ABS MAZDA MODEL CX-5 2013 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2013, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2013Pages: 657, PDF Size: 5.51 MB
Page 139 of 657

WAARSCHUWING
Nooit tijdens het afdalen van hellingen
de motor afzetten:
Het afzetten van de motor bij het
afdalen van hellingen is gevaarlijk. De
stuurbekrachtiging en de
rembekrachtiging zullen dan buiten
werking gesteld worden, hetgeen
beschadiging van het
aandrijfmechanisme tot gevolg kan
hebben. Verlies van de
stuurbekrachtiging of
rembekrachtiging kan tot een ongeluk
leiden.
Moeilijke rijomstandigheden
WAARSCHUWING
Wees uiterst voorzichtig als het nodig
is op een glad wegdek terug te
schakelen:
Het op een glad wegdek
terugschakelen naar de eerste
versnelling bij een handgeschakelde
versnellingsbak of naar een lage
versnelling bij een automatische
transmissie is gevaarlijk. Door de
plotselinge verandering in de
draaisnelheid van de banden kunnen
de banden gaan slippen. Dit kan er toe
leiden dat u de macht over het stuur
verliest en een ongeluk veroorzaakt.
Bij het rijden met zware regenval, sneeuw,
ijzel, door modder, zand of onder
soortgelijke gevaarlijke omstandigheden:
lRijd voorzichtig en neem extra
remafstand in acht.
lVermijd abrupt remmen en plotseling
draaien van het stuurwiel.
lHet rempedaal niet pompend
indrukken. Blijf het rempedaal
ingedrukt houden.
Zie het Anti-blokkeer remsysteem
(ABS) op pagina 4-130.
lIndien de auto vast is komen te zitten,
een lagere versnelling kiezen en
langzaam accelereren. Voorkom dat de
voorwielen gaan slippen.
Alvorens te gaan rijden
Rijtips
3-61
Page 145 of 657

Doorwaden van water
WAARSCHUWING
Droog remmen die nat geworden zijn
door langzaam te rijden, het gaspedaal
los te laten en het rempedaal enkele
malen licht in te trappen totdat de
remwerking weer normaal wordt:
Rijden met natte remmen is gevaarlijk.
De grotere remafstand of het naar één
kant trekken van de auto tijdens het
remmen kan een ernstig ongeluk
veroorzaken. Licht afremmen geeft
aan of het remvermogen verminderd
is.
OPGELET
Rijd niet met de auto op wegen die
overstroomd zijn, aangezien dit
kortsluiting in de elektrische/
elektronische onderdelen kan
veroorzaken, of beschadiging of afslaan
van de motor als gevolg van
waterabsorptie. Neem contact op met
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur indien
met de auto door diep water is gereden.
Alvorens te gaan rijden
Rijtips
3-67
Page 157 of 657

4Tijdens het rijden
Informatie betreffende veilig rijden en stoppen
Motor start/stop ....................................... 4-2
Contactschakelaar ............................... 4-2
Starten van de motor ........................... 4-4
Stopzetten van de motor .................... 4-11
i-stop
í.............................................. 4-13
Instrumentengroep en display .............. 4-24
Meters en tellers ................................ 4-24
Waarschuwings/indikatielampjes ...... 4-41
Transmissie ............................................ 4-77
Bediening van de handgeschakelde
versnellingsbak ................................. 4-77
Bedieningsorganen van de automatische
transmissie ........................................ 4-80
Schakelaars en regelaars ....................... 4-92
Lichtschakelaar ................................. 4-92
Koplampregelsysteem (HBC)
í........ 4-99
Voormistlichtení............................ 4-104
Achtermistlichtí............................. 4-105
Richtingaanwijzers en signalen voor
rijbaanverandering .......................... 4-107
Voorruitenwissers en ruitensproeier .... 4-109
Achterruitenwisser en ruitensproeier .... 4-113
Koplampsproeierí.......................... 4-114
Achterruitverwarming ..................... 4-114
Claxon ............................................. 4-115
Waarschuwingsknipperlichten ........ 4-116
Remmen ................................................ 4-117
Remsysteem .................................... 4-117
Noodstopsignaalsysteem ................. 4-120
Hellingwegrijsysteem (HLA) .......... 4-121
Stadsverkeer-remassistent (SCBS)í.... 4-123
ABS/TCS/DSC ..................................... 4-130
Anti-blokkeer remsysteem (ABS) ... 4-130
Anti-wielspin regeling (TCS) .......... 4-131
Dynamische stabiliteitsregeling (DSC) ... 4-133
4WD ...................................................... 4-134
Gebruik van de 4-wielaandrijving
(4WD) ............................................. 4-134
Stuurbekrachtiging ............................. 4-136
Stuurbekrachtiging .......................... 4-136
Kruissnelheidsregelaar ........................ 4-137
Kruissnelheidsregelaar
í................. 4-137
Bandenspanningcontrolesysteem ....... 4-141
Bandenspanningcontrolesysteem .... 4-141
Rijbaanveranderingcontrolesysteem
(RVM) ................................................... 4-145
Rijbaanveranderingcontrolesysteem
(RVM)
í.......................................... 4-145
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ................................................ 4-152
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
í....................................... 4-152
Dieseldeeltjesfilter ................................ 4-162
Dieseldeeltjesfilter (SKYACTIV-D
2.2) .................................................. 4-162
Achteruitkijkmonitor .......................... 4-163
Achteruitkijkmonitor
í.................... 4-163
Parkeersensorsysteem ......................... 4-180
Parkeersensorsysteem
í.................. 4-180
4-1íBepaalde modellen.
Page 200 of 657

Indikatie op display
Inspectie van
voertuigsysteem vereist:
Voertuigsysteem dient
geïnspecteerd te worden.
Lijst van indikaties en te nemen maatregelen
Signaal Waarschuwings/indikatielampjes Pagina
Hoofdwaarschuwingslampje 4-50
Remwaarschuwingslampje 4-50
Waarschuwingslampje van anti-blokkeer remsysteem (ABS) 4-51
Laadsysteemwaarschuwingsindikatie 4-52
Motoroliewaarschuwingsindikatie 4-53
Motorwaarschuwingslampje 4-53
Waarschuwingslampje voor hoge motorkoelvloeistoftemperatuur (Rood) 4-54
i-stop waarschuwingslampje (Oranje)/indikatielampje (Groen) 4-55
Rijbaanveranderingcontrolesysteem (RVM) waarschuwingslampje
(Oranje)/indikatielampje (Groen)4-57
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) waarschuwingslampje
(Oranje)/indikatielampje (Groen)4-57
4WD waarschuwingsindikatie 4-58
Waarschuwingsindikatie voor automatische transmissie 4-59
4-44
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Page 203 of 657

qType B
Waarschuwings/indikatielampjes zullen verschijnen in de gearceerde gedeelten
Signaal Waarschuwings/indikatielampjes Pagina
Hoofdwaarschuwingslampje 4-50
Remwaarschuwingslampje 4-50
Waarschuwingslampje van anti-blokkeer remsysteem (ABS) 4-51
Laadsysteemwaarschuwingslampje 4-52
Motoroliewaarschuwingslampje 4-53
Motorwaarschuwingslampje 4-53
Waarschuwingslampje voor hoge motorkoelvloeistoftemperatuur (Rood) 4-54
i-stop waarschuwingslampje (Oranje)/indikatielampje (Groen) 4-55
Rijbaanveranderingcontrolesysteem (RVM) waarschuwingslampje
(Oranje)/indikatielampje (Groen)4-57
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) waarschuwingslampje
(Oranje)/indikatielampje (Groen)4-57
4WD waarschuwingslampje 4-58
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-47
Page 207 of 657

WAARSCHUWING
Niet rijden wanneer het
remwaarschuwingslampje brandt.
Neem contact op met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur om de remmen zo
spoedig mogelijk te laten inspecteren:
Rijden terwijl het
remwaarschuwingslampje brandt is
gevaarlijk. Het geeft aan dat de
remmen wellicht totaal niet
functioneren of dat ze op elk moment
volledig buiten bedrijf kunnen raken.
Laat de remmen onmiddellijk
inspecteren indien dit lampje blijft
branden nadat u gecontroleerd heeft
of de handrem volledig ontspannen is.
OPGELET
Ook is het mogelijk dat het effectieve
remvermogen vermindert, zodat u het
rempedaal krachtiger moet intrappen
dan normaal om de auto tot stilstand te
brengen.
qWaarschuwingslampje van anti-
blokkeer remsysteem (ABS)
Het waarschuwingslampje blijft
gedurende enkele seconden branden
wanneer het contact op ON gezet wordt.Wanneer het ABS waarschuwingslampje
van het ABS systeem tijdens het rijden
blijft branden, geeft dit aan dat de ABS
besturingseenheid een defect in het
systeem vastgesteld heeft. In dat geval zal
het remsysteem op dezelfde wijze werken
als bij een auto zonder ABS.
Als dit gebeurt, dient u zo spoedig
mogelijk een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur te
raadplegen.
OPMERKING
Wanneer de motor met behulp van een
hulpaccu gestart wordt, is het toerental
ongelijkmatig en is het mogelijk dat het
ABS waarschuwingslampje gaat
branden. In dit geval is dit het gevolg
van een nagenoeg uitgeputte accu en
duidt dit niet op een defect in het ABS
systeem.
Laad de accu.
Zie Opladen van de accu op pagina
6-41.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-51
Page 208 of 657

qWaarschuwing van elektronisch
remkrachtverdelingssysteem
Als de stuureenheid van het elektronisch
remkrachtverdelingssysteem vaststelt dat
bepaalde onderdelen niet goed
functioneren, is het mogelijk dat de
stuureenheid het
remwaarschuwingslampje en het ABS
waarschuwingslampje tegelijkertijd laat
branden. Er is vermoedelijk een probleem
in het elektronisch
remkrachtverdelingssysteem.
WAARSCHUWING
Rijd niet wanneer zowel het ABS
waarschuwingslampje als het
remwaarschuwingslampje beide
branden. Laat de auto naar een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur slepen
om de remmen zo spoedig mogelijk te
laten inspecteren:
Rijden terwijl het ABS
waarschuwingslampje en
remwaarschuwingslampje
tegelijkertijd branden is gevaarlijk.
Wanneer beide lampjes branden,
kunnen de achterwielen tijdens een
noodstop sneller gaan blokkeren dan
onder normale omstandigheden.
qLaadsysteemwaarschuwingsindikatie/
waarschuwingslampje
Type B
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer het contact op ON wordt gezet
en gaat uit wanneer de motor gestart
wordt.
Type A/Type B
Als het waarschuwingslampje/indikatie
tijdens het rijden gaat branden, geeft dit
een storing aan in de dynamo of in het
laadsysteem.
Rijd naar de kant van de weg en breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur.
OPGELET
Wanneer het waarschuwingslampje van
het laadsysteem brandt, niet met de auto
doorrijden omdat de motor plotseling
zou kunnen stoppen.
4-52
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Page 286 of 657

Anti-blokkeer remsysteem
(ABS)
De besturingseenheid van het ABS
systeem houdt de snelheid van elk wiel
voortdurend in het oog. Zodra een van de
wielen op het punt staat te blokkeren,
zorgt het ABS systeem er voor dat de
remkracht op het betreffende wiel
automatisch met korte tussenpozen
onderbroken wordt.
Het is mogelijk dat de bestuurder dan een
lichte trilling in het rempedaal voelt en
een kloppend geluid in het remsysteem
hoort. Dit is de normale werking van het
ABS systeem. Blijf het rempedaal
ingetrapt houden zonder de remmen te
pompen.
Systeemdefecten of bedrijfstoestanden
worden aangeduid door een
waarschuwing.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes op
pagina 4-41.
WAARSCHUWING
Het ABS systeem kan niet beschouwd
worden als remedie voor onveilige
rijtechnieken:
Het ABS systeem biedt geen vrijwaring
tegen onveilig of roekeloos rijgedrag,
buitensporig hoge snelheden, het te
dicht achter een ander voertuig rijden,
rijden op ijs en sneeuw of aquaplaning
(tengevolge van een laag water op het
wegdek wordt de wrijvingskracht van
de banden verminderd). Ongelukken
blijven dan nog steeds mogelijk.
OPMERKING
lHoud er rekening mee dat de
remafstand langer is op wegen met
een losse bovenlaag, (zoals sneeuw
of grind) welke zich vaak boven op
het verharde wegdek bevindt. Onder
dergelijke omstandigheden kan het
voorkomen dat een auto met een
conventioneel remsysteem sneller tot
stilstand komt omdat bij het slippen
van de wielen een laag los materiaal
door de banden als een blok
opgestuwd wordt.
lBij het starten van de motor of
onmiddellijk na het wegrijden met de
auto kan het werkingsgeluid van het
ABS systeem hoorbaar zijn, dit duidt
echter niet op een defect.
4-130
Tijdens het rijden
ABS/TCS/DSC
Page 287 of 657

Anti-wielspin regeling (TCS)
De anti-wielspin regeling (TCS) zorgt via
regeling van het motorkoppel en de
remmen voor een verhoging van de
aandrijfkracht en een verbetering van de
veiligheid. Wanneer door het TCS
systeem het doorspinnen van een van de
aangedreven wielen wordt geregistreerd,
wordt het motorkoppel verminderd om
verlies van aandrijfkracht te voorkomen.
Dit betekent dat op een glad wegdek de
motor automatisch wordt afgesteld voor
het leveren van de optimale aandrijfkracht
voor de aangedreven wielen, om
doorspinnen en verlies van aandrijfkracht
te beperken.
Systeemdefecten of bedrijfstoestanden
worden aangeduid door een
waarschuwing.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes op
pagina 4-41.
WAARSCHUWING
De anti-wielspin regeling (TCS) kan
dus niet beschouwd worden als
remedie voor onveilige rijtechnieken:
De anti-wielspin regeling (TCS) biedt
geen vrijwaring tegen onveilig of
roekeloos rijgedrag, buitensporig hoge
snelheden, het te dicht achter een
ander voertuig rijden of aquaplaning
(tengevolge van een laag water op het
wegdek wordt de wrijvingskracht van
de banden verminderd). Ongelukken
blijven dan nog steeds mogelijk.
Gebruik winterbanden of
sneeuwkettingen en rijd met
verminderde snelheid wanneer wegen
met sneeuw en/of ijs overdekt zijn:
Rijden zonder de juiste
aandrijfkrachthulpmiddelen op wegen
die met sneeuw en/of ijs overdekt zijn
is gevaarlijk. De anti-wielspin regeling
(TCS) alleen kan geen voldoende
aandrijfkracht leveren en ongelukken
blijven dan nog steeds mogelijk.
OPMERKING
Voor het uitschakelen van de TCS, op
de TCS OFF schakelaar drukken
(pagina 4-132).
Tijdens het rijden
ABS/TCS/DSC
4-131
Page 288 of 657

qTCS OFF schakelaar
Druk op de TCS OFF schakelaar om het
TCS systeem uit te schakelen. Het TCS
OFF indikatielampje in de
instrumentengroep gaat branden.
Druk nogmaals op de schakelaar om het
TCS systeem opnieuw in te schakelen.
Het TCS OFF indikatielampje gaat uit.
OPMERKING
lWanneer het TCS systeem is
ingeschakeld en u probeert de auto
vrij te krijgen wanneer deze vast is
komen te zitten, of wanneer u
probeert uit vers gevallen sneeuw
weg te rijden, zal het TCS systeem
geactiveerd worden. Door het
indrukken van het gaspedaal zal het
motorvermogen niet toenemen zodat
het moeilijk kan zijn de auto vrij te
krijgen. Schakel in dit geval het TCS
systeem uit.
lAls het TCS systeem uitgeschakeld
is wanneer de motor wordt stopgezet,
zal dit automatisch geactiveerd
worden wanneer het contact op ON
wordt gezet.
OPMERKING
lDoor het TCS systeem ingeschakeld
te laten wordt de beste aandrijfkracht
verkregen.
lAls de TCS OFF schakelaar
gedurende 10 seconden of langer
ingedrukt wordt gehouden, treedt de
defectbeveiligingsfunctie van de
TCS OFF schakelaar in werking en
wordt het TCS systeem automatisch
geactiveerd. Het TCS OFF
indikatielampje gaat uit zodra het
TCS systeem geactiveerd wordt.
4-132
Tijdens het rijden
ABS/TCS/DSC