stop start MAZDA MODEL CX-5 2017 Instruktionsbog (in Danish)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2017, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2017Pages: 889, PDF Size: 11.02 MB
Page 104 of 889

3–4
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
Afstandbediende
portiervergrendeling
Dit systeem maakt gebruik van de
sleuteltoetsen om op afstand de portieren
en de achterklep te vergrendelen en te
ontgrendelen en de achterklep te openen/
sluiten.
Het systeem kan de motor starten zonder
dat u de sleutel uit uw portemonnee of zak
hoeft te nemen.
Bediening van het anti-diefstal
beveiligingssysteem is ook mogelijk bij
modellen die voorzien zijn van een anti-
diefstal beveiligingssysteem.
Systeemdefecten of waarschuwingen
worden aangegeven door de volgende
waarschuwingslampjes of pieptonen.
Controleer bij auto’s met een type A
instrumentengroep het getoonde bericht
voor meer informatie en laat de auto indien
nodig door een deskundige reparateur
inspecteren, bij voorkeur een of ¿ ciële
Mazda-reparateur, overeenkomstig de
indicatie.
KEY waarschuwingslampje (rood)
Zie Waarschuwings-/indicatielampjes op
pagina 4-53 .
Waarschuwingszoemer niet-
uitgeschakeld contact (STOP)
Zie Waarschuwingszoemtoon voor niet-
uitgeschakeld contact (STOP) op pagina
7-72 .
Waarschuwingszoemer sleutel-uit-auto-
verwijderd
Zie Sleutel uit auto verwijderd
waarschuwingszoemtoon op pagina
7-73 .
In geval u problemen heeft met de
functies van de sleutel, raadpleegt u een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of ¿ ciële Mazda-reparateur.
Als uw sleutel verloren is geraakt of
gestolen is, zo spoedig mogelijk contact
opnemen met een of ¿ ciële Mazda-
reparateur voor een nieuwe sleutel en de
verloren of gestolen sleutel onbruikbaar
laten maken.
OPGELET
Veranderingen of modi ¿ caties die niet
uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de
partij die verantwoordelijk is voor de
compliantie kunnen de garantie op de
apparatuur ongeldig maken.
OPMERKING
De werking van het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem
kan als gevolg van plaatselijke
omstandigheden variëren.
Het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem is
volledig operationeel (portier/
achterklep vergrendelen/
ontgrendelen) wanneer het contact
uit gezet is. Het systeem functioneert
niet als het contact in een andere
stand dan uit wordt gezet.
Indien de sleutel niet functioneert
wanneer u een toets indrukt of de
gebruiksafstand te klein wordt, is
de batterij mogelijk bijna uitgeput.
Zie voor het plaatsen van een
nieuwe batterij Vernieuwen van de
sleutelbatterij (pagina 6-46 ).
Page 109 of 889

3–9
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
*Bepaalde modellen.
Knop elektrisch bediende achterklep *
Druk om de achterklep te openen/sluiten
gedurende één seconde of langer op de
schakelaar van de elektrisch bediende
achterklep als de achterklep geheel
gesloten/geopend is.
De waarschuwingsknipperlichten zullen
tweemaal knipperen en de achterklep
opent/sluit nadat de pieptonen hebben
geklonken.
Type A Type B
Annuleertoets van inbraaksensor
*
Druk voor het annuleren van de
inbraaksensor (onderdeel van het
anti-diefstal beveiligingssysteem)
binnen 20 seconden na het indrukken
van de vergrendeltoets op de
annuleertoets van de inbraaksensor en
de waarschuwingsknipperlichten zullen
driemaal knipperen.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem op
pagina 3-65 .
Werkingsbereik
Het systeem werkt uitsluitend wanneer de
bestuurder zich in de auto of binnen het
werkingsbereik bevindt en de sleutel bij
zich heeft.
De motor starten
OPMERKING
De kans bestaat dat de motor gestart
kan worden als de sleutel zich buiten
de auto bevindt en buitengewoon
dichtbij een portier of raam wordt
gehouden, echter de motor altijd
vanaf de bestuurdersstoel starten.
Als de auto gestart wordt en de
sleutel bevindt zich niet in de auto,
zal de auto niet opnieuw starten
nadat deze is stopgezet en wordt het
contact op uit gezet.
De bagageruimte valt buiten het
verzekerde werkingsbereik, echter
als bediening van de sleutel (zender)
mogelijk is kan de motor gestart
worden.
Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
Interieurantenne
Werkingsbereik
Page 141 of 889

3–41
Alvorens te gaan rijden
Brandstof en emissie
Uitlaatgasreinigingssysteem (SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5)
Deze auto is voorzien van een uitlaatgasreinigingssysteem (de katalysator is een onderdeel
van dit systeem) dat de auto in staat stelt te voldoen aan wettelijke bepalingen betreffende de
uitstoot van uitlaatgassen.
WAARSCHUWING
Parkeer de auto daarom nooit op of bij brandbare materialen:
Parkeren op of bij brandbare materialen, zoals droog gras, is gevaarlijk. Ook wanneer
de motor is stopgezet, blijft het uitlaatsysteem na normaal gebruik bijzonder heet en kan
dit alles wat brandbaar is tot ontbranding brengen. Eventueel hierdoor veroorzaakte
brand kan ernstig letsel mogelijk met dodelijke a À oop veroorzaken.
OPGELET
Indien de volgende gebruiksvoorschriften niet in acht worden genomen, kan zich lood
in de katalysator verzamelen of kan de katalysator zeer heet worden. Beide condities
resulteren in beschadiging van de katalysator en inferieure prestaties.
GEBRUIK UITSLUITEND LOODVRIJE BRANDSTOF.
Gebruik uw Mazda niet wanneer er tekenen van motorstoring zijn.
Vermijd freewheelen met het contact uitgeschakeld.
Vermijd afrijden van steile hellingen met ingeschakelde versnelling en het contact
uitgeschakeld.
Laat de motor niet gedurende 2 minuten of langer met een hoog stationair toerental
draaien.
Voer niet zelf reparaties uit aan het uitlaatgasreinigingssysteem. Alle inspecties en
afstellingen moeten door een deskundige monteur worden uitgevoerd.
Probeer deze auto niet door aanduwen of aanslepen te starten.
Page 142 of 889

3–42
Alvorens te gaan rijden
Brandstof en emissie
Uitlaatgasreinigingssysteem (SKYACTIV-D 2.2)
Deze auto is voorzien van een uitlaatgasreinigingssysteem (de katalysator is een onderdeel
van dit systeem) dat de auto in staat stelt te voldoen aan wettelijke bepalingen betreffende de
uitstoot van uitlaatgassen.
WAARSCHUWING
Parkeer de auto daarom nooit op of bij brandbare materialen:
Parkeren op of bij brandbare materialen, zoals droog gras, is gevaarlijk. Ook wanneer
de motor is stopgezet, blijft het uitlaatsysteem na normaal gebruik bijzonder heet en kan
dit alles wat brandbaar is tot ontbranding brengen. Eventueel hierdoor veroorzaakte
brand kan ernstig letsel mogelijk met dodelijke a À oop veroorzaken.
OPGELET
Indien de volgende gebruiksvoorschriften niet in acht worden genomen, kan zich lood
in de katalysator verzamelen of kan de katalysator zeer heet worden. Beide condities
resulteren in beschadiging van de katalysator en inferieure prestaties.
Gebruik uw Mazda niet wanneer er tekenen van motorstoring zijn.
Vermijd freewheelen met het contact uitgeschakeld.
Vermijd afrijden van steile hellingen met ingeschakelde versnelling en het contact
uitgeschakeld.
Laat de motor niet gedurende 2 minuten of langer met een hoog stationair toerental
draaien.
Voer niet zelf reparaties uit aan het uitlaatgasreinigingssysteem. Alle inspecties en
afstellingen moeten door een deskundige monteur worden uitgevoerd.
Probeer deze auto niet door aanduwen of aanslepen te starten.
Page 165 of 889

3–65
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
*Bepaalde modellen.
Buiten werking stellen
Het systeem wordt buiten werking
gesteld wanneer het contact met behulp
van de correcte geprogrammeerde
sleutel op ON gezet wordt. Het
beveiligingssysteemindicatielampje gaat
gedurende ongeveer 3 seconden branden
en gaat dan uit. Als de motor niet met de
correcte sleutel gestart kan worden en
het beveiligingssysteemindicatielampje
blijft branden of knipperen, het volgende
proberen:
Zorg er voor dat de sleutel zich binnen het
werkingsbereik voor signaaloverdracht
bevindt. Zet het contact uit en start
vervolgens de motor opnieuw. Neem
contact op met een of ¿ ciële Mazda
reparateur indien de motor na 3 pogingen
of meer niet start.
OPMERKING
Indien het
beveiligingssysteemindicatielampje
tijdens het rijden voortdurend blijft
knipperen, de motor niet stopzetten.
Ga naar een of ¿ ciële Mazda
reparateur en laat het lampje daar
controleren. Als u de motor stop zet
terwijl het indicatielampje knippert,
zult u de motor niet opnieuw kunnen
starten.
Aangezien bij reparatie van het start-
blokkeersysteem de elektronische
codes opnieuw ingesteld worden, zijn
de sleutels nodig. Breng alle sleutels
naar een of ¿ ciële Mazda reparateur
zodat deze geprogrammeerd kunnen
worden.
Anti-diefstal
beveiligingssysteem
*
Als het anti-diefstal beveiligingssysteem
bespeurt dat iemand op een onjuiste
wijze toegang probeert te krijgen tot de
auto of als de inbraaksensor beweging
binnen in de auto bespeurt, hetgeen tot
gevolg kan hebben dat de auto (met
inbraaksensor) of de inhoud er van wordt
gestolen, waarschuwt een alarm de
omgeving voor een abnormale situatie
door het laten klinken van de sirene/
claxon en het laten knipperen van de
waarschuwingsknipperlichten.
Het systeem zal niet functioneren als
dit niet op de juiste wijze in staat van
paraatheid is gebracht. Wanneer u de auto
verlaat, dient u de procedure van het in
staat van paraatheid brengen dus correct te
volgen.
Inbraaksensor
*
De inbraaksensor maakt gebruik van
ultrasonische golven voor het bespeuren
van beweging binnen in de auto en laat
in het geval van inbraak in de auto een
waarschuwingsalarm afgaan.
De inbraaksensor bespeurt bepaalde
vormen van beweging binnen in de
auto, echter deze kan ook reageren op
gebeurtenissen buiten de auto, zoals
bijvoorbeeld trillingen, harde geluiden,
wind en luchtstromen.
Page 170 of 889

3–70
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
Uitschakelen van een in staat van
paraatheid gebracht systeem
Een systeem dat in staat van paraatheid
is gebracht kan uitgeschakeld worden
met gebruik van een van onderstaande
methodes:
De ontgrendeltoets op de zender
ingedrukt wordt.
Starten van de motor met de
startdrukknop.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Indrukken van een verzoekschakelaar
op de portieren.
De waarschuwingsknipperlichten zullen
tweemaal knipperen.
OPMERKING
Wanneer de portieren ontgrendeld
worden door het indrukken van de
ontgrendeltoets op de zender terwijl
het anti-diefstalbeveiligingssysteem
uitgeschakeld is, zullen de
waarschuwingsknipperlichten tweemaal
knipperen om aan te geven dat het
systeem uitgeschakeld is.
Stopzetten van het
waarschuwingsalarm
Een geactiveerd alarm kan uitgeschakeld
worden met gebruik van een van
onderstaande methodes:
De ontgrendeltoets op de zender
ingedrukt wordt.
Starten van de motor met de
startdrukknop.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Indrukken van een verzoekschakelaar
op de portieren.
Indrukken van de elektrische
achterklepopener wanneer u de sleutel
meedraagt.
De knop van de elektrisch bediende
achterklep op de zender ingedrukt
wordt.
De waarschuwingsknipperlichten zullen
tweemaal knipperen.