bluetooth OPEL CORSA F 2020 Handleiding Infotainment (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2020, Model line: CORSA F, Model: OPEL CORSA F 2020Pages: 107, PDF Size: 5.01 MB
Page 9 of 107

Inleiding91 AUDIOAudiomenu openen:
Radio ..................................... 24
Externe apparaten (USB,
Bluetooth) .............................. 29
2 NAV
Geïntegreerde
navigatiekaart weergeven .....34
3 6
Telefoonmenu openen ..........51
4 ).......................................... 12
Indien uitgeschakeld:
stroom in- / uitschakelen
Indien ingeschakeld: stiltefunctie
Draaien: volume aanpassen
5 SET
Instellingenmenu openen ......16
6 d
Appmenu openen .................3277
Menu auto-instellingen
openen, zie Gebruikers‐
handleiding
8 Info-Display
Het startmenu verschijnt
door het scherm met 3
vingers aan te raken
Page 11 of 107

Inleiding111).......................................... 12
Indien uitgeschakeld:
stroom in- / uitschakelen
Indien ingeschakeld: stiltefunctie
Draaien: volume aanpassen
2 Info-Display
Het startmenu verschijnt
door het scherm met 3
vingers aan te raken
3 h
Menu Klimaat openen mits beschikbaar, zie Gebrui‐
kershandleiding
4 c
Geïntegreerde
navigatiekaart weergeven .....34
5 b
Audiomenu openen:
Radio ..................................... 24
Externe apparaten (USB,
Bluetooth) .............................. 296 a
Telefoonmenu openen ..........51
7 d
Appmenu openen .................32
8 _
Menu auto-instellingen
openen, zie Gebruikers‐
handleidingAfstandsbediening op stuurwiel
1 SRC (bron)
Audiobron selecteren,
keuze bevestigen met A..... 12
Lang indrukken: stiltefunctie
2 c / d
Volgende/vorige
voorkeursstation
selecteren bij actieve radio ...24
of volgend(e) / vorig(e)
track / afbeelding
selecteren bij actieve
externe apparaten .................29
Page 14 of 107

14Inleiding
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de basisfuncties van het naviga‐
tiesysteem 3 34.
Navigatiemenu
Selecteer MENU om het navigatie‐
menu weer te geven.
Het navigatiemenu doet dienst als
centraal toegangspunt voor het
volgende:
● Adressen zoeken en invoeren 3 38
● Ritten met viapunten invoeren 3 38
● Criteria voor routebegeleiding invoeren 3 42
● Routebegeleiding annuleren en hervatten 3 42
Telefoon
Voordat u de telefoonfunctie kunt
gebruiken moet er een verbinding zijn gemaakt tussen het Infotainmentsys‐
teem en de mobiele telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het Infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 49.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
druk dan op a om het hoofdmenu
voor de telefoonfunctie weer te geven.
Page 30 of 107

30Externe apparatenAudio streaming via Bluetooth
Via streaming kunt u draadloos
muziek op uw smartphone beluiste‐
ren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding 3 50.
Als de muziekweergave niet automa‐
tisch start, moet u de weergave
mogelijk starten op de smartphone.
Stel eerst het volume in op uw smart‐ phone (op een hoog niveau). Stel
daarna het volume in op het Infotain‐
mentsysteem.
Bestandsindelingen
Het audiosysteem biedt ondersteu‐
ning voor verschillende bestandsfor‐
maten.
Audio afspelen
Muziekfunctie activeren
USB- of Bluetooth-apparaat aanslui‐
ten 3 29.Als het apparaat is verbonden/aange‐
sloten, maar de erop opgeslagen
muziekbestanden niet worden afge‐
speeld:
Druk op b, selecteer SOURCES
gevolgd door de desbetreffende bron.
Het afspelen van de audiotracks start
automatisch.
Afspeelfuncties
Afspelen onderbreken en hervatten
Druk op 5 om het afspelen te onder‐
breken. De schermtoets verandert in
4 .
Druk op 4 om het afspelen te hervat‐
ten.Vorige of volgende track afspelen
Tip P of Q aan.Snel vooruit en achteruit gaan
Houd P of Q ingedrukt. Laat de toets
los om naar de normale afspeelmo‐
dus terug te keren.
Ook kunt u de schuifbalk die de posi‐ tie van de huidige track aangeeft naar
links of rechts verplaatsen.Tracks in willekeurige volgorde afspe‐ len
Tik herhaaldelijk op de toets om te wisselen tussen de beschikbare modi voor een willekeurige afspeelvolg‐
orde.
1 : tracks in actuele lijst (album,
artiest et cetera) in willekeurige volg‐
orde afspelen.
2 : alle tracks op het verbonden
apparaat in willekeurige volgorde
afspelen.
k : tracks in actuele lijst (album,
artiest et cetera) in normale volgorde
afspelen.
Page 32 of 107

32Externe apparatenDiavoorstelling starten of stoppen
Selecteer 4 om de afbeeldingen op
het USB-apparaat als diavoorstelling
te bekijken.
Tik op 5 om de diavoorstelling te
beëindigen.
Smartphone-applicatiesgebruiken
Telefoonweergave
De smartphone-applicaties Apple
CarPlay en Android Auto geven de
geselecteerde apps van uw smart‐
phone weer op het Info-Display. U
kunt ze bedienen met de bedienings‐
elementen van het Infotainmentsys‐
teem.
Controleer bij de fabrikant van het
apparaat of deze functie op uw smart‐
phone kan worden gebruikt en of de
applicatie beschikbaar is in het land
waar u zich bevindt.
Smartphone voorbereiden
iPhone ®
: Controleer of Siri ®
op uw
telefoon is geactiveerd.Android-telefoon: Download op
Google Play™ de Android Auto-app
naar uw telefoon.
De smartphone verbindeniPhone
Sluit de telefoon aan op de USB-poort 3 29.
Als de telefoon al via Bluetooth is verbonden, wordt de Bluetooth-
verbinding bij aansluiting van de tele‐
foon op de USB-poort en activering
van de Apple CarPlay verbroken.Android-telefoon
Verbind de telefoon via Bluetooth
3 50 en sluit de telefoon vervolgens
aan op de USB-poort 3 29.
Telefoonweergave starten
Druk op d en tik vervolgens op
Apple CarPlay of Android Auto .
Het getoonde telefoonweergave‐
scherm is afhankelijk van uw smart‐
phone en de softwareversie.
Teruggaan naar het
infotainmentscherm
Druk op de knop b op het bedie‐
ningspaneel.
Page 49 of 107

Telefoon49TelefoonAlgemene aanwijzingen...............49
Bluetooth-verbinding ....................50
Bediening ..................................... 51
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ....................54Algemene aanwijzingen
De telefoonfunctie biedt u de moge‐ lijkheid om via een microfoon en deluidsprekers van de auto telefoonge‐
sprekken te voeren en met het Info‐
tainmentsysteem van de auto de
belangrijkste functies van de mobiele telefoon te bedienen. Om de telefoon‐
functie te kunnen gebruiken, moet de mobiele telefoon een Bluetooth-
verbinding hebben met het Infotain‐
mentsysteem.
Niet alle functies van de telefoon
worden door elke mobiele telefoon
ondersteund. Welke telefoonfuncties
bruikbaar zijn, hangt af van de desbe‐ treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover kunt u in de bedieningshand‐ leiding van uw mobiele telefoon
vinden. U kunt hierover ook informa‐
tie vragen bij uw netwerkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn er
veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
nen opgesteld. Alvorens gebruik
te maken van de telefoonfunctie
dient u op de hoogte te zijn van de desbetreffende richtlijnen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het
rijden kan gevaarlijk zijn doordat
uw concentratie afneemt tijdens
het telefoneren. Parkeer uw auto
voordat u de telefoon in hands‐
free-modus gebruikt. Volg de
bepalingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in
sommige gebieden gelden op en
zet uw mobiele telefoon uit als
Page 50 of 107

50Telefoonmobiel telefoneren verboden is,
als de mobiele telefoon interferen‐
tie veroorzaakt of als er zich
gevaarlijke situaties kunnen voor‐
doen.
Bluetooth
De telefoonfunctie is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
kunt u op internet op
http://www.bluetooth.com vinden.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een standaard voor het
draadloos verbinden van bijv.
mobiele telefoons, smartphones of
andere apparaten.
Een apparaat koppelen
Tijdens het koppelen wordt de
pincode uitgewisseld tussen Blue‐
tooth-apparaten en Infotainmentsys‐
teem waarna een verbinding wordt
gemaakt tussen de apparaten en het
Infotainmentsysteem.
Opmerkingen
● Twee gekoppelde Bluetooth- apparaten zijn tegelijkertijd te
verbinden met het Infotainment‐
systeem. Het ene apparaat in de
handsfreemodus en het andere
in de audiostreamingmodus, zie
beschrijving van de Bluetooth-
profielinstellingen verderop.
Het is echter niet mogelijk om
twee apparaten te gebruiken die
allebei in de handsfree-modus
staan.
● Koppelen is slechts één keer noodzakelijk, tenzij het apparaat
van de lijst met gekoppelde
apparaten wordt gewist. Als het
apparaat eerder verbonden was,
brengt het Infotainmentsysteem
de verbinding automatisch tot
stand.
● Bij werken via Bluetooth wordt de
accu van het apparaat aanzienlijk belast. Sluit het apparaat daarom
aan op een USB-poort, zodat het wordt opgeladen.Een nieuw apparaat koppelen
1. Activeer de Bluetooth-functie van het Bluetooth-apparaat. Voor
nadere informatie verwijzen wij u
naar de gebruiksaanwijzing van
het Bluetooth-apparaat.
2. Als er al een Bluetooth-apparaat is aangesloten:
Druk op a, selecteer OPTIES,
selecteer Bluetooth-verbinding en
tik vervolgens op * Zoeken .
Als er geen Bluetooth-apparaat is aangesloten:
Druk op a en tik vervolgens op
Bluetooth zoeken .
Er wordt gezocht naar alle Blue‐
tooth-apparaten in de naaste
omgeving.
3. Selecteer het te koppelen Blue‐ tooth-apparaat in de getoonde
lijst.
4. Bevestig de koppelprocedure: ● Als SSP (secure simple pairing) wordt ondersteund:
Page 51 of 107

Telefoon51Bevestig de berichten op het
Infotainmentsysteem en het
Bluetooth-apparaat.
● Als SSP (secure simple pairing) niet wordt onder‐
steund:
Op het Infotainmentsysteem:
er verschijnt een bericht
waarin u wordt gevraagd om
een pincode op uw Blue‐ tooth-apparaat in te voeren.
Op het Bluetooth-apparaat: voer de pincode in en beves‐ tig de ingevoerde gegevens.
5. Activeer de functies die de gekop‐
pelde smartphone moet hebben
en bevestig uw instellingen. U
kunt de Bluetooth-profielinstellin‐
gen te allen tijde wijzigen, zie
onder.
Het Infotainmentsysteem en het
apparaat zijn gekoppeld.
6. Het telefoonboek wordt automa‐ tisch naar het Infotainmentsys‐
teem gedownload. Afhankelijk
van de telefoon moet het Infotain‐ mentsysteem toegang verkrijgen
tot het telefoonboek. Bevestig zonodig de berichten op het Blue‐
tooth-apparaat.
Als deze functie niet door het
Bluetooth-apparaat wordt onder‐
steund, verschijnt er een bijbeho‐
rend bericht.
Handeldingen op gekoppelde
apparaten
Druk op a, selecteer OPTIES
gevolgd door Bluetooth-verbinding .
Er verschijnt een lijst met alle gekop‐
pelde apparaten.
Bluetooth-profielinstellingen wijzigen
Tik op a naast het gekoppelde
apparaat van uw keuze.
Activeer of deactiveer de gewenste
profielinstellingen en bevestig uw instellingen.
Een gekoppeld apparaat verbinden Apparaten die gekoppeld zijn maar
niet zijn verbonden worden aange‐
duid met een X.
Selecteer het gewenste apparaat om
een verbinding te maken.Een apparaat loskoppelen
Het apparaat dat op dat moment is
verbinden wordt aangeduid met W.
Selecteer het apparaat waarvan u de verbinding wilt verbreken.
Een gekoppeld apparaat
verwijderen
Tik op f in de rechterbovenhoek van
het scherm om f-pictogrammen
naast de gekoppelde apparaten te
tonen.
Tik op f naast het Bluetooth-appa‐
raat dat u wilt verwijderen en bevestig
het getoond bericht.
BedieningZodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
Page 52 of 107

52TelefoonLet op
In de handsfree-modus is bediening van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een
verbinding tussen de mobiele tele‐
foon en het Infotainmentsysteem
worden er gegevens van de mobiele
telefoon naar het Infotainmentsys‐
teem verstuurd. Afhankelijk van de
mobiele telefoon en de hoeveelheid
over te dragen gegevens kan dit
enige tijd in beslag nemen. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Let op
Niet alle mobiele telefoons bieden
volledige ondersteuning van de tele‐ foonfunctie van de auto. Daaromkan het bereik aan hieronder
beschreven functies afwijken.
Hoofdmenu Telefoon
Druk op a om het hoofdmenu tele‐
foon weer te geven.
Let op
Het hoofdmenu telefoon is alleen
beschikbaar als er via Bluetooth een
mobiele telefoon met het Infotain‐
mentsysteem verbonden is. Voor
een gedetailleerde beschrijving
3 50.
Veel functies van de mobiele telefoon kunt u nu bedienen via het hoofd‐
menu van de telefoon (en bijbeho‐
rende submenu's) en via de telefoon‐
specifieke knoppen op het stuurwiel.
Telefoongesprek initiëren
Een telefoonnummer invoeren
Voer een telefoonnummer in met het
toetsenblok in het hoofdmenu tele‐
foon.
Bij invoer van cijfers verschijnen
corresponderende vermeldingen in
de contactenlijst in alfabetische volg‐ orde.
Tik op de gewenste lijstvermelding
om een telefoongesprek te starten.
Page 53 of 107

Telefoon53Contactenlijst gebruiken
De contactenlijst bevat alle telefoon‐ boekvermeldingen uit het verbonden
Bluetooth-apparaat en alle contacten
uit het navigatiesysteem.
Selecteer Contacten gevolgd door
het gewenste lijsttype.Een contact zoeken
De contacten staan op volgorde van
voor- of achternaam. Raak < aan
om de volgorde te wijzigen.
Tik op een letter op de schuifbalk,
S of R, om de lijst door te bladeren.
Tik op Zoeken om een contact te
zoeken via het toetsenbord.Een contact aanpassen of verwijde‐
ren
Selecteer - naast het contact
gevolgd door de gewenste optie.
Doe het volgende, als u een foto wilt
toevoegen aan het contact:
Sluit een USB-apparaat met de
gewenste foto erop aan op de USB-
poort 3 29, tik op het fotokader en
selecteer daarna de gewenste foto.
Bevestig uw keuze om de bewuste
foto te downloaden naar het systeem.
Belhistorie gebruiken
Alle ontvangen, uitgaande of gemiste
oproepen worden vastgelegd.
Selecteer Oproepen gevolgd door de
gewenste lijst.
Selecteer de gewenste lijstvermel‐
ding aan om een telefoongesprek te
starten.
Inkomend telefoongesprek
Als bij een inkomende oproep een
audiomodus actief is, bijv. de radio- of USB-modus, wordt het geluid van de
audiobron onderdrukt totdat het
gesprek wordt beëindigd.Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de
beller.
Tik op w om het gesprek aan te
nemen.
Tik op @ om het gesprek af te
wijzen.
Tik op 5 om het gesprek in de wacht
te zetten. Tik op 4 om het gesprek te
hervatten.
Tijdens een lopend telefoongesprek
wordt het volgende menu getoond.