air condition Lancia Ypsilon 2011 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2011, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2011Pages: 299, PDF Size: 15.52 MB
Page 2 of 299

Wij hebben uw auto ontworpen en gebouwd en kennen er dan ook werkelijk elk detail en onderdeel van.
In de erkende Lancia Service garagesbieden rechtstreeks door ons opgeleide technici u kwaliteit
en professionaliteit voor alle onderhoudswerken.
De Lancia garages staan altijd tot uw beschikking voor het periodieke onderhoud, de seizoenscontroles
en voor praktische adviezen door onze deskundigen.
Met de Originele Lancia-onderdelen behoudt u steeds de betrouwbaarheid, het comfort en de prestaties
van uw nieuwe wagen: daarvoor heeft u ook voor deze wagen gekozen.
Vraag altijd om Originele Onderdelen voor de componenten in onze auto's; wij bevelen u deze aan omdat ze het
resultaat zijn van ons engagement bij de research en de ontwikkeling van uiterst innovatieve technologieën.
Vertrouw daarom op Originele Onderdelen omdat zij alleen specifiek door Lancia
voor uw auto ontworpen zijn.
VEILIGHEID: REMSYSTEEMECOLOGIE: ROETFILTERS, ONDERHOUD AIRCONDITIONINGCOMFORT: WIELOPHANGING EN RUITENWISSERS PERFORMANCE: BOUGIES,INSPUITVENTIELEN EN ACCU'SLINEACCESSORI: STANGEN IMPERIAAL, VELGEN
WAAROM KIEZEN VOOR
ORIGINELE ONDERDELEN
Cop nuova Ypsilon Lum NL.qxd:Lancia Delta IT.qxd 15-03-2011 10:27 Pagina 2
Page 41 of 299

HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
BEDIENINGSELEMENTEN
A Draaiknop voor luchttemperatuur
(rood=warm/blauw=koud) fig. 32
B Schuifje luchtrecirculatie fig. 32
interne luchtrecirculatieluchttoevoer van buitenafBELANGRIJK Men adviseert de interne
luchtrecirculatie in te schakelen in de file of in
tunnels, om te voorkomen dat vervuilde lucht in
het interieur komt. Gebruik de functie echter niet
langdurig, vooral als er meerdere passagiers aan
boord zijn, om beslagen ruiten te voorkomen.
fig. 32
L0F0101
39WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 42 of 299

naar het lichaam en de zijruitennaar het lichaam, de zijruiten en de voetenalleen naar de voetennaar de voeten en de voorruitalleen naar de voorruit
D Knop voor in-/uitschakeling
achterruitverwarming fig. 32.
Wanneer de functie actief is, brandt de LED op de
knop.
Om de accu efficiënt te houden, wordt de functie
na ongeveer 20 minuten automatisch
uitgeschakeld.
E Draaiknop voor ventilatorsnelheid en
inschakeling/uitschakeling airconditioning fig.
32. Druk op de knop om de airconditioning
in te schakelen: de led op de knop gaat
branden. Dit zorgt voor een snelle koeling van
het interieur.
OpmerkingDraai de knop naar 0 om de
luchtstroom uit de roosters te onderbreken.
F knop voor inschakeling/uitschakeling
aircocompressor fig. 32.
Snel ontwasemen/ontdooien van de voorruit
en de voorste zijruiten (MAX-DEF)
Ga als volgt te werk:
❒draai de knop A naar het rode gebied;
❒verplaats het schuifje B naar
;❒draai de knop C naar
;
❒draai knop E naar 4 (maximum
ventilatorsnelheid).
BELANGRIJK De airconditioning is zeer nuttig
om het ontwasemen te versnellen, aangezien
de lucht wordt ontvochtigd. Plaats de knoppen
dus zoals hierboven is beschreven en druk op de
knop
om de airconditioning in te schakelen (de
led op de knop gaat branden).
EXTRA VERWARMING
(voor bepaalde versies/markten)
De extra verwarming versnelt het opwarmen van
het interieur wanneer het zeer koud is. De extra
verwarming schakelt automatisch uit nadat de
gewenste comfortsituatie is bereikt.
De extra verwarming werkt alleen bij lage
buitentemperatuur en
motorkoelvloeistoftemperatuur. De extra
verwarming wordt niet ingeschakeld als de
accuspanning laag is.
ONDERHOUD VAN HET SYSTEEM
Schakel in de winter de airconditioning minstens
eens per maand circa 10 minuten in. Laat vóór
het begin van het zomerseizoen het systeem
controleren door het Lancia Servicenetwerk.
40
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
C Draaiknop luchtverdeling fig. 32
Page 43 of 299

AUTOMATISCHEAIRCONDITIONING(voor bepaalde versies/markten)
BEDIENINGSELEMENTEN
Knoppen A - Handmatige selectie
luchtverdeling
Door op deze knoppen te drukken, kan de lucht
op vijf manieren verdeeld worden:
naar de uitstroomopeningen van de voorruit
en de voorste zijruiten om deze te
ontwasemen of te ontdooien.
fig. 33
L0F0129
41WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 45 of 299

BELANGRIJK Het wordt afgeraden de
luchtrecirculatie in te schakelen bij lage
buitentemperaturen, aangezien de ruiten sneller
kunnen beslaan.
Knop E (AUTO) - Activering AUTO functie
(automatische bediening airconditioning)
Wanneer de AUTO-knop wordt bediend en de
vereiste temperatuur is ingesteld, regelt het
systeem de temperatuur, de hoeveelheid en de
verdeling van de lucht in het interieur en zorgt
voor de inschakeling van de compressor.
Knop F
- Inschakeling/uitschakeling
achterruitverwarming
Wanneer de knop
wordt ingedrukt, gaat de led
op de knop branden.
Knoppen G
- Instelling ventilatorsnelheid
Knop H (OFF) - Inschakeling/uitschakeling
airconditioning
Wanneer de OFF-knop wordt bediend, wordt het
systeem uitgeschakeld.
Bij uitgeschakeld systeem, is de situatie van de
klimaatregeling als volgt:
❒alle leds zijn uit;
❒de display van de ingestelde temperatuur is uit;
❒de luchtrecirculatie is uit;❒de compressor is uitgeschakeld;
❒de ventilator is uitgeschakeld.
KnopI-Toename luchttemperatuur
Bij bediening van deze knop wordt de
luchttemperatuur in het interieur verhoogd.
Knop L - Afname luchttemperatuur
Bij bediening van deze knop wordt de
luchttemperatuur in het interieur verlaagd.
43WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 46 of 299

BESCHRIJVING
De automatische airconditioning zorgt
voor een gescheiden regeling van de temperatuur
aan bestuurders- en aan passagierszijde.
Het systeem is uitgerust met de AQS-functie (Air
Quality System) die automatisch de
luchtrecirculatie inschakelt wanneer de
buitenlucht vervuild is (bijv. in de file en in
tunnels).
De automatisch gecontroleerde parameters en
functies zijn:
❒luchttemperatuur uit de luchtroosters aan
bestuurderszijde/passagierszijde voor
❒luchtverdeling naar de luchtroosters aan
bestuurderszijde/passagierszijde voor
❒ventilatorsnelheid (traploze regeling van de
luchtstroom)
❒inschakeling van de compressor (voor
koelen/ontvochtigen van de lucht)
❒luchtrecirculatie.
Alle functies kunnen handmatig worden gewijzigd.
Met andere woorden, men kan een of meer
functies selecteren en de parameters naar wens
veranderen. Hierbij wordt echter de automatische
regeling van de functies die handmatig zijn
gewijzigd uitgeschakeld: het systeem grijpt alleen
in om veiligheidsredenen (bijv. kans op beslaan).De handmatige instellingen hebben altijd voorrang
boven de automatische instellingen en blijven
opgeslagen totdat de gebruiker het systeem weer
op automatische werking overzet, behalve in
de gevallen dat het systeem om veiligheidsredenen
ingrijpt. Als men handmatig een functie aanpast,
blijven de andere functies automatisch geregeld.
De hoeveelheid lucht die in het interieur wordt
gevoerd houdt geen verband met de snelheid van
de auto; deze wordt geregeld door de elektronische
geregelde ventilator.
De luchttemperatuur in het interieur wordt altijd
automatisch geregeld op basis van de ingestelde
temperatuur op de display van de bestuurder
en de voorpassagier (behalve wanneer het systeem
is uitgeschakeld of onder bepaalde
omstandigheden waarin de compressor is
uitgeschakeld).
Het systeem biedt handmatige instelling van de
volgende parameters en functies:
❒luchttemperatuur aan bestuurderszijde/
passagierszijde voor
❒ventilatorsnelheid (traploze regeling)
❒luchtverdeling in 5 standen (bestuurder/
passagier)
❒inschakeling van de compressor
❒snel ontwasemen/ontdooien
❒luchtrecirculatie
44
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
❒achterruitverwarming
❒uitschakeling van het systeem.
Page 49 of 299

BELANGRIJK Met de interne luchtrecirculatie
kan de gewenste toestand (verwarming of koeling,
afhankelijk van de keuze) sneller bereikt worden.
Het wordt echter afgeraden de luchtrecirculatie
in te schakelen op regenachtige of koude dagen
om beslagen ruiten te voorkomen, vooral als
de airconditioning niet is ingeschakeld Men
adviseert de interne luchtrecirculatie in te
schakelen in de file of in tunnels, om te
voorkomen dat vervuilde lucht in het interieur
komt. Gebruik de functie niet langdurig, vooral
als er meerdere passagiers aan boord zijn, om
beslagen ruiten te voorkomen.
Inschakeling AQS-functie (Air Quality System)
De AQS-functie schakelt automatisch de
luchtrecirculatie in wanneer de buitenlucht
vervuild is (bijv. in de file en in tunnels).
BELANGRIJK Bij ingeschakelde AQS-functie,
activeert het systeem na 15 minuten onafgebroken
werking van de interne luchtrecirculatie,
gedurende circa 1 minuut de invoer van
buitenlucht om de lucht in het interieur te
verversen. Dit vindt ongeacht het
verontreinigingsniveau van de buitenlucht plaats.
INSCHAKELING/UITSCHAKELING
AIRCOCOMPRESSOR
Druk op de knop
om de aircocompressor in te
schakelen.
Inschakeling compressor:
symbool verschijnt
op display.Uitschakeling compressor
❒
symbool verschijnt op display;
❒interne luchtrecirculatie uitgeschakeld;
❒AQS-functie uitgeschakeld.
Bij uitgeschakelde aircocompressor, kan er geen
lucht in het interieur worden gevoerd met een
lagere temperatuur dan de buitenlucht; in dit
geval knippert het
symbool op de display.
De uitschakeling van de aircocompressor blijft in
het geheugen opgeslagen, ook na het afzetten
van de motor. Druk, om de aircocompressor weer
in te schakelen, opnieuw op de knop
of AUTO:
als op AUTO wordt gedrukt, worden de overige
handmatige instellingen gewist.
SELECTIE LUCHTVERDELING
Druk op een of meer van de knoppen A fig. om
handmatig een van de luchtverdelingsopties voor
het interieur te selecteren:
Luchtstroom naar de uitstroomopeningen van
de voorruit en de voorste zijruiten om deze
te ontwasemen of te ontdooien.Luchtstroom naar de uitstroomopeningen
voor de beenruimten voor en achter. Deze
luchtverdeling zorgt voor een snelle
verwarming van het interieur.
47WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
33
Page 50 of 299

+
+
Luchtstroomverdeling tussen
uitstroomopeningen voor en
achter, roosters midden/zijkanten
dashboard, uitstroomopening
achter, uitstroomopeningen voor
ontwasemen/ontdooien voorruit
en voorste zijruiten.
Luchtstroomverdeling naar roosters
midden/zijkanten dashboard (lichaam
passagier).+
Luchtstroom verdeeld over
uitstroomopeningen beenruimten en
uitstroomopeningen voor
ontwasemen/ontdooien voorruit/voorste
zijruiten. Deze luchtverdeling zorgt
voor een snelle verwarming van het
interieur en voorkomt dat de ruiten
beslaan.
+
Luchtstroomverdeling tussen
uitstroomopeningen beenruimten
(hetere lucht) en roosters midden/
zijkanten dashboard en achterste
uitstroomopening (koelere lucht).
+
Luchtstroomverdeling tussen roosters
midden/zijkanten dashboard,
uitstroomopening achter en
uitstroomopeningen voor ontwasemen/
ontdooien voorruit en voorste zijruiten.
Deze instelling van de verdeling biedt
een doeltreffende ventilatie van het
interieur en voorkomt dat de ruiten
beslaan.BELANGRIJK Voor de werking van de
klimaatregeling moet minstens een van de
knoppen A bediend worden fig. . Het systeem
staat niet de uitschakeling van alle knoppen A toe.
BELANGRIJK Druk op de OFF-knop om de
klimaatregeling weer in te schakelen: op deze
manier worden alle werkingsomstandigheden die
vóór uitschakeling zijn opgeslagen, hersteld.
Druk op de AUTO-knop om de automatische
regeling van de luchtverdeling na een handmatige
instelling te herstellen.
UITSCHAKELING VAN DE
KLIMAATREGELING
Druk op de OFF-knop.
De volgende informatie wordt op de display
getoond:
❒OFF
❒aanduiding buitentemperatuur
❒aanduiding ingeschakelde interne
luchtrecirculatie.
ONDERHOUD VAN HET SYSTEEM
Schakel in de winter de airconditioning minstens
eens per maand circa 10 minuten in.
Laat vóór het begin van het zomerseizoen het
systeem controleren door het Lancia
Servicenetwerk.
48
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
33
Page 254 of 299

BRANDSTOFVERBRUIKDe gegevens over het brandstofverbruik die vermeld zijn in onderstaande tabel zijn bepaald op basis van
de typegoedkeuringstests in overeenstemming met specifieke Europese Richtlijnen.
Het brandstofverbruik is volgens onderstaande procedures gemeten:
❒stadscyclus: koude start gevolgd door een gesimuleerde testrit in stadsverkeer;
❒cyclus op buitenwegen: frequent accelereren in alle versnellingen, waarbij een testrit op buitenwegen
wordt gesimuleerd: de snelheid varieert tussen 0 en 120 km/h;
❒gecombineerd brandstofverbruik: hierbij telt de waarde van de stadscyclus voor 37% en de cyclus op
buitenwegen voor 63% mee.
BELANGRIJK Het type route, verkeerssituatie, weersomstandigheden, rijstijl, algemene conditie van de
auto, uitrustingsniveau/accessoires, gebruik van de airconditioning, lading van de auto, imperiaal op
het dak en andere situaties die de aerodynamica kunnen beïnvloeden, leiden tot andere verbruikscijfers
dan de hier vermelde cijfers.
BRANDSTOFVERBRUIK VOLGENS GELDENDE EUROPESE RICHTLIJNEN (liter/100 km)Versies Stadsverkeer Buitenwegen Gecombineerd
0.9 TwinAir 85 pk5,0 3,8 4,2
1.2 8V 69 pk
1.3 16v MultiJet4, , 3,8
252WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
6,4 4,1 4,9
732
Page 293 of 299

ALFABETISCH
REGISTERAanhangers trekken ........... 147
ABS...................................... 83
ABS (systeem) ...................... 83
Accu ................................... 220
– advies voor verlengen
levensduur...................... 220
– vervangen....................... 220
Accu (opladen) ................... 202
Achterruitsproeier ................ 55
– vloeistofniveau
achterruitsproeier ........... 218
Achterruitwisser ................... 55
– niveau
controleren ...... 214-215-216
– wisserbladen................... 224
– wisserblad vervangen ..... 225
Achteruitkijkspiegels ............ 35
Achteruitrijlichten............... 187
Afmetingen van de auto ...... 244
Airbag ................................ 133
– hoofdairbag .................... 135
– Uitschakeling van
passagiersairbag en
zijairbag ......................... 135– zijairbag ......................... 135
– zij- ................................. 135
Airbags
– front ............................... 133
Alarmknipperlichten ............ 62
Asbak................................... 66
ASR systeem ........................ 86
ASR (systeem)...................... 86
Automatische
airconditioning
– bedieningselementen ........ 41
– onderhoud ....................... 48
Automatische
airconditioning ................... 41
Autoradio
(inbouwvoorbereiding) ....... 95
Bagageruimte ...................... 75
Bagageruimteverlichting
– lamp vervangen .............. 190
Banden
– Banden met
velgbescherming ............. 243
– bandenspanning ............. 242
– de bandenmaat lezen ...... 238
– Fix&Go Automatic (kit) . 174
– standaard banden........... 240– winterbanden ................. 240
Banden - onderhoud ........... 222
Bedieningselementen ....... 62-73
Bougies (type)..................... 234
Brake Assist systeem ............ 87
Brake Assist (systeem).......... 87
Brandblusser ........................ 67
Brandstofbesparing ............. 144
Brandstofmeter .................... 8
Brandstofreserve ................. 247
Brandstoftoevoer................. 235
Buitenverlichting .................. 49
Carrosserie
– bescherming tegen
atmosferische invloeden.. 226
– carrosseriecodes.............. 233
– garantie .......................... 227
– onderhoud ...................... 227
Carrosserieversies ............... 233
CITY-functie ........................ 94
CO2-emissie ........................ 253
CODE-card .......................... 26
Contactslot ........................... 30
Cruise-control ...................... 56
291WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER