sport mode Lexus CT200h 2014 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LEXUS, Model Year: 2014, Model line: CT200h, Model: Lexus CT200h 2014Pages: 624, PDF Size: 23.33 MB
Page 94 of 624
942. Instrumentenpaneel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
*1: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te geven dat er
een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het hybridesysteem is inge-
schakeld of na enkele seconden. Er kan een storing in een systeem aanwezig zijn als
de lampjes niet gaan branden of niet uitgaan. Laat de auto nakijken door een erkende
Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*2: Het lampje knippert om een storing aan te geven.
*3: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
De controlelampjes informeren de bestuurder over de bedrijfsstatus van de ver-
schillende systemen van de auto.
Controlelampjes
Controlelampje
richtingaanwijzers
(Blz. 188)Controlelampje
ECO MODE
(Blz. 237)
Controlelampje achterlicht
(Blz. 190)Controlelampje
SPORT MODE
(Blz. 237)
Controlelampje
grootlicht (Blz. 190)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
cruise control
(Blz. 205, 208)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
mistlampen voor
(Blz. 194)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
Dynamic Radar Cruise
Control (Blz. 208)
Controlelampje
mistachterlicht
(Blz. 194)
(indien
aanwezig)
Controlelampje Lexus
Parking Assist-sensor
(Blz. 219)
Controlelampje READY
(Blz. 177)
*1, 2Controlelampje
Tr a c t i o n C o n t r o l
(Blz. 239, 242)
Controlelampje EV
(Blz. 73)
*1Controlelampje TRC OFF
(Blz. 239)
Page 99 of 624
992. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
●De hybridesysteemindicator wordt in alle rijmodi, behalve de sportmodus, weergege-
ven.
●Als u probeert om de naald tijdens het rijden in het Eco-gebied te houden, rijdt u
milieuvriendelijker.
●In het oplaadgebied wordt de regeneratiestatus* aangegeven. De geregenereerde
energie wordt gebruikt om het batterijpakket (tractiebatterij) te laden.
*: Met “regenereren” wordt in deze handleiding het omzetten van bewegingsenergie
van de auto in elektrische energie bedoeld.
■Toerenteller (indien aanwezig)
De toerenteller wordt in de sportmodus weergegeven.
■Controlelampje ECO en controlelampje SPORT (indien aanwezig)
●Wanneer de Sport-modus geselecteerd wordt, gaat het controlelampje SPORT (rood)
branden.
●Wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan is en er milieuvriendelijk gere-
den wordt, gaat het ECO-controlelampje (blauw) branden:
• Wanneer wordt gereden in schakelstand D
• Wanneer óf de normale modus óf de ECO-modus is geselecteerd en de EV-modus
niet wordt gebruikt (Blz. 181, 237)
• De rijsnelheid is ongeveer 130 km/h of lager.
■Motortoerental
Bij hybrideauto's wordt het motortoerental nauwkeurig aangestuurd, vooral om het
brandstofverbruik te verlagen en de uitstoot van schadelijke stoffen te beperken.
Het kan voorkomen dat het weergegeven motortoerental varieert, terwijl de rijomstan-
digheden gelijk blijven.
■Weergave buitentemperatuur
●Onder de volgende omstandigheden wordt mogelijk niet de juiste buitentemperatuur
weergegeven of duurt het langer voordat de weergave wordt gewijzigd.
• Wanneer de auto stilstaat of met lage snelheid rijdt (lager dan 20 km/h)
• Wanneer de buitentemperatuur plotseling verandert (bijvoorbeeld bij het in- of uit-
rijden van een garage of tunnel)
●Wanneer -- of E wordt weergegeven, is het systeem mogelijk defect.
Laat de auto nakijken door een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bv. het in- of uitschakelen van het controlelampje ECO MODE) kunnen
worden gewijzigd. (Mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 591)
OPMERKING
■Voorkomen van schade aan de motor en onderdelen van de motor
●Auto's met een toerenteller: Laat de naald van de toerenteller niet in het rode gebied
komen dat het maximumtoerental aangeeft.
●De motor kan oververhit raken als het waarschuwingslampje voor een hoge koel-
vloeistoftemperatuur gaat branden of knipperen. Breng in dat geval de auto zo snel
mogelijk op een veilige plaats tot stilstand en controleer de motor nadat deze volle-
dig is afgekoeld. (Blz. 574)
Page 237 of 624
237
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Rijmodusselectieschakelaar
Normale modus
ECO-modus
Geschikt voor het verminderen van het
brandstofverbruik, omdat het koppel
dat correspondeert met de mate waarin
het gaspedaal wordt ingetrapt geleide-
lijker wordt afgegeven dan onder nor-
male omstandigheden en de werking
van het airconditioningsysteem (verwar-
men/koelen) wordt geminimaliseerd.
Wanneer de rijmodusselectieschakelaar naar links gedraaid wordt, gaat het controle-
lampje ECO MODE in het instrumentenpaneel branden.
Druk op de schakelaar om de rijmodus te wijzigen naar de normale modus.
Sportmodus
Gebruik deze modus wanneer de auto snel en soepel moet reageren, bijvoorbeeld
bij het rijden in bergachtige gebieden of tijdens het inhalen.
Wanneer de rijmodusselectieschakelaar naar rechts gedraaid wordt, gaat het contro-
lelampje SPORT MODE in het instrumentenpaneel branden.
Druk op de schakelaar om de rijmodus te wijzigen naar de normale modus.
■Werking van de airconditioning in de ECO-modus
De ECO-modus regelt het verwarmen/koelen en de aanjagersnelheid van het aircondi-
tioningsysteem om brandstof te besparen (Blz. 415, 422). Stel de aanjagersnelheid af
of schakel de ECO-modus uit om de prestaties van de airconditioning te verbeteren.
■Automatisch uitschakelen van de sportmodus
De sportmodus wordt automatisch uitgeschakeld als na het rijden in deze stand het con-
tact UIT wordt gezet.
De rijmodi kunnen worden geselecteerd overeenkomstig de rijomstandighe-
den.
1
2
3