OPEL ADAM 2014.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014.5, Model line: ADAM, Model: OPEL ADAM 2014.5Pages: 225, PDF Size: 6.75 MB
Page 91 of 225

Instrumenten en bedieningsorganen89
Brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.
Brandt groen De cruise control is actief.
Cruise control 3 134.
Portier open h brandt rood.
Een portier of de achterklep staat open.Informatiedisplays
Driver Information Center Het Driver Information Centre (DIC)
zit in de instrumentengroep tussen
snelheidsmeter en toerenteller. Het
wordt geleverd als Midlevel-display of Uplevel-display.
Midlevel-display geeft aan:
■ algemene kilometerteller
■ dagteller
■ een aantal controlelampen
■ boordinformatie
■ trip-/brandstofinformatie
■ boordinformatie, in de vorm van cij‐
fercodes 3 95.
Uplevel-display geeft aan:
■ Informatie- menu voertuig X
■ Informatiemenu dagteller/
brandst. W
■ Menu rijhulp EcoFlex s
Selecteer menupagina's door indruk‐ ken van de toets MENU; op de bo‐
venste regel van het display verschij‐
nen menusymbolen.
Page 92 of 225

90Instrumenten en bedieningsorganen
Sommige functies op het display ver‐schillen tussen onderweg of in stil‐
stand. Sommige functies zijn alleen onderweg beschikbaar.
Persoonlijke instellingen 3 101. Op‐
geslagen instellingen 3 21.
Menu's en functies selecteren
U selecteert de menu's en functies
met de toetsen op de richtingaanwij‐
zerhendel.
Druk op de toets MENU om tussen de
menu's te schakelen of om vanuit een
submenu één niveau terug te gaan.
Draai aan het stelwiel om een menu-
optie te markeren of om een nume‐
rieke waarde in te stellen.
Druk op de toets SET/CLR om een
functie te kiezen of om een melding te
bevestigen.
Informatie- menu voertuig X
Druk op de knop MENU om X op
de bovenste regel van het Uplevel-
display te selecteren.
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te selecteren. Druk ter bevesti‐
ging op de toets SET/CLR.
Volg de instructies in de submenu's.
Mogelijke submenu's (afhankelijk van de versie) kunnen zijn:
■ Eenheid : U kunt de weergegeven
eenheden veranderen
■ Bandenspanning : controleert de
bandenspanning van alle banden
onder het rijden 3 179
■ Bandenbelasting : selecteer de
bandenspanningscategorie vol‐
gens de huidige bandenspanning
3 179
Page 93 of 225

Instrumenten en bedieningsorganen91
■Resterende levensduur olie : geeft
aan wanneer de motorolie ververst
en het filter vervangen moet wor‐
den 3 81
■ Snelheidswaarschuwing : bij over‐
schrijden van de ingestelde snel‐
heidslimiet klinkt er een geluidssig‐ naal
Selectie en aanduiding kunnen ver‐
schillen tussen Midlevel-display en
Uplevel-display.
Informatiemenu dagteller/
brandst. W
Druk op de knop MENU om W op
de bovenste regel van het Uplevel-
display te selecteren.
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te selecteren. Druk ter bevesti‐
ging op de toets SET/CLR.■ Dagteller 1
■ Dagteller 2
■ Digitale snelheid
Dagteller 2 en digitale snelheid zijn alleen beschikbaar op auto's met
Uplevel-display.
Zet de dagteller terug door gedu‐
rende enkele seconden op de knop
SET/CLR op de richtingaanwijzer‐
hendel te drukken of door met inge‐ schakeld contact op de terugzetknop
tussen de snelheidsmeter en het Dri‐
ver Information Center te drukken.
Bij auto’s met een boordcomputer zijn
meer submenu’s beschikbaar.
Selectie en aanduiding kunnen ver‐
schillen tussen Midlevel-display en Uplevel-display.
Informatiemenu dagteller/brandstof,
tripcomputer 3 98.
Informatiemenu ECO s
Druk op de knop MENU om s op
de bovenste regel van het Uplevel-
display te selecteren.
Page 94 of 225

92Instrumenten en bedieningsorganen
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te selecteren. Druk ter bevesti‐ ging op de toets SET/CLR.
Submenu's zijn:
■ Schakelindicatie : De huidige ver‐
snelling verschijnt in een pijltje. Het
cijfer erboven geeft aan dat de be‐
stuurder omwille van het brandstof‐ verbruik moet opschakelen.
Eco-indexdisplay : Het huidige
brandstofverbruik wordt weergege‐
ven op een gesegmenteerd dis‐
play. Pas omwille van een zuinig
verbruik uw rijstijl zodanig aan dat
de gevulde segmenten binnen de
Eco-zone blijven. Hoe meer seg‐
menten er gevuld zijn, hoe hoger
het brandstofverbruik. Tegelijkertijd wordt de huidige verbruikswaardeweergegeven.
■ Grootverbruikers : lijst met grootste
momenteel ingeschakelde comfort‐ gebruikers verschijnt in aflopende
volgorde. De mogelijke brandstof‐
besparing wordt weergegeven.
Een uitgeschakelde verbruiker ver‐
dwijnt van de lijst en de consump‐
tiewaarde wordt aangepast.
■ Zuinig rijden : toont de ontwikkeling
van het gemiddelde verbruik over
een afstand van 50 km. Gevulde segmenten tonen het verbruik in
stappen van 5 km en tonen de ge‐
volgen van het terrein of het rijge‐
drag voor het brandstofverbruik.
Page 95 of 225

Instrumenten en bedieningsorganen93Graphic-Info-Display,
Color-Info-Display
Afhankelijk van de configuratie is de
auto uitgevoerd met een
■ Graphic-Info-Display
of
■ Colour-Info-Display met aanraak‐
schermfunctionaliteit.
Beide displays zijn ondergebracht in
het dashboard.
Graphic-Info-DisplayGraphic-Info-Display geeft aan: ■ tijd 3 76
■ buitentemperatuur 3 75
■ datum 3 76
■ instellingen elektronische klimaat‐ regeling 3 116
■ Infotainmentsysteem, zie beschrij‐ ving in de handleiding Infotainment
■ persoonlijke instellingen 3 101
Menu's en instellingen selecteren
Via het display krijgt u toegang tot de
menu's en instellingen.
Toets CONFIG indrukken: Menupa‐
gina Instellingen verschijnt.
Draai aan knop MENU-TUNE voor
selecteren van een instelling of
waarde.
Druk op toets MENU-TUNE voor be‐
vestigen van een instelling of waarde.
Druk op toets BACK om een menu of
instelling af te sluiten zonder het laat‐ ste teken in een tekenreeks te wijzi‐
gen of te wissen. Druk enkele secon‐
den op de toets om de gehele invoer
te wissen.
Sluit het menu Instellingen af door
stapsgewijs op toets BACK te druk‐
ken of door na het bevestigen van de wijzigingen op toets CONFIG te druk‐
ken.
Persoonlijke instellingen 3 101.
Opgeslagen instellingen 3 21.
Colour-Info-Display
Page 96 of 225

94Instrumenten en bedieningsorganen
Het Colour-Info-Display geeft in kleur
weer:
■ tijd 3 76
■ buitentemperatuur 3 75
■ datum 3 76
■ instellingen elektronische klimaat‐ regeling 3 116
■ instructies m.b.t. de parkeerhulp en
de geavanceerde parkeerhulp
3 137
■ Infotainmentsysteem, zie beschrij‐ ving in de handleiding Infotainment
■ navigatie, zie beschrijving in de handleiding Infotainment
■ systeemberichten
■ boordinformatie 3 95
■ persoonlijke instellingen 3 101
De getoonde informatie en de weer‐
gave ervan hangen af van de uitvoe‐
ring van de auto en de geselecteerde instellingen.
Menu's en instellingen selecteren
Via het display van het aanraak‐ scherm hebt u toegang tot menu's en
instellingen.
Toets ; indrukken: pagina Home
verschijnt.
Op schermpictogram Instellingen tik‐
ken: Menupagina Instellingen ver‐
schijnt. Selecteer een instelling door erop te tikken.
Tik nogmaals op een geselecteerde
instelling of waarde om deze te be‐
vestigen.
Druk op displaytoets q om een menu
of instelling af te sluiten zonder het
laatste teken in een tekenreeks te wij‐ zigen of te wissen.
Sluit het menu Instellingen af door
stapsgewijs op displaytoets q te
drukken of door na het bevestigen
van de wijzigingen op toets ; te druk‐
ken.
Persoonlijke instellingen 3 101.
Opgeslagen instellingen 3 21.
Page 97 of 225

Instrumenten en bedieningsorganen95Boordinformatie
Berichten worden voornamelijk weer‐ gegeven op het Driver Information
Centre (DIC); in sommige gevallen
samen met een waarschuwingszoe‐
mer.
Druk op de knop SET/CLR, de knop
MENU of draai aan het stelwieltje om
een bericht te bevestigen.
Boordinformatie op Midlevel-
display
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van cijfercodes.
Nr.Boordinformatie1Motorolie verversen2Geen handzender herkend,
trap de koppeling in om
opnieuw te starten3Koelvloeistofpeil te laag4Airconditioning UIT5Stuurwiel is geblokkeerdNr.Boordinformatie7Draai aan het stuurwiel, schakel
de ontsteking uit en weer in9Draai aan het stuurwiel, start de motor opnieuw12Auto overbeladen13Compressor oververhit15Derde remlicht defect16Remlicht defect17Koplampverstelling defect18Linker dimlicht defect19Mistachterlicht defect20Rechter dimlicht defect21Zijmarkeringslicht links defect22Zijmarkeringslicht rechts defect23Achteruitrijlicht defect24Kentekenverlichting defect25Richtingaanwijzer linksvoor
defect26Richtingaanwijzer linksachter
defect
Page 98 of 225

96Instrumenten en bedieningsorganen
Nr.Boordinformatie27Richtingaanwijzer rechtsvoor
defect28Richtingaanwijzer rechtsachter
defect35Vervang batterij in handzender48Reinig blindehoekdetectiesys‐
teem53Draai tankdop vast56Ongelijke bandenspanning op
vooras57Ongelijke bandenspanning op
achteras58Detectie winterbanden59Open en sluit portierruit
bestuurder60Open en sluit portierruit voor‐
passagier66Service diefstalalarmsysteem67Service stuurslot68Service stuurbekrachtiging75Service airconditioningNr.Boordinformatie76Service blindehoekdetectiesys‐
teem79Vul motorolie bij82Vervang motorolie binnenkort84Motorvermogen beperkt89Onderhoud spoedig95Service airbag120Verlaag snelheid voor daalsnel‐
heidsregeling128Motorkap open134Storing parkeerhulp, reinig
bumper136Service parkeerhulp174Accu bijna leeg258Parkeerhulp uitBoordinformatie op Uplevel-
display
De boordinformatie verschijnt in de
vorm van teksten. Volg de instructies
van deze teksten.
Het display toont teksten over de vol‐
gende onderwerpen:
■ Vloeistofpeilen
■ Diefstalalarmsysteem
■ Remmen
■ Rijregelsystemen
■ Cruise control, snelheidsbegrenzer
■ Parkeerhulpsystemen
Page 99 of 225

Instrumenten en bedieningsorganen97
■Verlichting, gloeilampen vervangen
■ Wis-/wasinstallatie
■ Portieren, ruiten
■ Afstandsbediening
■ Veiligheidsgordels
■ Airbagsystemen
■ Motor en versnellingsbak
■ Bandenspanning
■ Accu
Boordinformatie op het Colour-
Info-Display Sommige belangrijke berichten ver‐
schijnen ook op het Colour-Info-Dis‐
play. Sommige berichten verschijnen
slechts gedurende enkele seconden.
Geluidssignalen Bij het starten van de motor of
tijdens het rijden Er klinkt maar één geluidssignaal te‐
gelijk.Het geluidssignaal voor niet gedra‐
gen veiligheidsgordels geniet de pri‐
oriteit boven alle andere geluidssig‐
nalen.
■ Wanneer de veiligheidsgordel niet wordt gedragen.
■ Wanneer bij het wegrijden een van de portieren of de achterklep niet
goed gesloten is.
■ Wanneer u met aangetrokken handrem een bepaalde snelheid
overschrijdt.
■ Wanneer u een geprogrammeerde snelheid overschrijdt.
■ Er verschijnt een waarschuwings‐ bericht of -code op het Driver Infor‐
mation Center of het Graphic-Info-
Display.
■ Als de parkeerhulp of de geavan‐ ceerde parkeerhulp een object de‐tecteert.
■ Na het inschakelen van de achter‐ uitversnelling en het uittrekken van
de achterdrager.Bij het parkeren van de auto en/
of het openen van het
bestuurdersportier ■ Als de contactsleutel nog in het contactslot steekt.
■ Bij ingeschakelde rijverlichting.
Tijdens een Autostop ■ Als het bestuurdersportier geopend
is.
Batterijspanning Wanneer de accuspanning laag is,
verschijnt er een waarschuwingsbe‐
richt of waarschuwings code 174 op
het Driver Information Center.
1. Schakel onmiddellijk alle elektri‐ sche verbruikers uit die niet nodigzijn voor een veilige rit, zoals de
stoelverwarming, achterruitver‐
warming of andere hoofdverbrui‐
kers.
2. Laad de accu op door een tijdje te
rijden of door een oplaadapparaat te gebruiken.
Page 100 of 225

98Instrumenten en bedieningsorganen
Het waarschuwingsbericht of de
waarschuwingscode verdwijnen na‐
dat de motor twee keer na elkaar is
gestart zonder een spanningsval.
Als de accu niet kan worden opgela‐
den, moet u de oorzaak van de sto‐
ring in een werkplaats laten verhel‐
pen.Tripcomputer
U selecteert de menu's en functies
met de toetsen op de richtingaanwij‐
zerhendel 3 89.
Druk op de toets MENU voor de optie
W op het Uplevel-display.
Informatiemenu dagteller/brandst. op
Uplevel-display
Draai aan het stelwiel om de subme‐ nu's te kiezen: