffer-
deksel sluit automatisch. VERLICHTING BAGAGERUIMTE
(fig. 180)
De bagageruimte wordt verlicht met
plafondlampje Adat automatisch gaat
branden als het kofferdeksel wordt
geopend.
De verlichting dooft automatisch als
u het kofferdeksel sluit.
Als u het kofferdeksel open laat
staan, dooft de verlichting na onge-
veer 20 minuten: om de verlichting
weer in te schakelen, moet u het
kofferdeksel sluiten en weer openen. BAGAGENETTEN
De bagageruimte is voorzien van een
vast bagagenet ( fig. 181) aan de lin-
kerzijde en een los bagagenet.
fig. 179
L0A0081b
fig. 180
L0A0180b
fig. 181
L0A0049b
Page 232 of 382

228
Het losse bagagenet kan op twee
manieren in het voorste gedeelte van
de bagageruimte ( fig. 182-183), in de
zittingen Aen B(fig. 184) worden be-
vestigd. Bevestig het net door de haken
A
( fig. 185) in de zittingen Bte steken
en ze omlaag te duwen.
Houd om het net los te haken het
bevestigingspunt Cingedrukt en trek
het net omhoog. BAGAGE VASTZETTEN
De vervoerde lading kan met riemen
of spanbanden (niet bijgeleverd) wor-
den bevestigd aan de daarvoor be-
stemde ringen ( fig. 186-187) in de
hoeken van de bagageruimte.
fig. 182
L0A0046b
fig. 183
L0A0047b
fig. 184
L0A0099b
fig. 185
L0A0048b
fig. 186
L0A0219b
Page 233 of 382

229
De ringen dienen ook voor het be-
vestigen van de bagagenetten (die le-
verbaar zijn via de Lancia-dealer). VOORZORGSMAATREGELEN
BIJ HET TRANSPORT VAN
BAGAGE
De auto is voorzien van een systeem
dat de stand van de koplampen auto-
matisch aanpast aan de vervoerde la-
ding. De afstelling functioneert cor-
rect als de lading overeenkomt met
wat is voorgeschreven: controleer al-
tijd of de lading niet zwaarder is dan
in de gewichtentabel in het hoofdstuk
“Technische gegevens” staat aange-
geven.
Bij het gebruik van de
bagageruimte mag het
maximum laadvermogen
nooit worden overschreden (zie
hoofdstuk “Technische gegevens”).
Controleer bovendien of de bagage
goed geladen is, om te voorkomen
dat een voorwerp bij bruusk rem-
men naar voren schiet. Niet goed vastgezette ba-
gage kan bij een ongeluk
de passagiers ernstig ver-
wonden.
Als u reservebrandstof in
een jerrycan wilt vervoe-
ren, dan dient u zich aan
de geldende wetgeving te houden.
Gebruik alleen een goedgekeurde
jerrycan en bevestig deze op de
juiste wijze aan de daarvoor be-
stemde ringen in de hoeken van de
bagageruimte. Toch zal bij een on-
geval de kans op brand groter zijn.
fig. 187
L0A0220b
Page 234 of 382

230
STEKKERDOOS (fig. 188)De stekkerdoos bevindt zich rechts
in de bagageruimte.
Voor het gebruik van de stekkerdoos
moet u dekseltje Aopenen.
De stekkerdoos wordt gevoed met de
contactsleutel in stand MARen kan
alleen worden gebruikt voor accessoi-
res met een maximum stroomverbruik
van 15A (vermogen 180W). Sluit geen accessoires op
de stekkerdoos aan met
een stroomverbruik dat
hoger is dan de aangegeven maxi-
male waarde.
Een langdurig stroomverbruik
kan de accu uitputten, waardoor
de motor niet meer gestart kan
worden. SKILUIK
Het skiluik kan worden gebruikt
voor het vervoer van lange voorwer-
pen (bijv. ski’s). Steek de ski’s vanuit
de bagageruimte door het luik.
Toegang tot het luik:
1) Klap vanaf de achterbank de
armsteun omlaag met behulp van de
handgreep A(fig. 189).
fig. 188
L0A0218b
fig. 189
L0A0076b
Page 235 of 382

231
2) Laat de bekleding zakken door
aan de handgreep B (fig. 190) te trek-
ken. 3
) Open het luik door de knoppen C
( fig. 191 ) in te drukken. 4
) Maak de bescherming D (fig.
192) los en plaats deze op de arm-
steun.
5) Klap vanuit de bagageruimte het
luikje neer door op de handgreep A
( fig. 193) te drukken.
fig. 191
L0A0078b
fig. 190
L0A0077b
fig. 193
L0A0080b
fig. 192
L0A0079b
Page 236 of 382

232
fig. 196
L0A0094b
Nadat u de lading in de bescherming
heeft geplaatst, moet u deze met de
riem vastbinden om te voorkomen dat
de lading gaat schuiven bij hard rem-
men of ongelukken.
Bescherming met lading bevestigen:
1) Leg de riem van de bescherming
om de armsteun.
2) Trek de riem aan door aan het
uiteinde te trekken terwijl u de gesp
A (fig. 194 ) vasthoudt. 3
) Maak de lading vast door de gesp
van de riem A (fig. 195) in de sluiting
van de middelste veiligheidsgordel
achter te bevestigen. Bescherming met lading losmaken:
1
) Maak de riem los door op de
knop van de sluiting van de veilig-
heidsgordel te drukken.
2) Maak de riem losser door hem
door de gesp A (fig. 196) te laten lo-
pen terwijl u op knop Bdrukt.
3 ) Haal de riem van de bescherming
van de armsteun af en plaats hem op
de juiste wijze in de zitting
Sluit de klepjes door ze in hun zit-
ting te drukken totdat ze vastklikken.
fig. 194
L0A0093b
fig. 195
L0A0095b
Page 237 of 382

233
MOTORKAP
Open de motorkap alleen
als de auto stilstaat.
Motorkap openen:
1) Open het bestuurdersportier.
2) Trek aan hendel A(fig. 197) in
de richting die door de pijl wordt aan-
gegeven. 3)
Trek hendel B(fig. 198) omhoog
om de motorkap los te maken van de
veiligheidshaak.
4) Til de motorkap op. BELANGRIJK
Het optillen van de
motorkap wordt vergemakkelijkt door
twee gasveren ( fig. 199). Wij raden u
aan deze gasveren niet te demonteren
en de motorkap tijdens het optillen te
begeleiden.
fig. 197
L0A0019b
fig. 198
L0A0018b
fig. 199
L0A0285b
Page 238 of 382

234
Wees bij het uitvoeren
van werkzaamheden in
de motorruimte voorzich-
tig als de motor nog warm is en
kom niet in de buurt van de elek-
troventilateur: de elektroventila-
teur kan, ook bij uitgeschakeld
contact, onverwacht inschakelen.
Wacht totdat de motor is afge-
koeld.
Pas op als u sjaals, das-
sen of loszittende kle-
dingstukken draagt: deze
kunnen door de bewegende
onderdelen worden gegrepen. Motorkap sluiten:
1) Laat de motorkap vanaf een
hoogte van ongeveer 20 cm dichtval-
len: hij vergrendelt nu automatisch.
2) Controleer of de motorkap volle-
dig is gesloten en niet alleen door de
veiligheidshaak wordt vastgehou-
den. Sluit in dit laatste geval de
motorkap niet door erop te drukken,
maar til de motorkap op en herhaal
de handeling.
Controleer altijd of de
motorkap goed vergren-
deld is: probeer de motor-
kap op te tillen om er zeker van te
zijn dat hij goed vergrendeld is en
niet alleen door de veiligheids-
haak wordt vastgehouden.DOP VAN DE
BRANDSTOFTANK
De vergrendeling van het tankklep-
je wordt bediend door de centrale
portiervergrendeling.
Als de centrale portiervergrende-
ling is ingeschakeld, kan het tank-
klepje niet worden geopend; als de
centrale portiervergrendeling daar-
entegen is uitgeschakeld, kan het
klepje worden geopend door op de
voorzijde van het klepje bij punt A
(fig. 200) te drukken.
Open het tankklepje door het naar
buiten te draaien in de richting van
de pijl, totdat het klepje geheel geo-
pend is.
fig. 200
L0A0012b
Page 239 of 382

235
In geval van nood kan het tank-
klepje worden ontgrendeld door aan
het lusje B(fig. 201) in het service-
vak rechts in de bagageruimte te
trekken.
Draai om het deksel van het servi-
cevak te openen, met de contactsleu-
tel de sluiting C(fig. 202) in stand 1
en verwijder het deksel. BELANGRIJK
Door de hermeti-
sche afsluiting kan de druk in de
tank iets oplopen; daarom is het nor-
maal als u tijdens het losdraaien van
de tankdop een gesis hoort.
De tankdop zit via een koordje D
(fig. 203) aan het tankklepje vastzit,
zodat u de dop niet kunt verliezen.
Haak tijdens het tanken de dop
vast, zoals is afgebeeld. Kom niet dicht bij de
vulopening met open vuur
of een brandende sigaret:
brandgevaar. Houd uw hoofd ook
niet dichtbij de vulopening om te
voorkomen dat u schadelijke
dampen inademt.
BELANGRIJK Tank uitsluitend
brandstof als de motor is uitgezet en
de contactsleutel in stand STOP
staat. Als getankt wordt bij uitgezet-
te motor maar met de contactsleutel
in stand MAR, kan het brandstofni-
veau tijdelijk verkeerd worden weer-
gegeven. Dit wordt veroorzaakt door
de werking van het controlesysteem
en niet door een storing in het sys-
teem.
fig. 202
L0A0303b
fig. 203
L0A0014b
fig. 201
L0A0015b
Page 240 of 382

236
Controleer na enkele
kilometers opnieuw of de
bevestigingsbouten nog
goed vastzitten.
Verdeel de lading gelijk-
matig en houd tijdens de
rit rekening met een ver-
hoogde zijwindgevoeligheid.
Overschrijd nooit het
maximum draagvermo-
gen (zie het hoofdstuk
“Technische gegevens”).IMPERIAAL/SKI-
DRAGER
BEVESTIGINGSPUNTEN
Op het dak bevinden zich 4 beves-
tigingsbeugels voor de imperiaal/
skidrager ( fig. 204), die door dek-
seltjes zijn afgedekt.
De bevestigingsbeugels zijn bereik-
baar door de dekseltjes bij punt A
(fig. 205) omhoog te kantelen.
Bevestig de steunen van de imperi-
aal/skidrager aan de bevestigings-
beugels volgens de bijgeleverde
instructies. Kantel na het verwijderen van de
imperiaal/skidrager de dekseltjes
weer omlaag in de zittingen.
BELANGRIJK Houdt u zorgvuldig
aan de wettelijke bepalingen
betreffende de maximale afmetin-
gen.
Volg nauwgezet de bijgeleverde
instructies op voor de montage van
de imperiaal/skidrager. Het is raad-
zaam de montage door deskundige
personen te laten uitvoeren.
fig. 204
L0A0083b
fig. 205
L0A0084b