OPEL VIVARO B 2016.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016.5, Model line: VIVARO B, Model: OPEL VIVARO B 2016.5Pages: 219, PDF Size: 4.88 MB
Page 161 of 219

Verzorging van de auto159● Het contact gedurende5 seconden per keer inschakelen
(sleutel in stand 2).
● Contact gedurende 3 seconden uitschakelen (sleutel in stand 1).
● Dit meerdere malen herhalen.
● Motor starten (sleutel in stand 3)
en weer uitschakelen (sleutel in stand 0).
Contactslotstanden 3 120.
Met aan/uit-knop● Steek de elektronische sleutel in de kaartlezer.
● Druk op START/STOP maar trap
geen enkel pedaal in.
● Wacht enkele minuten alvorens de motor te starten.
Aan/Uit-knop 3 120.
Slaat de motor niet aan, dan de hulp
van een werkplaats inroepen.
Motor starten 3 122.
Wisserblad vervangen Wisserbladen voorruitTil de ruitenwisser op, druk op de
knop om het wisserblad los te maken en verwijder dit.
Maak een nieuw wisserblad in een
lichte hoek vast aan de wisserarm en
druk het in tot het vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig naar omlaag.
Wisserblad achterruit
Til de ruitenwisser op, druk de borg‐
nokken bij elkaar om het wisserblad
los te maken en verwijder dit.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig
naar omlaag.
Page 162 of 219

160Verzorging van de autoGloeilamp vervangenOntsteking uitschakelen en desbe‐
treffende schakelaar uitschakelen of
portieren sluiten.
Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting
vastpakken. Het glas van de gloei‐
lamp niet met blote handen aanraken.
Bij vervangen altijd hetzelfde type
gloeilamp gebruiken.
Lampcontrole
Schakel het contact na het vervangen van een lamp in en bedien en contro‐
leer de lichten.
Koplampen
Grootlicht en dimlicht Vervang de gloeilampen van de kop‐
lampen vanuit de motorruimte.
1. Beschermkap verwijderen door deze linksom te draaien.
2. Kabelboomstekker loskoppelen.
3. Borgclip losmaken en lamp ver‐ wijderen.
4. Lamp vervangen en borgclip aan‐
brengen en erop letten dat de
lamp in de juiste stand worden
aangebracht.
5. Kabelboomstekker en bescherm‐ kap aanbrengen.
Zijmarkeringslichten
1. Lamphouder uit reflectorhuis ver‐wijderen door deze linksom te
draaien.
2. Lamp vervangen.
3. Lamphouder in reflectorhuis mon‐
teren.
Mistlampen
Lamp van mistlampen voor van onder
de auto benaderen.
Page 163 of 219

Verzorging van de auto161
1. Borgclip links op de auto losma‐ken en afdekkap openen.
Schroeven en borgclips rechts op
de auto verwijderen om de afdek‐ kap te verwijderen.
2. Kabelboomstekker loskoppelen.
3. Draai de lamphouder linksom er‐ uit en verwijder de lamp.
4. Vervang de lamp en breng de lamphouder aan.
5. Kabelboomstekker en afdekkap aanbrengen.
Richtingaanwijzers vooraan
1. Lamphouder uit reflectorhuis ver‐ wijderen door linksom te draaien.
2. Lamp vervangen.
3. Lamphouder in reflectorhuis mon‐
teren.
Achterlichten
Remlichten, achterste
richtingaanwijzers en
achterlichten
1. De 3 boutjes verwijderen (met het
bijgeleverde gereedschap).
2. Lamphuis voorzichtig uit borgpen‐
nen aan de buitenzijde trekken en
verwijderen.
Page 164 of 219

162Verzorging van de auto
3. Lamphouder linksom draaien omdeze van het lamphuis te schei‐
den.
4. Lamp vervangen.
5. Lamphouder bij het aanbrengen in het lamphuis duwen, vervol‐
gens rechtsom vastdraaien.
6. Controleren of de kabelboom goed zit.
7. Lamphuis in oorspronkelijke stand terugplaatsen en erop let‐
ten dat het goed vastzit.
8. Lamphuis over borgpennen plaat‐
sen en de 3 boutjes aanhalen.
Zijrichtingaanwijzers
1. Haal de lamp als geheel uit het spatbord door de clips met een
geschikt gereedschap in te druk‐
ken en de lamp uit de opening te
tillen.
2. Lamphouder linksom draaien, uit lamphuis verwijderen en lamp
vervangen.
3. Lamphouder in lamphuis terug‐ plaatsen en lamphuis weer in ope‐
ning monteren.
Derde remlicht 1. Achterdeuren/achterklep openen.
2. Verwijder de 2 bouten vanaf de binnenkant van de achterdeuren/
achterklep.
Page 165 of 219

Verzorging van de auto1633. Verwijder de lamphouder vanafde buitenkant van de auto door declips met een platte schroeven‐
draaier los te maken.
4. Lamp vervangen.
5. Lamphouder aanbrengen en de 2 bouten weer aanbrengen.
Achteruitrijlichten
1. De 2 boutjes verwijderen (met het
bijgeleverde gereedschap) en het
lamphuis verwijderen.
2. Lamphouder linksom draaien om deze van het lamphuis te schei‐
den.
3. Onderste lamp vervangen.
4. Lamphouder bij het aanbrengen in het lamphuis duwen, vervol‐
gens rechtsom vastdraaien.
5. Lamphuis met de 2 boutjes mon‐ teren.
Kentekenverlichting
1. Lamp eruit wrikken met een platte
schroevendraaier.
2. Lens loswrikken.
3. Lamp vervangen.
4. Lens aanbrengen en lamp in be‐ huizing vervangen.
Mistachterlicht
1.De 2 boutjes verwijderen (met het
bijgeleverde gereedschap) en het lamphuis verwijderen.
2. Lamphouder linksom draaien om deze van het lamphuis te schei‐
den.
3. Bovenste lamp vervangen.
4. Lamphouder bij het aanbrengen in het lamphuis duwen, vervol‐
gens rechtsom vastdraaien.
5. Lamphuis met de 2 boutjes mon‐ teren.
Page 166 of 219

164Verzorging van de autoBinnenverlichting
Interieurverlichting voor en achter
1. Maak het glas met een platte schroevendraaier compleet los
van de clips en de steller.
2. Lamp vervangen.
3. Lens plaatsen.
Laadruimteverlichting
1. Maak het glas met een platte schroevendraaier compleet los
van de clips.
2. Achterste afdekking op lamphuis verwijderen.
3. Lamp vervangen.
4. Achterste afdekking en lamphuis aanbrengen.
Verlichting handschoenenkastje
1. Lens compleet verwijderen meteen platte schroevendraaier.
2. Lamp vervangen.
3. Lens plaatsen.
Instrumentenverlichting
Lampen door een werkplaats laten
vervangen.
Page 167 of 219

Verzorging van de auto165Elektrisch systeem
Zekeringen Controleren of het opschrift op de ver‐ vangende zekering overeenkomt met
dat op de defecte zekering.
Alvorens een zekering te vervangen, de desbetreffende schakelaar en de
ontsteking uitschakelen.
Er zitten verschillende typen zekerin‐
gen in de auto.
Afhankelijk van het type zekering is
een doorgebrande zekering herken‐
baar aan de gesmolten draad. Zeke‐
ring pas vervangen wanneer de oor‐
zaak van de storing verholpen is.
Het wordt geadviseerd altijd een vol‐
ledige set zekeringen mee te nemen.
Dergelijke reservezekeringen kunnen
in de zekeringenkast worden be‐ waard.
Sommige functies worden door meer‐ dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Let op
Het is mogelijk dat niet alle in deze
gebruikershandleiding beschreven
zekeringenkasten op uw auto aan‐
wezig zijn. Raadpleeg het zekerin‐
genkastlabel indien aanwezig.
Zekeringtrekker
Page 168 of 219

166Verzorging van de auto
Op het deksel van de zekeringenkastinstrumentenpaneel kan een zeke‐
ringtrekker zitten.
Zekeringtrekker van bovenaf of van
opzij op zekering steken en zekering
lostrekken.
Zekeringenkastinstrumentenpaneel
De zekeringenkast zit aan de linker‐
kant van het instrumentenbord, ach‐
ter een bekledingspaneel.
Trek het bovenste deel van het be‐
kledingspaneel weg om bij de zeke‐
ringenkast te komen.
Geen voorwerpen achter dit paneel
opbergen.
Bepaalde functies worden mogelijk
door meerdere zekeringen beveiligd.
Page 169 of 219

Verzorging van de auto167
Page 170 of 219

168Verzorging van de autoNr.Stroomkring1Batterij inspuiting AdBlue2Accu (met elektronisch sleutel‐
systeem)3APC reserveaccu (met elektro‐
nisch sleutelsysteem)4Verwarmings- en recirculatie‐
systeem5Aanpassingen6Aanpassingen7Verwarmings- en recirculatie‐
systeem8Extra verwarming en ventilatie/
airconditioning9Aanvullend verwarmings- en
ventilatiesysteem10Elektrische buitenspiegels/extra
aanpassingen11Verwarmbare buitenspiegels12Radio/multimedia/elektrische
buitenspiegels/diagnoseaan‐
sluiting13Multimedia/trekhaakNr.Stroomkring14Interieurverlichting/ontlaadbe‐
veiliging accu15Brandstofinspuitsysteem/
bandenspanningscontrolesys‐
teem/elektronisch sleutelsys‐
teem16Alarmknipperlichten/richting‐
aanwijzers17Centrale vergrendeling18Grootlicht links/dimlicht rechts/
achterlichten/dagrijlicht links19Mistlampen voor/mistachter‐
lichten/kentekenverlichting20Alarm/claxon/verlichting/wisser21Instrumentengroep22Lichtschakelaar23Achterruitwisser/sproeierpomp
voorruit/claxon24APC algemene accu25Achteruitrijlichten26Remschakelaar27Brandstofinspuiting/startmotorNr.Stroomkring28Airbag/stuurslot29Elektrisch verstelbare passa‐
giersruit30Stuurbekrachtiging31Remlichten32APC reserveaccu (met elektro‐
nisch sleutelsysteem)33Servicedisplay34Aansteker/elektrische aanslui‐
ting35Grootlicht rechts/dimlicht links/
zijmarkeringslichten/dagrijlicht
rechts36Remlichten/ABS/startbeveili‐
ging37Interieurverlichting/airco38Starten met elektronisch sleutel‐
systeem39Achterruitwisser40Waarschuwingssignalen4112V-aansluiting bagageruimte