Licht MAZDA MODEL CX-5 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2016Pages: 805, PDF Size: 8.7 MB
Page 732 of 805

OPMERKING
lAls het indikatielampje brandt of
knippert, zal de stuurbekrachtiging
niet normaal functioneren. In dat
geval kan het stuurwiel alsnog
gedraaid worden, echter het sturen
gaat dan zwaarder dan normaal en
het is mogelijk dat het stuurwiel
tijdens het draaien trilt.
lAls tijdens stilstand of uiterst
langzaam rijden het stuurwiel bij
herhaling naar links en naar rechts
gedraaid wordt, is het mogelijk dat
de defectbeveiliging van het
stuurbekrachtigingssysteem in
werking treedt waardoor het sturen
zwaarder wordt. Dit duidt echter niet
op een probleem. Parkeer in dit geval
de auto op een veilige plaats en
wacht enkele minuten totdat het
systeem weer normaal werkt.
qAls het waarschuwingslampje voor
systeem van airbag/voorspanners
van voorste veiligheidsgordels gaat
branden of knipperen
Een defect in het systeem wordt
aangeduid als het waarschuwingslampje
constant knippert, constant brandt of
helemaal niet brandt wanneer het contact
op ON gezet wordt. Bij elk van deze
gevallen dient u zo spoedig mogelijk een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur te raadplegen.
Het systeem zal dan wellicht in het geval
van een aanrijding niet in werking treden.
WAARSCHUWING
Sleutel nooit zelf aan de airbag/
voorspannersystemen en laat altijd
alle onderhoud en reparatie door een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
uitvoeren:
Het zelf uitvoeren van onderhoud of
sleutelen aan de systemen is
gevaarlijk. De kans bestaat dat een
airbag/voorspanner onvoorzien
geactiveerd of buiten werking gesteld
wordt.
7-44
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Page 736 of 805

qAls de moersleutelindikatie/
indikatielampje wordt aangegeven
Type A
Laat onderhoud uitvoeren overeenkomstig
het bericht.
Type B
Wanneer het lampje brandt
Het moersleutelindikatielampje gaat
branden wanneer het tijdstip voor het
verversen van de motorolie bereikt is.
Als het lampje gaat branden, de motorolie
verversen.
Zie Motorolie op pagina 6-29.
Wanneer het lampje knippert
(SKYACTIV-D 2.2)
De opvanginrichting voor bezinksel
scheidt water van de brandstof.
Indien er zich water in dit filter heeft
verzameld, gaat het waarschuwingslampje
knipperen.
Als dit gebeurt, dient u zo spoedig
mogelijk een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur te
raadplegen.
qAls het indikatielampje van de
anti-wielspin regeling (TCS)/
dynamische stabiliteitsregeling
(DSC) gaat branden
Als het lampje blijft branden, is er
mogelijk een defect in het TCS, DSC of
het rembekrachtigingsysteem en bestaat
de kans dat deze niet correct functioneren.
Breng uw auto naar een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur.
OPMERKING
lAfgezien van het knipperen van het
indikatielampje, is een licht
“afremmend”geluid van de motor
hoorbaar. Dit geeft aan dat het TCS/
DSC systeem juist werkt.
lOp gladde oppervlakken zoals verse
sneeuw, zal het onmogelijk zijn een
hoog toerental te bereiken wanneer
het TCS systeem is ingeschakeld.
7-48
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Page 737 of 805

qAls het indikatielampje van de
anti-wielspin regeling (TCS) OFF
gaat branden
Als het lampje blijft branden wanneer het
TCS systeem niet is uitgeschakeld, uw
auto naar een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur
brengen. Er is mogelijk een defect in het
DSC systeem.
qAls het indikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur
(blauw) niet uit gaat
Als het indikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur blijft
branden nadat de motor voldoende is
opgewarmd, bestaat de kans dat de
temperatuursensor defect is. Raadpleeg
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur.
qAls het richtingaanwijzers/
waarschuwingsknipperlichten
indikatielampje blijft branden of
met abnormaal hoge snelheid
gaat knipperen
Als een indikatielampje abnormaal gaat
knipperen, bestaat de kans dat één van de
richtingaanwijzergloeilampen is
doorgebrand. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur.
qAls het
beveiligingssysteemindikatielampje gaat
branden of knipperen
Als de motor niet met de correcte sleutel
gestart kan worden en het
beveiligingssysteemindikatielampje blijft
branden of knipperen, is er mogelijk een
defect in het systeem. Raadpleeg een
officiële Mazda reparateur.
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
7-49
Page 738 of 805

qAls het Mazda Radar Cruise
Control (MRCC) systeem
waarschuwingslampje (oranje)
brandt
í
Het waarschuwingslampje gaat branden
als er een defect is in het systeem terwijl
het Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem is ingeschakeld. Laat uw auto bij
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
controleren.
qAls het dodehoekmonitor (BSM)
OFF indikatielampje gaat brandení
Type A
Als de indikatie na bediening van de
dodehoekmonitor (BSM) schakelaar blijft
verschijnen, duidt dit op een probleem in
het systeem. Laat uw auto bij een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur controleren.
Type B
De volgende gevallen kunnen duiden op
een storing in het systeem. Laat uw auto
bij een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur
controleren.
lHet lampje gaat niet branden wanneer
het contact op ON wordt gezet.
lWanneer het lampje blijft branden, ook
al is de dodehoekmonitor (BSM)
schakelaar uitgezet.
lWanneer dit tijdens het rijden gaat
branden.
OPMERKING
Als er op wegen wordt gereden met
minder verkeer en de radarsensoren
weinig voertuigen kunnen detecteren,
bestaat de kans dat het systeem pauzeert
(de dodehoekmonitor (BSM) OFF
indikatie/indikatielampje in de
instrumentengroep gaat branden). Dit
duidt echter niet op een defect.
qAls het verlichting-aan
indikatielampje gaat knipperen
Het lampje blijft knipperen als er een
defect in het verlichtingssysteem is.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur.
7-50
Als er zich een probleem voordoet
íBepaalde modellen.
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Page 739 of 805

qAls het LED
koplampwaarschuwingslampje
gaat branden
í
Dit lampje gaat branden als er een defect
is in de LED koplamp. Laat uw auto door
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur
controleren.
In de volgende gevallen wordt
een waarschuwingszoemer
geactiveerd
qWaarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting
Als de verlichting is ingeschakeld en het
contact in de stand ACC wordt gezet of
wordt uitgeschakeld, zal er een continue
pieptoon klinken zodra het
bestuurdersportier geopend wordt.
OPMERKING
lWanneer het contact op ACC gezet
wordt, heeft de
“Waarschuwingspieptoon voor niet-
uitgeschakeld contact (STOP)”
(pagina 7-53) voorrang boven de
waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting.
lEen gebruikersfunctie is beschikbaar
voor het veranderen van het
geluidsvolume voor de
waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14.
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
7-51íBepaalde modellen.
Page 780 of 805

qGloeilampen
Buitenverlichting
GloeilampCategorie
Watt UNECE
*1(SAE)
KoplampenHalogeen
koplampenGrootlichtZonder
dagverlichting60 HB3 (9005)
Met
dagverlichting55/15
*2H15 (―)
Dimlicht 55 H11 (H11)
LED
koplampenGrootlicht LED
*3―(―)
Dimlicht LED*3―(―)
Dagverlichting
íMet halogeen koplampen 55/15*4H15 (―)
Met LED koplampen LED*3―(―)
Voorste
richtingaanwijzerlampenMet halogeen koplampen 21 PY21W (―)
Met LED koplampen 21 WY21W (7443NA)
PositielampenMet halogeen koplampen 5 W5W (―)
Met LED koplampen LED
*3―(―)
Mistlampen voor
íMet halogeen koplampen 55 H11 (H11)
Met LED koplampen LED*3―(―)
Zijrichtingaanwijzerlampen LED*3―(―)
Middelste remlicht LED*3―(―)
Achterste richtingaanwijzerlampen 21 WY21W (7443NA)
Lampen van
rem-/achterlichtenMet halogeen koplampen 21/5 W21/5W (7443)
Met LED koplampen LED
*3―(―)
AchterlichtenMet halogeen koplampen 5 W5W (―)
Met LED koplampen LED
*3―(―)
Achteruitrijlampen 16 W16W (921)
Mistlamp achter
í21 W21W (7440)
Kentekenplaatlampen 5 W5W (―)
*1 UNECE staat voor Economische Raad van de Verenigde Naties voor Europa (United Nations Economic
Commission for Europe).
*2 Lamp met dubbele gloeidraad, echter alleen 55W gloeidraadlampen worden in de koplampen (groot licht)
gebruikt.
*3 LED is de afkorting voor Licht Emitterende Diode.
*4 Lamp met dubbele gloeidraad, echter alleen 15W gloeidraadlampen worden in de dagverlichting gebruikt.
9-10íBepaalde modellen.
Technische gegevens
Page 781 of 805

Interieurverlichting
GloeilampCategorie
Watt UNECE
*1
Bagageruimteverlichting 8―
Plafondlamp (Voor)/Kaartleeslampen 8―
Achterste kaartleeslampen 8―
Make-up spiegeltje verlichtingen
í2―
*1 UNECE staat voor Economische Raad van de Verenigde Naties voor Europa (United Nations Economic
Commission for Europe).
*2 LED is de afkorting voor Licht Emitterende Diode.
qBanden
Voorbeeld van een bandmarkering en zijn betekenis
Nominale profielbreedte
Nominale breedtehoogteverhouding in %
ConstructiecodeModder en sneeuw
Snelheidsaanduiding
Belastingsindex (niet op ZR banden)
Nominale vel
gdiameter in inches
Bandmarkering-informatie
Kies de juiste banden voor uw wagen aan de hand van de volgende bandmarkering-informatie.
Snelheidsaanduiding Maximum toegestane snelheid
Q Maximaal 160 km/h
R Maximaal 170 km/h
S Maximaal 180 km/h
T Maximaal 190 km/h
U Maximaal 200 km/h
H Maximaal 210 km/h
V Maximaal 240 km/h
W Maximaal 270 km/h
Y Maximaal 300 km/h
ZR Meer dan 240 km/h
Technische gegevens
9-11íBepaalde modellen.
Page 789 of 805

Onderwerp BijzonderheidFabrieksinstellingBeschikbare
instellingenMetho-
de voor
wijzigen
van
instellin-
gen
Auto
Centrale
portiervergrendeling 3-20Werkingsvoorwaarde van
automatische
vergrendel-/ontgrendelfunctieVergrendelen:
Tijdens rijden
ontgrendelen:
IGN UitVergrendelen:
Tijdens rijden
ontgrendelen: In
Parkeren/
Vergrendelen: Uit
parkeerstand
ontgrendelen: In
Parkeren/
Vergrendelen: Uit
parkeerstand
schakelen/
Vergrendelen:
Tijdens rijden
ontgrendelen:
Contact Uit/
Vergrendelen:
Tijdens rijden/
UitAE
Afstandbediende
portiervergrendeling 3-4Tijd voor automatische
portiervergrendeling30 seconden90 seconden/
60 seconden/
30 secondenA―
Geavanceerd
afstandbediend
portiervergrendelingssys-
teem 3-10Tijd voor automatische
portiervergrendeling30 seconden90 seconden/
60 seconden/
30 secondenA―Automatische vergrendelfunctie
operationeel/niet-operationeelUit Aan/Uit A―
Volume van zoemer
bij
vergrendelen/ont-
grendelenEuropese
modellenUit
Hoog/
Gemiddeld/
Laag/
UitAF,
G
Behalve
Europese
modellenGemiddeld
Instapverlichtingssysteem
5-164Tijd totdat interieurverlichting uitgaat
na sluiten van portier15 seconden60 seconden/
30 seconden/
15 seconden/
7,5 secondenA―
Tijd totdat interieurverlichting
automatisch uitgaat wanneer een
portier niet goed gesloten is30 minuten60 minuten/
30 minuten/
10 minutenA―
Automatische
ruitenwisserregeling
4-103Operationeel/niet-operationeel Aan Aan/Uit*4A―
Gebruikersinstellingen
9-19
Page 790 of 805

Onderwerp BijzonderheidFabrieksinstellingBeschikbare
instellingenMetho-
de voor
wijzigen
van
instellin-
gen
Dagverlichting 4-97 Operationeel/niet-operationeel Aan Aan/Uit――
Automatische
verlichtingsregeling 4-91Tijdsinstelling voor inschakeling
verlichtingGemiddeldHoog/
Gem. Hoog/
Gemiddeld/
Gem. Laag/
LaagA―
Koplampregelsysteem
(HBC) 4-142Operationeel/niet-operationeel*1Aan Aan/Uit A―
Adaptieve LED
koplampen 4-145De functie van de adaptieve LED
koplampen kan gewijzigd worden.*1Aan Aan/Uit A―
Aanpasbaar
voorverlichtingssysteem
(AFS) 4-141Operationeel/niet-operationeel*1Aan Aan/Uit A―
Waarschuwing voor
niet-uitgeschakelde
verlichting 7-51Volume van waarschuwingszoemer Hoog Hoog/Laag/Uit A―
Thuiskomstverlichtingsys-
teem 4-96Tijd totdat koplampen doven 30 seconden120 seconden/
90 seconden/
60 seconden/
30 seconden/
UitA―
Vertrekverlichtingsysteem
4-96Operationeel/niet-operatio-
neel
Europese
modellenAan
Aan/Uit A―
Behalve
Europese
modellenUit
Richtingaanwijzerindika-
tor 4-101Volume van zoemer Hoog Hoog/Laag A―
Drie-knipperingen
richtingaanwijzer 4-102Operationeel/niet-operationeel Aan of Uit Aan/Uit A―
Achterruitverwarming
4-109De werkingsduur van de
achterruitverwarming kan gewijzigd
worden.15 minuten15
minuten/Continu*5――
9-20
Gebruikersinstellingen
Page 794 of 805

A
Aanbevolen olie ................................ 6-29
Aanbevolen smeermiddelen ................ 9-6
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem
(AFS) .............................................. 4-141
Accu .................................................. 6-44
Inspectie van het niveau van het accu-
elektroliet ................................... 6-46
Laden ......................................... 6-47
Onderhoudspunt ......................... 6-46
Technische gegevens .................... 9-6
Vernieuwen ................................ 6-47
Accu is uitgeput
Starten met een hulpaccu ........... 7-24
Achterklep ......................................... 3-25
Afdekking bagageruimte ............ 3-29
Wanneer de achterklep niet geopend
kan worden ................................. 7-58
Achterruit
Achterruitverwarming ............. 4-109
Achterruitensproeier ........................ 4-107
Achterruitenwisser .......................... 4-107
Achterruitverwarming ..................... 4-109
Spiegel ...................................... 4-110
Achterste kledinghaken ................... 5-171
Achteruitkijkmonitor ....................... 4-239
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA)
............................................ 4-170
Achterzitting ..................................... 2-11
Adaptieve LED koplampen ............ 4-145
Afmetingen ......................................... 9-9
Afstandbediende
portiervergrendeling ............................ 3-4
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS) ............................................ 4-163
Afstelbare
snelheidsbegrenzer ................ 4-30, 4-196
Anti-blokkeer remsysteem (ABS) ... 4-120
A
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Behalve Europese modellen) ........... 3-60
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Europese modellen) ......................... 3-55
Anti-wielspin regeling (TCS) .......... 4-121
TCS OFF schakelaar ................ 4-122
Asbak .............................................. 5-172
Audiobedieningsschakelaar
Afstellen van het volume ........... 5-73
Audio-uit toets ........................... 5-74
Zoektoets .................................... 5-73
Audio-installatie
Antenne ...................................... 5-15
Audiobedieningsschakelaar ........ 5-73
Audioset [Type A/Type B
(niet-aanraakscherm)] ................ 5-31
Audioset [Type C/Type D
(aanraakscherm)] ........................ 5-48
AUX/USB modus ...................... 5-75
Bedieningstips voor audio-
installatie .................................... 5-15
Automatische transmissie
Ontgrendelpal van
overschakelblokkering ............... 4-83
Rijtips ......................................... 4-89
Schakelblokkeersysteem ............ 4-83
Schakelstanden ........................... 4-81
B
Bagageruimteverlichting ................. 5-162
10-2
Index