MAZDA MODEL 6 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2015, Model line: MODEL 6, Model: MAZDA MODEL 6 2015Pages: 841, PDF Size: 7.87 MB
Page 261 of 841

qDisplayaanduiding
Bij auto's met een type A
instrumentengroep, de toestand van de
auto controleren of de auto door een
deskundige reparateur laten inspecteren,
bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur, overeenkomstig de indikatie.
qWaarschuwingslampje
Systeemdefecten of bedrijfstoestanden
worden aangeduid door een
waarschuwing.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes op
pagina 4-40.
qSchakelstanden
lHet schakelstandindikatielampje in de
instrumentengroep gaat branden.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes
op pagina 4-40.
lOm de startmotor in te schakelen dient
de keuzehendel in de stand P of N te
staan.
P (parkeren)
In stand P is de transmissie geblokkeerd
waardoor wordt voorkomen dat de
voorwielen kunnen draaien.
WAARSCHUWING
Zet de keuzehendel altijd in stand P en
trek de handrem aan:
Het is gevaarlijk wanneer u enkel de
keuzehendel in stand P zet om de auto
geparkeerd te houden zonder de
handrem te gebruiken. Als stand P
ontgrendeld raakt, kan de auto gaan
rollen hetgeen tot ongelukken kan
leiden.
OPGELET
lDe transmissie kan beschadigd raken
wanneer u de stand P (parkeren), N
(neutraal) of R (achteruit) inschakelt
terwijl de auto in beweging is.
lOverschakelen in een van de vooruit
versnellingen of in de achteruit
wanneer de motor sneller draait dan
stationair, kan beschadiging van de
transmissie tot gevolg hebben.
R (achteruit)
In stand R kan er met de auto uitsluitend
achteruit gereden worden. Breng de auto
altijd eerst volledig tot stilstand, alvorens
naar of vanuit stand R (achteruit) over te
schakelen, behalve onder buitengewone
omstandigheden zoals beschreven onder
“Op eigen kracht lostrekken van de auto”
(pagina 3-70).
N (neutraal)
De wielen en de transmissie zijn in deze
stand niet geblokkeerd. Als de handrem of
de voetrem niet wordt gebruikt, kan de
auto zelfs op een geringe helling
gemakkelijk gaan rollen.
Tijdens het rijden
Transmissie
4-83
Page 262 of 841

WAARSCHUWING
Nooit vanuit N of P naar een van de
versnellingen overschakelen wanneer
het motortoerental hoger is dan
stationair:
Het overschakelen vanuit N of P naar
een van de versnellingen is gevaarlijk
wanneer het motortoerental hoger is
dan stationair. Indien dit gedaan
wordt, kan de auto plotseling in
beweging komen, hetgeen tot een
ongeluk of ernstig letsel kan leiden.
Tijdens het rijden niet overschakelen
naar N:
Het overschakelen naar N tijdens het
rijden is gevaarlijk. Bij het
verminderen van snelheid kan niet op
de motor worden afgeremd, hetgeen
tot een ongeluk of ernstig letsel kan
leiden.
OPGELET
Tijdens het rijden niet overschakelen
naar N. Dit kan beschadiging van de
transmissie veroorzaken.
OPMERKING
Trek de handrem aan of trap het
rempedaal in alvorens de keuzehendel
vanuit N te verplaatsen om te
voorkomen dat de auto onverwachts in
beweging komt.
D (drive)
D is de normale rijpositie. Vanuit stilstand
zal de transmissie automatisch
achtereenvolgens door 6-versnellingen
schakelen.
M (Handbediende overschakeling)
M is de stand voor handbediende
overschakeling. De versnellingen kunnen
op- of teruggeschakeld worden door het
bedienen van de keuzehendel.
Zie Modus voor Handbediende
overschakeling op pagina 4-86.
qActieve Aangepaste
Overschakeling (AAS)
Met de Actieve Aangepaste
Overschakeling (AAS) worden de
overschakelpunten van de transmissie
automatisch geregeld en optimaal
aangepast aan de rijomstandigheden en
het rijgedrag van de bestuurder. Dit
verbetert het rijcomfort.
Het is mogelijk dat de transmissie naar de
AAS modus overschakelt bij het op- en
afrijden van hellingen, het maken van
bochten, het rijden op grote hoogte, of het
snel intrappen van het gaspedaal terwijl de
keuzehendel in de stand D staat.
Afhankelijk van de weg- en
rijomstandigheden/besturing van de auto,
bestaat de kans dat het overschakelen
vertraagd of niet plaatsvindt. Dit duidt
echter niet op een probleem omdat de
AAS modus de optimale schakelstand zal
aanhouden.
4-84
Tijdens het rijden
Transmissie
Page 263 of 841

qSchakelblokkeersysteem
Het schakelblokkeersysteem voorkomt
dat u vanuit stand P kunt
overschakelen tenzij u het rempedaal
indrukt.
Overschakelen vanuit P:
1. Houd het rempedaal ingedrukt.
2. Start de motor.
3. Houd de ontgrendeltoets ingedrukt.
4. Verplaats de keuzehendel.
OPMERKING
lWanneer het contact op ACC wordt
gezet of het contact wordt uitgezet,
kan de keuzehendel niet vanuit stand
P overgeschakeld worden.
lHet contact kan niet op OFF gezet
worden als de keuzehendel niet in P
staat.
qOntgrendelpal van
overschakelblokkering
Als bij gebruik van de juiste
overschakelprocedure de keuzehendel niet
vanuit P verplaatst kan worden, het pedaal
ingedrukt blijven houden.
Type A
1. Verwijder het kapje van de
ontgrendelpal van de
overschakelblokkering met behulp van
een platte schroevendraaier die met een
doek is omwikkeld.2. Steek een schroevendraaier naar binnen
en duw deze naar beneden.
Deksel
3. Houd de ontgrendeltoets ingedrukt.
4. Verplaats de keuzehendel.
5. Breng de auto naar een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur om het systeem te
laten controleren.
Type B
1. Houd de toets ingedrukt en druk de
ontgrendeltoets in.
Ontgrendeltoets
Toets
2. Verplaats de keuzehendel.
3. Breng de auto naar een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur om het systeem te
laten controleren.
Tijdens het rijden
Transmissie
4-85
Page 264 of 841

qModus voor handbediende
overschakeling
Deze modus geeft u het gevoel met een
auto met handgeschakelde
versnellingsbak te rijden door de
bediening van de keuzehendel en stelt u in
staat het motortoerental en het koppel naar
de aangedreven wielen te regelen precies
zoals bij een handgeschakelde
versnellingsbak wanneer een grotere mate
van beheersing gewenst is.
Voor het overschakelen naar de modus
voor handbediende overschakeling, de
keuzehendel van D naar M verplaatsen.
OPMERKING
Door tijdens het rijden te veranderen
naar de modus voor handbediende
wordt de transmissie niet beschadigd.
Om terug te keren naar de automatische
overschakelfunctie, de hendel van M naar
D verplaatsen.
OPMERKING
lAls u overgaat naar de modus voor
handbediende overschakeling
wanneer de auto tot stilstand is
gebracht, zal de versnelling
overschakelen naar M1.
lAls u bij het rijden in bereik D, 5de
versnelling/6de versnelling, overgaat
naar de modus voor handbediende
overschakeling zonder het gaspedaal
in te trappen, zal de versnelling
overschakelen naar M4/M5.
Indikatielampjes
Modus voor handbediende
overschakeling indikator
In de modus voor handbediende
overschakeling, gaat de“M”van het
schakelstandindikatielampje in het
instrumentenpaneel branden.
Versnellingspositie-indikatielampje
Het nummer voor de gekozen versnelling
gaat branden.
Modus voor handbediende
overschakeling indikator
Versnellingspositie-indikatielampje
4-86
Tijdens het rijden
Transmissie
Page 265 of 841

OPMERKING
lAls tijdens het rijden met hoge
snelheden de versnellingen niet
teruggeschakeld kunnen worden,
gaat het versnellingspositie-
indikatielampje tweemaal knipperen
om aan te geven dat de versnellingen
niet teruggeschakeld kunnen worden
(om de transmissie te beschermen).
lAls de temperatuur van de
automatische transmissievloeistof te
hoog wordt, bestaat de mogelijkheid
dat de transmissie overschakelt naar
de automatische overschakelfunctie
en dat de modus voor handbediende
overschakeling geannuleerd wordt en
de verlichting van het
versnellingspositie-indikatielampje
uitgeschakeld wordt. Dit is een
normale functie voor het beveiligen
van de automatische transmissie.
Nadat de temperatuur van de
automatische transmissievloeistof
gedaald is, gaat het
versnellingspositie-indikatielampje
opnieuw branden en wordt het rijden
in de modus voor handbediende
overschakeling hersteld.
OPMERKING
l(SKYACTIV-D 2.2 4WD
voertuigen)
Als de temperatuur van de motorolie
te hoog wordt, bestaat de
mogelijkheid dat de transmissie
overschakelt naar de automatische
overschakelfunctie en dat de modus
voor handbediende overschakeling
geannuleerd wordt en de verlichting
van het versnellingspositie-
indikatielampje uitgeschakeld wordt.
Nadat de temperatuur van de
motorolie gedaald is, gaat het
versnellingspositie-indikatielampje
opnieuw branden en wordt het rijden
in de modus voor handbediende
overschakeling hersteld.
Schakelstand-indikatielampjeí
Het schakelstand-indikatielampje dient als
hulp voor vermindering van het
brandstofverbruik en het verkrijgen van
betere rijprestaties. Deze toont de gekozen
schakelstand in de instrumentengroep en
raadt tevens de bestuurder aan over te
schakelen naar de schakelstand die het
beste past bij de huidige
rijomstandigheden.
Geselecteerde schakelstandGeschikte schakelstand
Tijdens het rijden
Transmissie
4-87íBepaalde modellen.
Page 266 of 841

Aanduiding Oplossing
NummerDe geselecteerde schakelstand
wordt getoond.
en nummerOpschakelen of terugschakelen
naar de aangegeven schakelstand
wordt aanbevolen.
OPGELET
Vertrouw niet enkel op de opschakel/
terugschakel-aanbevelingen van de
indikatielampjes. Het is mogelijk dat bij
werkelijke rijomstandigheden anders
geschakeld moet worden dan de
indikatielampjes aangeven. Om het
risico van ongevallen te voorkomen,
dient de bestuurder alvorens te
schakelen de weg- en
verkeersomstandigheden correct te
beoordelen.
OPMERKING
Het schakelstand-indikatielampje wordt
op de volgende manieren uitgeschakeld.
lDe auto wordt stopgezet.
lDe modus voor handbediende
overschakeling wordt geannuleerd.
Overschakelen
Opschakelen en terugschakelen van de
versnellingen is mogelijk met behulp van
de keuzehendel of de
stuurversnellingschakelaars
í.Handbediend opschakelen
(M1→M2→M3→M4→M5→M6)
Voor het opschakelen naar een hogere
versnelling, de keuzehendel eenmaal naar
achteren (
) verplaatsen.
Voor het opschakelen naar een hogere
versnelling met behulp van de
stuurversnellingschakelaars, de UP
schakelaar (
/OFF) eenmaal met uw
vingers naar u toe trekken.
UP schakelaar (+/OFF)
4-88
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Transmissie
Page 267 of 841

WAARSCHUWING
Houd uw handen op de rand van het
stuurwiel wanneer u met uw vingers
de stuurversnellingschakelaars
bedient:
Het plaatsen van uw handen binnen
de rand van het stuurwiel bij gebruik
van de stuurversnellingschakelaars is
gevaarlijk. Als de bestuurdersairbag
bij een botsing geactiveerd zou
worden, zou deze tegen uw handen
kunnen slaan en letsel veroorzaken.
OPMERKING
lTijdens langzaam rijden is het
mogelijk dat de versnellingen niet
automatisch opgeschakeld worden.
lLaat in de handbediende
overschakelfunctie de motor niet met
de naald van de toerentalmeter in de
RODE ZONE draaien. Wanneer het
motortoerental hoog is, bestaat de
kans dat automatisch een versnelling
hoger ingeschakeld wordt om de
motor te beschermen.
lWanneer het gaspedaal volledig
wordt ingedrukt, zal de transmissie
terugschakelen naar een lagere
versnelling, afhankelijk van de
rijsnelheid.
lDe stuurversnellingschakelaar kan
tijdelijk gebruikt worden als de
keuzehendel tijdens het rijden in de
stand D staat. De automatische
overschakelfunctie wordt weer terug
ingesteld wanneer de UP schakelaar
(
/OFF) voldoende lang naar
achteren getrokken wordt.Handbediend terugschakelen
(M6→M5→M4→M3→M2→M1)
Voor terugschakelen naar een lagere
versnelling, de keuzehendel eenmaal naar
voren (
) verplaatsen.
Voor het terugschakelen naar een lagere
versnelling met behulp van de
stuurversnellingschakelaars, de DOWN
schakelaar (
) eenmaal met uw vingers
naar u toe trekken.
DOWN schakelaar (-)
Tijdens het rijden
Transmissie
4-89
Page 268 of 841

WAARSCHUWING
Op gladde wegen of bij hoge
snelheden niet plotseling afremmen op
de motor:
Het terugschakelen tijdens het rijden
op natte of met sneeuw of ijs overdekte
wegen, of tijdens het rijden met hoge
snelheden veroorzaakt plotseling
afremmen op de motor, hetgeen
gevaarlijk is. Door de plotselinge
verandering in de draaisnelheid van
de banden kunnen de banden gaan
slippen. Dit kan er toe leiden dat u de
macht over het stuur verliest en een
ongeluk veroorzaakt.
Houd uw handen op de rand van het
stuurwiel wanneer u met uw vingers
de stuurversnellingschakelaars
bedient:
Het plaatsen van uw handen binnen
de rand van het stuurwiel bij gebruik
van de stuurversnellingschakelaars is
gevaarlijk. Als de bestuurdersairbag
bij een botsing geactiveerd zou
worden, zou deze tegen uw handen
kunnen slaan en letsel veroorzaken.
OPMERKING
lTijdens het rijden met hoge
snelheden is het mogelijk dat de
versnelling niet automatisch
teruggeschakeld wordt.
lTijdens afremmen op de motor is het
mogelijk dat de versnelling
automatisch teruggeschakeld wordt,
afhankelijk van de rijsnelheid.
lWanneer het gaspedaal volledig
wordt ingedrukt, zal de transmissie
terugschakelen naar een lagere
versnelling, afhankelijk van de
rijsnelheid.
Blokkeermodus voor tweede versnelling
Wanneer bij een rijsnelheid van ongeveer
10 km/h of minder de keuzehendel naar
achteren wordt verplaatst (
), wordt de
transmissie ingesteld in de blokkeermodus
voor de tweede versnelling. In deze stand
wordt de transmissie in de tweede
versnelling vergrendeld om het
accelereren vanuit stilstand en het rijden
op gladde, met sneeuw bedekte wegen te
vergemakkelijken.
Als in de blokkeermodus voor de tweede
versnelling de keuzehendel naar achteren
(
) of naar voren () wordt verplaatst,
zal de modus geannuleerd worden.
4-90
Tijdens het rijden
Transmissie
Page 269 of 841

Snelheidslimiet voor schakelstand (overschakelen)
In de handgeschakelde modus is de snelheidslimiet voor elke schakelstand als volgt
ingesteld: Wanneer de keuzehendel wordt bediend binnen het bereik van de
snelheidslimiet, wordt de versnelling overgeschakeld.
Opschakelen
De versnelling wordt niet opgeschakeld wanneer de rijsnelheid lager is dan de
snelheidslimiet.
Terugschakelen
De versnelling wordt niet teruggeschakeld wanneer de rijsnelheid hoger is dan de
snelheidslimiet.
Als de rijsnelheid hoger is dan de snelheidslimiet en de versnelling niet terugschakelt,
knippert de schakelstandindikator 2 maal om de bestuurder te waarschuwen dat de
versnelling niet kan worden overgeschakeld.
Kickdown
Wanneer het gaspedaal tijdens het rijden volledig wordt ingetrapt, schakelt de versnelling
terug.
OPMERKING
In de blokkeermodus van de tweede versnelling wordt bij gebruik van de kickdown de
versnelling ook teruggeschakeld.
Tijdens het rijden
Transmissie
4-91
Page 270 of 841

Automatisch terugschakelen
De versnelling schakelt automatisch terug afhankelijk van de rijsnelheid tijdens het
afremmen op de motor.
OPMERKING
Als de auto in de blokkeermodus van de tweede versnelling tot stilstand komt, blijft de
versnelling in de tweede.
qDirecte modusí
De directe modus kan worden gebruikt
voor het tijdelijk overschakelen van de
versnellingen door bediening van de
stuurversnellingschakelaar tijdens het
rijden met de keuzehendel in het D bereik.
In de directe modus branden de D en M
indikatielampjes en wordt de
versnellingspositie die in gebruik is
verlicht aangegeven.
De directe modus wordt in de volgende
gevallen geannuleerd (ontgrendeld).
lDe UP schakelaar (/OFF) wordt
gedurende een bepaalde tijd of langer
naar achteren getrokken.
lEr wordt gedurende een bepaalde tijd
of langer met de auto gereden (tijd
verschilt afhankelijk van de
rijomstandigheden tijdens het gebruik).
lDe auto wordt stopgezet of bij het
rijden met lage snelheid.
Versnellingspositie-indikatielampje
Directe modus indikator
OPMERKING
In de directe modus bestaat de kans dat
afhankelijk van de rijsnelheid
opschakelen en terugschakelen niet
mogelijk is. Aangezien de directe
modus wordt geannuleerd (ontgrendeld)
afhankelijk van de mate van acceleratie
of als het gaspedaal volledig wordt
ingetrapt, wordt gebruik van de modus
voor handbediende overschakeling
aanbevolen als u gedurende een langere
periode in een bepaalde versnelling
moet rijden.
4-92
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Transmissie