airbag MAZDA MODEL CX-5 2017 Instruktionsbog (in Danish)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2017, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2017Pages: 889, PDF Size: 11.02 MB
Page 55 of 889

2–35
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
WAARSCHUWING
Uiterst gevaarlijk! Gebruik nooit een achterwaarts gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting welke voorzien is van een airbag die geactiveerd zou kunnen
worden:
Gebruik NOOIT een achterwaarts gericht kinderzitje op een zitting die aan de voorzijde
door een ACTIEVE AIRBAG beveiligd is. Dit kan DODELIJK of ERNSTIG LETSEL
aan het KIND toebrengen.
Voertuigen met een voorpassagiersairbag hebben het volgende waarschuwingslabel.
Het waarschuwingslabel herinnert u er aan onder geen enkele omstandigheid een
achterwaarts gericht kinderzitje op de voorpassagierszitting aan te brengen.
(Behalve Taiwan) (Taiwan)
Zelfs bij een gematigde botsing kan het kinderzitje door een activerende airbag geraakt
worden en met kracht naar achteren verplaatst worden, waardoor het kind ernstig of
dodelijk letsel zou kunnen oplopen.
(Taiwan, behalve voorpassagierszitting, indien voorzien van het volgende label)
Gebruik NOOIT een achterwaarts gericht kinderzitje op een zitting die aan de voorzijde
door een ACTIEVE AIRBAG beveiligd is. Dit kan DODELIJK of ERNSTIG LETSEL
aan het KIND toebrengen.
Page 56 of 889

2–36
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
WAARSCHUWING
Vermijd het plaatsen van een voorwaarts gericht kinderzitje op de voorpassagierszitting
tenzij dit niet te vermijden is:
Bij een botsing kan de kracht van een airbag die wordt opgeblazen ernstig of dodelijk
letsel aan het kind toebrengen. Als het installeren van een voorwaarts gericht
kinderzitje op de voorpassagierszitting niet te vermijden is, de voorpassagierszitting
zover mogelijk naar achteren schuiven en het zitkussen (hoogte-afstelbaar zitkussen)
in de hoogste stand zetten waarbij de veiligheidsgordel waarmee het kinderzitje is
bevestigd stevig is aangetrokken.
Page 57 of 889

2–37
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
WAARSCHUWING
Onder bepaalde omstandigheden is het vervoeren van een kind in een kinderzitje op de
voorpassagierszitting gevaarlijk (met Inzittende voorpassagier detectiesysteem):
Uw auto is uitgerust met een inzittende voorpassagier detectiesensor. Ook al is uw auto
uitgerust met de inzittende voorpassagier detectiesensor, als u de voorpassagierszitting
moet gaan gebruiken voor het meenemen van een kind, neemt bij gebruik van een
kinderzitje op de voorpassagierszitting onder de volgende omstandigheden het gevaar
toe dat de voorpassagiersairbag wordt geactiveerd en dat het kind ernstig of dodelijk
letsel oploopt.
Het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de voorpassagiersairbag brandt
niet wanneer u het kind in het kinderzitje laat plaatsnemen.
Er is bagage of er zijn andere voorwerpen op de zitting geplaatst waarop het
kinderzitje is geïnstalleerd.
Een achterpassagier of bagage drukt tegen de rugleuning van de
voorpassagierszitting aan of trekt deze naar beneden.
Er is bagage of er zijn andere voorwerpen op de rugleuning geplaatst of aan de
hoofdsteun gehangen.
De zitting is afgewassen.
Er is vloeistof op de zitting gemorst.
De voorpassagierszitting is naar achteren geschoven en drukt tegen bagage of
andere voorwerpen aan die erachter zijn geplaatst.
De rugleuning van de voorpassagierszitting raakt de achterzitting.
Er is bagage of er zijn andere voorwerpen geplaatst tussen de voorpassagierszitting
en de bestuurdersstoel.
Er is een elektrisch apparaat op de voorpassagierszitting geplaatst.
Er is een extra elektrisch apparaat, zoals een zittingverwarmer, bovenop de
voorpassagierszitting geïnstalleerd.
De aangegeven posities met veiligheidsgordels op de achterzittingen zijn de veiligste
plekken voor kinderen. Gebruik altijd veiligheidsgordels en kinderzitjes.
Page 58 of 889

2–38
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
WAARSCHUWING
Laat een kind of iemand anders niet op of tegen een zijruit leunen van een auto met zij-
en gordijn-airbags:
Toestaan dat iemand op of tegen de zijruit leunt, tegen het gedeelte van de
voorpassagierszitting, de stijlen van de voor- en achterruit en de dakrand van waaruit
langs beide zijden de zij- en gordijn-airbags opgeblazen worden is gevaarlijk, ook als er
gebruik gemaakt wordt van een kinderzitje. De schok van een zij- of gordijn-airbag die
wordt opgeblazen kan ernstig of dodelijk letsel toebrengen aan een kind dat niet goed
op zijn plaats zit. Bovendien kunnen door het leunen op of tegen het voorportier de
zij- en gordijn-airbags geblokkeerd worden, waardoor de voordelen van de aanvullende
beveiliging ongedaan gemaakt worden. Bij een voor-airbag en de extra zij-airbag die uit
de voorstoelrugleuning komt, is de achterzitting altijd de beste plaats voor kinderen. Let
er in het bijzonder op dat een kind niet op of tegen de zijruit leunt, ook niet als het kind
zich in een kinderzitje bevindt.
Gebruik nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd:
Het gebruik van één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd is
gevaarlijk. Een veiligheidsgordel die op deze wijze wordt gebruikt kan de kracht van de
schok niet op de juiste manier spreiden en de twee passagiers zouden tegen elkaar aan
gedrukt kunnen worden en ernstig of mogelijk dodelijk letsel kunnen oplopen. Gebruik
nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd en ga pas
met de auto rijden wanneer alle inzittenden hun veiligheidsgordels op de juiste wijze
hebben omgedaan.
Gebruik de spanriem en de spanriemverankering uitsluitend voor een kinderzitje:
Verankeringen voor kinderzitjes zijn bestemd om enkel bestand te zijn tegen de druk
zoals die door correct geïnstalleerde kinderzitjes wordt uitgeoefend. Onder geen
omstandigheden mogen deze verankeringen gebruikt worden voor de bevestiging
van veiligheidsgordels voor volwassenen, tuigjes of voor de bevestiging van andere
voorwerpen of uitrusting aan de auto.
Verwijder altijd de hoofdsteun en installeer het kinderzitje (behalve bij het installeren
van een verstevigingszitje):
Het installeren van een kinderzitje zonder de hoofdsteun te verwijderen is gevaarlijk.
Het kinderzitje kan dan niet correct geïnstalleerd worden waardoor het kind bij een
botsing letsel kan oplopen, mogelijk met dodelijke a À oop.
Page 62 of 889

2–42
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Installatiepositie van babyzitje
Een babyzitje wordt uitsluitend in de
achterwaarts gerichte positie gebruikt.
Zie de tabel “Geschiktheid van
kinderzitjes voor diverse zitposities” voor
de installatiepositie van een babyzitje
(pagina 2-46 ).
WAARSCHUWING
Installeer altijd een babyzitje op de
juiste zitplaats:
Het installeren van een babyzitje
zonder eerst de tabel “Geschiktheid van
kinderzitjes voor diverse zitposities” te
raadplegen is gevaarlijk. Een babyzitje
dat op de verkeerde zitting wordt
geïnstalleerd kan niet op de juiste
wijze worden bevestigd. Bij een botsing
zou het kind iets of iemand in de auto
kunnen raken en ernstig letsel kunnen
oplopen, mogelijk met dodelijke a À oop.
Gebruik dus nooit een achterwaarts
gericht kinderzitje op een
voorpassagierszitting die door een
airbag beveiligd wordt:
Gebruik NOOIT een achterwaarts
gericht kinderzitje op een zitting die
aan de voorzijde door een ACTIEVE
AIRBAG beveiligd is. Dit kan
DODELIJK of ERNSTIG LETSEL
aan het KIND toebrengen.
Het kinderzitje kan door de in werking
tredende airbag met kracht geraakt
worden en van zijn plaats gedrukt
worden. Een kind dat zich in het
zitje bevindt zou dan ernstig gewond
kunnen raken of zelfs om het leven
kunnen komen.
Page 63 of 889

2–43
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Installatiepositie van peuterzitje
Een peuterzitje wordt gebruikt in de
voorwaarts en achterwaarts gerichte
posities, afhankelijk van de leeftijd en
de grootte van het kind. Volg bij het
installeren de instructies van de fabrikant
in overeenstemming met de betreffende
leeftijd en grootte van het kind, alsmede
de richtingen voor het installeren van het
kinderzitje.
Zie de tabel “Geschiktheid van
kinderzitjes voor diverse zitposities” voor
de installatiepositie van een peuterzitje
(pagina 2-46 ).
Achterwaarts gericht type
WAARSCHUWING
Installeer een achterwaarts gericht
peuterzitje altijd op de juiste zitplaats:
Het installeren van een achterwaarts
gericht peuterzitje zonder eerst de tabel
“Geschiktheid van kinderzitjes voor
diverse zitposities” te raadplegen is
gevaarlijk. Een achterwaarts gericht
peuterzitje dat op de verkeerde zitting
wordt geïnstalleerd kan niet op de juiste
wijze worden bevestigd. Bij een botsing
zou het kind iets of iemand in de auto
kunnen raken en ernstig letsel kunnen
oplopen, mogelijk met dodelijke a À oop.
Gebruik dus nooit een achterwaarts
gericht kinderzitje op een
voorpassagierszitting die door een
airbag beveiligd wordt:
Gebruik NOOIT een achterwaarts
gericht kinderzitje op een zitting die
aan de voorzijde door een ACTIEVE
AIRBAG beveiligd is. Dit kan
DODELIJK of ERNSTIG LETSEL
aan het KIND toebrengen.
Het kinderzitje kan door de in werking
tredende airbag met kracht geraakt
worden en van zijn plaats gedrukt
worden. Een kind dat zich in het
zitje bevindt zou dan ernstig gewond
kunnen raken of zelfs om het leven
kunnen komen.
Page 64 of 889

2–44
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Voorwaarts gericht type
WAARSCHUWING
Nooit een voorwaarts gericht
peuterzitje op de verkeerde zitplaats
installeren:
Het installeren van een voorwaarts
gericht peuterzitje zonder eerst de
tabel “Geschiktheid van kinderzitjes
voor diverse zitposities” te raadplegen
is gevaarlijk. Een voorwaarts gericht
peuterzitje dat op de verkeerde zitting
wordt geïnstalleerd kan niet op de juiste
wijze worden bevestigd. Bij een botsing
zou het kind iets of iemand in de auto
kunnen raken en ernstig letsel kunnen
oplopen, mogelijk met dodelijke a À oop.
WAARSCHUWING
Vermijd het plaatsen van een
voorwaarts gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting tenzij dit niet te
vermijden is:
Bij een botsing kan de kracht van
een airbag die wordt opgeblazen
ernstig of dodelijk letsel aan het kind
toebrengen. Als het installeren van
een voorwaarts gericht kinderzitje
op de voorpassagierszitting niet te
vermijden is, de voorpassagierszitting
zover mogelijk naar achteren schuiven
en het zitkussen (hoogte-afstelbaar
zitkussen) in de hoogste stand zetten
waarbij de veiligheidsgordel waarmee
het kinderzitje is bevestigd stevig is
aangetrokken.
Page 65 of 889

2–45
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Installatiepositie van juniorenzitje
Een juniorenzitje wordt uitsluitend in de
voorwaarts gerichte positie gebruikt.
Zie de tabel “Geschiktheid van
kinderzitjes voor diverse zitposities” voor
de installatiepositie van een juniorenzitje
(pagina 2-46 ).
WAARSCHUWING
Installeer altijd een juniorenzitje altijd
op de juiste zitplaats:
Het installeren van een juniorenzitje
zonder eerst de tabel “Geschiktheid van
kinderzitjes voor diverse zitposities”
te raadplegen is gevaarlijk. Een
juniorenzitje dat op de verkeerde zitting
wordt geïnstalleerd kan niet op de juiste
wijze worden bevestigd. Bij een botsing
zou het kind iets of iemand in de auto
kunnen raken en ernstig letsel kunnen
oplopen, mogelijk met dodelijke a À oop.
Vermijd het plaatsen van een
voorwaarts gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting tenzij dit niet te
vermijden is:
Bij een botsing kan de kracht van
een airbag die wordt opgeblazen
ernstig of dodelijk letsel aan het kind
toebrengen. Als het installeren van
een voorwaarts gericht kinderzitje
op de voorpassagierszitting niet te
vermijden is, de voorpassagierszitting
zover mogelijk naar achteren schuiven
en het zitkussen (hoogte-afstelbaar
zitkussen) in de hoogste stand zetten
waarbij de veiligheidsgordel waarmee
het kinderzitje is bevestigd stevig is
aangetrokken.
Page 69 of 889

2–49
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Kinderzitjes met veiligheidsgordelbevestiging
Kinderzitjegroep Leeftijdsgroep Gewichtsgroep Ty p e
kinderzitje
Voorpassagierszitting
Achterzitting
(buiten) Achterzitting
(midden) Zonder
Inzittende
voorpassagier
detectiesysteem Met Inzittende voorpassagier
detectiesysteem
(Airbag
ingeschakeld) (Airbag
uitgeschakeld)
GROEP 0 Tot ongeveer 9
maanden oud Minder dan
10 kg Babyzitje X X X U L *1
GROEP
0
To t
ongeveer 2
jaar oud Minder dan
13 kg Babyzitje X X X U L *1
GROEP 1 Ongeveer
8 maanden
tot 4 jaar
oud 9 kg — 18
kg
Peuterzitje L *2 L *2 L *2 U X
GROEP 2 Ongeveer
3 tot 7 jaar
oud 15 kg —
25 kg
Juniorenzitje L *2 L *2 L *2 U L *1
GROEP 3 Ongeveer
6 tot 12
jaar oud 22 kg —
36 kg
Juniorenzitje L *2 L *2 L *2 U L *1
Betekenis van de letters die in bovenstaande tabel worden gebruikt:
U = Geschikt voor universeel, categorie kinderzitjes goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
L = Er kan een origineel Mazda-kinderzitje worden geïnstalleerd. Zie de accessoirecatalogus voor kinderzitjes die
geïnstalleerd kunnen worden.
X = Zitpositie niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsgroep.
*1 Wanneer een kinderzitje op de middelste zitplaats van de achterzitting wordt geïnstalleerd, geen inzittenden op
de buitenste linkerzitting van de achterzitting laten plaatsnemen.
*2 Wanneer een kinderzitje op de voorpassagierszitting wordt geïnstalleerd, de zittingverstelling zo ver
mogelijk naar achteren afstellen. Zet het zitkussen in de hoogste stand zodat het kinderzitje stevig met de
veiligheidsgordel kan worden vastgemaakt.
Zie Gebruik van de zittingen op pagina 2-6 .
(Overige landen)
Houd u aan de in uw land geldende wettelijke bepalingen betreffende het gebruik van
kinderzitjes.
Page 74 of 889

2–54
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
Voorzorgsmaatregelen betreffende de aanvullende
beveiligingssystemen (SRS)
De aanvullende beveiligingssystemen (SRS) van de voor- en zijkant omvatten verschillende
typen airbags. Ga na met welke verschillende soorten airbags uw auto is uitgerust door
de plaatsen met de aanduiding “SRS AIRBAG” op te zoeken. Deze indicatoren zijn
zichtbaar op de plaats waar de airbags ingebouwd zijn.
De airbags zijn op de volgende plaatsen ingebouwd:
De stuurwielnaaf (bestuurdersairbag)
Het dashboard aan de passagierszijde (voorpassagiersairbag)
De buitenste zijden van de rugleuningen van de voorzittingen (zij-airbags)
De voorruit- en achterruitstijlen en de dakrand langs beide zijden (gordijn-airbags)
Auto’s voor Rusland hebben een sensor die mogelijk over de kop slaan van de auto kan
detecteren.
De aanvullende beveiligingssystemen van de airbags zijn bestemd voor het verlenen van
aanvullende bescherming in bepaalde situaties, zodat het gebruik van de veiligheidsgordels
op de volgende manieren altijd van belang is:
Zonder gebruik van de veiligheidsgordels kunnen de airbags geen voldoende bescherming
bieden tijdens een aanrijding. Gebruik van de veiligheidsgordels is van belang voor:
De passagier van een zich opblazende airbag vandaan te houden.
De kans op letsel te verminderen tijdens een ongeluk waarbij de airbag niet wordt
opgeblazen, zoals een achteraanrijding.
De kans op letsel te verminderen tijdens een frontale, bijna frontale of zijdelingse botsing,
of als de auto over de kop slaat, die niet ernstig genoeg zijn om de airbags op te blazen.
De kans om uit het voertuig te worden geslingerd te verminderen.
Vermindering van de kans op letsel aan het onderlichaam en benen tijdens een aanrijding,
aangezien de airbags voor deze lichaamsdelen geen bescherming bieden.
De bestuurder in een positie te houden waarbij een betere controle over de auto mogelijk
is.