OPEL MOVANO_B 2017.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2017.5, Model line: MOVANO_B, Model: OPEL MOVANO_B 2017.5Pages: 267, PDF Size: 6.21 MB
Page 41 of 267

Sleutels, portieren en ruiten39Ruiten
Voorruit Voorruitstickers
Plak geen stickers, bijv. tolvignetten
o.i.d., rondom de binnenspiegel op de voorruit. Anders kan de detectiezone
van de sensor in de spiegelbehuizing
worden beperkt.
Vervanging van voorruitVoorzichtig
Als de auto met een vooruitzicht‐
camera voor de bestuurderson‐
dersteuningssystemen uitgevoerd is, is het zeer belangrijk dat een
eventuele vervanging van de voor‐ ruit precies volgens de specifica‐
ties van Opel plaatsvindt. Anders
werken deze systemen wellicht
niet goed en bestaat het risico van
onverwacht gedrag en/of berich‐
ten van deze systemen.
Handbediende ruiten
De portierruiten kunnen met de hand‐
slingers worden geopend of gesloten.
Elektrisch bediende ruiten9 Waarschuwing
Wees voorzichtig bij het gebruik
van de elektrische ruitbediening.
Er bestaat verwondingsgevaar,
met name voor kinderen.
Ruiten tijdens het sluiten goed in
de gaten houden. Ervoor zorgen dat niets of niemand bekneld
raakt.
Schakel het contact in om de elek‐
trisch bediende ruiten te bedienen.
Druk de schakelaar van de betref‐
fende ruit in om de ruit te openen of
trek aan de schakelaar om de ruit te
sluiten.
Bij modellen met automatische func‐
tie voor het openen van de bestuur‐
dersportierruit; ruit stoppen door
tijdens het openen de schakelaar
nogmaals te bedienen.
Bij een stroeve werking door ijsvor‐
ming e.d. meermaals aan de schake‐ laar trekken totdat de ruit in stappen
is gesloten.
Page 42 of 267

40Sleutels, portieren en ruitenOverbelastingWorden de ruiten in korte tijd meer‐
maals bediend, dan wordt de ruitbe‐
diening enige tijd gedeactiveerd.
Achterste zijruiten Schuiframen zijkant
Druk op de grendel en schuif de ruit
om te openen. Zorg ervoor dat de
grendel bij het sluiten vastzit.
Druk op de grendel en schuif de ruit
om te openen. Zorg ervoor dat de
grendel bij het sluiten vastzit.
Zijruiten openen
Aan hendel trekken om ruit te
openen.
Let op
Afhankelijk van het model gaan
sommige ruiten wellicht niet geheel
open.
Nooduitgang
Om een nooduitgang uit de auto te
maken, moet u hamer 1 gebruiken om
het glas te breken 2.
Afhankelijk van de versie kan de
nooduitgang via het panoramadak
zijn 3 42.
Page 43 of 267

Sleutels, portieren en ruiten41Achteruitrijlens achter
Op de achterruit kan een achteruitrij‐
lens achter zijn aangebracht.
De achteruitrijlens helpt de bestuur‐
der bij het achteruitrijden door de
blinde hoek te verkleinen.
Achterruitverwarming
Wordt bediend door Ü op een van
beide systemen in te drukken. LED brandt tijdens de werking in de knop.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor en wordt na korte tijd
automatisch uitgeschakeld.
Verwarming en ventilatie 3 117.
Elektronisch klimaatregelsysteem
3 119.
Zonnekleppen Om verblinding te vermijden kunnen
de zonnekleppen worden neerge‐
klapt en opzij worden gedraaid.
Afdekkingen van eventueel in de
zonnekleppen aanwezige make-
upspiegels tijdens het rijden gesloten
houden.
De zonnekleppen kunnen tevens
uitgerust zijn met een houder voor
parkeerbewijzen enz.
Groothoekspiegel 3 38.
Page 44 of 267

42Sleutels, portieren en ruitenDakPanoramadak
Afhankelijk van de modelvariant kan
de bagageruimte een dakpaneel met
enkel of dubbel glas bevatten.
Nooduitgang
In geval van nood kan het glas gebro‐ ken worden. Gebruik de meegele‐
verde hamer om het glaspaneel in te
slaan.
Afhankelijk van de versie kan de
nooduitgang eventueel via de zijrui‐
ten zijn 3 40.
Page 45 of 267

Stoelen, veiligheidssystemen43Stoelen,
veiligheidssysteme
nHoofdsteunen .............................. 43
Voorstoelen .................................. 45
Stoelpositie ................................ 45
Stoelverstelling .......................... 46
Armsteun ................................... 50
Verwarming ............................... 50
Achterbank ................................... 51
Zitplaatsen achterin ...................51
Veiligheidsgordels .......................54
Driepuntsgordel ......................... 55
Airbagsysteem ............................. 58
Frontaal airbagsysteem .............61
Zijdelings airbagsysteem ...........62
Airbag deactiveren ....................62
Kinderveiligheidssystemen ..........64
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 66Hoofdsteunen
Stand9 Waarschuwing
Alleen met correct ingestelde
hoofdsteunen rijden.
De bovenrand van de hoofdsteun
moet op één lijn met de hoofdkruin
staan. Is dit bij zeer lange personen
niet mogelijk, dan de hoofdsteun in de
hoogste stand zetten (bij zeer kleine
personen de hoofdsteun juist in de
laagste stand zetten).
Instellen
Trek omhoog om de hoofdsteun
hoger te plaatsen of druk de knop in
en zet de hoofdsteun lager. Zorg
ervoor dat de hoofdsteun vastklikt.
Page 46 of 267

44Stoelen, veiligheidssystemen
Afhankelijk van de versie kunt u de
hoofdsteunen ook voor- of achterover kantelen. Stel de hoofdsteun af door
tegen het onderste gedeelte te duwen
of eraan te trekken.
Let op
Alleen goedgekeurde accessoires
aan de hoofdsteun van de passa‐ giersstoel voorin bevestigen. Monte‐
ren als de stoel niet in gebruik is.
Demonteren
Bijv. bij gebruik van een kinderveilig‐
heidssysteem 3 64.
Kantel eerst de rugleuning naar voren
en trek dan de hoofdsteun helemaal
omhoog. Druk beide ontgrendelings‐
knoppen in en trek de hoofdsteun
omhoog eruit.
Hoofdsteunen veilig opbergen in de
laadruimte.
Bij verwijderde hoofdsteunen
niemand op de desbetreffende
zitplaatsen vervoeren.
Monteren
Kantel eerst de rugleuning naar voren en steek de stangen van de hoofd‐steun in de gaten.
Laat de hoofdsteun zo ver mogelijk zakken en zet deze omhoog (zo nodig eerst beide ontgrendelingsknoppen
indrukken) totdat deze goed in de
gewenste stand vastklikt.
Page 47 of 267

Stoelen, veiligheidssystemen45Voorstoelen
Stoelpositie9 Waarschuwing
Alleen met een correct ingestelde
stoel rijden.
9 Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
9 Waarschuwing
Stoelen nooit tijdens het rijden
verstellen, omdat ze ongecontro‐
leerd kunnen bewegen.
9 Waarschuwing
Nooit losse voorwerpen onder de
stoelen plaatsen.
Opbergvak onder passagiers‐
stoel, opbergvak 3 75.
● Zitvlak zo dicht mogelijk naar de
rugleuning schuiven. De afstand
tot de pedalen zo instellen dat de
benen bij het bedienen van de
pedalen licht gebogen zijn. De
passagiersstoel voorin zover
mogelijk naar achteren schuiven.
● Zithoogte zo instellen, dat u rondom een goed zicht hebt en
alle instrumenten goed kunt afle‐ zen. Tussen hoofd en dakrand
moet minstens een handbreed tussenruimte zitten. De dijendienen licht op de zitting rusten,
zonder druk uit te oefenen.
● Schouders zo dicht mogelijk tegen de rugleuning houden. De
hoek van de rugleuning zo instel‐
len dat u het stuurwiel met licht
gebogen armen kunt vastpak‐
ken. Bij het verdraaien van het
stuurwiel contact blijven houden
tussen schouders en rugleuning.
De rugleuning mag niet te ver achteroverhellen. De aanbevo‐
len hellingshoek bedraagt maxi‐ maal ca. 25°.
● Stel de stoel en het stuur zodanig
op elkaar af dat wanneer uw pols bovenop het stuur rust, uw arm
volledig is gestrekt en uw schou‐
ders de rugleuning raken.
● Stuurwiel instellen 3 85.
● Hoofdsteun instellen 3 43.
● Hoogte veiligheidsgordel instel‐ len 3 55.
● Lendensteun zodanig afstellen dat deze de natuurlijke vorm van
de ruggengraat ondersteunen
3 46.
Page 48 of 267

46Stoelen, veiligheidssystemenStoelverstellingZorg bij het rijden dat de stoelen en
rugleuningen altijd vastgeklikt zijn.
Verstelling in de lengterichting
Aan handgreep trekken, stoel
verschuiven, handgreep loslaten.
Probeer de stoel heen en weer te
bewegen om na te gaan of deze op
zijn plaats zit.
Verstelling in lengterichting geveerde
stoel
Aan handgreep trekken, stoel
verschuiven, handgreep loslaten.
Probeer de stoel heen en weer te
bewegen om na te gaan of deze op
zijn plaats zit.
Hoek van rugleuning
Aan hendel trekken, hellingshoek
instellen en hendel loslaten. Stoel
hoorbaar laten vastklikken.
Page 49 of 267

Stoelen, veiligheidssystemen47Hoek rugleuning geveerde stoel
Aan hendel trekken, hellingshoek
instellen en hendel loslaten. Stoel
hoorbaar laten vastklikken.
Zithoogte
Pompbeweging van de hendel
omhoog:stoel hogeromlaag:stoel lagerHoogte geveerde stoel
Trek de voorste ontgrendelhendel
omhoog om de hoogte van het voor‐
ste deel van de stoel in te stellen.
Trek de achterste ontgrendelhendelomhoog om de hoogte van het
achterste deel van de stoel in te stel‐
len.
Page 50 of 267

48Stoelen, veiligheidssystemenLendensteun
Lendesteun naar wens afstellen.
Draai voor meer of voor minder steun aan de draaiknop en oefen daarbij
geen druk op de rugsteun uit.
Lendensteun geveerde stoel
Lendesteun naar wens afstellen.
Bedien de handpomp een aantal
maal (aan onderzijde van de stoel‐
constructie) om de stevigheid te
verhogen.
Druk de aflaatknop in (aan voorzijde van de stoelconstructie) om de
stevigheid te verlagen.
Gevoeligheid geveerde stoel
Draai aan de knop om de gevoelig‐
heid van de geveerde stoel af te stel‐
len.
naar rechts
draaien:stuggernaar links
draaien:minder stug