OPEL ADAM 2014.5 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014.5, Model line: ADAM, Model: OPEL ADAM 2014.5Pages: 225, PDF Size: 6.75 MB
Page 51 of 225

Stoelen, veiligheidssystemen49
GewichtsklasseMaatklasseBevestigingOp passagiersstoelOp zitplaatsen achterinGroep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaarXILGroep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaarXILIL=Geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-univer‐
seel'. Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotype.IUF=Geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd
voor deze gewichtsklasse.X=Geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.*=Zet de betreffende voorstoel voor het kinderveiligheidssystemen in één van de voorste standen.**=Verwijder bij het gebruik van kinderveiligheidssystemen in deze maatklasse de betreffende hoofdsteun achter
3 32.
ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheid
A - ISO/F3=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kg.B - ISO/F2=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.B1 - ISO/F2X=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.C - ISO/R3=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot 18 kg.D - ISO/R2=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kg.E - ISO/R1=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg.
Page 52 of 225

50Stoelen, veiligheidssystemenISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels. ISOFIX veiligheidssyste‐
men voor specifieke auto's worden in de tabel aangeduid met IL.
ISOFIX bevestigingsbeugels zijn
aangeduid met het ISOFIX logo op de
rugleuning.
De auto is uitgevoerd met geleiders in
de rugleuning ter ondersteuning van
de inbouw van het kinderveiligheids‐
systeem. Open de kleppen van de ge‐ leiders om een kinderveiligheidssys‐
teem te monteren.
Verwijder vóór het aanbrengen van
een kinderveiligheidssysteem zo no‐
dig de hoofdsteun achter 3 47.
Top-Tether-
bevestigingsogen De auto heeft twee bevestigingsogen
op de achterkant van de achterbank.
Top-tether-bevestigingsogen worden
aangeduid met het symbool : van
een kinderzitje.
Aanvullend op de ISOFIX-bevesti‐
ging zet u de Top-Tether-band vast
aan de Top-Tether-bevestigings‐
ogen.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen
uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF.
Verwijder vóór het aanbrengen van
een kinderveiligheidssysteem zo no‐
dig de hoofdsteun achter 3 47.
Page 53 of 225

Opbergen51OpbergenOpbergruimten............................. 51
Bagageruimte .............................. 63
Dakdragersysteem ....................... 68
Beladingsinformatie .....................69Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe ob‐
jecten in de opbergruimten op. An‐ ders kan de klep van de opberg‐
ruimte open gaan en kunnen de
inzittenden bij krachtig remmen,
plotseling afslaan of een ongeval
letsel door rondslingerende voor‐
werpen oplopen.
Handschoenenkastje
Open de klep van het handschoenen‐
kastje door aan de hendel te trekken.
Het handschoenenkastje is uitge‐
voerd met een muntenbakje en een
adapter voor de wielborgbouten.
De tussenplank is uitneembaar.
Het handschoenenkastje tijdens het
rijden gesloten houden.
Bekerhouders
De bekerhouders bevinden zich in deconsole tussen de voorstoelen. Zezijn geschikt voor verschillende ma‐
ten.
Page 54 of 225

52Opbergen
In de portierholtes in beide portieren
kunt u flessen opbergen.
In de zijpanelen achter zitten extra
bekerhouders of fleshouders.
Flexibele bekerhouderband
In het opbergvak vóór de keuzehen‐
del bevindt zich een beweegbare rub‐ beren band. Trek de band eruit om
een beker of asbak vast te zetten.
Opbergruimte voor
Opbergruimten bevinden zich onder
de lichtschakelaar, in de middencon‐
sole vóór de keuzehendel, in de por‐
tierholtes en in de zijpanelen bij de
zitplaatsen achterin.
Page 55 of 225

Opbergen53Draagsysteem achterzijde
Draagsysteem achterzijde voor twee fietsen
Met het draagsysteem aan de achter‐
zijde (Flex-Fix-systeem) kan één fiets
worden vastgezet op een uitschuif‐
bare drager die geïntegreerd is in de
vloer van de auto. Er kan nog een an‐ dere fiets op een adapter worden ge‐plaatst. Vervoer van andere zaken is
niet toegestaan.
De maximale belading van het draag‐
systeem achterzijde is 50 kg bij ge‐
bruik van de adapter en 30 kg zonder
adapter. Er kan met andere woorden
een elektrische fiets op de uitschuif‐
bare houder worden gemonteerd. Het
maximale gewicht op de adapter is
20 kg.
De wielbasis van een fiets mag niet meer dan 1,15 m zijn. Anders kan debetreffende fiets niet veilig worden
vastgezet.
Het niet-gebruikte draagsysteem
moet in de bodemplaat worden terug‐
geschoven.
Op de fietsen mogen zich geen voor‐ werpen bevinden die tijdens het ver‐
voer los kunnen raken.Voorzichtig
Bij verlenging van het draagsys‐
teem achterzijde en maximale be‐ lading van de auto geldt een la‐
gere bodemspeling.
Rijd voorzichtig op steile hellingen, oprijlanen en over verkeerdrem‐
pels e.d.
Voorzichtig
Neem contact uw fietshandelaar
alvorens fietsen met koolfiberfra‐
mes te bevestigen. De fietsen kun‐ nen beschadigd raken.
Uitschuiven
Open de achterklep.
9 Waarschuwing
Het is niet toegestaan zich binnen
het bereik van de achterdrager tebegeven, kans op letsel.
Page 56 of 225

54Opbergen
Trek de ontgrendelingshendel om‐
hoog. Het systeem wordt geactiveerd
en schuift vlot uit de bumper.
Trek het draagsysteem volledig uit
totdat u het vast hoort klikken.
Controleren of het draagsysteem niet naar binnen kan worden geschoven
zonder opnieuw aan de ontgrende‐
lingshendel te trekken.
9 Waarschuwing
Het is alleen toegestaan voorwer‐
pen op het Flex-Fix draagsysteem
te vervoeren, als het systeem op
de juiste manier uitgeschoven is.
Als het Flex-Fix draagsysteem niet goed uitgeschoven kan worden,
breng dan geen voorwerpen op
het systeem aan en schuif het
weer in. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Kentekenverlichting uitklappen
Til de kentekenverlichting op en klap
deze naar achteren toe.
Achterlichten uitklappen
Zwenk de scharnieren van beide ach‐
terlichten zo ver mogelijk naar ach‐
teren.
Page 57 of 225

Opbergen55
Zwenk beide achterlichten zo ver mo‐gelijk naar achteren.
Wielhouder uitklappen
Verwijder de spanband en klap de
wielhouder uit.
Vergrendelen draagsysteem
achterzijde
Verwijder de spanband en draai
beide spanhefbomen zover mogelijk
opzij.
Anders kan een veilige werking niet worden gegarandeerd.
Fietsendrager ineenzetten
Til de drager aan de achterzijde (1) op
en trek hem naar achteren.
Klap de drager omhoog (2).
Page 58 of 225

56Opbergen
Duw de drager omlaag (1) en draai dedraaihandgreep (2) naar achteren,zodat deze ingrijpt.
Druk knop (1) in en neem het linker‐
gedeelte van de drager (2) eraf.
Druk knop (1) in en steek het linker‐
gedeelte van de drager in het rech‐
tergedeelte (2).
Adapter bevestigen
Bij het vervoeren van twee fietsen moet de adapter vóór het bevestigen
van de eerste fiets worden vastgezet.
1. Adapter zoals in illustratie op het draagsysteem achterzijde plaat‐
sen.
Page 59 of 225

Opbergen57
2. Hendel (1) naar voren draaien envasthouden. Vervolgens de adap‐ter (2) aan de achterzijde omlaag
halen.
3. Hendel losmaken en controleren of de adapter goed vastzit.
4. Band aan de adapter onder dehendel voor het terugklappen van
het draagsysteem achterzijde
door halen. Spanband vastzetten.
Eerste fiets bevestigen
1. Pedalen in positie draaien zoals in
de illustratie en de fiets in de wiel‐ houder plaatsen.
Erop letten dat de fiets in het mid‐ den van de wielhouders staat.
2. De korte bevestigingsbeugel aan het fietsframe bevestigen. De
knop rechtsom vastdraaien.
Page 60 of 225

58Opbergen
3. Beide fietswielen met de span‐banden aan de wielhouders vast‐
maken.
4. Controleer of de fiets goed vast staat.Voorzichtig
Zorg dat de ruimte tussen de fiets
en de auto minstens 5 cm is.
Stuurstang zo nodig losdraaien en opzij zwenken.
Tweede fiets bevestigen
Het bevestigen van een tweede fiets
verloopt op dezelfde manier als dat
van de eerste fiets. Houd echter re‐
kening met de volgende aanvullende
stappen:
1. Pedalen altijd in de juiste stand draaien alvorens de fiets te plaat‐
sen.2. Fietsen om en om op het draag‐ systeem achterzijde plaatsen.
3. Zet de achterste fiets op één lijn met de voorste fiets. De wielna‐
ven van de fietsen mogen elkaar
niet raken.
4. Bevestig de achterste fiets met de
langste bevestigingsbeugel en de bandhouders zoals beschreven
bij de voorste fiets. Bevestigings‐
beugels evenwijdig aan elkaar be‐ vestigen.5. Maak ook beide fietswielen van de achterste fiets met de span‐
banden aan de wielhouders vast.
Het wordt geadviseerd een waar‐ schuwingsteken op de achterste fiets aan te brengen, om de zichtbaarheid
te verhogen.
Draagsysteem achterzijde naar
achteren klappen
Het draagsysteem achterzijde kan
naar achteren worden geklapt om
toegang te krijgen tot de bagage‐
ruimte.