OPEL VIVARO 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: VIVARO, Model: OPEL VIVARO 2014Pages: 179, PDF Size: 4.26 MB
Page 51 of 179

Stoelen, veiligheidssystemen49
De opgeblazen airbags vangen de
schok op waardoor het gevaar voor
letsel aan het hoofd bij een zijdelingse aanrijding aanzienlijk afneemt.9 Waarschuwing
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
Airbag deactiveren
De frontale en zijdelingse airbags
voor de passagiersstoel voor moeten
worden uitgeschakeld wanneer op
deze stoel een kinderzitje moet wor‐
den geplaatst. De gordijnairbags, de
gordelspanner en alle airbags van de
bestuurder blijven actief.
Op de zijkant van het instrumenten‐ paneel zit een label dat op het deac‐tiveringssysteem voor de airbag wijsten alleen zichtbaar is bij een geo‐
pende voordeur.De passagierairbags voorin zijn te
deactiveren met een schakelaar op
de passagiersdeur.
Bij een geopende voordeur de scha‐
kelaar indrukken en linksom naar de
stand OFF draaien.
Airbags voor de passagier voorin zijn gedeactiveerd en gaan niet af bij een
aanrijding. Controlelamp W op de in‐
strumentengroep licht op en blijft branden. Het is mogelijk een kinder‐
zitje te monteren volgens de tabel met
de mogelijke montageplaatsen
3 52.
Page 52 of 179

50Stoelen, veiligheidssystemen9Gevaar
Levensgevaar voor kinderen in
een kinderveiligheidssysteem te‐
zamen met een geactiveerde air‐
bag op de passagiersstoel voorin.
Levensgevaar voor volwassenen
bij een buiten werking gestelde
airbag van de passagiersstoel
voorin.
Wanneer controlelamp W niet
brandt, zullen de airbags voor de pas‐
sagiersstoel voorin afgaan bij een
aanrijding.
Status alleen wijzigen tijdens stilstand met het contact uitgeschakeld. De
status blijft vervolgens tot de vol‐
gende wijziging van kracht.
Als controlelamp W samen met v
blijft branden, is er sprake van een
systeemstoring. De hulp van een
werkplaats inroepen.
Controlelamp airbag deactiveren
3 73.
Kinderveiligheidssyste‐
men
Wij bevelen het Opel kinderveilig‐heidssysteem aan dat specifiek voor
montage in uw auto geschikt is.
Let bij gebruik van een kinderzitje op
de volgende gebruiksaanwijzingen en montagevoorschriften en houd u
bovendien aan de instructies die bij
het kinderzitje werden geleverd.
Houd u altijd aan de plaatselijke of landelijke voorschriften. In sommige
landen is het gebruik van kinderzitjes op bepaalde zitplaatsen verboden.9 Waarschuwing
Wanneer een kinderveiligheids‐
systeem op de passagiersstoel
voorin wordt gebruikt, moeten de
airbagsystemen voor de passa‐
giersstoel voorin worden uitge‐
schakeld; zo niet, dan kan het in
werking treden van de airbags het leven van het kind in gevaar bren‐ gen.
Dit is vooral van belang wanneer
naar achteren gerichte kindervei‐
ligheidssystemen op de passa‐
giersstoel voorin worden gebruikt.
Airbag deactiveren 3 49.
Juiste systeem selecteren
De achterbank is de beste plaats om
een kinderzitje vast te maken.
Kinderen zo lang mogelijk tegen de
rijrichting in vervoeren. Hierdoor
wordt de nog erg zwakke ruggengraat
van het kind bij een ongeval minder
belast.
Geschikt zijn veiligheidssystemen die voldoen aan ECE 44-03 of
ECE 44-04. Raadpleeg de lokale wet-
en regelgeving voor het verplichte ge‐ bruik van kinderveiligheidssystemen.
Controleer of het te monteren kinder‐
zitje compatibel is met het autotype.
Controleer of de montageplaats van
het kinderzitje in de auto juist is.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐
kant van de auto uit- en instappen.
Page 53 of 179

Stoelen, veiligheidssystemen51
Wanneer het kinderzitje niet in ge‐
bruik is, het met een veiligheidsgordel vastzetten of uit de auto verwijderen.
Let op
Kinderveiligheidssystemen niet be‐ plakken of met andere materialen af‐
dekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.
Page 54 of 179

52Stoelen, veiligheidssystemenInbouwposities kinderveiligheidssystemenToegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteem
Voorstoelen - alle varianten
Gewichts- of leeftijdsgroep
Enkele stoel - passagierszijde voorin 1)Bijrijdersbank - passagierszijde voorin
zonder airbagmet airbag
zonder airbagmet airbagmiddenbuitenste
zitplaatsmiddenbuitenste
zitplaatsGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaar
UU 2)XUXU 2)
Groep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarUU 2)UFUUFU 2)Groep II: 15 tot 25 kg
of ca. 3 tot 7 jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaar
UU 2)UFUUFU 2)
1)
Stoel, indien verstelbaar, helemaal naar achteren zetten. Ervoor zorgen dat de veiligheidsgordel tussen de schouder
en het bovenste verankeringspunt zo recht mogelijk ligt.
2) Ervoor zorgen dat de airbags voor de passagier voorin gedeactiveerd is wanneer u een kinderzitje op deze plaats
aanbrengt.
Page 55 of 179

Stoelen, veiligheidssystemen53
Combi - achterbank
Gewichts- of leeftijdsgroep
Bank op 2e zitrijBank op 3e zitrij3)4)Bestuurderszijde
buitenste zitplaats
Midden
Passagierszijde
buitenste zitplaats
Buitenste zitplaatsMidden
Groep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaar
U,
Groep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarU,
of ca. 3 tot 7 jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaar
UUUXX
3) Het is alleen toegestaan om een universeel kinderzitje op de 3e zitrij te monteren als de stoelen op de 2e zitrij zijn
verwijderd en de veiligheidsgordels lang genoeg zijn voor het te gebruiken type kinderzitje.
4) Bij voertuigen die alleen een tweezitsbank op de 2e zitrij hebben, is het toegestaan om een universeel kinderzitje op de
3e zitrij te monteren, maar dan alleen op de buitenste zitplaats (d.w.z. bij de zijschuifdeur), omdat er op die plaats meer
ruimte voor het zitje is.
Page 56 of 179

54Stoelen, veiligheidssystemen
Tour - achterbank
Gewichts- of leeftijdsgroep
Bank op 2e zitrijBank op 3e zitrij3)4)Bestuurderszijde
buitenste zitplaats
Midden
Passagierszijde
buitenste zitplaats
Buitenste zitplaatsMidden
Groep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ca. 2 jaar
U,
Groep I: 9 tot 18 kg
of ca. 8 maanden tot 4 jaarU,
of ca. 3 tot 7 jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ca. 6 tot 12 jaar
UUUXX
3) Het is alleen toegestaan om een universeel kinderzitje op de 3e zitrij te monteren als de stoelen op de 2e zitrij zijn
verwijderd en de veiligheidsgordels lang genoeg zijn voor het te gebruiken type kinderzitje.
4) Bij voertuigen die alleen een tweezitsbank op de 2e zitrij hebben, is het toegestaan om een universeel kinderzitje op de
3e zitrij te monteren, maar dan alleen op de buitenste zitplaats (d.w.z. bij de zijschuifdeur), omdat er op die plaats meer
ruimte voor het zitje is.
Page 57 of 179

Stoelen, veiligheidssystemen55
U=Geschikt voor universele veiligheidssystemen in deze gewichts- en leeftijdscategorie bij gebruik van een driepunts‐
veiligheidsgordel.UF=Geschikt voor universele voorwaarts gerichte veiligheidssystemen in deze gewichts- en leeftijdscategorie bij gebruik van een driepuntsveiligheidsgordel.<=Geschikt voor ISOFIX-kinderveiligheidssysteem met bevestigingsbeugels en verankeringspunten, voor zover aan‐
wezig. Bij montage van ISOFIX-kinderzitjes kunnen alleen de voor uw auto goedgekeurde systemen worden ge‐ bruikt. Zie "Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem".X=Stoelpositie niet geschikt voor kinderen in deze gewichts- en leeftijdscategorie.
ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheid
A - ISO/F3=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse 9 tot
18 kg.B - ISO/F2=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.B1 - ISO/F2X=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.C - ISO/R3=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot 18 kg.D - ISO/R2=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kg.E - ISO/R1=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg.
Page 58 of 179

56Stoelen, veiligheidssystemen
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteemGewichtsklasseMaatklasseBevestigingVoorstoelenBank op 2e zitrijBank op 3e
zitrijBestuurderszijde
buitenste zitplaats
Midden
Passagierszijde
buitenste zitplaatsGroep 0: tot 10 kgEISO/R1XILILXXGroep 0+: tot 13 kgEISO/R1XILILXXDISO/R2XILILXXCISO/R3XILIL 5)XXGroep I: 9 tot 18 kgDISO/R2XILILXXCISO/R3XILIL 5)XXBISO/F2XIL, IUFIL, IUFXXB1ISO/F2XXIL, IUFIL, IUFXXAISO/F3XIL, IUFIL, IUFXXIL=Geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of
'semi-universeel'. Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotype.IUF=Geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd
voor deze gewichtsklasse.X=Geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.5) Een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem in deze maatklasse kan alleen in auto's met een enkele voorpassagiersstoel
worden gemonteerd.
Page 59 of 179

Stoelen, veiligheidssystemen57ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels.
Bij gebruik van ISOFIX-
bevestigingsbeugels mogen alge‐
meen voor ISOFIX goedgekeurde
kinderzitjes worden gebruikt.
Toegestane montageplaatsen voor
ISOFIX -kinderveiligheidssystemen worden in de tabellen gemarkeerd
met <, IL en IUF.
Top-Tether-
bevestigingsogen
Op de achterkant van de stoel bevin‐ den zich Top-Tether-bevestigings‐
ogen.
Aanvullend op de ISOFIX-bevesti‐
ging zet u de Top-Tether-band vast
aan de Top-Tether-bevestigings‐
ogen. Daarbij moet de bijbehorende
gordel tussen de glijstangen van de
hoofdsteun lopen.
ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF.
Page 60 of 179

58OpbergenOpbergenOpbergruimten............................. 58
Bagageruimte .............................. 59
Dakdragersysteem ....................... 61
Beladingsinformatie .....................61Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe ob‐
jecten in de opbergruimten op. An‐ ders kan de klep van de opberg‐
ruimte open gaan en kunnen de
inzittenden bij krachtig remmen,
plotseling afslaan of een ongeval
letsel door rondslingerende voor‐
werpen oplopen.
Opbergvakken
instrumentenpaneel Het instrumentenpaneel is uitgevoerd
met opbergruimten, -zakken en
-bakken.
Aan de bovenzijde van het instrumen‐ tenpaneel bevindt zich een munt- en/of telefoonhouder.
Handschoenenkastje
Het handschoenenkastje heeft een
zonnebrilhouder.
Het handschoenenkastje tijdens het
rijden gesloten houden.