reset OPEL ZAFIRA B 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: OPEL, Model Year: 2014, Model line: ZAFIRA B, Model: OPEL ZAFIRA B 2014Pages: 225, PDF Size: 7.89 MB
Page 88 of 225

86Instrumenten en bedieningsorganenWaarschuwingslam‐
pen, meters en controlelampen
Instrumentengroep
Bij sommige uitvoeringen draaien de naalden van de instrumenten even tot tegen de eindaanslag wanneer hetcontact wordt ingeschakeld.
Snelheidsmeter
Aanduiding van de rijsnelheid.
Kilometerteller
Weergave van het aantal afgelegde
kilometers op de onderste regel.
Dagteller
Weergave van het totale aantal gere‐ den kilometers sinds de nulstand op
de bovenste regel.
Op nul zetten door, bij ingeschakelde
ontsteking, de resetknop enkele se‐ conden in te drukken.
Toerenteller
Weergave van het motortoerental.
In elke versnelling zo veel mogelijk
met een laag toerental rijden.
Voorzichtig
Als de naald in het rode gebied
komt, betekent dit dat het maxi‐
maal toegestane toerental wordt
overschreden. Gevaar voor de
motor.
Page 89 of 225

Instrumenten en bedieningsorganen87Brandstofmeter
Weergave van het brandstofpeil of degasdruk in de tank, afhankelijk van degeselecteerde brandstof.
Bij een te laag brandstofpeil brandt
controlelamp Y. Meteen tanken wan‐
neer deze knippert.
Bij rijden op aardgas schakelt het sys‐ teem automatisch over op benzine
3 87.
Bij rijden op aardgas en een laag
brandstofpeil in de benzinetank ver‐
schijnt de melding LoFuEL. Bevestig
de melding door de resetknop in te
drukken 3 86.
Tank nooit leegrijden.
Door brandstofresten in de tank kan
de hoeveelheid brandstof die kan
worden bijgetankt kleiner zijn dan de
gespecificeerde tankinhoud.
Brandstofkeuzeschake‐
laar
Door toets Y in te drukken kunt u wis‐
selen tussen het gebruik van benzine
en aardgas. Wisselen is niet mogelijk
bij zware belading (vb. sterk versnel‐
len, rijden met plankgas). De LED-
status toont de huidige werkingsmo‐
dus.
Rijden op aardgas=Led uit.Rijden op benzine=Led aan.
Zodra de aardgastanks leeg zijn,
wordt tot aan het uitschakelen van de ontsteking automatisch op benzine
overgeschakeld.
Page 111 of 225

Instrumenten en bedieningsorganen109
Er zijn twee boordcomputers die on‐
afhankelijk van elkaar kunnen worden gereset. Hierdoor bestaat de moge‐
lijkheid om gegevens van verschil‐
lende periodes te analyseren.
Gewenste boordcomputerinformatie
selecteren en bevestigen.Voor het resetten van alle informatie
van een boordcomputer, de menu‐
optie Alle waarde selecteren.
Timer
Selecteer de menuoptie Timer in het
menu Boordcomputer .
Om te starten, de menuoptie Start se‐
lecteren. Om te stoppen, de menu‐
optie Stop selecteren.
Voor het resetten de menuoptie Reset selecteren.
In het menu Opties kan de gewenste
weergave van de timer worden gese‐
lecteerd:
Page 112 of 225

110Instrumenten en bedieningsorganen
Rijtijd zonder stops
De tijd dat de auto in beweging is,
wordt gemeten. Met stilstandtijden
wordt geen rekening gehouden.
Rijtijd met stops De tijd dat de auto in beweging is,
wordt gemeten. Ook stilstandtijden
worden meegerekend op voorwaarde
dat de ontsteking ingeschakeld is.
Reisduur
Hierbij wordt de tijd gemeten tussen
het handmatig inschakelen met Start
en het handmatig uitschakelen met Reset .Bandenspanningswaar‐
den
Menuoptie Banden in het menu
Boordcomputer selecteren.
Voor elke band wordt de actuele ban‐
denspanning getoond.
Verdere informatie 3 181.
Page 202 of 225

200Service en onderhoud
Zorg ervoor dat het Service- en ga‐
rantieboekje correct wordt ingevuld,
omdat een sluitend bewijs van ser‐
vice essentieel is bij aanspraken op
garantie of goodwill en tevens een
pluspunt is bij verkoop van de auto.
Vast service-interval Wanneer het tijd is voor service, ver‐
schijnt na het inschakelen van het
contact ca. 10 seconden lang InSP op
het servicedisplay van de kilometer‐
teller. Binnen een week of na maxi‐
maal 500 km (afhankelijk van wat het
eerst bereikt wordt) de servicebeurt
door een werkplaats laten uitvoeren.
Flexibel service-interval
Het service-interval is gebaseerd op meerdere gebruiksparameters en
wordt aan de hand van deze parame‐ ters berekend.
Is dit minder dan 1500 km, dan wordt
na het in- en uitschakelen van het
contact InSP weergegeven met een
resterende afstand van 1000 km. Is
dit minder dan 1000 km, dan wordt
enkele seconden InSP weergegeven.
Binnen een week of na maximaal500 km (afhankelijk van wat het eerst
bereikt wordt) de servicebeurt door
een werkplaats laten uitvoeren.
Aanduiding van de resterende af‐
stand:
1. Ontsteking uitschakelen.
2. Resetknop van de dagteller kort indrukken. Het afgelegde aantal
kilometers verschijnt.
3. Resetknop nogmaals ca. 2 seconden indrukken: InSP en
het resterende aantal kilometers
verschijnt.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen
en smeermiddelen Gebruik alleen producten die voldoenaan de aanbevolen specificaties.
Schade als gevolg van het gebruik van producten die niet voldoen aandeze specificaties, wordt niet gedekt
door de garantie.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig han‐ teren. Informatie op de verpakking in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis
van kwaliteit en viscositeit. Bij de
keuze van motorolie is kwaliteit be‐
langrijker dan viscositeit. Door de