OPEL CASCADA 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: CASCADA, Model: OPEL CASCADA 2014Pages: 255, PDF Size: 7.39 MB
Page 201 of 255

Verzorging van de auto199
3. Verwijder de gloeilamp en ver‐vang deze.
4. Steek de gloeilamphouder in het achterlicht compleet en draai
deze vast.
5. Sluit de afdekking door eerst de bevestigingsclips erin te steken.
Sluit de afdekking door de schroef
met een munt rechtsom te
draaien.
Extra verlichting in het frame
van het kofferdeksel
1. Open het kofferdeksel.
2. Maak de kap in het zijbekledings‐ paneel los en verwijder deze.
3. Draai de gloeilamphouderlinksom eruit.
Richtingaanwijzers ( 1)
Achterlichten ( 2)
4. Verwijder de gloeilamp en ver‐
vang deze.
5. Draai de lamphouder rechtsom in de behuizing vast.
6. Bevestig de afdekking van de zij‐ bekleding.
Page 202 of 255

200Verzorging van de autoZijrichtingaanwijzers
Demonteer voor het vervangen van
de gloeilamp de lampbehuizing:
1. Schuif de lamp links op de auto naar voren en haal deze met de
achterkant uit het spatbord.
Schuif de lamp rechts op de auto
naar achteren en haal deze met
de voorkant uit het spatbord.
2. Draai de lamphouder linksom uit de behuizing.
3. Trek de lamp uit de lamphouderen vervang deze.
4. Breng de lamphouder aan endraai deze rechtsom.
5. Links: steek de voorkant in het spatbord, schuif deze naar voren
en steek de achterkant erin.
Rechts: steek de achterkant in het
spatbord, schuif deze naar ach‐
teren en steek de voorkant erin.
Kentekenverlichting
1. Plaats een schroevendraaier in de uitsparing van de afdekking,
duw naar de zijkant en maak de
veer los.
Page 203 of 255

Verzorging van de auto201
2.Lamp naar beneden toe verwijde‐
ren, hierbij niet aan de kabel trek‐ ken.
3. Draai de lamphouder linksom uit de lampbehuizing.
4. Trek de lamp uit de lamphouderen vervang deze.
5. Steek de lamphouder in de lamp‐ behuizing en draai deze
rechtsom.
6. Steek de lamp in de bumper en laat deze vastklikken.
Binnenverlichting Interieurverlichting, leeslampjes
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Bagageruimteverlichting
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Instrumentenverlichting
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Page 204 of 255

202Verzorging van de autoElektrisch systeemZekeringenControleren of het opschrift op de ver‐ vangende zekering overeenkomt met
dat op de defecte zekering.
Er zitten drie zekeringenkasten in de
auto:
■ linksvoor in de motorruimte,
■ bij auto’s met het stuur links, in het interieur achter het opbergvak, of
bij auto’s met het stuur rechts, ach‐
ter het handschoenenkastje,
■ achter een deksel links in de baga‐
geruimte.
Alvorens een zekering te vervangen, de desbetreffende schakelaar en het
contact uitschakelen.
Een defecte zekering is te herkennen aan de doorgebrande smeltdraad.
Zekering pas vervangen wanneer de oorzaak van de storing verholpen is.
Sommige functies worden door meer‐ dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Zekeringtrekker
In de zekeringenkast in de motor‐
ruimte zit mogelijk een zekeringtrek‐
ker.Zekeringtrekker van bovenaf of van
opzij op de zekering steken en de ze‐
kering lostrekken.
Page 205 of 255

Verzorging van de auto203Zekeringenkast in
motorruimte
De zekeringenkast zit linksvoor in de
motorruimte.
Klik de klep los en klap deze geheel
omhoog. Haal de klep recht omhoog
eraf.
Nr.Stroomkring1Motorregelmodule2Lambdasonde3Brandstofinspuiting, ontste‐
kingssysteem4Brandstofinspuiting, ontste‐
kingssysteem5–6Spiegelverwarming7Aanjagerregeling8Lambdasonde, motorkoeling9Achterruitsensor10Accusensor11Ontgrendeling kofferruimte12Adaptief rijlicht (AFL), automati‐
sche verlichting13ABS-kleppen14–15Motorregelmodule16Startmotor17Transmissieregelmodule
Page 206 of 255

204Verzorging van de auto
Nr.Stroomkring18Verwarmbare achterruit19Elektrische ruitbediening voorin20Elektrische ruitbediening
achterin21Relais- en zekeringhouder
achter22Grootlicht links (halogeen)23Koplampsproeiers24Rechter dimlicht (xenon)25Linker dimlicht (xenon)26Mistlampen27Verwarming dieselbrandstof28Start-stopsysteem29Elektrische handrem30ABS-pomp31–32Airbag33Adaptief rijlicht (AFL), automati‐
sche verlichting34UitlaatgasrecirculatieNr.Stroomkring35Elektrisch bediende ruiten,
regensensor, buitenspiegel36Verwarming en ventilatie37–38Vacuümpomp39Regelmodule brandstofsysteem40Wis-/wasinstallatie voor41Grootlicht rechts (halogeen)42Koelventilator43Voorruitwissers44–45Koelventilator46–47Claxon48Koelventilator49Brandstofpomp50Koplamphoogteregeling, adap‐
tief rijlicht (AFL)51–52Hulpverwarming, dieselmotorNr.Stroomkring53Transmissieregelmodule,
motorregelmodule54Vacuümpomp, instrumenten‐
groep, verwarming, ventilatie en
airco
Klik na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen het deksel van de
zekeringenkast weer vast.
Wanneer u de klep van de zekering‐
houder niet goed sluit, kunnen er sto‐
ringen optreden.
Page 207 of 255

Verzorging van de auto205Zekeringenkast
instrumentenpaneel
Bij auto's met het stuurwiel links zit
het zekeringenkastje achter het op‐
bergvak in het instrumentenbord.
Open het opbergvak en druk het naar links om het te ontgrendelen. Klap het
opbergvak omlaag en verwijder het.
Bij rechtsgestuurde auto's zit de ze‐
keringenkast achter een deksel in het
handschoenenkastje. Open het
handschoenenkastje, open daarna
de afdekking en klap die omlaag.
Nr.Stroomkring1Displays2Regelmodule carrosserie, rijver‐
lichting3Regelmodule carrosserie, rijver‐
lichting4Infotainmentsysteem5Infotainmentsysteem, instru‐
ment612 V-aansluiting, aansteker712 V-aansluiting
Page 208 of 255

206Verzorging van de auto
Nr.Stroomkring8Carrosserieregelmodule,
dimlicht links9Carrosserieregelmodule,
dimlicht rechts10Carrosserieregelmodule,
portiersloten11Aanjager12Elektrisch verstelbare bestuur‐
dersstoel13Elektrisch verstelbare passa‐
giersstoel14Diagnosestekker15Airbag16Kofferdekselrelais17Airconditioningssysteem18Servicediagnose19Carrosserieregelmodule, remlichten, achterlichten, interi‐
eurverlichting20–21Instrumentenpaneel22OntstekingssysteemNr.Stroomkring23Carrosserieregelmodule24Carrosserieregelmodule25–26Extra 12 V-aansluiting kofferbak
Zekeringenkast in
bagageruimte
De zekeringenkast zit links in de ba‐
gageruimte achter een deksel.
Verwijder het deksel.
Toewijzingen van de zekeringenNr.Stroomkring1Regelmodule sofftop, elektri‐
sche rail rechts2–3Park Pilot4–5–6–7Elektrisch verstelbare stoel8Regelmodule sofftop
Page 209 of 255

Verzorging van de auto207
Nr.Stroomkring9–10–11Aanhangermodule, banden‐
spanningscontrole en achteruit‐
kijkcamera12Regelmodule sofftop, achter‐
lichten13–14Achterbank elektrisch neerklap‐
baar15–16Stoelventilatie, achteruitkijkca‐
mera, regelmodule softtop17–18–19Stuurwielverwarming20–21Stoelverwarming22–23Regelmodule sofftop, elektri‐
sche rail linksNr.Stroomkring24–25–26Tijdelijke zekering voor niet-
logistieke modus27Passieve toegang28–29Hydraulische module30–31–32Flex RideBoordgereedschap
Gereedschap Auto's met reservewiel
Open de vloerafdekplaat. De krik, het
gereedschap en een riem voor het
vastzetten van een beschadigd wiel liggen in de gereedschapskist onderhet reservewiel in de bagageruimte.
De wielsleutel en het sleepoog bevin‐
den zich in de gereedschapstas in de reservewielbak bij de gereedschaps‐
kist. Reservewiel 3 220.
Page 210 of 255

208Verzorging van de auto
Auto’s met bandenreparatieset
Sommige gereedschappen en het
sleepoog bevinden zich samen met
de bandenreparatieset in een gereed‐ schapskist onder de vloerafdekplaat
in de bagageruimte.
Auto's met een
bandenreparatieset en een
vlakke bagageruimtevloer
Sommige gereedschappen en het
sleepoog bevinden zich samen met
de bandenreparatieset in een zak, die
aan het sjoroog linksachter in de ba‐
gageruimte bevestigd is.
Velgen en banden
Wielen Bij auto's met dieselmotor zijn geen
stalen velgen maar alleen speciale,
voor deze auto goedgekeurde licht‐
metalen velgen toegestaan.
Conditie van banden en velgen
Zo langzaam mogelijk en onder een
rechte hoek over obstakels. Het rijden over scherpe randen kan schade aan
banden en velgen tot gevolg hebben. Banden niet tegen de stoeprand
klemmen.
De wielen regelmatig op beschadi‐
ging controleren. Bij beschadigingen
of abnormale slijtage de hulp van een werkplaats inroepen.
Winterbanden
Winterbanden verhogen bij tempera‐
turen onder 7 °C de rijveiligheid en
dienen daarom om alle wielen gelegd te worden.