OPEL INSIGNIA 2015 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015, Model line: INSIGNIA, Model: OPEL INSIGNIA 2015Pages: 149, PDF Size: 2.64 MB
Page 91 of 149

Telefoon91voordat u de telefoon in hands‐free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel telefoneren verboden is, als de
mobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportaal is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificaties
vindt u op http://www.bluetooth.com
Bluetooth-verbinding Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. mobiele telefoons, iPod/iPhone-
modellen of andere apparaten.
Om een Bluetooth-verbinding met het Infotainmentsysteem tot stand te
brengen, moet de Bluetooth-functie
van het Bluetooth-apparaat geacti‐
veerd zijn. Voor nadere informatie
verwijzen wij u naar de gebruiksaan‐
wijzing van het Bluetooth-apparaat.
Via het Bluetooth-instellingenmenu
worden koppelingen (uitwisselen van
pincodes tussen Bluetooth-apparaat
en Infotainmentsysteem) tot stand
gebracht en de Bluetooth-apparatuur
met het Infotainmentsysteem verbon‐ den.
Bluetooth-instellingenmenu
Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth om het betref‐
fende submenu weer te geven.
Een apparaat koppelen
Belangrijke informatie ■ Aan het systeem kunnen maximaal
vijf apparaten worden gekoppeld.
■ Er kan slechts één gekoppeld ap‐ paraat tegelijk met het infotain‐
mentsysteem worden verbonden.■ Koppelen is in de regel slechts één
keer noodzakelijk, tenzij het appa‐
raat van de lijst met gekoppelde ap‐ paraten wordt gewist. Als het appa‐
raat eerder verbonden was, brengt
het Infotainmentsysteem automa‐
tisch een verbinding tot stand.
■ Werken met Bluetooth is belastend
voor de accu van het apparaat. Sluit het apparaat daarom op de
stroom aan.
Koppelen via de toepassing
Instellingen
1. Druk op ; en selecteer vervol‐
gens het pictogram
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth om het be‐
treffende submenu weer te ge‐
ven.
2. Selecteer Apparaat verbinden . U
kunt ook Apparaatbeheer selec‐
teren om de apparatuurlijst weer
te geven en vervolgens scherm‐
toets Apparaat verbinden selecte‐
ren.
Page 92 of 149

92Telefoon
3. Op het Infotainmentsysteem ver‐schijnt er een melding met de
naam en de pincode van het Info‐
tainmentsysteem.
4. Activeer het zoekproces in het te koppelen Bluetooth-apparaat.
5. Bevestig de koppelprocedure: ◆Als SSP (secure simple pairing)
wordt ondersteund:
Vergelijk de pincode (indien
vereist) en bevestig de meldin‐
gen op het Infotainmentsys‐
teem en het Bluetooth-appa‐
raat.
◆ Als SSP (secure simple pairing)
niet wordt ondersteund:
Selecteer PIN inst. als u de pin‐
code van het Infotainmentsys‐
teem wilt wijzigen. Er verschijnt
een toetsenblok. Voer de
nieuwe pincode in en bevestig
uw invoer.
Voer de pincode van het Info‐
tainmentsysteem op het Blue‐
tooth-apparaat in en bevestig
uw invoer.6. Het Infotainmentsysteem en het apparaat zijn verbonden en de ap‐
paraatlijst wordt weergegeven.
Let op
Bij problemen met de Bluetooth-ver‐ binding verschijnt er een storings‐
melding op het scherm van het Info‐
tainmentsysteem.
7. Indien aanwezig op het Bluetooth-
apparaat, worden het telefoon‐
boek en de bellijsten naar het In‐
fotainmentsysteem gedownload.
Bevestig indien nodig de melding
op uw smartphone.
Let op
Voor het lezen van de contacten
door het Infotainmentsysteem moe‐ ten deze zijn opgeslagen in het tele‐ foongeheugen van de mobiele tele‐
foon.
Wordt deze functie niet door het
Bluetooth-apparaat ondersteund,
dan verschijnt er een bijbehorend
bericht op het Infotainmentsys‐
teem.Koppelen via de Telefoon-toepassing
1. Druk op ; en selecteer vervol‐
gens het pictogram TELEFOON.
2. Selecteer de knop Apparaat
verbinden op het scherm.
3. Ga verder met stap 3 van "Kop‐ pelen via de toepassing Instellin‐
gen" (zie bovenstaand).
4. Als het koppelen van het apparaat
voltooid is, wordt het telefoon‐
menu weergegeven.
Let op
Bij problemen met de Bluetooth-ver‐ binding verschijnt er een storings‐
melding op het scherm van het Info‐
tainmentsysteem.
Een gekoppeld apparaat
verbinden
1. Druk op ; en selecteer vervol‐
gens het pictogram
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth om het be‐
treffende submenu weer te ge‐
ven.
2. Selecteer Apparaatbeheer om de
apparaatlijst weer te geven.
Page 93 of 149

Telefoon93
3. Selecteer het Bluetooth-apparaatdat u wenst te koppelen.
4. Het apparaat is verbonden en wordt getoond in het Verbonden-
veld van de apparaatlijst.
Een apparaat loskoppelen 1. Druk op ; en selecteer vervol‐
gens het pictogram
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth om het be‐
treffende submenu weer te ge‐
ven.
2. Selecteer Apparaatbeheer om de
apparaatlijst weer te geven.
3. Selecteer de schermtoets ╳ naast
het Bluetooth-apparaat dat mo‐
menteel is verbonden. Er ver‐
schijnt een melding die u moet be‐ antwoorden.
4. Selecteer de knop Ja op het
scherm om de verbinding van het apparaat te verbreken.Een apparaat wissen
1. Druk op ; en selecteer vervol‐
gens het pictogram
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth om het be‐
treffende submenu weer te ge‐
ven.
2. Selecteer Apparaatbeheer om de
apparaatlijst weer te geven.
3. Selecteer de schermtoets ─ naast
het te verwijderen Bluetooth-ap‐
paraat. Er verschijnt een melding
die u moet beantwoorden.
4. Selecteer de knop Ja op het
scherm om het apparaat te wis‐
sen.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de ver‐
binding kan niet onder alle om‐
standigheden worden gegaran‐
deerd. Daarom is het belangrijk
dat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.9 Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
Page 94 of 149

94Telefoonworden wanneer bepaalde net‐werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en
regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep maken
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonaansluiting met het nood‐ oproepcentrum wordt ingesteld.
Beantwoord de vragen van het per‐
soneel over de noodoproep.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon via het infotainment‐
systeem bedienen.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van de telefoon‐
portal. Zodoende is het mogelijk dat
de functionaliteit die bij deze speci‐
fieke mobiele telefoons staat be‐
schreven, afwijkt.
Telefoontoepassing
Druk op de knop ; en selecteer het
pictogram TELEFOON (met het tele‐
foonsymbool) om het betreffende
menu weer te geven.
Het telefoonportaal bevat verschil‐
lende schermen die via tabbladen
toegankelijk zijn. Selecteer het ge‐ wenste tabblad.
Let op
Het TELEFOON hoofdmenu is al‐
leen beschikbaar als er via Blue‐ tooth een mobiele telefoon met het
Infotainmentsysteem verbonden is.
Een gedetailleerde beschrijving vin‐
den 3 91.Telefoongesprek initiëren
Toetsenblok
Druk op de ;-knop en vervolgens op
het TELEFOON -pictogram om het
betreffende menu weer te geven.
Selecteer indien nodig het tabblad
TOETSENBORD in de interactieve
selectiebalk. Het toetsenblok wordt
weergegeven.
Voer het gewenste nummer in en se‐ lecteer de schermtoets Bellen. Het
nummer wordt gebeld.
Page 95 of 149

Telefoon95
Voor verkort kiezen, voer het nummer
in en tik op het laatste cijfer en houd
vast. Het nummer wordt gebeld.
Contacten
Druk op de ;-knop en vervolgens op
het TELEFOON -pictogram om het
betreffende menu weer te geven.
Selecteer indien nodig het tabblad
CONTACTEN in de interactieve se‐
lectiebalk. De contactenlijst wordt ge‐ toond.
Zoek een gedetailleerde beschrijving
van de contactenlijsten 3 33.
Blader naar het gewenste contact.
Snelkoppelingspictogram
Is er slechts één nummer voor een
contact opgeslagen, dan wordt er naast de betreffende gegevens in de
contactenlijst een snelkoppeling ge‐
toond.
Selecteer de knop z op het scherm
om direct te bellen.Scherm met bestemmingsdetails
Zijn er voor een contact meerdere
nummers opgeslagen, selecteer dan
het gewenste nummer.
Het scherm met de contactdetails
wordt weergegeven.
Selecteer een van de voor het contact
opgeslagen telefoonnummers. Het
nummer wordt gebeld.
Gesprekkenlijsten
Druk op de ;-knop en vervolgens op
het TELEFOON -pictogram om het
betreffende menu weer te geven.
Selecteer indien nodig het tabblad
RECENT in de interactieve selectie‐
balk. De recente gesprekkenlijst
wordt weergegeven.
Let op
Gemiste gesprekken zijn rood ge‐
markeerd in de recente gesprekken‐
lijst en hebben het 9 -symbool naast
het telefoonpictogram in het toepas‐ singsoverzicht.
Selecteer een van de telefoonnum‐ mers in de recente gesprekkenlijst.
Het nummer wordt gebeld.
Favorieten
Geef de favorietenpagina weer.
Blader indien nodig door de pagina's.
Selecteer de gewenste schermtoets
voor de favoriet.
Page 96 of 149

96Telefoon
Vind een gedetailleerde beschrijving
3 28.
Inkomend telefoongesprek
Telefoongesprek aannemen
Is er een radio- of mediabron actief
als er een gesprek binnen komt, dan
wordt de audiobron gedempt. Dit blijft
zo tot het gesprek wordt beëindigd.
De naam en telefoonnummer van de
beller worden onderop het scherm
getoond.
Selecteer in het bericht schermtoets
Antw. om het gesprek te beantwoor‐
den.
Telefoongesprek afwijzen
Selecteer in het bericht schermtoets
Negeren om het gesprek af te wijzen.
Beltoon wijzigen
Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth om het betref‐
fende submenu weer te geven en kies vervolgens lijstoptie Beltonen. Er
wordt een lijst met alle aan het Info‐ tainmentsysteem gekoppelde tele‐
foons weergegeven.
Kies de gewenste telefoon. Er wordt
een lijst weergegeven met alle belto‐
nen voor de betreffende telefoon.
Selecteer de gewenste beltoon.
Functies tijdens een telefoongesprek
Tijdens een telefoongesprek wordt
het gespreksscherm weergegeven.
Telefoongesprek beëindigen
Selecteer de knop Beëindigen op het
scherm om de oproep te beëindigen.
Microfoon uitschakelen
Selecteer de schermtoets Dempen
om de microfoon tijdelijk uit te scha‐
kelen.
De schermtoets verandert in Demp.
uit .
Microfoon opnieuw activeren, selec‐
teer de schermtoets Demp. uit.
Page 97 of 149

Telefoon97
De handsfree-functie uitschakelen
Selecteer de schermtoets Handset
om het gesprek met uw mobiele tele‐ foon voort te zetten.
De schermtoets verandert in
Handsfree .
Selecteer nogmaals de schermtoets
Handsfree om de handsfree-functie
opnieuw te activeren.
Tweede oproep Een tweede telefoongesprek initiëren
Om een tweede telefoongesprek te
voeren, selecteert u de schermtoets
Toevoegen in het gespreksscherm.
Het telefoonmenu verschijnt.
Een tweede telefoongesprek voeren.
Een gedetailleerde beschrijving vindt
u bovenstaand.
Om het initiëren van het tweede tele‐
foongesprek te annuleren en terug te keren naar het gespreksscherm, se‐
lecteert u de schermtoets Huid.
gespr. .
Beide gesprekken worden in het ge‐
spreksscherm weergegeven.
Tweede inkomende oproep
De naam en telefoonnummer van de
beller verschijnen onderin het ge‐
spreksscherm.
Selecteer schermtoets Antw. of
Negeren in de melding.
Beëindigen van telefoongesprekken
Selecteer de schermtoets
Beëindigen onderin het scherm om
beide gesprekken te beëindigen.
Selecteer de schermtoets A naast
een gesprek om één van beide ge‐
sprekken te beëindigen.
Conference call
Selecteer de schermtoets B om de
gesprekken tegelijkertijd te voeren. U
kunt nu met beide personen spreken.
De schermtoets B verandert in C.
Om de gesprekken te splitsen, selec‐
teer de schermtoets C.
Telefoons
Selecteer het tabblad TELEFOONS
om de apparaatlijst weer te geven.
Page 98 of 149

98Telefoon
Vind een gedetailleerde beschrijving
3 91.
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Installatie-instructies enbedieningsrichtlijnen
De installatie-instructies die eigen zijn aan de auto en de bedieningsrichtlij‐nen van de mobiele telefoon- en
handsfreefabrikant moeten in acht
worden genomen wanneer u een mo‐ biele telefoon installeert en bedient.
Anders kunt u de voertuigtypegoed‐
keuring ongeldig maken (EU-richtlijn
95/54/EC).
Aanbevelingen voor probleemloze
werking:
■ Professioneel geïnstalleerde bui‐ tenantenne om het grootst moge‐
lijke bereik te verkrijgen,
■ Maximaal zendvermogen 10 watt,
■ Houd bij installatie van de telefoon op een daartoe geschikte plek, re‐
kening met de betreffende opmer‐
king in de Gebruikershandleiding,
hoofdstuk Airbagsysteem .
Laat u informeren over de voorziene
montageposities voor de buitenan‐
tenne of de toestelhouder en de mo‐
gelijkheden tot gebruik van toestellen
met een zendvermogen van meer dan 10 watt.
Het gebruik van een handsfree-carkit
zonder buitenantenne voor mobiele
telefoons type GSM 900/1800/1900
en UMTS is alleen toegestaan, wan‐
neer het maximale zendvermogenvan de mobiele telefoon niet groter is
dan 2 watt bij GSM 900 en niet groter
is dan 1 watt bij de andere types.
Voor veiligheidsredenen mag u geen
telefoon gebruiken terwijl u rijdt. Zelfs het gebruik van een handsfree-tele‐
foon vormt een afleiding tijdens het rijden.9 Waarschuwing
Gebruik van zendapparatuur en
mobiele telefoons die niet aan de
bovenstaande normen voor mo‐
biele telefoons voldoen en radio's
is alleen toegestaan met een bui‐ tenantenne op de auto.
Voorzichtig
Mobiele telefoons en zendappara‐ tuur kunnen als de voornoemde
aanwijzingen niet in acht worden
genomen bij gebruik in het interi‐
eur zonder buitenantenne aanlei‐
ding geven tot functiestoringen in
de autoelektronica.
Page 99 of 149

Veelgestelde vragen99Veelgestelde vragenVeelgestelde vragen....................99Veelgestelde vragen
Telefoon? Hoe koppel ik mijn telefoon aan het
Infotainmentsysteem?
! Druk op een telefoon te koppelen
op de kop ;, selecteer het picto‐
gram TELEFOON en de scherm‐
toets Apparaat verbinden . Volg de
instructies op uw apparaat en zorg dat Bluetooth ingeschakeld is.
Gedetailleerde beschrijving 3 91.? Hoe kan ik mijn telefooncontacten
en recente gesprekken bekijken?
! Om de contactpersonen of oproe‐
penlijst te benaderen, druk op
de ;-knop, selecteer het picto‐
gram TELEFOON en selecteer
vervolgens CONTACTEN of
RECENT . Zorg dat het telefoon‐
boek en de recente gesprekkenlijst
op de telefoon toegankelijk zijn. Af‐ hankelijk van de telefoon kan het
enige minuten duren voor het tele‐ foonboek en de recente gesprek‐
kenlijst geladen zijn.Gedetailleerde beschrijving 3 94.
Touchpad? Hoe kan ik op het touchpad een
toets selecteren? Als ik op het
touchpad tik, gebeurt er niets.
! Op het touchpad moet u drukken.
Er gebeurt niets als u het aantikt.
Gedetailleerde beschrijving 3 15.? Welke bewegingen met meerdere
vingers worden door het touchpad
ondersteund?
! Het touchpad ondersteunt diverse
bewegingen met meerdere vin‐
gers, zoals met 3 vingers omhoog/
omlaag om door de favorietenrij te
bladeren.
Gedetailleerde beschrijving 3 38.? Hoe kan ik de detectie van mijn be‐
wegingen verbeteren?
! Probeer de vingers tegelijkertijd op
het touchpad te leggen en dan de
beweging te maken. Druk niet op
het touchpad terwijl u een bewe‐
ging maakt.
Gedetailleerde beschrijving 3 15.
Page 100 of 149

100Veelgestelde vragen
?Hoe kan ik de lettertekenherken‐
ning van het touchpad verbeteren?
! Probeer diverse snelheidsinstellin‐
gen uit ( Standaard , Sneller of
Langzamer ). U kunt deze instelling
benaderen vanuit het letterteken‐
herkenningsscherm. Gebruik voor
het invoeren van bestemmingen
alleen hoofdletters.
Gedetailleerde beschrijving 3 25.
Favorieten? Wat kan ik als favoriet opslaan?
! U kunt tot 60 favorieten van bijna
alle informatietypen opslaan, bv.
bestemmingen, telefooncontac‐
ten, afspeellijsten, radiozenders,
etc.
Gedetailleerde beschrijving 3 28.? Hoe kan ik een nieuwe favoriet op‐
slaan?
! Activeer de betreffende toepas‐
sing, druk een favoriet-scherm‐
toets en houd deze vast om op
deze locatie een nieuwe favoriet
op te slaan. Het opslaan wordt be‐vestigd met een korte pieptoon. In
bepaalde gevallen moet u een
specifiek item selecteren.
Gedetailleerde beschrijving 3 28.? Hoe kan ik de naam van mijn fa‐
vorieten wijzigen, ze wissen of ver‐
plaatsen?
! Druk op de
;-knop, selecteer het
INSTELLINGEN -pictogram in het
Startscherm, kies lijstoptie Radio
in de instellingenlijst en vervolgens Favorieten beheren om de favor‐
ieten te hernoemen, wissen of ver‐
plaatsen.
Gedetailleerde beschrijving 3 28.? Waar worden favorieten opgesla‐
gen en hoe kan ik ze een andere
naam geven?
! De favorieten worden opgeslagen
in de favorietenlijst. Om een favo‐
riet een nieuwe naam te geven, se‐
lecteert u de betreffende scherm‐
toets in de favorietenrij. In be‐
paalde schermen is de favorieten‐
lijst verborgen zodat andere in‐
houd beter kan worden weergege‐ ven. Selecteer in dergelijke scher‐men de schermtoets n rechtson‐
der op het scherm en sleep de in‐
teractieve selectiebalk met een
vinger omhoog.
Gedetailleerde beschrijving 3 28.
Navigatie? Ik heb een bestemmingsadres in‐
gevoerd, maar er verschijnt een
foutmelding. Wat doe ik verkeerd?
! Het navigatiesysteem gaat bij het
invoeren van een adres van eenbepaalde volgorde uit. Afhankelijk
van het land waarin het adres zich bevindt, kan er een andere invoer‐volgorde vereist zijn. Bij adressen
in andere landen, dient als laatste
ook het land te worden ingevoerd.
Gedetailleerde beschrijving 3 72.? Hoe kan ik de actieve routebege‐
leiding annuleren?
! Selecteer de schermtoets
MENU
in de interactieve selectiebalk en
vervolgens menuoptie Annuleer
route om de routebegeleiding te
beëindigen.
Gedetailleerde beschrijving 3 77.