Lancia Thesis 2003 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2003, Model line: Thesis, Model: Lancia Thesis 2003Pages: 382, PDF Size: 4.74 MB
Page 271 of 382

267
NOODSTART
Als de Lancia CODE er niet in slaagt
om de startblokkering op te heffen,
blijven de symbolen Yen U op het
multifunctionele display branden met
daarbij de opschriften “ELEKTRO-
NISCHE SLEUTEL NIET HER-
KEND” en “DEFECT IN MOTOR-
CONTROLESYSTEEM” en start de
motor niet. Voor het starten van de
motor is het nodig een noodstart uit
te voeren.
Wij raden u aan om eerst de in-
structies goed te lezen voordat u de
motor op deze wijze start.
Als er tijdens deze noodstartproce-
dure een vergissing wordt gemaakt,
moet de contactsleutel in stand STOP
worden gedraaid en de gehele proce-
dure vanaf het begin (punt 1) worden
herhaald.
1) Lees de 5-cijferige elektronische
code die op de CODE-card vermeld
staat.
2) Draai de contactsleutel in stand
MAR. 3
) Trap het gaspedaal geheel in en
houd het ingetrapt. Het lampje U
gaat ongeveer 8 seconden branden.
Zodra het lampje is gedoofd, moet u
het gaspedaal loslaten en u voorbe-
reiden op het tellen van het aantal ke-
ren dat het lampje Uknippert.
4 ) Als het lampje evenveel keer heeft
geknipperd als het eerste cijfer van de
code op uw CODE-card, moet u het
gaspedaal intrappen en ingetrapt hou-
den totdat het lampje U4 seconden
heeft gebrand. Zodra het lampje is ge-
doofd, moet u het gaspedaal loslaten.
5) Het lampje Ugaat weer knippe-
ren: als het lampje evenveel keer heeft
geknipperd als het tweede cijfer van
de code op uw CODE-card, moet u
het gaspedaal intrappen en ingetrapt
houden.
6) Herhaal deze procedure voor de
overige cijfers van de code op uw
CODE-card. 7
) Houd bij het laatste cijfer het gas-
pedaal ingetrapt. Het lampje Ugaat
4 seconden branden. Zodra het
lampje is gedoofd, moet u het gaspe-
daal loslaten.
8) Als het lampje Uongeveer 4 se-
conden snel gaat knipperen, is de pro-
cedure op de juiste wijze uitgevoerd.
9) Start de motor door de contact-
sleutel van stand MARin stand AVV
te draaien, zonder de sleutel in stand
STOP te plaatsen.
Als het lampje Ublijft branden,
draai dan de contactsleutel in stand
STOP en herhaal de procedure vanaf
punt 1).
BELANGRIJK Bij elke volgende
startpoging van de motor moet deze
noodstartprocedure worden herhaald.
Wij raden u daarom aan om na het
uitvoeren van een noodstart een Lan-
cia-dealer te raadplegen.
NOODGEVALLEN
Page 272 of 382

268
STARTEN MET EEN
HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor
worden gestart met een hulpaccu, die
dezelfde capaciteit moet hebben als de
lege accu (zie hoofdstuk “Technische
gegevens”).
De accu is links in de bagageruimte
geplaatst en wordt beschermd door
een deksel. Voordat u het kofferdek-
sel opent om de accu op te
laden of een hulpaccu aan
te sluiten, moet u de instructies in
de paragraaf “Accu loskoppelen”
in het hoofdstuk “Noodgevallen”
aandachtig lezen en opvolgen.
Het starten met een hulpaccu is niet
schadelijk voor de Lancia CODE en
moet als volgt worden uitgevoerd:
1) Schakel alle niet noodzakelijke
elektrische systemen uit.
2) Open het kofferdeksel door de
metalen baard van de sleutel rechts -
om in het slot te draaien.
3) Draai aan knop A(fig. 1) en ver-
wijder de bescherming B.
fig. 1
L0A0030b
fig. 2
L0A0031b
fig. 3
L0A0032b
4) Druk op de lippen A(fig. 2) en
verwijder het deksel B.
5 ) Verbind de pluspolen ( +) A (fig.
3 ) en Bvan de accu’s met een start-
kabel.
6) Sluit eerst een tweede startkabel
aan op de minpool ( –) C van de hulp -
accu en daarna op het metalen uit-
einde Dvan de massakabel van de
auto met de lege accu.
Page 273 of 382

269
7) Start de motor.
8 ) Neem als de motor draait, de ka-
bels in omgekeerde volgorde los: klem
D , C , B en tenslotte A.
BELANGRIJK Als de motor na en-
kele pogingen niet aanslaat, blijf dan
niet proberen maar wendt u tot Lan-
cia-dealer.
9) Bevestig het deksel met de lippen
op de pluspool van de accu.
10) Monteer de bescherming en
draai de knop vast.
11) Sluit het kofferdeksel. Voer deze werkzaamhe-
den niet uit als u daarmee
niet voldoende ervaring
hebt : onjuiste handelin-
gen kunnen leiden tot vonken en
zelfs tot het openbarsten van de
accu. Kom ook niet dicht bij een
accu met open vuur of een bran-
dende sigaret en veroorzaak geen
vonken: brand- en ontploffings-
gevaar.
Gebruik voor een nood-
start beslist nooit een ac-
culader. Hierdoor kunnen
de elektronische systemen worden
beschadigd, in het bijzonder de re-
geleenheden die de inspuiting en
ontsteking regelen.
ROLLEND
STARTEN
Probeer auto’s nooit te starten door
ze aan te duwen, te slepen of van een
helling te laten rijden. Op die wijze
kan er onverbrande brandstof in de
katalysator terechtkomen, waardoor
deze onherstelbaar zal beschadigen.
Houd er rekening mee dat de rem- en
stuurbekrachtiging niet werken zolang
de motor niet is aangeslagen, waardoor
meer kracht nodig is voor de bediening
van het rempedaal en het stuur.
Verbind de minklemmen
van de twee accu’s niet di-
rect met elkaar: eventuele
vonken kunnen het explosieve gas
ontsteken dat uit de accu kan ont-
snappen. Als de hulpaccu is geïn-
stalleerd aan boord van een an-
dere auto, mogen tussen deze auto
en de auto met de lege accu niet
per ongeluk metalen delen met el-
kaar in verbinding staan. BELANGRIJK Als u het kofferdek-
sel sluit, vergrendelt het kofferdeksel-
slot niet. Om het slot te vergrendelen,
moet de metalen baard van de sleutel
linksom in het slot worden gedraaid.
Page 274 of 382

270
Attendeer het overige
wegverkeer op de stil-
staande auto m.b.v de
waarschuwingsknipperlichten, de
wettelijk verplichte gevarendrie-
hoek, enz.
Tijdens het verwisselen van een
wiel moeten alle inzittenden de
auto hebben verlaten, en op een
veilige afstand van het verkeer
wachten, totdat het wiel verwisseld
is.
EEN LEKKE BAND
Voor het verwisselen van het wiel en
voor het juiste gebruik van de krik
moeten de onderstaande voorzorgs-
maatregelen in acht worden genomen. Blokkeer de wielen met
stenen of andere voorwer-
pen als de auto schuin op
een helling of op een slecht weg-
dek staat.
Laat het verwisselde wiel zo snel
mogelijk repareren. Smeer de
schroefdraad van de wielbouten
niet met vet in, voordat u ze mon-
teert: de bouten kunnen loslopen.
De krik dient uitsluitend
voor het verwisselen van
een wiel van de auto waar-
bij de krik geleverd is of voor au-
to’s van hetzelfde model. Gebruik
de krik niet voor het opkrikken
van andere auto’s. En beslist nooit
voor het uitvoeren van werkzaam-
heden onder de auto.
Als de krik niet juist geplaatst
wordt, kan de opgekrikte auto van
de krik vallen. Op een sticker op de krik
is het maximum hefvermo-
gen aangegeven; de krik
mag nooit voor een zwaardere last
worden gebruikt.
Door een verkeerde montage kan
het wieldeksel tijdens het rijden
loslaten. Maak het ventiel absoluut
niet open. Plaats geen enkel stuk
gereedschap tussen velg en band.
Controleer regelmatig de span-
ning van de banden en van het re-
servewiel en houdt u daarbij aan
de waarden die beschreven staan
in het hoofdstuk “Technische ge-
gevens”.
Page 275 of 382

271
WIEL
VERWISSELEN
Het is nodig te weten dat:
– de krik 2,100 kg moet wegen,
– de krik geen afstelwerkzaamheden
mag vereisen;
– de krik bij beschadiging vervangen
moet worden door een krik van het-
zelfde type;
– buiten de slinger geen enkel ander
gereedschap op de krik gemonteerd
mag kunnen worden. Ga voor het verwisselen van een wiel
als volgt te werk:
1) Stop de auto op een plaats waar
het verkeer niet in gevaar wordt ge-
bracht en in alle veiligheid het wiel
kan worden verwisseld. Zet de auto zo
mogelijk op een vlakke en stevige on-
dergrond.
2) Zet de motor uit en controleer of
de automatische handrem is inge-
schakeld.
3) Schakel de eerste versnelling of de
achteruit in. Plaats bij uitvoeringen
met automatische versnellingsbak de
versnellingspook in stand P. 4
) Open het kofferdeksel.
5 ) Vouw de vloerbedekking van de
bagageruimte A(fig. 4) naar achteren.
6 ) Neem de gevarendriehoek A(fig.
5 ) en de gereedschaptas Buit.
7 ) Draai de blokkeerschroef A(fig.
6 ) los. Pak de krikhouder Ben het re-
servewiel Cen plaats deze dicht bij
het te verwisselen wiel.
fig. 4
L0A0033b
fig. 5
L0A0034b
fig. 6
L0A0035b
Page 276 of 382

272
8) Draai met de hand aan het wiel-
tje A(fig. 7) van de krik en neem de
krik uit de houder B. 9
) Open de gereedschaptas en neem
het noodzakelijke gereedschap uit de tas
( fig. 8):
1 – sleepoog
2 – schroevendraaier met plat
blad/kruiskop
3 – ratelsleutel
4 – dopsleutel voor ratelsleutel
5 – centreerpen
6 – gereedschap voor verwijderen
wieldeksel
7 – dop voor met de hand los-/vast-
draaien wielbouten
8 – sleutel voor bouten van deksel
reservoir stuurbekrachtiging 9
– sleutel voor het in noodgevallen
bedienen van het opendak (in-
dien aanwezig).
10) Verwijder het geklemde wiel-
deksel A(fig. 9) door het daarvoor
bestemde gereedschap Bin de zitting
C te steken en er aan te trekken.
11) Monteer de dopsleutel A(fig.
10) op de ratelsleutel B.
BELANGRIJK De ene kant van de
ratelsleutel dient voor het losdraaien
en de andere voor het vastdraaien.
12) Draai de wielbouten ongeveer
één slag los en schud vervolgens enige
malen aan de bovenkant van de car-
rosserie, waardoor de velg los van de
wielnaaf kan komen.
fig. 8
L0A0326b
fig. 7
L0A0038b
fig. 9
L0A0327b
fig. 10
L0A0037b
Page 277 of 382

273
Waarschuw eventuele
omstanders dat de auto
wordt opgekrikt; zorg er-
voor dat ze zich niet in de nabij-
heid van de auto bevinden en de
auto vooral niet aanraken totdat
deze weer geheel op de grond
staat.
13) Plaats de krik onder de auto
dicht bij het te verwisselen wiel, op
het punt dat staat aangegeven aan de
onderkant van de portieren op onge-
veer 20 cm van de wielkuip, zoals af-
gebeeld in ( fig. 11).
14) Draai met het wieltje A(fig. 12)
de krik iets omhoog en plaats vervol-
gens de krik onder de auto.
Draai het wieltje totdat de pen B
( fig. 12) van de krik goed in de zit-
ting Cop de carrosserie valt. 15) Steek de ratelsleutel
A(fig. 13)
met de dopsleutel B op de as van de
krik.
fig. 11
L0A0039b
fig. 12
L0A0040b
BELANGRIJK De ene kant van de
ratelsleutel dient voor het losdraaien
en de andere voor het vastdraaien.
16) Krik de auto op totdat het wiel
enkele centimeters los van de grond
is.
fig. 13
L0A0041b
Page 278 of 382

274
18) Zorg ervoor dat de boutgaten en
alle contactvlakken van het reserve-
wiel schoon zijn en geen onzuiverhe-
den bevatten, omdat hierdoor na ver-
loop van tijd de wielbouten kunnen
loslopen.
19) Draai om de montage van het
wiel te vergemakkelijken de centreer-
pen A(fig. 15) uit de gereedschaptas
op de wielnaaf, plaats vervolgens het
wiel op de pen en draait de 4 wiel-
bouten vast. Draai ten slotte de cen-
treerpen Alos en draai de laatste bout
vast.
BELANGRIJK Gebruik om de wiel-
bouten makkelijker vast te draaien de
dopsleutel A(fig. 14).
17) Draai de wielbouten helemaal
los en trek het wiel los.
BELANGRIJK Gebruik om deze
handeling te vergemakkelijken, de be-
treffende dopsleutel A(fig. 14). 20) Laat de auto zakken en verwij-
der de krik ( fig. 16).
21) Draai de wielbouten kruiselings
vast, in de volgorde die aangegeven is
in ( fig. 17).
22) Monteer het wieldeksel en druk
het licht aan.
fig. 15
L0A0043b
fig. 14
L0A0328b
fig. 16
L0A0044b
Page 279 of 382

275
De bouten moeten met
een aanhaalmoment van
98 Nm (10 kgm) worden
aangedraaid.
Het is raadzaam om na het ver-
wisselen van het wiel het aanhaal-
moment van de wielbouten zo snel
mogelijk door de Lancia-dealer te
laten controleren.
Als de wielbouten niet voldoende
zijn vastgedraaid, kunnen de bou-
ten loslopen, waardoor er een ge-
vaarlijke situatie ontstaat. Als de
bouten daarentegen te strak zijn
vastgedraaid, kunnen de wielbou-
ten beschadigd worden, waardoor
de weerstand in gevaar wordt ge-
bracht.EEN GLOEILAMP
VERVANGEN
Modificaties of reparaties
aan de elektrische instal-
latie die niet correct wor-
den uitgevoerd en waarbij geen re-
kening wordt gehouden met de
technische specificaties van het
systeem, kunnen storingen in de
werking en zelfs brand veroorza-
ken.
BELANGRIJK Door een verkeerde
montage kan het wieldeksel tijdens
het rijden losraken.
23) Plaats het verwisselde wiel, de
krik en het gereedschap in de baga-
geruimte en maak ze op de juiste
wijze vast.
BELANGRIJK Plaats de krik in de
houder B(fig. 6) en draai de blok-
keerschroef A(fig. 6) met de hand
vast om rammelen tijdens het rijden
te voorkomen.
fig. 17
L0A0045b
Page 280 of 382

276
Halogeenlampen mag u
uitsluitend aanraken op
het metalen gedeelte. Als u
de bol met uw vingers aanraakt,
zal de lichtopbrengst van de lamp
teruglopen en kan ook de levens-
duur beperkt worden. Als u de bol
per ongeluk toch hebt aangeraakt,
moet u de bol schoonwrijven met
een doekje met alcohol en daarna
laten drogen. Halogeenlampen bevat-
ten gas onder druk. Bij
breuk kunnen er glas -
splinters wegschieten.
Wij raden u aan defecte
gloeilampen, indien moge-
lijk, door de Lancia-dealer
te laten vervangen. De juiste wer-
king en afstelling van de buiten-
verlichting zijn van essentieel be-
lang voor de rijveiligheid en bo-
vendien wettelijk verplicht.Defecte gasontladings-
lampen (bi-xenon) moeten
door de Lancia-dealer
worden vervangen.