OPEL CORSA 2015.75 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015.75, Model line: CORSA, Model: OPEL CORSA 2015.75Pages: 271, PDF Size: 7.66 MB
Page 211 of 271

Verzorging van de auto209
3. Draai de lamphouder linksom uithet lamphuis.
4. Trek de lamp uit de lamphouder en vervang deze.
5. Steek de lamphouder in het lampā
huis en draai deze rechtsom.
6. Steek de lamp in de bumper totdat
deze vastklikt.
Binnenverlichting Interieurverlichting, leeslampjes
Gloeilampen door een werkplaats laā
ten vervangen.
Bagageruimteverlichting
Gloeilampen door een werkplaats laā
ten vervangen.
Plafondverlichting
Gloeilampen door een werkplaats laā
ten vervangen.
Instrumentenverlichting
Gloeilampen door een werkplaats laā
ten vervangen.Elektrisch systeem
Zekeringen
Controleren of het opschrift op de verā vangende zekering overeenkomt met
dat op de defecte zekering.
Er zitten twee zekeringendozen in de
auto:
ā linksvoor in de motorruimte
ā bij auto's met stuurwiel links achter de lichtschakelaar, of bij auto's met
stuurwiel rechts achter het handā
schoenenkastje
Alvorens een zekering te vervangen,
de desbetreffende schakelaar en de
ontsteking uitschakelen.
Page 212 of 271

210Verzorging van de auto
Er zitten verschillende soorten zekeā
ringen in de auto.
Afhankelijk van het type zekering is
een doorgebrande zekering herkenā
baar aan de gesmolten draad. Zekeā
ring pas vervangen wanneer de oorā
zaak van de storing verholpen is.
Sommige functies worden door meerā dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Zekeringtrekker In de zekeringenkast in de motorā
ruimte zit mogelijk een zekeringtrekā
ker.Zekeringtrekker van bovenaf op de
verschillende typen zekering zetten
en zekering lostrekken.
Zekeringenkast in
motorruimte
De zekeringenkast zit linksvoor in de
motorruimte.
Klik de klep los en klap deze geheel
omhoog. Haal de klep recht omhoog
eraf.
Page 213 of 271

Verzorging van de auto211
Nr.Stroomkring1Aanhangerinterfacemodule,
draagsysteem achterzijde2ā3Accusensor4Brandstofpomp chassisregelā
module5ABS6Dimlicht en dagrijverlichting links, afsluiter xenongrootlicht
links en rechts7ā8Regelmodule MTA-transmissie,
regelmodule LPG9Spanningsdetectie carrosserieā
regelmodule10Koplampverstelling11Achterruitenwisser12Achterruitverwarming13Dimlicht en dagrijverlichting
rechts14SpiegelverwarmingNr.Stroomkring15ā16Rembekrachtigerset17Ontsteking, voeding startstroom18Motorregelmodule19Brandstofpomp20ā21Motormagneetkleppen, motorā
sensoren22ā23Inspuitsysteem24Ruitensproeier25ā26Motorsensoren27Afsluitklep verwarming28Motorregelmodule29Motorregelmodule30Motorregelmodule31Grootlicht links, xenondimlicht
links
Page 214 of 271

212Verzorging van de auto
Nr.Stroomkring32Grootlicht rechts, xenondimlicht
rechts33Motorregelmodule34Claxon35Aircocompressorkoppeling36MistlampenNr.Stroomkring1ABS-pomp2Ruitenwisser voor3Aanjager4Instrumentenpaneel5ā6Verwarming dieselbrandstof7Versnellingsbak8Koelventilator laag9Koelventilator hoog10Koelventilator11Startmotor
Klik na het vervangen van doorgeā
brande zekeringen het deksel van het
zekeringenkastje weer vast.
Wanneer u het deksel van het zekeā
ringenkastje niet goed sluit, kan een
storing optreden.
Page 215 of 271

Verzorging van de auto213Zekeringenkast
instrumentenpaneel
De zekeringenkast zit achter de lichtā schakelaar in het instrumentenpaā
neel. Pak de handgreep vast en trek
de lichtschakelaar omlaag.
Nr.Stroomkring1ā2ā3Elektrische ruitbediening4Spanningsomvormer5Carrosserieregelmodule 16Carrosserieregelmodule 27Carrosserieregelmodule 38Carrosserieregelmodule 49Carrosserieregelmodule 510Carrosserieregelmodule 611Carrosserieregelmodule 712Carrosserieregelmodule 813ā14Achterklep15Airbagsysteem16Datalinkverbinding17Ontsteking18Airconditioning19Zonnedak
Page 216 of 271

214Verzorging van de auto
Nr.Stroomkring20Parkeerhulp/regensensor/frontā
camera21Remschakelaar22Audiosysteem23Display24ā25Hulpkrik26Instrumentenpaneel27Stoelverwarming, bestuurder28ā29ā30Instrumentenpaneel/stoelverā
warming/FlexDock31Claxon32Stoelverwarming, passagier33Verwarmd stuurwiel34ā35Bandenreparatieset36ā37AchterruitenwisserNr.Stroomkring38Aansteker39Elektrisch bediende ruiten/
zonnedak/automatische
versnellingsbakdisplay40āBoordgereedschap
Gereedschap Auto's met bandenreparatieset
Het gereedschap bevindt zich bij het
sleepoog en de bandenreparatieset
onder de vloerafdekking.
Page 217 of 271

Verzorging van de auto215
Op OPC- of LPG-versie of versies
met draagsysteem aan achterzijde of dubbele laadvloer bevindt het geā
reedschap zich bij het sleepoog en de
bandenreparatieset aan de rechterā
zijde in de bagageruimte, achter een
afdekking.
Auto's met reservewiel
De krik, wielboutsleutel en sommig
gereedschap bevinden zich aan de
rechterzijde in de bagageruimte, achā
ter een afdekking 3 74.
Velgen en banden
Conditie van banden en velgen
Zo langzaam mogelijk en onder een
rechte hoek over obstakels. Het rijden over scherpe randen kan schade aan
banden en velgen tot gevolg hebben.
Banden niet tegen de stoeprand
klemmen.
De wielen regelmatig op beschadiā
ging controleren. Bij beschadigingen
of abnormale slijtage de hulp van een werkplaats inroepen.
Wij raden aan de voorwielen niet om te wisselen met de achterwielen en
vice versa, om de rijstabiliteit te beā
houden. Gebruik altijd minder versleā
ten banden op de achteras.
Winterbanden
Winterbanden verhogen de veiligheid bij temperaturen onder 7 °C en moeāten daarom op alle wielen worden geā
monteerd.
Alle bandenmaten zijn toegestaan als winterbanden 3 259.
Page 218 of 271

216Verzorging van de auto
De sticker met de maximumsnelheid
in overeenstemming met de geldende wetgeving in uw land in het gezichtsāveld van de bestuurder aanbrengen.
Aanduidingen op banden Bijv. 195/55 R 16 95 H195=bandbreedte in mm55=hoogte-breedteverhouding
(bandhoogte t.o.v. bandā
breedte) in %R=type koordlagen: RadiaalRF=type: RunFlat16=velgdiameter in inch95=kengetal voor draagvermogen, bijv. 95, komt overeen met
690 kgH=kenletter voor snelheid
Kenletter voor snelheid:
Q=Maximaal 160 km/uS=Maximaal 180 km/uT=Maximaal 190 km/uH=Maximaal 210 km/uV=Maximaal 240 km/uW=Maximaal 270 km/uDraairichtingsgebonden
banden
Draairichtingsgebonden banden
moeten zo worden gemonteerd dat ze in de juiste richting draaien. De
juiste draairichting is herkenbaar aan
een symbool (bijv. een pijl) op de zijā
wand van de band.
Bandenspanning
De bandenspanning minstens om de 14 dagen en vóór elke lange rit bij
koude banden controleren. Het reserā vewiel niet vergeten.
Dit geldt ook voor auto's met een banā
denspanningscontrolesysteem.
Draai het ventieldopje los.
Bandenspanning 3 259.
Het informatie-etiket bandenspanā
ning op het portierframe rechts verā
meldt de originele bandenmaat en de bijbehorende bandenspanningsā
waarden.
De voorgeschreven bandenspanning
geldt bij koude banden. De waarde
geldt voor zowel zomer- als winterā
banden.
De ECO-bandenspanning dient om
een zo laag mogelijk brandstofverā
bruik te bereiken.
Page 219 of 271

Verzorging van de auto217
Een onjuiste bandenspanning beĆÆnā
vloedt de veiligheid, het weggedrag,
het rijcomfort en het brandstofverā
bruik negatief en verhoogt de banā
denslijtage.
De bandenspanningswaarden verā
schillen afhankelijk van de diverse
opties.
Ga voor de juiste bandenspanningsā
waarde als volgt te werk:
ā Bepaal de code van de motor-ID. Motorgegevens 3 250.
ā Bepaal de betreffende band.
De bandenspanningswaardetabellen
vermelden alle mogelijke bandenā
combinaties 3 259.
Voor de voor uw auto goedgekeurde
banden kunt u de EEG-conformiteitsā
verklaring die bij uw auto is geleverd, of andere landelijke registratiedocuā
menten raadplegen.
De bestuurder is verantwoordelijk
voor het juist instellen van de banā
denspanning.9 Waarschuwing
Een te lage bandenspanning kan
aanleiding geven tot oververhitting van de banden en interne beschaā
digingen, wat bij hoge snelheden
loslatende loopvlakken en zelfs
klapbanden kan veroorzaken.
Schakel het contact uit wanneer de
bandenspanning moet worden verā
hoogd of verlaagd. Schakel na het
aanpassen van de bandenspanning
het contact in en selecteer de betrefā
fende instelling op de pagina
Draagvermogen band op het Driver
Information Center 3 99.
Bandenspanningscontroā
lesysteem
Het bandenspanningscontrolesysā
teem (TPMS) controleert vanaf een
bepaalde snelheid eenmaal per miā
nuut de bandenspanning van alle vier
de banden.
Voorzichtig
Het bandenspanningscontroleā
systeem waarschuwt alleen bij
een te lage bandenspanning en
treedt niet in de plaats van regulier onderhoud van de banden door de bestuurder.
Alle wielen moeten zijn voorzien van
een druksensor en de banden moeā
ten de voorgeschreven bandenspanā
ning hebben.
Let op
In landen waar het bandenspanā
ningscontrolesysteem wettelijk verā
eist is, wordt de typegoedkeuring
van het voertuig bij het gebruik van
wielen zonder druksensoren nietig.
U kunt de actuele bandenspanningsā
waarden bekijken in Informatie- menu
voertuig ? op het Driver Informaā
tion Center (DIC).
U selecteert het menu door indrukken van de toetsen op de richtingaanwijāzerhendel.
Page 220 of 271

218Verzorging van de auto
Druk op MENU om Informatie- menu
voertuig te selecteren ?.
Draai aan het stelwiel om het banā denspanningscontrolesysteem te seā
lecteren.
Baselevel-display en Midlevel-disā
play:De bandenspanning voor elke band
wordt op zijn eigen pagina weergegeā
ven.
Uplevel-display:
De bandenspanning voor alle banden wordt op ƩƩn pagina weergegeven.
De systeemstatus en bandenspanā
ningswaarschuwingen herkent u aan een bericht waarbij de desbetreffende
band knippert op het DIC.
Voor de waarschuwingen kijkt het
systeem ook naar de temperatuur
van de band.
Bij het detecteren van een te lage
bandenspanning brandt het controleā
lampje w 3 97.
Als w oplicht, stop dan bij de eerstā
volgende gelegenheid en breng de
banden op de aanbevolen spanningsā
waarden 3 259.
Als w 60-90 seconden knippert en
daarna continu wordt verlicht, is er
een fout in het systeem. De hulp van
een werkplaats inroepen.