Lancia Thesis 2003 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2003, Model line: Thesis, Model: Lancia Thesis 2003Pages: 382, PDF Size: 4.74 MB
Page 81 of 382

77
Als de auto op een steile helling
staat, kan de rolautomaat blokkeren;
dit is een normaal verschijnsel. De rol-
automaat blokkeert ook als u de gor-
del snel losmaakt, bij hard remmen,
botsingen en bij hoge snelheden in
bochten.
De zitplaatsen achter zijn voorzien
van driepunts-veiligheidsgordels met
rolautomaat.
De veiligheidsgordels achter moeten
worden omgelegd zoals is aangegeven
in fig. 67.
Om verkeerde verbindingen te
voorkomen, passen de gespen van de
zijgordels niet in de sluiting van de
middengordel.
fig. 68
L0A0096b
Als de zitplaatsen achter niet worden
bezet, gebruik dan de uitsparingen in
de rugleuning van de zitplaatsen ( fig.
68) om de sluitingen en de gordels op
te bergen.
Bedenk dat achterpassa-
giers die geen gordel dra-
gen tijdens een ernstig on-
geval, niet alleen zelf een verhoogd
risico lopen, maar ook gevaar
opleveren voor de inzittenden
voor. HOOGTEVERSTELLING VAN
DE VEILIGHEIDSGORDELS
VOOR
De veiligheidsgordels
mogen alleen worden ver-
steld als de auto stilstaat.
De hoogte van de gordel moet altijd
worden aangepast aan het postuur
van de inzittende. Zo wordt de kans
op letsel bij een ongeval verkleind.
De gordel is goed afgesteld als hij
over de schouder halverwege tussen
nek en uiteinde van de schouder ligt.
Druk om de hoogte te regelen de
knop A (fig. 69) van het vergrendel-
mechanisme omhoog of omlaag.
Houd knop Bingedrukt om de beu-
gel omlaag te schuiven.
Page 82 of 382

78
snappen. Deze rook is niet schadelijk
en duidt niet op brand.De gordelspanner behoeft geen enkel
onderhoud of smering. Elke verande-
ring van de oorspronkelijke staat zal
de doelmatigheid verminderen. Als de
gordelspanner door extreme natuur-
lijke omstandigheden (overstromin-
gen, zeestormen) met water en mod-
der in contact is geweest, dan moet de
spanner worden vervangen.
De gordelspanner werkt
slechts één maal. Als de
gordelspanner heeft
gewerkt, moet u zich tot de Lan-
cia-dealer wenden om de spanner
te laten vervangen. Het systeem
heeft vanaf de productiedatum een
geldigheid van 10 jaar. Na deze
periode moet de gordelspanner
worden vervangen.Controleer na de afstel-
ling altijd of de beugel in
één van de vaste standen
vergrendeld is door bij losgelaten
knop de beugel verder te drukken
zodat het mechanisme vergrendelt
in één van de vaste standen, als dit
nog niet het geval was. GORDELSPANNERS
Voor een nog effectievere bescher-
ming zijn de veiligheidsgordels voor
en de zijgordels achter voorzien van
gordelspanners.
Dit systeem wordt bij een heftige
botsing door een sensor in werking ge-
steld en trekt de gordel enige centi-
meters aan. Op deze wijze worden de
inzittenden veel beter op hun plaats
gehouden en wordt de voorwaartse
beweging beperkt.
Het blokkeren van de veiligheids-
gordel geeft aan dat de gordelspanner
in werking is geweest; de gordel wordt
niet meer opgerold, ook niet als hij
wordt begeleid.
BELANGRIJK Voor een maximale
bescherming door de gordelspanners
moet de veiligheidsgordel zo worden
omgelegd dat hij goed aansluit op
borst en bekken.
De gordelspanners van de veilig-
heidsgordels voor treden alleen in
werking als de veiligheidsgordels goed
in de sluitingen vergrendeld zijn.
Als de gordelspanners in werking
treden, kan er een beetje rook ont-
fig. 69
L0A0089b
Page 83 of 382

79
TREKKRACHTBEGRENZERSOm de veiligheid bij een ongeval te
vergroten, zijn de oprolautomaten van
de gordels voor en achter voorzien van
trekkrachtbegrenzers die tijdens een
frontale aanrijding de piekbelasting
op de borst en schouders beperken. ALGEMENE OPMERKINGEN
OVER HET GEBRUIK VAN
VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder is verplicht zich te
houden aan de wettelijke voorschrif-
ten met betrekking tot het verplichte
gebruik van de veiligheidsgordels (en
de inzittenden erop attent te maken).
Leg de veiligheidsgordel altijd om
voordat u vertrekt. De gordelband mag nooit
gedraaid zijn. Het diago-
nale gordelgedeelte moet
via het midden van de schouder
schuin over de borst liggen. Het
horizontale gordelgedeelte moet
over het bekken (fig. 70) en niet
over de buik liggen. Draag geen
voorwerpen (sieraden, gespen,
enz.) die een goed aansluiten van
de gordel op het lichaam verhin-
deren.
Voor maximale veiligheid
moet u de rugleuning
rechtop zetten, tegen de
leuning aan gaan zitten en de gor-
del goed laten aansluiten op borst
en bekken. Draag altijd veiligheidsgordels,
zowel voor- als achterin de auto!
Rijden zonder veiligheidsgordels
vergroot het risico op ernstig letsel
of dodelijke afloop bij een ongeval.
fig. 70
L0A0004b
Werkzaamheden waarbij
stoten, sterke trillingen of
verhitting (maximaal
100.°C gedurende ten hoogste 6
uur) optreden, kunnen de gordel-
spanners beschadigen of activeren:
bij die omstandigheden horen niet
trillingen die voortgebracht wor-
den door een slecht wegdek of
door contacten met kleine ob-
stakels zoals trottoirs. Wendt u al-
tijd tot de Lancia-dealer.
Page 84 of 382

80
Het is streng verboden
onderdelen van de veilig-
heidsgordels of gordel-
spanners te demonteren of open te
maken. Werkzaamheden aan de
veiligheidsgordels en gordelspan-
ners moeten worden uitgevoerd
door gekwalificeerd personeel.
Wendt u altijd tot de Lancia-dea-
ler. Als de gordel aan een zware be-
lasting wordt blootgesteld (bij-
voorbeeld tijdens een ongeval),
dan moet de gordel samen met de
verankeringen, de bevestigings-
punten en de gordelspanners wor-
den vervangen. De gordel kan
verzwakt zijn, ook als de schade
niet zichtbaar is. Iedere gordel dient slechts
ter bescherming van een
enkel persoon. Gebruik de
gordel niet voor een kind dat bij
een volwassene op schoot zit,
waarbij de gordel beiden (fig. 71)
zou moeten beschermen. Plaats
bovendien geen enkel voorwerp
tussen de gordel en het lichaam
van een inzittende.
Ook vrouwen die in verwachting zijn
moeten een gordel dragen: ook voor
hen (zowel voor de aanstaande moe-
der als het kind) is de kans op letsel
bij een ernstig ongeval groter als ze
geen gordel dragen.
Uiteraard moeten zwangere vrouwen
het onderste deel van de gordel meer
naar beneden omleggen, zodat de gor-
del onder de buik langs loopt ( fig. 72).HOE U DE
VEILIGHEIDSGORDELS IN
OPTIMALE STAAT HOUDT
1) Zorg dat de gordel goed uitge-
trokken en niet gedraaid is; controleer
ook of de oprolautomaat zonder ha-
peringen werkt.
2) Vervang de gordels na een onge-
val, ook al zijn ze ogenschijnlijk niet
beschadigd. Vervang de gordels ook
als de gordelspanners in werking zijn
geweest.
3) U kunt de gordels met de hand
wassen met warm water en een neu-
trale zeep. Knijp ze uit en laat ze in de
schaduw drogen. Gebruik geen bij-
tende, blekende of kleurende midde-
len. Vermijd het gebruik van alle che-
mische producten die het weefsel kun-
nen aantasten.
4) Voorkom dat vocht in de oprol-
automaten komt: de werking van de
oprolautomaten is alleen gegaran-
deerd, als ze niet nat zijn geweest.
5) Vervang de gordels bij tekenen
van slijtage of beschadigingen.
fig. 72
L0A0005B
fig. 71
L0A0006b
Page 85 of 382

81
KINDEREN VEILIG
VERVOERENscherming bieden. Als het absoluut
noodzakelijk is kunnen kinderen
op de passagiersstoel voor worden
vervoerd bij auto’s die zijn uitge-
rust met een uitschakelbare airbag
aan passagierszijde. In dit geval
moet u er absoluut zeker van zijn
dat de airbag is uitgeschakeld (het
waarschuwingslampjeFop het
instrumentenpaneel moet bran-
den) (zie in de paragraaf “Airbags
voor en zij-airbags” het punt “Air-
bag voor aan passagierszijde”).
Bovendien moet de stoel zo ver
mogelijk naar achteren zijn ge-
schoven om te voorkomen dat het
kinderzitje eventueel in aanraking
komt met het dashboard. Voor optimale bescherming bij een
ongeval moeten alle inzittenden zit-
tend reizen en beschermd worden
door goedgekeurde veiligheidssyste-
men.
Dit geldt met name voor kinderen.
Het hoofd van kleine kinderen is in
verhouding met de rest van het li-
chaam groter en zwaarder dan dat
van volwassenen, terwijl spieren en
botstructuur nog niet volledig zijn
ontwikkeld. Daarom moeten kleine
kinderen door andere systemen be-
schermd worden dan door de veilig-
heidsgordels.
fig. 73
L0A0007b
ZEER GEVAAR-
LIJK:
Monteer ab-
soluut geen kin-
derzitje achterstevoren op de pas-
sagiersstoel voor als de airbag aan
passagierszijde voor is inge-
schakeld. Als bij een ongeval de
airbag in werking treedt (op-
blaast), kan dit ernstig letsel en
zelfs de dood tot gevolg hebben,
onafhankelijk van de zwaarte van
het ongeluk. Wij raden u aan kin-
deren altijd op de zitplaatsen ach-
ter te vervoeren, omdat die plaat-
sen bij een ongeval de meeste be-
AIR!AG
Page 86 of 382

82
De resultaten van het onderzoek
over de optimale bescherming van
kleine kinderen zijn opgenomen in de
Europese ECE/R44-voorschriften die
wettelijk verplicht zijn. De systemen
zijn onderverdeeld in vijf groepen:
Groep 0 tot een gewicht van 10 kg
Groep 0+ tot een gewicht van 13 kg
Groep 1 gewicht: 9-18 kg
Groep 2 gewicht: 15-25 kg
Groep 3 gewicht: 22-36 kg
Zoals u ziet is er een gedeeltelijke
overlapping tussen de groepen; daar-
om zijn er in de handel systemen
verkrijgbaar die geschikt zijn voor
verschillende gewichtsgroepen
( fig. 73 ). Alle systemen moeten zijn voorzien
van de typegoedkeuring en van een
goed vastgehecht plaatje met het con-
trolemerk, dat absoluut niet mag wor-
den verwijderd.
Kinderen met een gewicht boven 36
kg of met een lengte van meer dan
1,50 m worden, met betrekking tot de
veiligheidssystemen, gelijkgesteld met
volwassenen en moeten dan ook nor-
maal de veiligheidsgordels omleggen.
In het Lancia Lineaccessori-pro-
gramma zijn kinderzitjes opgenomen
voor elke gewichtsgroep, die speciaal
ontworpen en ontwikkeld zijn voor de
Lancia-modellen. GROEP 0 en 0+
Baby’s tot 13 kg moeten in wiegjes
worden vervoerd die achterstevoren
zijn geplaatst, waardoor het ach-
terhoofd wordt gesteund en bij
abrupte snelheidswisselingen de nek
niet wordt belast.
Het wiegje moet op zijn plaats wor-
den gehouden door de veiligheidsgor-
del van de auto, zoals is aangegeven
(fig. 74), en het kind moet op zijn
beurt worden beschermd door de gor-
dels van het wiegje zelf.
De afbeelding geeft uit-
sluitend richtlijnen voor
de montage. Monteer het
wiegje volgens de instructies die de
fabrikant verplicht is bij te leve-
ren.
fig. 74
L0A0011b
Page 87 of 382

83
GROEP 1 Kinderen met een gewicht tussen 9
en 18 kg moeten worden vervoerd in
kinderzitjes met een kussen ( fig. 75),
die naar voren zijn gekeerd, waarbij
de veiligheidsgordel van de auto zowel
het kinderzitje als het kind op zijn
plaats moet houden. Er bestaan kinderzitjes
die geschikt zijn voor de
gewichtsgroepen 0 en 1.
Deze kinderzitjes kunnen worden
bevestigd aan de veiligheidsgor-
dels achter en hebben zelf gordels
om het kind te beschermen.
Vanwege het gewicht kan het ge-
vaarlijk zijn als ze verkeerd wor-
den gemonteerd (bijvoorbeeld als
een kussen tussen het kinderzitje
en de veiligheidsgordels van de
auto wordt geplaatst). Houdt u
voor de montage strikt aan de bij-
geleverde instructies. GROEP 2
Kinderen met een gewicht tussen 15
en 25 kg kunnen direct door de veilig-
heidsgordels van de auto worden be-
schermd. Kinderen moeten zo in de
kinderzitjes worden geplaatst, dat het
diagonale gordelgedeelte schuin over
de borst en niet langs de nek ligt. Het
horizontale gordelgedeelte moet over
het bekken en niet over de buik van
het kind liggen (fig. 76).
De afbeeldingen dienen
slechts ter illustratie van
de montage. Houdt u bij de
montage van het kinderzitje strikt
aan de instructies. De afbeeldingen dienen
slechts ter illustratie van
de montage. Houdt u bij de
montage van het kinderzitje strikt
aan de instructies. De fabrikant is
verplicht deze instructies bij te le-
veren.
fig. 75
L0A0010b
fig. 76
L0A0009b
Page 88 of 382

84
GROEP 3 Bij kinderen met een gewicht tussen
22 en 36 kg is de borstomvang van
dien aard dat de kinderen gewoon te-
gen de rugleuning kunnen steunen en
niet meer in een kinderzitje hoeven te
worden vervoerd.
In fig. 77 wordt een voorbeeld gege-
ven van de juiste positie van het kind
op de achterbank.
Kinderen die langer zijn dan 1,50 m
kunnen net zoals volwassenen de vei-
ligheidsgordels omleggen. GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR
HET GEBRUIK VAN KINDERZITJES
De THESIS voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de
montage van kinderzitjes op de verschillende plaatsen in de auto. Zie de
volgende tabellen:
Groep
Groep 0, 0+
Groep 1
Groep 2
Groep 3
Legenda:
U
= geschikt voor “Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44- voorschriften voor de aangegeven “groepen”
B = goedgekeurd kinderzitje voor deze leeftijdsgroep (optie: geïntegreerd kinderzitje)
L = geschikt voor kinderzitjes die speciaal ontworpen zijn voor de vermelde groep. Deze
kinderzitjes zijn opgenomen in het Lancia Lineaccessori-programma
fig. 77
L0A0008b
STOEL
Passagiersstoel voor
U
U
U
U Zijzitplaats
achter
L-U
L-U
L-U
L-U Middelste zit-
plaats achter
U
U
U
U
Gewicht
tot aan 13 kg
9 -18 kg
15 -25 kg
22 -36 kg
Page 89 of 382

85
Hieronder worden de veiligheids-
normen voor het vervoeren van kin-
deren aangegeven:
1) Plaats het kinderzitje bij voorkeur
op de achterbank omdat deze plaats
bij een ongeval de meeste bescher-
ming biedt. 4)
Controleer altijd of de gordels
goed zijn vastgemaakt door aan de
gordelband te trekken.
5) Ieder veiligheidssysteem is be-
doeld voor slechts één kind: vervoer
nooit twee kinderen in één systeem.
6) Controleer altijd of de gordel niet
langs de nek van het kind loopt.
7) Zorg er tijdens de rit voor dat het
kind geen afwijkende houding aan-
neemt of de gordels losmaakt.
8) Vervoer kinderen nooit in uw ar-
men, ook geen pasgeboren kinderen.
Niemand is sterk genoeg om ze bij een
ongeval vast te houden.
9) Na een ongeval moet het zitje
door een nieuw exemplaar worden
vervangen. MONTAGEVOORBEREIDING
VOOR “ISOFIX”-KINDERZITJES
De THESIS is voorbereid voor de
montage van Isofix-kinderzitjes, een
nieuw Europees systeem voor het ver-
voeren van kinderen. Isofix is een ex-
tra mogelijkheid die het gebruik van
traditionele kinderzitjes niet uitsluit.
Vanwege het verschillende bevesti-
gingssysteem, moet het kinderzitje
aan de daarvoor bestemde beugels in
de auto worden bevestigd.
Er kan ook een mengvorm worden
gekozen, een traditioneel kinderzitje
links en een Isofix-kinderzitje rechts.
Vanwege de verschillen in omvang,
kunnen op de achterbank maximaal
drie traditionele kinderzitjes worden
gemonteerd en bij de Isofix-bevesti-
gingen slechts twee. Op de passa-
giersstoel voor kunnen alleen tradi-
tionele kinderzitjes worden gemon-
teerd.
Vervoer kinderen nooit
op de stoel van de passa-
gier voor als deze is uitge-
rust met een airbag.
2) Als de airbag aan passagierszijde
buiten werking wordt gesteld, moet
altijd gecontroleerd worden of het be-
treffende lampje Fop het instru-
mentenpaneel brandt.
3) Houdt u bij de montage van het
kinderzitje strikt aan de instructies.
De fabrikant is verplicht deze in-
structies bij te leveren. Bewaar de in-
structies samen met het instructie-
boekje in de auto. Monteer geen ge-
bruikte kinderzitjes waarvan de ge-
bruiksaanwijzingen ontbreken.
Page 90 of 382

86
In het Lancia Lineaccessori-pro-
gramma is het Isofix-kinderzitje op-
genomen. Dit kinderzitje is geschikt
voor kinderen met een gewicht tot 18
kg, waarbij het zitje in de rijrichting
van de auto moet worden geplaatst,
en voor kinderen met een gewicht tot
13 kg, waarbij het zitje tegen de rij-
richting in moet worden geplaatst
(groep 0, 0+ en1). Wij raden u dit
kinderzitje aan omdat het speciaal
voor de THESIS ontworpen is. Het
Isofix-kinderzitje is goedgekeurd vol-
gens de Europese ECE-R44/03-voor-
schriften.
De Isofix-kinderzitjes worden aan
twee metalen beugels bevestigd, die
tussen de rugleuning en het kussen
van de zijzitplaatsen achter zijn ge-
plaatst ( fig. 78-79 ). Monteer het kinderzitje
alleen als de auto stilstaat.
Het kinderzitje is op de
juiste wijze aan de beugels beves-
tigd als u het hoort vergrendelen.
Houdt u in ieder geval aan de
montage-instructies. De fabrikant
is verplicht deze instructies bij te
leveren.
Het Isofix-kinderzitje is er voor drie
gewichtsgroepen: 0,0+ en1. Montage kinderzitje voor groep 0
en 0+
Bij kinderen in de gewichtsgroep 0
en 0+ moet het kinderzitje achterste-
voren zijn gekeerd (voor kinderen met
een gewicht tot 13 kg) en moet het
kind door de gordels van het wiegje D
( fig. 80) beschermd worden.
Als het kind groeit en in de gewichts-
groep 1komt, moet het kinderzitje in
de rijrichting worden bevestigd.
fig. 78
L0A0271b
fig. 79
L0A0270b
fig. 80
L0A0254b