ABS Lexus CT200h 2014 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LEXUS, Model Year: 2014, Model line: CT200h, Model: Lexus CT200h 2014Pages: 624, PDF Size: 23.33 MB
Page 80 of 624
801-3. Antidiefstalsysteem
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Startblokkering
Het controlelampje knippert nadat het
contact UIT is gezet om aan te geven
dat het systeem in werking is.
Het controlelampje stopt met knippe-
ren als het contact in stand ACC of
AAN wordt gezet om aan te geven dat
het systeem is uitgeschakeld.
■Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrije startblokkering.
■Omstandigheden waardoor het systeem mogelijk niet goed werkt
●Als de greep van de sleutel tegen een metalen voorwerp wordt gehouden
●Als de sleutel dicht bij of tegen een sleutel met ingebouwde transponderchip van een
andere auto wordt gehouden
De sleutels van de auto zijn uitgerust met ingebouwde transponderchips die
voorkomen dat het hybridesysteem gestart kan worden met een sleutel die
niet in een eerder stadium is geregistreerd in de computer van de auto.
Laat de sleutels nooit in de auto achter als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om autodiefstal te voorkomen, maar absolute bevei-
liging tegen elke vorm van diefstal kan niet worden gegarandeerd.
Page 93 of 624
932. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Waarschuwingslampjes informeren de bestuurder over storingen in de syste-
men van de auto.
Waarschuwingslampjes
*1Waarschuwingslampje
remsysteem (Blz. 516)*1Controlelampje
Traction Control
(Blz. 518)
*1
Waarschuwingslampje
remsysteem (Blz. 516)
*1
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje
automatische verticale
koplampverstelling
(Blz. 518)
*1Laadstroomcontrolelampje
(Blz. 516)*1Waarschuwingslampje
hoge koelvloeistof-
temperatuur (Blz. 518)
*1Waarschuwingslampje
lage oliedruk (Blz. 517)Waarschuwingslampje
open portier/achterklep
(Blz. 518)
*1Motorcontrolelampje
(Blz. 517)Waarschuwingslampje
laag brandstofniveau
(Blz. 518)
*1Waarschuwingslampje SRS
(Blz. 517)Controlelampje
bestuurders- en
voorpassagiersgordel
(Blz. 519)
*1Waarschuwingslampje ABS
(Blz. 517)*3Controlelampjes
achterpassagiers-
gordels (Blz. 519)
*1Waarschuwingslampje
elektrische stuurbekrachti-
ging (Blz. 517)*1Centraal waarschuwings-
lampje (Blz. 519)
*1, 2
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje PCS
(Blz. 518)
*1
(indien
aanwezig)
Waarschuwingslampje lage
bandenspanning
(Blz. 519)
Page 225 of 624
2254-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
●De vorm van een obstakel kan ervoor zorgen dat een sensor het obstakel niet signa-
leert. Let goed op bij de volgende obstakels:
• Kabels, hekken, touwen, enz.
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Zeer hoekige objecten
• Lage obstakels
• Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van uw auto
●Tijdens het gebruik kunnen zich de volgende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het obstakel en andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie onmogelijk zijn.
• Mogelijk worden obstakels niet gesignaleerd als deze zich te dicht bij de sensor
bevinden.
• Tussen het signaleren van een object en de weergave zit een kleine vertraging. Zelfs
als er met lage snelheid wordt gereden, bestaat de mogelijkheid dat het obstakel
binnen het detectiegebied van de sensoren komt voordat het display wordt weerge-
geven en het waarschuwingssignaal hoorbaar is.
• Smalle paaltjes of objecten die lager zijn dan de sensor worden mogelijk niet gesig-
naleerd wanneer u ze nadert, zelfs als ze eenmaal zijn gesignaleerd.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen als de audio-installatie hard
staat of als de luchtcirculatie van de airconditioning veel geluid produceert.
■Als er geen melding op het multi-informatiedisplay verschijnt
Blz. 523
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. geluidsvolume zoemer) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 591)
WA A R S C H U W I N G
■Waarschuwing bij het gebruik van de Lexus Parking Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
●Rijd als het systeem is ingeschakeld niet harder dan 10 km/h.
●Het detectiegebied van de sensoren en de reactietijden zijn beperkt. Controleer tij-
dens het voor- of achteruitrijden of de omgeving (vooral naast de auto) veilig is en rijd
langzaam. Regel de snelheid met het rempedaal.
●Monteer geen accessoires binnen de detectiegebieden van de sensoren.
Page 238 of 624
2384-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Ondersteunende systemen
◆ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling remmen of
remmen op een glad wegdek
◆Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt als het
systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
◆VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkmanoeuvres
en het maken van bochten op een glad wegdek
◆TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
◆EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminderen
◆VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-, TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres
op een glad wegdek door de stuurcommando's aan te passen.
◆Hill Start Assist Control
Blz. 242
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is uw auto
uitgerust met de volgende systemen die automatisch in werking treden als de
omstandigheden daar om vragen. Houd er echter rekening mee dat dit aan-
vullende systemen zijn en vertrouw niet in al te sterke mate op deze systemen.
Page 239 of 624
2394-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
◆PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
Blz. 244
◆Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt ingetrapt, gaan de remlichten automa-
tisch knipperen om het achteropkomende verkeer te waarschuwen.
Het controlelampje Traction Control
knippert wanneer het VSC-/TRC-/
ABS-systeem in werking is.
Als u met uw auto vast komt te zitten in modder of sneeuw, kan het TRC-systeem
het aandrijfvermogen van het hybridesysteem naar de wielen beperken. Als u
dan op drukt, kunt u de auto waarschijnlijk makkelijker los krijgen door te
'schommelen'.
Schakel de TRC uit door de knop snel
in te drukken en weer los te laten
.
Het controlelampje TRC OFF gaat
branden.
Druk nogmaals op om het sys-
teem weer in te schakelen.
Als het VSC-/TRC-/ABS-systeem in werking is
Uitschakelen van het TRC-systeem
Page 240 of 624
2404-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Wanneer het controlelampje TRC OFF zelfs gaat branden als de schakelaar VSC OFF
niet is ingedrukt
De TRC kan niet worden bediend. Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
■Bijgeluiden en trillingen die veroorzaakt worden door ABS-, BA-, VSC-, en TRC-syste-
men
●In de motorruimte kan een geluid hoorbaar zijn als het hybridesysteem wordt gestart,
kort nadat de auto begint te rijden, als het rempedaal krachtig of herhaaldelijk wordt
ingetrapt of 1 - 2 minuten nadat het hybridesysteem is gestopt. Dit duidt niet op een sto-
ring in een van deze systemen.
●De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen als bovenstaande systemen in wer-
king zijn. Geen van deze verschijnselen duidt op een storing.
• Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting.
• Nadat de auto tot stilstand is gekomen, kan het geluid van een elektromotor hoor-
baar zijn.
• Er kan een lichte trilling in het rempedaal voelbaar zijn als het antiblokkeersysteem
geactiveerd is.
• Het rempedaal kan iets verder naar beneden bewegen als het antiblokkeersysteem
geactiveerd is.
■Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt, kan het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
■Beperkte bekrachtiging door EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-systeem wordt gereduceerd om het systeem
tegen oververhitting te beschermen als er gedurende langere tijd veel stuurbewegingen
worden uitgevoerd. Hierdoor kan de besturing zwaar aanvoelen. Probeer als dat het
geval is minder frequent te sturen of breng de auto tot stilstand en schakel het hybride-
systeem UIT. Het EPS-systeem moet binnen 10 minuten weer normaal werken.
■Automatisch opnieuw inschakelen van het TRC-systeem
Als het TRC-systeem is uitgeschakeld, wordt dit automatisch opnieuw ingeschakeld in
de volgende situaties:
●Het contact wordt UIT gezet.
●De TRC wordt ingeschakeld als de rijsnelheid toeneemt
■Voorwaarden voor werking noodstopsignaal
Als aan de volgende drie voorwaarden wordt voldaan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit.
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55 km/h.
●Het rempedaal wordt op zo'n manier ingetrapt dat het systeem op basis van de decele-
ratie van de auto oordeelt dat het om een noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van noodstopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingeschakeld.
●Het rempedaal wordt losgelaten.
●Het systeem oordeelt op basis van de deceleratie van de auto dat het niet om een
noodstop gaat.
Page 241 of 624
2414-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Het antiblokkeersysteem werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden overschreden wordt (bijvoorbeeld versleten ban-
den op een weg die bedekt is met sneeuw).
●De auto aquaplaning ondervindt terwijl met een hoge snelheid op een natte of
gladde weg wordt gereden.
■De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op besneeuwde
wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met diepe gaten of andere grote oneffenheden
■De Traction Control werkt niet effectief als
Het insturen van de juiste richting en het overbrengen van de aandrijfkracht op de weg
niet onder alle omstandigheden gerealiseerd kan worden, zelfs niet als de TRC in wer-
king is.
Rijd voorzichtig met de auto onder omstandigheden waarbij de stabiliteit en de aan-
drijfkracht verloren kunnen gaan.
■Als het Vehicle Stability Control-systeem (VSC) geactiveerd is
Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos rijge-
drag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig als het controlelampje
knippert.
■Als het TRC-systeem uitgeschakeld wordt
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek aan. Scha-
kel het TRC-systeem alleen in geval van nood uit, aangezien dit systeem zorgdraagt
voor de voertuigstabiliteit en het aandrijfvermogen.
■Vervangen van banden
Zorg dat alle banden de voorgeschreven maat hebben en dat hun merk, profiel en
totale draagvermogen identiek zijn. Controleer verder of alle banden de aanbevolen
spanning hebben.
De ABS-, VSC- en TRC-systemen werken niet op de juiste manier als er verschillende
banden onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor meer informatie
over het vervangen van de banden of wielen.
■Omgaan met banden en wielophanging
Problemen met de banden of wijzigingen aan de wielophanging hebben een negatief
effect op de ondersteunende systemen en kunnen een storing veroorzaken.
Page 517 of 624
5178-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
8
Bij problemen
Waarschuwingslampje lage oliedruk
Geeft aan dat de oliedruk te laag is
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en
neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Motorcontrolelampje
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het hybridesysteem;
• Het elektronische motorregelsysteem;
• De elektronische smoorklepregeling; of
• Het emissieregelsysteem (indien aanwezig)
Laat de auto direct nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje SRS
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het airbagsysteem; of
• Het gordelspannersysteem
Laat de auto direct nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje ABS
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het ABS; of
• Het Brake Assist-systeem
Laat de auto direct nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje elektrische stuurbekrachtiging (waarschu-
wingszoemer)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het EPS-systeem
Laat de auto direct nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Wa a r s c h u -
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
Page 518 of 624
5188-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
(Knippert)
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje PCS
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Pre-Crash Safety-
systeem
Het waarschuwingslampje werkt als volgt, zelfs wanneer er geen
storing zit in het systeem:
• Het lampje gaat snel knipperen wanneer het systeem in werking
is.
(Blz. 244)
• Het lampje gaat branden wanneer het Pre-Crash Brake-sys-
teem wordt uitgeschakeld. (Blz. 245)
• Het lampje gaat branden wanneer het systeem tijdelijk niet kan
worden gebruikt. (Blz. 535)
Laat de auto direct nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Controlelampje Traction Control
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het VSC-systeem;
•De TRC; of
• De Hill Start Assist Control
Het lampje knippert wanneer de hierboven genoemde systemen
en/of het ABS in werking zijn.
Laat de auto direct nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje automatische verticale koplampverstelling
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de automatische verti-
cale koplampverstelling
Laat de auto direct nakijken door een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur
Verandert van een knipperend lampje in een brandend lampje
wanneer de koelvloeistoftemperatuur toeneemt
Stoppen en controleren. (Blz. 574)
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) open portier/ach-
terklep
*2
Geeft aan dat een van de portieren of de achterklep niet geheel
gesloten is
Controleer of alle portieren en de achterklep gesloten zijn.
Waarschuwingslampje laag brandstofniveau
Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof ongeveer
6,8 l of minder is
Vul de brandstoftank.
Wa a r s c h u -
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
Page 522 of 624
5228-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Als de waarschuwingslampjes van het ABS en het remsysteem blijven branden
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en laat uw auto controle-
ren door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. De auto kan tijdens het remmen
extreem onstabiel worden en het ABS-systeem treedt mogelijk niet in werking, waar-
door een aanrijding en ernstig letsel kunnen ontstaan.
■Als het waarschuwingslampje elektrische stuurbekrachtiging gaat branden
De besturing kan extreem zwaar aanvoelen.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan gebruikelijk, houd het dan stevig vast en oefen
meer kracht uit.
■Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden (auto's met ban-
denspanningswaarschuwingssysteem)
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat niet doet, kunt u de macht
over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
●Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Breng de banden meteen op
spanning.
●Auto's met reservewiel: Als, nadat de banden op spanning zijn gebracht, het waar-
schuwingslampje opnieuw gaat branden, kan dit erop duiden dat er een band lek is.
Controleer de banden. Vervang het wiel met de lekke band door het reservewiel en
laat de band repareren door de dichtstbijzijnde erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●Auto's met bandenreparatieset: Als, nadat de banden op spanning zijn gebracht, het
waarschuwingslampje opnieuw gaat branden, kan dit erop duiden dat er een band
lek is. Controleer de banden. Repareer een lekke band met de bandenreparatieset.
●Vermijd plotselinge stuurbewegingen en hard remmen. De banden kunnen bescha-
digd raken, waardoor u de controle over het stuurwiel of de remmen kunt verliezen.
■Als u een klapband krijgt of als er plotseling een lek ontstaat (auto's met bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem)
Het kan zijn dat het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet meteen in werking
treedt.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het bandenspanningswaarschuwingssysteem goed werkt (auto's
met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Monteer geen banden met verschillende specificaties of van verschillende merken,
anders werk het bandenspanningswaarschuwingssysteem mogelijk niet goed.