radio Lexus CT200h 2014 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LEXUS, Model Year: 2014, Model line: CT200h, Model: Lexus CT200h 2014Pages: 624, PDF Size: 23.33 MB
Page 4 of 624
INHOUDSOPGAVE4
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
5-1. Basishandelingen
Soorten audiosystemen...........260
Gebruik van de audiotoetsen
op het stuurwiel........................ 262
AUX-aansluiting/
USB-aansluiting....................... 263
5-2. Gebruik van het audiosysteem
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem ............ 265
5-3. Gebruik van de radio
Bediening radio .......................... 267
5-4. Afspelen van audio-CD's en
discs met MP3-/WMA-
bestanden
Bediening CD-speler ............... 270
5-5. Gebruik van een extern apparaat
Afspelen van bestanden op
een iPod....................................... 277
Afspelen van bestanden op
een USB-geheugen ...............283
Gebruik van de
AUX-aansluiting..................... 2885-6. Gebruik van Bluetooth
®
apparaten
Bluetooth
®-audio/telefoon ...289
Gebruik van de toetsen op
het stuurwiel .............................. 294
Voor de eerste keer registreren
van een Bluetooth
®-
audiosysteem ............................ 295
Voor de eerste keer registreren
van een Bluetooth
®-
telefoon ....................................... 296
5-7. Instelmenu
Instellen van een Bluetooth
®
compatibele draagbare
speler ........................................... 297
Instellen Bluetooth
®-
audiosysteem ........................... 300
Instellen van een mobiele
telefoon ........................................ 301
Beveiliging en
systeemconfiguratie...............303
Gebruik van het
telefoonboek............................ 306
5-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een Bluetooth
®
compatibele draagbare
speler .......................................... 309
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen .................................................311
Ontvangen van een
telefoongesprek ....................... 313
Voeren van een
telefoongesprek ....................... 314
5-10. Bluetooth
®
Bluetooth®.................................... 315
5Audiosysteem
Page 5 of 624
5
1
8 7
6
5
4
3
2
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
9
5-11. Basishandelingen
(Lexus display-audiosysteem)
Lexus display-audiosysteem... 321
Stuurwieltoetsen
audiosysteem ............................ 327
USB/AUX-aansluiting .............328
5-12. Instellen (Lexus display-
audiosysteem)
Instelmenu .................................... 330
Algemene instellingen .............. 331
Spraakinstellingen .....................334
Display-instellingen ...................335
5-13. Gebruik van het audiosysteem
(Lexus display-audiosysteem)
Selecteren van de
audiobron ................................... 337
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem ........... 338
Audio-instellingen .....................339
Bediening menuscherm
audiosysteem ............................ 342
5-14. Gebruik van de radio
(Lexus display-audiosysteem)
Bediening radio ..........................345
5-15. Afspelen van een audio-CD en
discs met MP3-/WMA-/AAC-
bestanden (Lexus display-
audiosysteem)
Bediening CD-speler ............... 3475-16. Gebruik van een extern apparaat
(Lexus display-audiosysteem)
Afspelen van bestanden op
een iPod ......................................353
Gebruik van een
USB-geheugen........................ 357
Gebruik van de
AUX-aansluiting...................... 362
5-17. Bluetooth
®-verbinding
(Lexus display-audiosysteem)
Stappen voor het gebruik van
Bluetooth
®-apparaten .........363
Registreren van een
Bluetooth
®-apparaat ............365
Selecteren van een
Bluetooth
®-apparaat ............366
Verbinding maken met een
Bluetooth
®-audiospeler ...... 367
Verbinding maken met een
Bluetooth
®-telefoon ............ 368
Weergeven van gegevens van
een Bluetooth
®-apparaat ... 369
Gedetailleerde Bluetooth
®-
instellingen ................................. 370
5-18. Bluetooth
®-audio
(Lexus display-audiosysteem)
Afspelen van bestanden via
Bluetooth
®-audio .....................371
Page 47 of 624
471-1. Voor een veilig gebruik
1
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
WA A R S C H U W I N G
■Voorzorgsmaatregelen airbags
●Hang geen kleerhangers of andere harde voorwerpen aan de kledinghaakjes. Der-
gelijke voorwerpen kunnen als een projectiel gelanceerd worden en ernstig letsel
veroorzaken wanneer de curtain airbags geactiveerd worden.
●Zorg ervoor dat het gedeelte waar de knie-airbag wordt geactiveerd niet door iets
wordt afgedekt.
●Gebruik geen accessoires op de stoelen die het gedeelte van de stoel waarin de side
airbags geactiveerd worden, afdekken omdat dat het activeren van de airbags nega-
tief kan beïnvloeden. Dergelijke accessoires kunnen tot resultaat hebben dat de side
airbags niet op de juiste wijze geactiveerd worden, helemaal niet geactiveerd worden
of per ongeluk geactiveerd worden, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
●Sla niet, en oefen ook geen overmatige kracht uit, op onderdelen waarin SRS-airbags
aanwezig zijn.
Als dat wel gebeurt, kunnen er defecten aan de airbags ontstaan.
●Raak onderdelen van het airbagsysteem niet aan direct nadat de SRS-airbags geacti-
veerd zijn omdat deze heet kunnen zijn.
●Als u na het activeren van de SRS-airbags moeilijkheden met de ademhaling onder-
vindt, open dan een portier of ruit om frisse lucht binnen te laten of verlaat de auto als
u dat op een veilige manier kunt doen. Als er poederdeeltjes op uw huid zijn terecht-
gekomen, was deze er dan zo snel mogelijk af om huidirritatie te voorkomen.
●Als de delen van de auto waarin airbags ondergebracht zijn, zoals het stuurwielkus-
sen en de bekleding van de voor- en achterstijlen, beschadigd of gescheurd zijn, laat
deze dan vervangen door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Wijzigingen aan en afvoeren van onderdelen van het airbagsysteem
Voer uw auto niet af en voer geen van onderstaande veranderingen uit zonder eerst
een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te raadplegen. De airbags kunnen defect
raken of per ongeluk worden geactiveerd (opgeblazen), waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
●Plaatsing, verwijdering, demontage en reparatie van de airbags
●Reparaties, wijzigingen, verwijderen of vervangen van het stuurwiel, instrumentenpa-
neel, dashboard, stoelen of stoelbekleding, voor-, midden- en achterstijlen en het dak
●Reparaties of wijzigingen aan het voorspatbord, de voorbumper of de zijkant van het
passagierscompartiment
●Plaatsen van een bullbar, sneeuwploeg of lier
●Wijzigingen aan de wielophanging van de auto
●Plaatsen van elektronische apparatuur als een mobiele tweewegradio (zend-/ont-
vanginstallatie) of CD-speler
●Aanpassing van uw auto ten behoeve van een mindervalide persoon
Page 116 of 624
1163-1. Informatie over sleutels
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Sleutelkaart (indien aanwezig)
●De sleutelkaart is niet waterdicht.
●De mechanische sleutel die zich in de sleutelkaart bevindt, mag uitsluitend in noodge-
vallen worden gebruikt, bijvoorbeeld wanneer de elektronische sleutel niet goed werkt.
●Als de mechanische sleutel moeilijk te verwijderen is, druk dan het vergrendelknopje
met een ballpoint of iets dergelijks naar beneden. Als het dan nog steeds moeilijk is om
de sleutel er uit te trekken, gebruik een muntstuk of iets dergelijks.
■Wanneer u de sleutel van de auto moet achterlaten bij een parkeerwachter
Vergrendel indien nodig het dashboardkastje. (Blz. 429)
Verwijder de mechanische sleutel voor eigen gebruik en geef alleen de elektronische
sleutel aan de parkeerwachter.
■Als u uw mechanische sleutels verliest
Een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige kan een nieuwe mechanische sleutel maken met
behulp van de andere originele mechanische sleutel en het sleutelnummer op uw plaatje
met sleutelnummer. Bewaar het plaatje met het sleutelnummer op een veilige plaats bui-
ten de auto.
■Aan boord van een vliegtuig
Zorg ervoor dat u aan boord van een vliegtuig niet op de toetsen van de elektronische
sleutel drukt. Zorg ervoor dat de toetsen niet per ongeluk ingedrukt kunnen worden als
u de elektronische sleutel in bijvoorbeeld een tas hebt opgeborgen. Bij het indrukken van
de toetsen kan de elektronische sleutel radiogolven uitzenden die de bediening van het
vliegtuig kunnen beïnvloeden.
●Om de mechanische sleutel te bewaren,
schuift u hem in de sleutelkaart terwijl u de
ontgrendelknop indrukt.
●Als de batterij uit de sleutelkaart is gevallen
doordat het afdekkapje niet is geplaatst, of de
batterij is verwijderd nadat de sleutelkaart nat
is geworden, plaats de batterij dan terug met
de positieve zijde (+) naar het Lexus-
embleem.
Page 117 of 624
1173-1. Informatie over sleutels
3
Bediening van elk onderdeel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Leegraken batterij elektronische sleutel
●De standaard levensduur van de batterij is 1 - 2 jaar. (De batterij in de sleutelkaart heeft
een levensduur van ongeveer anderhalf jaar.)
●Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waarschuwingssignaal in de auto als het hybride-
systeem wordt uitgeschakeld. (Blz. 541)
●Omdat de elektronische sleutel altijd radiogolven ontvangt, raakt de batterij ook ontla-
den wanneer de elektronische sleutel niet wordt gebruikt. De volgende verschijnselen
geven aan dat de batterij van de elektronische sleutel mogelijk ontladen is. Vervang de
batterij indien nodig. (Blz. 484)
• Het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het LED-controlelampje in de sleutel gaat niet aan.
●Houd, om de levensduur van de batterij niet nodeloos te bekorten, de elektronische
sleutel op een afstand van minimaal 1 m van de volgende elektrische apparaten met een
magnetisch veld:
• Televisietoestellen
•Computers
• Mobiele telefoons, draadloze telefoons en batterijladers
• Oplaadapparatuur voor draadloze en mobiele telefoons
• Inductiekookplaten
• Tafellampen
■Batterij vervangen
Blz. 484
■Bevestiging van het aantal geregistreerde sleutels
Het aantal al geregistreerde sleutels kan worden bevestigd. Neem voor meer informatie
contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als een verkeerde sleutel wordt gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
OPMERKING
■Beschadiging van de sleutel voorkomen
●Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet bloot aan sterke schokken en buig ze niet.
●Stel de sleutels niet langdurig bloot aan hoge temperaturen.
●Voorkom dat de sleutels nat worden en reinig ze niet in een ultrasoon reinigingsbad
of iets dergelijks.
●Bevestig geen metaalhoudende of magnetische voorwerpen aan de sleutels en houd
de sleutels uit de buurt van dergelijke voorwerpen.
●Haal de sleutels niet uit elkaar.
●Plak geen stickers o.i.d. op het oppervlak van de elektronische sleutel.
●Houd de sleutels uit de buurt van apparaten die magnetische velden opwekken (bij-
voorbeeld televisietoestellen, audiosystemen, inductiekookplaten en medische appa-
ratuur, zoals laagfrequente therapeutische uitrusting).
Page 118 of 624
1183-1. Informatie over sleutels
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
OPMERKING
■De elektronische sleutel bij u dragen
Houd de elektronische sleutel altijd ten minste 10 cm uit de buurt van ingeschakelde
elektrische apparaten. Radiogolven die worden uitgezonden door elektrische appara-
ten die zich minder dan 10 cm van de elektronische sleutel vandaan bevinden, kunnen
de correcte werking van de sleutel hinderen.
■In geval van storingen in het Smart entry-systeem met startknop of andere proble-
men met de sleutel
Breng uw auto, inclusief alle elektronische sleutels en de sleutelkaart die bij uw auto
zijn geleverd, naar een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Wanneer u een elektronische sleutel verliest
Als de elektronische sleutel zoek blijft, wordt het risico aanzienlijk groter dat de auto
gestolen wordt. Ga onmiddellijk met alle overgebleven elektronische sleutels en de
sleutelkaart die bij uw auto zijn geleverd naar een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Omgaan met de sleutelkaart
●Oefen geen overmatige kracht uit bij het terugplaatsen van de mechanische sleutel
in de sleutelkaart. Anders kan de sleutelkaart beschadigd raken.
●Als de batterij of de sleutelkaart nat wordt, kan de batterij gaan corroderen.
Als de sleutelkaart in het water is gevallen of als vloeistof op de sleutel is gemorst,
verwijder dan zo snel mogelijk het afdekkapje van de batterij en droog de batterij en
de contactpunten af. (Pak het batterij-afdekkapje voorzichtig vast en trek het
omhoog om het te verwijderen.) Als de batterij is gecorrodeerd, laat deze dan ver-
vangen door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●Druk het afdekkapje niet in en gebruik geen schroevendraaier om het te verwijderen.
Wanneer het afdekkapje geforceerd wordt verwijderd, kan de sleutel verbuigen of
beschadigd raken.
●Als het afdekkapje van de batterij vaak wordt verwijderd, kan het los gaan zitten.
●Zorg ervoor dat de batterij in de juiste richting geplaatst wordt.
Als de batterij verkeerd om geplaatst wordt, kan deze snel ontladen raken.
●In de volgende gevallen kan het oppervlak van de sleutelkaart beschadigd raken of
de coating loslaten:
• De sleutelkaart wordt in de nabijheid van harde voorwerpen gehouden, zoals
muntstukken of sleutels.
• De sleutelkaart wordt bekrast door een scherp voorwerp, zoals de punt van een
vulpotlood.
• Het oppervlak van de sleutelkaart wordt gereinigd met thinner of wasbenzine.
Page 130 of 624
1303-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Alarmfuncties en waarschuwingsmeldingen
Er gaat een alarm af en op het multi-informatiedisplay wordt een waarschuwingsmelding
weergegeven om onverwachte ongevallen of diefstal van de auto te voorkomen als
gevolg van onjuist gebruik. Wanneer er een waarschuwingsmelding wordt weergege-
ven, neem dan de juiste maatregelen op basis van de weergegeven melding.
(Blz. 523)
In onderstaande tabel worden de omstandigheden en de correctieprocedures beschre-
ven in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.
■Energiebesparende functie (auto's met instapfunctie)
De energiebesparende functie wordt geactiveerd om te voorkomen dat de batterij van
de elektronische sleutel en de 12V-accu leeg raken wanneer de auto gedurende langere
tijd niet wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedurende 10 minuten of langer op een
afstand van ongeveer 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet
gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop gedurende 14 dagen of langer niet gebruikt
is, kunnen de portieren alleen via het bestuurdersportier worden ontgrendeld. Pak in
dat geval de greep van het bestuurdersportier vast of gebruik de afstandsbediening of
de mechanische sleutel om de portieren te ontgrendelen.
■Omstandigheden die de werking beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop, de afstandsbediening en de startblokkering
maken gebruik van zwakke radiogolven. In de volgende situaties kunnen storingen
optreden in de communicatie tussen de elektronische sleutel en de auto, waardoor het
Smart entry-systeem met startknop, de afstandsbediening en de startblokkering moge-
lijk niet goed werken:
(Oplossingen: Blz. 568)
●Wanneer de batterij van de elektronische sleutel ontladen is
●In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radiozender,
videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radiogolven aanwezig zijn
●Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of ander draadloos
communicatiemiddel bij u draagt
AlarmSituatieCorrectieprocedure
Buiten de auto hoor-
baar alarm klinkt één
keer gedurende 5
seconden (auto's met
instapfunctie)Er is geprobeerd de auto te ver-
grendelen terwijl er nog een
portier geopend was.Sluit alle portieren en ver-
grendel ze opnieuw.
Het alarm in de auto
klinkt herhaaldelijk
Het contact werd in de stand
ACC gezet terwijl het bestuur-
dersportier geopend was (het
bestuurdersportier werd ge-
opend terwijl het contact in de
stand ACC stond).
Zet het contact UIT en sluit
het bestuurdersportier.
Page 131 of 624
1313-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
●Wanneer de elektronische sleutel tegen een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
•Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er een andere sleutel met afstandsbediening (die radiogolven uitzendt) in de buurt
gebruikt wordt
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt samen met de volgende apparaten die radio-
golven uitzenden
• De elektronische sleutel of een afstandsbediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voorwerpen aan de achterruit worden bevestigd
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, werkt het sys-
teem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of portiergreep, te dicht bij
de grond of te hoog als de portieren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of op een hoge plaats, of
te dicht bij het midden van de achterbumper, als de achterklep wordt geopend.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, in de bagageruimte, op de vloer of in
een portiervak of het dashboardkastje wanneer het hybridesysteem wordt gestart
of de stand van het contact wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van de portier-
vakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de aanwezige radiogolven
wordt door de antenne mogelijk waargenomen dat de sleutel zich buiten de auto
bevindt en wordt de auto vergrendeld, waardoor de elektronische sleutel mogelijk in
de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ontgrendeld.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan het hybridesysteem
mogelijk worden gestart als de elektronische sleutel zich in de buurt van de ruit bevindt.
●De portieren worden mogelijk ontgrendeld als er een grote hoeveelheid water op de
portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tijdens een zware regenbui of in een wasstraat
wanneer de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt. (De portie-
ren zullen na ongeveer 30 seconden automatisch weer vergrendeld worden als ze niet
geopend en gesloten worden.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt, bestaat de mogelijkheid
dat de portieren niet ontgrendeld worden door de instapfunctie. (Gebruik de afstands-
bediening om de portieren te ontgrendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen draagt, kan de reac-
tie van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk niet ontgrendeld. Trek
de handschoenen uit en raak de vergrendelsensor opnieuw aan.
Page 142 of 624
1423-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Waarschuwing met betrekking tot beïnvloeding van elektronische apparatuur
●Mensen met geïmplanteerde pacemakers, CRT-pacemakers of geïmplanteerde
hartdefibrillatoren moeten uit de buurt blijven van de antennes van het Smart entry-
systeem met startknop. (Blz. 129)
Radiogolven kunnen de werking van dergelijke apparatuur beïnvloeden. Indien
nodig kan de instapfunctie worden uitgeschakeld. Neem voor meer informatie over
bijvoorbeeld de frequentie van de radiogolven en de momenten waarop deze wor-
den uitgezonden, contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Raadpleeg
vervolgens uw arts om na te gaan of de instapfunctie mag worden gebruikt.
●Gebruikers van elektrische medische apparatuur anders dan geïmplanteerde pace-
makers, CRT-pacemakers en geïmplanteerde hartdefibrillatoren moeten contact
opnemen met de fabrikant van deze producten om te informeren of radiosignalen
invloed uitoefenen op de werking van deze apparatuur.
Radiogolven kunnen onverwachte effecten hebben op de werking van dergelijke
medische apparatuur.
Neem contact op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor meer informatie
over het uitschakelen van de instapfunctie.
Page 258 of 624
258
CT200h_OM_OM76135E_(EE)5-1. Basishandelingen
Soorten audiosystemen.............. 260
Gebruik van de audiotoetsen
op het stuurwiel ...........................262
AUX-aansluiting/
USB-aansluiting.......................... 263
5-2. Gebruik van het audiosysteem
Optimaal gebruikmaken van
het audiosysteem ....................... 265
5-3. Gebruik van de radio
Bediening radio............................... 267
5-4. Afspelen van audio-CD's en
discs met MP3-/WMA-
bestanden
Bediening CD-speler ...................270
5-5. Gebruik van een extern apparaat
Afspelen van bestanden op
een iPod .......................................... 277
Afspelen van bestanden op
een USB-geheugen .................. 283
Gebruik van de
AUX-aansluiting......................... 288
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
apparaten
Bluetooth
®-audio/telefoon ...... 289
Gebruik van de toetsen op
het stuurwiel ................................. 294
Voor de eerste keer registreren
van een Bluetooth
®-
audiosysteem ............................... 295
Voor de eerste keer registreren
van een Bluetooth
®-
telefoon .......................................... 296
5-7. Instelmenu
Instellen van een Bluetooth
®
compatibele draagbare
speler................................................297
Instellen Bluetooth
®-
audiosysteem ...............................300
Instellen van een mobiele
telefoon ........................................... 301Beveiliging en
systeemconfiguratie ..................303
Gebruik van het
telefoonboek ................................306
5-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een Bluetooth®
compatibele draagbare
speler...............................................309
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen..................................................... 311
Ontvangen van een
telefoongesprek........................... 313
Voeren van een
telefoongesprek........................... 314
5-10. Bluetooth
®
Bluetooth®........................................ 315
5-11. Basishandelingen
(Lexus display-audiosysteem)
Lexus display-audiosysteem .......321
Stuurwieltoetsen
audiosysteem ............................... 327
USB/AUX-aansluiting................. 328
5-12. Instellen (Lexus display-
audiosysteem)
Instelmenu ........................................330
Algemene instellingen ................. 331
Spraakinstellingen......................... 334
Display-instellingen ...................... 335
5-13. Gebruik van het audiosysteem
(Lexus display-audiosysteem)
Selecteren van de
audiobron ...................................... 337
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem ...............338
Audio-instellingen......................... 339
Bediening menuscherm
audiosysteem ............................... 342
5-14. Gebruik van de radio (Lexus
display-audiosysteem)
Bediening radio.............................. 345