ESP OPEL MOVANO_B 2020 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2020, Model line: MOVANO_B, Model: OPEL MOVANO_B 2020Pages: 373, PDF Size: 9.36 MB
Page 5 of 373

Inleiding3Uw autogegevens
Voer hier de gegevens van de auto in
zodat ze gemakkelijk te vinden zijn.
Raadpleeg de onderdelen "Service en onderhoud", "Technische gege‐
vens", het typeplaatje en de nationale
registratiedocumenten van de auto.
Inleiding
Uw auto is de intelligente combinatie
van vernieuwende techniek, overtui‐ gende veiligheid, milieuvriendelijk‐
heid en zuinigheid.
In deze gebruikershandleiding vindt u alle informatie die u nodig hebt om uw auto veilig en efficiënt te kunnen
bedienen.
Zorg ervoor dat uw passagiers ervan op de hoogte zijn dat onjuist gebruik
van de auto een ongeval tot gevolg
kan hebben en dat er risico bestaat
voor persoonlijk letsel.
Houd u altijd aan de specifieke wetge‐
ving van het land waarin u zich
bevindt. Deze wetgeving kan afwijken van de informatie in deze gebruikers‐
handleiding.Als u de beschrijving in deze handlei‐ ding negeert, kan dit van invloed zijn
op de garantie.
Wanneer wij u in deze gebruikers‐
handleiding adviseren de hulp van
een werkplaats in te roepen, raden wij
uw Opel Service Partner aan.
Elke Opel Service Partner biedt u
eersteklas service tegen redelijke prij‐ zen. Ervaren, door Opel geschooldespecialisten werken volgens speciale
richtlijnen van Opel.
Houd het informatiepakket voor de
gebruiker altijd onder handbereik in
de auto.
Gebruik van deze handleiding
● Deze handleiding geeft een omschrijving van alle voor dit
model beschikbare opties en
functies. Mogelijk zijn bepaalde
omschrijvingen, waaronder die voor display- en menufuncties, niet op uw auto van toepassing
wanneer er sprake is van eenmodelvariant, afwijkende
landenspecificaties of speciale
uitrustingen of accessoires.
● In het hoofdstuk "Kort en bondig"
krijgt u een beknopt overzicht.
● De inhoudsopgave aan het begin
van de handleiding en in de
afzonderlijke paragrafen geeft
aan waar u de informatie kunt vinden die u zoekt.
● Met behulp van het trefwoorden‐ register kunt u specifieke infor‐
matie zoeken.
● In deze gebruikershandleiding worden auto's getoond met het
stuur links. De bediening van
auto's met het stuur rechts is
vergelijkbaar.
● In de gebruikershandleiding worden motoraanduidingen van
de fabriek gebruikt. De bijbeho‐
rende marktaanduidingen vindt u
in de paragraaf "Technische
gegevens".
Page 6 of 373

4Inleiding● Richtingaanduidingen in debeschrijvingen, zoals links,
rechts, voor of achter moeten
altijd met de blik in de rijrichting
worden gezien.
● De displays van het voertuig ondersteunen mogelijkerwijs uw
taal niet.
● Berichten en aanduidingen in het
interieur worden vet weergege‐
ven.
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig9 Gevaar
Teksten met de vermelding
9 Gevaar wijzen op een mogelijk
levensgevaar. Het niet naleven
van deze richtlijnen kan levensge‐ vaar inhouden.
9 Waarschuwing
Teksten met de vermelding
9 Waarschuwing wijzen op een
mogelijk gevaar voor ongelukken
of verwondingen. Het niet naleven
van deze richtlijnen kan tot
verwondingen leiden.
Voorzichtig
Teksten met de vermelding
Voorzichtig wijzen erop dat de
auto mogelijk beschadigd kan
raken. Het niet naleven van deze
richtlijnen kan tot beschadiging
van de auto leiden.
Symbolen
Verwijzingen naar andere pagina's
worden aangeduid met 3. 3 betekent
"zie pagina".
Paginaverwijzingen en lemma's in de
index verwijzen naar de ingespron‐
gen koppen in de inhoudsopgave.
We wensen u vele uren autorijplezier. Uw Opel-team
Page 17 of 373

Kort en bondig15Voorruitsproeiers
Hendel naar u toe trekken.
kort trekken:wisser maakt één
slag en er wordt
sproeiervloeistof
tegen de voorruit
gespotenlang trekken:wisser maakt
enkele slagen en
er wordt sproeier‐
vloeistof tegen de
voorruit gespoten
Voorruitsproeiers 3 88.
Sproeiervloeistof 3 288.
Klimaatregeling
Verwarmbare achterruit
Ü indrukken om de verwarming in te
schakelen.
Verwarmbare achterruit 3 45.
Verwarmbare buitenspiegels
Met Ü schakelt u ook de verwarm‐
bare buitenspiegels in.
Verwarmbare buitenspiegels 3 41.
Ruiten ontwasemen en ontdooien Verwarming en ventilatie
● Schakel de koeling A/C in mits
aanwezig.
● Draaiknop voor temperatuur in hoogste stand zetten.
● Luchtdebiet in hoogste stand zetten.
● Luchtverdeelschakelaar op V
zetten.
● Verwarming achterruit Ü inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters openen naar wens en op de zijruiten rich‐ten.
Verwarming en ventilatie 3 220.
Page 57 of 373

Stoelen, veiligheidssystemen55Achterbank
Zitplaatsen achterin
Achterinstap
Open voor toegang tot de stoelen op
de 3e zitrij (mits aanwezig) de
zijschuifdeur, trek aan de ontgrende‐
lingshendel op de neerklapbare
toegangsstoel op de 2e rij en klap de
rugleuning van de stoel naar voren.
Maak zo nodig de veiligheidsgordels
los uit hun gespen.
9 Waarschuwing
Controleer of de rugleuning naar
de juiste stand terug gaat en of de
veiligheidsgordelgespen goed
vastzitten.
Veiligheidsgordel omdoen en losma‐ ken 3 59.
Schuifdeur 3 31.
Verwijderbare achterbank
9 Waarschuwing
Houd als de achterbank wordt
verwijderd de handen en voeten uit het bewegingsgebied.
Verwijder nooit onderweg stoelen, omdat dit oncontroleerbare bewe‐gingen kan veroorzaken.
Controleer vóór het achterin
plaatsnemen of de zitplaatsen
achterin en de rugleuningen
geheel zijn vastgeklikt.
Demonteren
Bij sommige modellen kan de baga‐
geruimte worden vergroot door de
achterbank te verwijderen.9 Waarschuwing
Verwijderbare stoelen zijn zwaar!
Niet zonder hulp proberen te
demonteren.
● Trek de hefboom 1 aan beide
kanten van de stoel omhoog. De
pennen 2 steken zichtbaar uit om
aan te geven dat de stoel
ontgrendeld is.
Page 63 of 373

Stoelen, veiligheidssystemen61Veiligheidsgordels van
achterbank
Gordel 1 uit het oprolmechanisme
trekken, niet gedraaid lang de carros‐
serie geleiden en nagaan of de slui‐
ting 2 goed in het slot 3 vastgeklikt is
door aan de sluiting 2 te trekken.
De heupgordel 5 moet strak langs de
dijen en tegen het bekken liggen.
Strak trekken door aan het vrije
gedeelte 6 van de gordel te trekken.
Minder strak zetten door aan verstel‐ gesp 4 te draaien totdat deze 90° ten
opzichte van de gordel staat en door
op verstelgesp 4 te drukken terwijl u
aan heupgordel 5 trekt.
Loszittende kleding belemmert het
strak trekken van de gordel. Geen
voorwerpen zoals handtassen of
mobiele telefoons tussen de gordel
en uw lichaam leggen.9 Waarschuwing
De gordel niet over harde of breek‐
bare voorwerpen in de zakken van
uw kleding laten lopen.
Losmaken door rode knop van de
gordelsluiting 3 in te drukken om de
sluiting 2 te ontgrendelen.
Veiligheidsgordel 1 geleiden naar‐
mate deze automatisch oprolt.
9 Waarschuwing
Controleer vóór het achterin
plaatsnemen of de zitplaatsen
achterin en de rugleuningen
geheel zijn vastgeklikt.
Zitplaatsen achterin 3 55.
Voorzichtig
Maak ter voorkoming van schade
aan de auto altijd de veiligheids‐
gordels achter vast, ook als daar
niemand zit.
Page 91 of 373

Instrumenten en bedieningsorganen89Aan stelwiel draaien om de gevoelig‐
heid in te stellen:geringe gevoe‐
ligheid:stelwiel omlaag‐
draaienhoge gevoelig‐
heid:stelwiel omhoog‐
draaien
Sensor vrijhouden van stof, vuil en ijs.
Voorruitsproeiers
Hendel naar u toe trekken. Er wordt
sproeiervloeistof tegen de voorruit
gespoten.
kort trekken:wisser maakt één
slaglang trekken:wisser maakt
meerdere slagenBuitentemperatuur
De buitentemperatuur verschijnt op
het Driver Information Center of op
het Info-Display. Een dalende tempe‐ ratuur wordt onmiddellijk aangeduid,
een stijgende temperatuur met enige
vertraging.
Als de buitentemperatuur -3 °C tot
3 °C is, knippert °C op het display bij
wijze van waarschuwing voor glad‐
heid.
Page 97 of 373

Instrumenten en bedieningsorganen95Brandstofmeter
Geeft het brandstofpeil in de tank
aan.
Afhankelijk van de modelvariant
worden er verschillende designs
gebruikt.
Controlelamp Y brandt en er klinkt
een geluidssignaal als het peil in de
tank te laag is. Onmiddellijk bijtanken
3 278.
Tank nooit leegrijden.
Dieselbrandstofsysteem ontluchten
3 291.
Door brandstofresten in de tank kan
de hoeveelheid brandstof die kan
worden bijgetankt kleiner zijn dan de
gespecificeerde tankinhoud.
AdBlue-meter
De AdBlue-meter toont het reste‐
rende niveau in de AdBlue-tank.
Controlelamp ú 3 103 brandt en er
klinkt een geluidssignaal als het peil
in de tank te laag is. Tank zo spoedig
mogelijk AdBlue bij opdat de motor
blijft starten.
AdBlue 3 248.
Koelvloeistoftemperatuur‐
meter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
aan.
linker zone:bedrijfstempera‐
tuur motor nog niet bereiktmiddelste
gebied:normale bedrijfs‐
temperatuurrechter zone:temperatuur te
hoog
Controlelamp W gaat rood branden
als de temperatuur te hoog is 3 103.
Page 109 of 373

Instrumenten en bedieningsorganen107
Afhankelijk van de voertuigconfigura‐tie verschijnen de volgende opties
door steeds op een van de knoppen
aan het einde van de ruitenwisser‐
hendel te drukken:
● buitentemperatuur 3 89
● klok 3 90
● kilometerteller, dagteller 3 94
● brandstofmeter 3 95
● AdBlue-meter 3 95
● motorkoelvloeistoftemperatuur‐ meter 3 95
● service-display 3 96
● boordinformatie 3 108
● tripcomputer 3 109
● actief noodstopsysteem 3 267
Sommige weergegeven functies
verschillen onderweg ten opzichte
van stilstand van de auto. Sommige
functies zijn alleen onderweg
beschikbaar.
Info-Display
Het centrale display op het Infotain‐
mentsysteem toont de tijd (en / of de
buitentemperatuur, afhankelijk van
de versie) en gegevens van het Info‐
tainmentsysteem.
Schakel het Infotainmentsysteem
met X in. Het schakelt eventueel
automatisch in wanneer het contact
wordt ingeschakeld.
Afhankelijk van het systeem werkt het
Infotainmentsysteem via knoppen en
draaiknoppen op de console van het
Infotainmentsysteem, de knoppen op de stuurkolom, het stemherkennings‐
systeem (mits beschikbaar) of via het aanraakschermdisplay.Bediening met aanraakscherm
Gewenste optie uit de beschikbare
menu's en opties selecteren door het displayscherm met de vinger aan te
raken.
Raadpleeg voor meer informatie de
handleiding van het infotainmentsys‐ teem.
Ritverslag
Wanneer de motor uitgeschakeld is, verschijnt er mogelijk een verslag van
de laatste rit op het Info-Display.
De volgende informatie verschijnt: ● gemiddeld brandstofverbruik● dagteller
● bespaarde brandstof in km
Indien aanwezig, verschijnt er een
cijfer van 0 tot 100 op het Info-Display ter beoordeling van het brandstofver‐
bruik op basis van rijstijl. Hoe hoger
het cijfer, hoe beter het brandstofver‐
bruik.
Op het display verschijnen ook tips
voor een beter brandstofverbruik.
Ritten kunnen worden opgeslagen in
het systeemgeheugen, om prestaties
Page 118 of 373

116VerlichtingActiveer tijdelijk knipperen door dehendel net voor het weerstandspunt
te houden. De richtingaanwijzers
gaan knipperen totdat u de hendel
loslaat.
Voor het activeren van drie knipper‐
signalen, tikt u kort tegen de hendel
zonder voorbij het weerstandspunt te
gaan.
Mistlampen voor
Binnenste schakelaar op stand >
zetten en loslaten.
Mistlampen werken bij draaiende
motor en ingeschakelde koplampen.
Mistachterlicht
Binnenste schakelaar op stand ø
zetten en loslaten.
Mistachterlicht werkt bij lopende
motor en ingeschakelde koplampen.
Achteruitrijlichten
De achteruitrijlichten gaan branden
wanneer het contact is ingeschakeld
en de auto in de achteruitversnelling
staat.
Beslagen lampglazen
De binnenkant van de lampafdekkin‐
gen kan bij koud en vochtig weer, bij
hevige regen of na een wasbeurt
korte tijd beslaan. De condens
verdwijnt vanzelf. Om dit te bespoe‐
digen kunt u de koplampen inschake‐
len.
Page 131 of 373

Infotainmentsysteem1291Audio-informatie, bijv.
Radio ................................... 148
Randapparatuur ..................157
M USB-apparaten ................158
Bluetooth-muziek ................162
2 H: Systeemmeldingen
(mits aanwezig) ...................131
3 y: Telefoonstatus ...............203
Gesprekkenlijst ...................212
4 Buitentemperatuur ..............131
5 Klok ..................................... 131
6 Verkeersberichten (indien
van toepassing) ..................192
7 R: Lijsten weergeven:
omhoog bladeren ................131
Kaart: Schaal aanpassen ....192
8 Menukeuze, acties
bevestigen .......................... 131
9 S: Lijsten weergeven:
omlaag bladeren .................131
Kaart: Schaal aanpassen ....192
10 ;: Startpagina ....................13111m = Indrukken: In-/
uitschakelen ........................ 131
Draaien: Volume
aanpassen .......................... 131
12 Navigatie: Richting en
afstand tot volgende rich‐
tingsverandering .................170
13 <: Pop-upmenu ..................131
14 Navigatiedisplay ..................170
Kaart ................................... 192
15 f: Favorieten, bijv. voor
Navigatie ⇑ ......................... 170
Media t (bijv. Radio) ..........148
Telefoon g.......................... 203
Services N......................... 173
16 Zuinig rijden (Eco Driving) ... 131
17 Menu : Hoofdmenu openen . 131Bedieningselementen op
stuurkolom - Type A