OPEL INSIGNIA BREAK 2019.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019.5, Model line: INSIGNIA BREAK, Model: OPEL INSIGNIA BREAK 2019.5Pages: 335, PDF Size: 9.43 MB
Page 291 of 335

Verzorging van de auto289Voorzichtig
Deactiveer de bestuurdersonder‐
steuningssystemen zoals de
actieve noodrem 3 207, omdat de
auto anders automatisch kan
remmen tijdens het slepen.
Zet de keuzehendel in neutraal.
Schakel de parkeerrem uit.
Voorzichtig
Langzaam wegrijden. Schok‐
kende bewegingen vermijden.
Buitensporige trekkrachten
kunnen de auto beschadigen.
Bij uitgeschakelde motor gaat
remmen en sturen aanmerkelijk
zwaarder.
Recirculatiesysteem inschakelen en
ruiten sluiten, zodat geen uitlaatgas‐
sen van de slepende auto kunnen
binnendringen.
Auto's met handgeschakelde
versnellingsbak en All-Wheel Drive:
Wanneer de auto met alle vier de
wielen op de grond wordt gesleept,
zijn er geen technische beperkingen
wat betreft de snelheid en afstand. Is
er slechts één as opgetild, dan is de
maximumsnelheid 50 km/u. Er is
geen afstandsbeperking.
Auto's met een automatische versnel‐
lingsbak en All-Wheel Drive: De auto
moet voorwaarts worden gesleept.
Wordt de auto met alle vier de wielen op de grond gesleept, dan is de maxi‐mumsnelheid 50 km/u en mag de
afstand niet groter zijn dan 50 km. Is
de vooras opgetild, dan is de maxi‐
mumsnelheid 50 km/u. Er is geen
afstandsbeperking.
De hulp van een werkplaats inroepen. Na het slepen verwijdert u het sleep‐
oog.
Plaats de afdekking met de buitenste
flens in de uitsparing en duw de
afdekking vast.Andere auto slepen
Wikkel een doek rond de punt van
een platte schroevendraaier om
schade aan de lak te voorkomen.
Steek de schroevendraaier in de
gleuf aan de onderrand van de afdek‐
king. Neem de afdekking los door
deze voorzichtig los te wrikken.
Het sleepoog is opgeborgen bij het
boordgereedschap 3 270.
Page 292 of 335

290Verzorging van de auto
Draai het sleepoog tot aan de aanslag
in een horizontale stand vast.
Gebruik het sjoroog onder aan de
achterkant van de auto nooit als
sleepoog.
Bevestig de sleepkabel – beter is een
sleepstang – aan het sleepoog.
Gebruik het sleepoog alleen om de
auto weg te slepen en niet om deze
te bergen.
Voorzichtig
Langzaam wegrijden. Schok‐
kende bewegingen vermijden.
Buitensporige trekkrachten
kunnen de auto beschadigen.
Na het slepen verwijdert u het sleep‐ oog.
Plaats de afdekking met de bovenste
flens in de uitsparing en duw de
afdekking vast.
Verzorging van uiterlijk
Verzorging exterieur
Sloten
De sloten zijn af fabriek gesmeerd
met een hoogwaardig slotcilindervet.
Ontdooimiddelen alleen in dringende gevallen gebruiken, omdat ze ontvet‐
tend werken en de werking van de
sloten belemmeren. Na gebruik van
ontdooimiddelen, de sloten door een
werkplaats opnieuw laten smeren.
Wassen Het lakwerk van de auto staat bloot
aan invloeden van buitenaf. De auto
daarom regelmatig wassen en met
was conserveren. Bij het bezoek aan
wasstraten, een programma met een
wasbehandeling selecteren.
Vogeluitwerpselen, dode insecten,
boomhars en stuifmeel e.d. onmid‐
dellijk verwijderen. Hierin zitten
agressieve bestanddelen bevatten
die lakschade kunnen veroorzaken.
Page 293 of 335

Verzorging van de auto291Bij een bezoek aan een wasstraat, de
aanwijzingen van de exploitant opvol‐ gen. De voorruitwisser en achterruit‐wisser moeten worden uitgescha‐
keld. Antenne en accessoires op de
buitenkant van de auto zoals een
dakdragersysteem verwijderen.
Bij handmatig wassen erop letten dat
ook de binnenkant van de wielkasten
grondig schoongespoten wordt.
Randen en naden van geopende
portieren, achterklep en motorkap en
de gebieden die erdoor bedekt
worden reinigen.
Reinig de glanzende metalen sierlijs‐
ten met een voor aluminium
geschikte reinigingsoplossing om
schade te voorkomen.Voorzichtig
Gebruik altijd een reinigingsmid‐
del met een pH-waarde van
vier tot negen.
Gebruik reinigingsmiddelen niet
op warme oppervlakken.
Reinig de motorruimte niet met een
stoomcleaner of hogedrukreiniger.
Daarna de auto grondig afspoelen en afzemen. Zeemlap vaak uitspoelen.
Voor de carrosserie en de ruiten
verschillende zeemlappen gebruiken:
wasresten op de ruiten belemmeren het zicht.
Laat de scharnieren van alle portieren smeren door een werkplaats.
Teervlekken niet met harde voorwer‐
pen verwijderen. Op gelakte opper‐
vlakken een spray voor het verwijde‐
ren van teervlekken gebruiken.
Rijverlichting
De glazen van de koplampen en de
andere lampen zijn gemaakt van kunststof. Geen schurende, bijtende
of agressieve middelen of ijskrabbers gebruiken en ze niet droog reinigen.
Polijsten en in de was zetten Zet de auto regelmatig in de was
(uiterlijk wanneer het water geen
druppeltjes meer vormt). Anders zal
het lakwerk uitdrogen.
Polijsten is alleen nodig als de laklaag
mat geworden is of aanslag vertoont.Autopolish met siliconen vormt een
vuilwerende laag, waardoor in de was
zetten overbodig is.
Kunststof carrosseriedelen mogen niet met autowas of polijstmiddelen
worden behandeld.
Ruiten en ruitenwisserbladen Schakel de wissers vóór het werken
in hun bereik uit.
Een zachte, pluisvrije doek of een
zeemleer en een ruitenreiniger en
insectenverwijderaar gebruiken.
Wrijf bij het reinigen van de achterruit van de binnenkant altijd parallel aan
het verwarmingselement om schade
te voorkomen.
Om handmatig ijs te verwijderen, een ijskrabber met een scherpe rand
gebruiken. IJskrabber stevig tegen de
ruit drukken, zodat er geen vuil onder de krabber kan komen en er geen
krassen op de ruit worden gemaakt.
Wisserbladen die strepen trekken,
met een zachte doek en een ruiten‐
reiniger reinigen.
Page 294 of 335

292Verzorging van de autoVerwijder achtergebleven vuil van
wisserbladen die strepen op de ruit
veroorzaken, met een zachte doek en ruitenreiniger. Zorg dat u ook achter‐
gebleven was, insecten en dergelijke
van de ruit verwijdert.
IJs, verontreiniging en continu vegen
op droge ruiten beschadigen of
vernietigen zelfs de wisserbladen.
Zonnedak
Voor het reinigen nooit oplos- of
schuurmiddelen, brandstoffen,
agressieve middelen (bijv. lakreini‐
gers, acetonhoudende oplossingen
enz.), zuurhoudende of sterk alka‐
lische middelen dan wel schuurspon‐
zen gebruiken. Behandel het zonne‐
dak niet met was of schuurmiddel.
Velgen en banden
Niet schoonmaken met hogedrukrei‐
nigers.
Velgen met een pH-neutrale velgen‐
reiniger reinigen.
Velgen zijn gelakt en kunnen met dezelfde middelen worden behandeld als de carrosserie.Lakschade
Geringe lakschade voordat er roest‐
vorming optreedt met een lakstift
herstellen. Grotere lakschade of
roestvorming door een werkplaats
laten herstellen.
Onderstel Sommige delen van de bodemplaatzijn voorzien van een beschermende pvc-laag, terwijl er op andere delen
een duurzame beschermende
waslaag is aangebracht.
De bodemplaat na het schoonspuiten
controleren en zo nodig een nieuwe
waslaag laten aanbrengen.
Bitumineuze / rubber materialen
kunnen de pvc-laag aantasten. Werk‐ zaamheden aan de bodemplaat door
een werkplaats laten uitvoeren.
De bodemplaat vóór en ná de winter
schoonspuiten en daarna de
beschermende waslaag laten contro‐
leren.Vloeibaar-gassysteem9 Gevaar
Vloeibaar gas is zwaarder dan
lucht en kan zich op lage punten
verzamelen.
Wees voorzichtig wanneer u in
een werkkuil aan het chassis
werkt.
Voor lakwerk en bij gebruik van een
droogcabine bij een temperatuur
boven 60 °C moet de LPG-tank
worden verwijderd.
Breng geen wijzigingen aan het vloei‐
baar-gassysteem aan.
Trekhaak Kogelstang niet met een stoom- of
hogedrukreiniger reinigen.
Ventilatieklep
Reinig het afschermsysteem in de
voorbumper om een goede werking
te behouden.
Page 295 of 335

Verzorging van de auto293Verzorging interieur
Interieur en bekleding
Interieur van de auto inclusief instru‐
mentenpaneel en bekleding alleen
met een droge doek of interieurreini‐
ger schoonmaken.
Reinig de lederen bekleding met
zuiver water en een zachte doek.
Gebruik een reinigingsmiddel voor leder als de bekleding erg vuil is.
Instrumentengroep en de displays
alleen met een zachte, vochtige doek reinigen. Gebruik zo nodig water en
milde zeep.
Stoffen bekleding met een stofzuiger
en een borstel reinigen. Vlekken met een bekledingreiniger verwijderen.
Het weefsel van de stof is wellicht niet kleurvast. Dit kan zichtbare verkleu‐
ringen veroorzaken, met name op lichtgekleurde bekleding. Reinig
verwijderbare vlekken en verkleurin‐
gen zo spoedig mogelijk.
Veiligheidsgordels met lauw water of
een interieurreiniger schoonmaken.Voorzichtig
Klittenbandsluitingen sluiten
omdat geopende klittenbandslui‐
tingen schade aan de stoelbekle‐
ding kunnen toebrengen.
Hetzelfde geldt voor kledingstuk‐
ken met scherpe voorwerpen
zoals ritssluitingen, riemen of spij‐ kerbroeken met metalen accen‐
ten.
Kunststof en rubber onderdelen
Kunststof en rubberen onderdelen
mogen met dezelfde middelen
worden gereinigd als de carrosserie.
Zo nodig een interieurreiniger gebrui‐ ken. Geen andere middelen gebrui‐ken. Vooral geen oplosmiddelen of
brandstof. Niet schoonmaken met
hogedrukreinigers.
Page 296 of 335

294Service en onderhoudService en
onderhoudAlgemene informatie ..................294
Service-informatie ...................294
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............295
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................295Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Het uitgebreide bijgewerkte service‐
schema voor uw auto is beschikbaar in de werkplaats.
Servicedisplay 3 106.
Europese service-intervallen
Aan de auto moet om de 30.000 km
onderhoud verricht worden, of na één
jaar (afhankelijk van wat het eerst
wordt bereikt). Het controlesysteem
oliekwaliteit geeft aan of er tussen‐
tijdse verversing/vervanging van de
motorolie en het filter vereist is (indien eerder vereist dan de termijn voor‐
schrijft).
Bij een zwaardere belasting, bijv. bij taxi's en politievoertuigen, geldt
wellicht een korter onderhoudsinter‐
val.De Europese service-intervallen
gelden voor de volgende landen:
Andorra, België, Bosnië-Herzego‐
vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐
tannië, Hongarije, Ierland, IJsland,
Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein,
Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Monaco, Montenegro, Neder‐
land, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, San Marino,
Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechische Republiek, Zweden,
Zwitserland.
Servicedisplay 3 106.
Internationale service-intervallen Aan het voertuig moet om de
15.000 km onderhoud gepleegd
worden, of na 1 jaar, wat het eerst
voorkomt, tenzij anders vermeld op
het service-display.
Er is sprake van zware bedrijfsom‐
standigheden als een of meer van de
volgende situaties vaak voorkomt/
voorkomen: Koude starts, veelvuldig
stoppen en optrekken, ritten met een
aanhanger, ritten in de bergen, ritten
Page 297 of 335

Service en onderhoud295over een slechte of rulle ondergrond,
ernstige luchtvervuiling, zand en veel
stof in de lucht, ritten op grote hoog‐
ten en grote temperatuurschomme‐ lingen. In deze zware omstandighe‐
den moeten bepaalde onderhouds‐ werkzaamheden wellicht vaker dan
met het reguliere service-interval
worden verricht.
De internationale service-intervallen
zijn geldig in de landen die niet tot de groep behoren waarvoor de Euro‐
pese service-intervallen werden
opgesteld.
Servicedisplay 3 106.
Registraties
Uitgevoerde service wordt geregi‐
streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het Service- en garantie‐
boekje. De datum en afgelezen kilo‐
meterstand worden bevestigd met
stempel en handtekening van de
uitvoerende werkplaats.
Zorg ervoor dat het service- en garan‐
tieboekje correct wordt ingevuld,
omdat een sluitend bewijs vanservice essentieel is bij aanspraken
op garantie of goodwill. Het komt ook van pas bij de verkoop van de auto.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen
Gebruik uitsluitend producten die aan de aanbevolen specificaties voldoen.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig
hanteren. Informatie op de verpak‐ king in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis van kwaliteit en viscositeit. Bij de
keuze van motorolie is kwaliteit
belangrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De
Page 298 of 335

296Service en onderhoudviscositeit geeft informatie over de
dikte van de olie bij diverse
temperaturen.
Kies de juiste motorolie op basis van
zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 300.
Motorolie bijvullenVoorzichtig
Verwijder gemorste olie met een
doek en doe deze op de juiste
wijze weg.
Motoroliesoorten van verschillende fabrikanten en merken mogen door
elkaar worden gebruikt, zolang ze
voldoen aan de vereiste motoroliek‐
waliteit en -viscositeit.
Gebruik van motoroliën voor alle
benzinemotoren met alleen ACEA-
kwaliteit is verboden, aangezien dit
onder bepaalde omstandigheden
motorschade kan veroorzaken.
Kies de juiste motorolie op basis van
zijn kwaliteit en de minimale omge‐
vingstemperatuur 3 300.
Extra motorolieadditieven
Het gebruik van extra motorolieaddi‐
tieven kan schade tot gevolg hebben
en de garantie ongeldig maken.
Motorolieviscositeitswaarden
De SAE-viscositeitswaarde geeft
informatie over de dikte van de olie.
Multigrade-olie wordt geklasseerd
door twee cijfers, bijv. SAE 5W-30.
Het eerste cijfer, gevolgd door een W,
geeft de viscositeit bij lage tempera‐
turen, het tweede cijfer de viscositeit
bij hoge temperaturen aan.
Selecteer de desbetreffende viscosi‐
teitsindex afhankelijk van de minimu‐
momgevingstemperatuur 3 300.
Alle aanbevolen viscositeitswaarden
zijn geschikt voor hoge omgevings‐
temperaturen.
Koelvloeistof en antivries
Gebruik uitsluitend Long Life koel‐
vloeistof/antivries (LLC) op basis van
organisch zuur, die voor de auto is
goedgekeurd. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.Het systeem is af fabriek afgevuld
met koelvloeistof voor optimale corro‐ siewering en vorstbescherming tot
een temperatuur van ca. -28 °C. In
koude regio's met extreem lage
temperaturen biedt de af fabriek
bijgevulde koelvloeistof vorstbe‐
scherming tot ca. -37 °C. Deze
concentratie dient het gehele jaar in
stand te worden gehouden. Het
gebruik van extra koelvloeistofaddi‐
tieven die bedoeld zijn om extra
corrosiebestendigheid te bieden of
om kleine lekken te dichten kan func‐ tiestoringen veroorzaken. Aanspra‐
kelijkheid voor eventuele gevolgen
van het gebruik van extra koelvloei‐ stofadditieven wordt afgewezen.
Sproeiervloeistof Gebruik uitsluitend voor de auto
goedgekeurde sproeiervloeistof om
schade aan wisserbladen, lakwerk,
kunststof en rubberen onderdelen te
voorkomen. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Page 299 of 335

Service en onderhoud297Rem- en koppelingsvloeistofRemvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven
interval worden ververst.
AdBlue
Gebruik AdBlue alleen voor het terug‐
brengen van het aandeel stikstof‐
oxide in de uitstoot van uitlaatgassen
3 172.
Page 300 of 335

298Technische gegevensTechnische
gegevensVoertuigidentificatie ...................298
Voertuigidentificatienummer ....298
Typeplaatje .............................. 298
Motor-ID .................................. 299
Autogegevens ............................ 300
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................300
Motorgegevens ........................303
Prestaties ................................ 305
Afmetingen auto ......................307
Inhouden ................................. 308
Bandenspanningswaarden ......309
Inbouwmaten trekhaak ............313Voertuigidentificatie
Voertuigidentificatienum‐mer
Het voertuigidentificatienummer is
zichtbaar door de voorruit.
Het voertuigidentificatienummer kan
op het typeplaatjes en in de bodem‐
plaat, onder de vloerbedekking, zicht‐
baar onder een afdekking of in de
motorruimte op het rechter carrosse‐
riepaneel zijn geslagen.
Typeplaatje
Het typeplaatje is aangebracht in de
linker of rechter portieropening.