MAZDA MODEL 6 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2015, Model line: MODEL 6, Model: MAZDA MODEL 6 2015Pages: 841, PDF Size: 7.87 MB
Page 251 of 841

qSmart Brake Support
remhulpsysteem/stadsverkeer-
remassistent (SBS/SCBS) OFF
indikatielampje (Type A)
í
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat dit indikatielampje gedurende enkele
seconden branden.
Wanneer het Smart Brake Support
remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent
(SBS/SCBS) wordt uitgeschakeld, gaat
het Smart Brake Support remhulpsysteem/
stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS)
OFF indikatielampje branden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-15.
qWaarschuwingsindikatie van
stadsverkeer-remassistent (SCBS)
(Type A)
í
De indikatie wordt tijdens de werking van
de SCBS rem of de werking van de
remhulp (SCBS remhulpsysteem) in de
multi-informatiedisplay getoond.
qi-ELOOP indikatie (Type A)í
Als de motor gestart wordt nadat er
gedurende langere tijd niet met de auto is
gereden, is het mogelijk dat een“i-
ELOOP- laad op”bericht op de display
wordt aangegeven. Laat de motor
stationair draaien en wacht totdat het
bericht verdwenen is.
OPMERKING
Als er met de auto wordt gereden
terwijl het bericht wordt getoond, klinkt
er een pieptoon. Als u het stuurwiel
draait terwijl het bericht wordt getoond,
voelt dit zwaarder dan normaal. Dit
duidt echter niet op een afwijking.
Parkeer de auto met draaiende motor op
een veilige plaats en probeer het
stuurwiel niet te draaien. Wanneer het
bericht niet langer wordt getoond, zal
het gebruik van het stuur weer normaal
worden.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-73íBepaalde modellen.
Page 252 of 841

qIndikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur
(Blauw)
Het lampje brandt continu wanneer de
motorkoelvloeistoftemperatuur laag is en
gaat uit nadat de motor warmgedraaid is.
Als het indikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur blijft
branden nadat de motor voldoende is
opgewarmd, bestaat de kans dat de
temperatuursensor defect is. Raadpleeg
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur.
qSchakelstandindikatie
De stand van de keuzehendel wordt
aangegeven wanneer het contact op ON
wordt gezet.
OPMERKING
(Bepaalde modellen)
Als een van de onderstaande
handelingen wordt uitgevoerd, wordt de
stand van de keuzehendel gedurende 5
minuten getoond ook als de
contactschakelaar in een andere stand
dan ON staat.
lHet contact is op OFF gezet.
lHet bestuurdersportier wordt
geopend.
Versnellingspositie-indikatielampje
In de handbediende overschakelfunctie
gaat de“M”van het
schakelstandindikatielampje branden en
wordt het nummer van de gekozen
versnelling getoond.
qKeuzemodusindikatieí
Wanneer de sportstand wordt
geselecteerd, gaat de keuzemodusindikatie
in de instrumentengroep branden.
OPMERKING
Als de modus niet overgeschakeld kan
worden naar de drive-stand, gaat de
keuzemodusindikatie knipperen om de
bestuurder te attenderen.
4-74
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Instrumentengroep en display
Page 253 of 841

qGrootlichtindikatielampje
Dit lampje geeft een van beide volgende
functies aan:
lHet grootlicht van de koplampen is
ingeschakeld.
lDe richtingaanwijzerhendel staat in de
lichtsignaal-stand.
qRichtingaanwijzers/
Waarschuwingsknipperlichten
indikatielampjes
Bij het inschakelen van de
richtingaanwijzerlampen, gaat het linker
of rechter
richtingaanwijzerindikatielampje
knipperen om aan te geven welke
richtingaanwijzerlamp ingeschakeld is
(pagina 4-105).
Bij het inschakelen van de
waarschuwingsknipperlichtengaan beide
richtingaanwijzerindikatielampjes
knipperen (pagina 4-114).Als een indikatielampje abnormaal gaat
knipperen, bestaat de kans dat één van de
richtingaanwijzergloeilampen is
doorgebrand. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur.
qBeveiligingssysteemindikatielampje
Dit indikatielampje begint elke twee
seconden te knipperen wanneer het
contact vanuit ON op OFF wordt gezet en
het start-blokkeersysteem in staat van
paraatheid is gebracht.
Het lampje stopt met knipperen wanneer
het contact met behulp van de correcte
sleutel op ON gezet wordt.
Op dat moment wordt het start-
blokkeersysteem buiten werking gesteld
en zal het lampje gedurende ongeveer drie
seconden gaan branden en vervolgens
uitgaan.
Als de motor niet met de correcte sleutel
gestart kan worden en het
beveiligingssysteemindikatielampje blijft
branden of knipperen, is er mogelijk een
defect in het systeem. Raadpleeg een
officiële Mazda reparateur.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-75
Page 254 of 841

qMazda Radar Cruise Control
(MRCC) systeem
waarschuwingslampje (Oranje)/
indikatielampje (Groen) (Type A)
í
Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem waarschuwingslampje (Oranje)
Brandt
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat het waarschuwingslampje branden en
vervolgens na enkele seconden uit.
Het waarschuwingslampje gaat branden
als er een defect is in het systeem terwijl
het Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem is ingeschakeld. Laat uw auto bij
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
controleren.
Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem indikatielampje (Groen)
Brandt
Gaat branden wanneer de snelheid voor
het Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem wordt ingesteld.
qHoofdindikatielampje van
kruissnelheidsregelaar (Oranje)/
Indikatielampje voor ingestelde
kruissnelheid (Groen)
í
Dit indikatielampje heeft twee kleuren.
Hoofdindikatielampje van
kruissnelheidsregelaar (Oranje)
Dit indikatielampje blijft gedurende
enkele seconden branden wanneer het
contact op ON gezet wordt.
Het indikatielampje gaat oranje branden
wanneer de kruissnelheidsregelaar
geactiveerd is.
Indikatielampje voor ingestelde
kruissnelheid (Groen)
Het indikatielampje licht groen op
wanneer een kruissnelheid is ingesteld.
4-76
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Instrumentengroep en display
Page 255 of 841

qDodehoekmonitor (BSM) OFF
indikatie/indikatielampjeí
Type A
De dodehoekmonitor (BSM) OFF
indikatie gaat branden wanneer de
dodehoekmonitor (BSM) schakelaar
wordt ingedrukt om de systemen van
dodehoekmonitor (BSM) en
achteruitrijwaarschuwing (RCTA) uit te
schakelen.
Als de indikatie na bediening van de
dodehoekmonitor (BSM) schakelaar blijft
verschijnen, duidt dit op een probleem in
het systeem. Laat uw auto bij een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur controleren.
Type B
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat dit indikatielampje gedurende enkele
seconden branden.
Het dodehoekmonitor (BSM) OFF
indikatielampje gaat branden wanneer de
dodehoekmonitor (BSM) schakelaar
wordt ingedrukt om de systemen van
dodehoekmonitor (BSM) en
achteruitrijwaarschuwing (RCTA) uit te
schakelen.
De volgende gevallen kunnen duiden op
een storing in het systeem. Laat uw auto
bij een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur
controleren.
lHet lampje gaat niet branden wanneer
het contact op ON wordt gezet.
lWanneer het lampje blijft branden, ook
al is de dodehoekmonitor (BSM)
schakelaar uitgezet.
lWanneer dit tijdens het rijden gaat
branden.
OPMERKING
Als er op wegen wordt gereden met
minder verkeer en de radarsensoren
weinig voertuigen kunnen detecteren,
bestaat de kans dat het systeem pauzeert
(de dodehoekmonitor (BSM) OFF
indikatie/indikatielampje in de
instrumentengroep gaat branden). Dit
duidt echter niet op een defect.
qVerlichting-aan indikatielampje
Dit indikatielampje gaat branden wanneer
de buitenverlichting en de
instrumentenpaneelverlichting
ingeschakeld zijn.
Het lampje blijft knipperen als er een
defect in het verlichtingssysteem is.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-77íBepaalde modellen.
Page 256 of 841

qLED
koplampwaarschuwingslampjeí
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat dit waarschuwingslampje gedurende
enkele seconden branden.
Dit lampje gaat branden als er een defect
is in de LED koplamp. Laat uw auto door
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
controleren.
qIndikatielampje voor mistvoorlichtí
Dit lampje gaat branden wanneer de
voormistlichten ingeschakeld worden.
qIndikatielampje voor
mistachterlichtí
Dit lampje gaat branden wanneer het
achtermistlicht ingeschakeld wordt.
4-78
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Instrumentengroep en display
Page 257 of 841

Bediening van de
handgeschakelde
versnellingsbak
qSchakelpatroon van de
handgeschakelde versnellingsbak
Neutraalstand
Het schakelpatroon van de
versnellingsbak is conventioneel, zoals h
aangegeven.
Druk het koppelingspedaal tijdens het
overschakelen volledig in; laat het
vervolgens langzaam opkomen.Uw auto is uitgerust met een inrichting
welke voorkomt dat per ongeluk naar R
(achteruit) overgeschakeld wordt. Duw de
versnellingshendel omlaag en schakel
over naar R.WAARSCHUWING
Op gladde wegen of bij hoge
snelheden niet plotseling afremmen op
de motor:
Het terugschakelen tijdens het rijden
op natte of met sneeuw of ijs overdekte
wegen, of tijdens het rijden met hoge
snelheden veroorzaakt plotseling
afremmen op de motor, hetgeen
gevaarlijk is. Door de plotselinge
verandering in de draaisnelheid van
de banden kunnen de banden gaan
slippen. Dit kan er toe leiden dat u de
macht over het stuur verliest en een
ongeluk veroorzaakt.
Zorg ervoor de keuzehendel in de
stand 1 of R te zetten en de handrem
aan te trekken alvorens de auto
onbeheerd achter te laten:
De auto zou anders plotseling in
beweging kunnen komen en een
ongeluk veroorzaken.
Tijdens het rijden
Transmissie
4-79
Page 258 of 841

OPGELET
lLaat tijdens het rijden uw voet nooit
op het koppelingspedaal rusten.
Gebruik de koppeling niet om de
auto op een helling in stilstaande
positie te houden. Wanneer u uw
voet op het koppelingspedaal laat
rusten wordt onnodige slijtage van
de koppeling en beschadiging
veroorzaakt.
lOefen geen onnodige zijdelingse
kracht uit op de versnellingshendel
bij het overschakelen van de 5de
naar de 4de versnelling. Dit kan er
toe leiden dat per ongeluk de 2de
versnelling wordt gekozen, wat
beschadiging van de transmissie kan
veroorzaken.
lZorg er voor dat de auto volledig tot
stilstand gebracht is alvorens naar
stand R over te schakelen.
Overschakelen naar stand R terwijl
de auto nog in beweging is kan
beschadiging van de versnellingsbak
tot gevolg hebben.
OPMERKING
lIndien het moeilijk is in naar stand R
te schakelen, naar de vrijstand
terugschakelen, het koppelingspedaal
loslaten en vervolgens nogmaals
proberen.
l(Met i-stop functie)
Als de motor als gevolg van afslaan
is gestopt, kan deze opnieuw worden
gestart door het koppelingspedaal in
te trappen binnen 3 seconden nadat
de motor is gestopt.
De motor kan onder de volgende
omstandigheden ook als het
koppelingspedaal wordt ingetrapt
niet opnieuw worden gestart:
lHet bestuurdersportier geopend is.lDe veiligheidsgordel van de
bestuurder is niet vastgemaakt.
lNa het afslaan van de motor is het
koppelingspedaal niet volledig
losgelaten.
lHet koppelingspedaal wordt
ingetrapt terwijl de motor niet
volledig is stopgezet.
4-80
Tijdens het rijden
Transmissie
Page 259 of 841

qSchakelstand-indikatielampje
Het schakelstand-indikatielampje dient als
hulp voor vermindering van het
brandstofverbruik en het verkrijgen van
betere rijprestaties. Deze toont de gekozen
schakelstand in de instrumentengroep en
raadt tevens de bestuurder aan over te
schakelen naar de schakelstand die het
beste past bij de huidige
rijomstandigheden.
Geselecteerde schakelstandGeschikte schakelstand
Aanduiding Oplossing
NummerDe geselecteerde schakelstand
wordt getoond.
en nummerOpschakelen of terugschakelen
naar de aangegeven schakelstand
wordt aanbevolen.
OPGELET
Vertrouw niet enkel op de opschakel/
terugschakel-aanbevelingen van de
indikaties. Het is mogelijk dat bij
werkelijke rijomstandigheden anders
geschakeld moet worden dan de
indikatielampjes aangeven. Om het
risico van ongevallen te voorkomen,
dient de bestuurder alvorens te
schakelen de weg- en
verkeersomstandigheden correct te
beoordelen.
OPMERKING
Het schakelstand-indikatielampje wordt
op de volgende manieren uitgeschakeld.
lDe auto wordt stopgezet.
lDe neutraalstand wordt
ingeschakeld.
lBij achteruit rijden.
lWanneer bij het wegrijden vanuit
stilstand de koppeling niet volledig is
opgekomen.
lHet koppelingspedaal tijdens het
rijden gedurende 2 seconde of langer
ingetrapt blijft.
Tijdens het rijden
Transmissie
4-81
Page 260 of 841

Bedieningsorganen van de automatische transmissie
Ontgrendeltoets
Geeft aan dat de keuzehendel vrij naar elke stand verplaatst kan worden.
Geeft aan dat u om over te kunnen schakelen de ontgrendeltoets ingedrukt moet houden. Geeft aan dat u om over te kunnen schakelen het rempedaal moet intrappen en de
ontgrendeltoets ingedrukt moet houden (het contact dient op ACC of ON te staan). Diverse blokkeringen:
OPMERKING
De Sport AT heeft een optie die niet in de traditionele automatische transmissie is
opgenomen - aan de bestuurder de optie geven de versnellingen te kiezen in plaats van
het overschakelen van de versnellingen aan de transmissie over te laten. Als u de functies
van de automatische transmissie als een traditionele automaat wilt gebruiken, dient u
zich er ook van bewust te zijn dat u per ongeluk naar de handbediende
overschakelfunctie zou kunnen overschakelen en dat bij het toenemen van de rijsnelheid
een verkeerde versnelling aangehouden wordt. Als u bemerkt dat het motortoerental
hoger wordt of dat u hoort dat de motor gaat loeien, controleren of u niet per ongeluk de
handbediende overschakelfunctie heeft ingeschakeld (pagina 4-86).
4-82
Tijdens het rijden
Transmissie