ESP PEUGEOT 107 2012 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2012, Model line: 107, Model: PEUGEOT 107 2012Pages: 140, PDF Size: 4.23 MB
Page 3 of 140

WELKOM
Symbolen
Waarschuwing:
dit symbool geeft
waarschuwingen weer die u
absoluut dient te respecteren
omwille van uw veiligheid en die
van anderen en om schade aan
uw auto te voorkomen.
Informatie:
dit symbool vestigt uw aandacht
op aanvullende informatie die u
helpt de gebruiksmogelijkheden
van uw auto optimaal te benutten.
Bescherming van het
milieu:
dit symbool verschijnt bij
adviezen met betrekking tot de
bescherming van het milieu.
Verwijzing:
dit symbool verwijst naar de
bladzijde waar meer informatie
over de desbetreffende functie is
te vinden. Wij danken u voor uw keuze voor
de 107.
Vervolgens komen alle details van
uw 107 op het gebied van comfort,
veiligheid en rijden uitgebreid aan bod,
zodat u en uw passagiers maximaal van
de auto kunnen genieten. Dit instructieboekje is ontwikkeld om u
in de gelegenheid te stellen onder alle
omstandigheden optimaal gebruik te
maken van de mogelijkheden van
uw 107.
In het eerste deel van het boekje
is, na een gedetailleerde index, de
belangrijkste informatie samengevat om
u in korte tijd vertrouwd te maken met de
bediening van uw 107.
Uw auto kan, afhankelijk van het
uitrustingsniveau en de specifieke
kenmerken voor het land waarvoor uw
auto bestemd is, slechts van een deel
van de in dit instructieboekje vermelde
uitrustingen zijn voorzien.
Page 4 of 140

.
.
Inhoud
Claxon 48
Alarmknipperlichten 48
Handrem 48
Brake-assist-system (BAS) 49
ABS, REF, CSC 49
ASR en ESP 50
Autogordels 51
Airbags 54
Veiligheid
Toerenteller 19
Instrumentenpaneel 19
Controle-/waarschuwingslampjes 20
Kilometerteller 23
Meters 23
Tijd instellen 25
Controle tijdens het rijdenIn één oogopslag
Sleutels / Afstandsbediening 26
Portieren 28
Elektrisch bedienbare ruiten 28
Zijruiten achter 29
Achterklep 29
Brandstoftank 30
Toegang tot de auto
Ventilatie 33
Ver war ming 34
Airconditioning 35
Spiegels 37
Stuurwiel verstellen 37
Voor stoelen 38
Achterbank 39
Comfort Eco-rijden
Voor zieningen in het interieur 40
Voorzieningen in de bagageruimte 41
Indelingen
2 Tronic versnellingsbak 42
Rijden
Lichtschakelaar 44
LED-dagrijverlichting 45
Koplampen verstellen 46
Plafonnier 46
Ruitenwisserschakelaar 47
Zicht
Page 16 of 140

In één oogopslag
14
Als het contact wordt aangezet, gaan de oranje en rode controle- en waarschuwingslampjes branden.
Bij draaiende motor moeten deze lampjes weer uitgaan.
Raadpleeg het desbetreffende hoffdstuk als er lampjes blijven branden.
A.
Toerenteller B.DisplayC.Brandstofniveaumeter
Het elektronisch stabiliteitspro
gramma (ASR/ESP) zorgt voor een optimale wegligging vande auto.
Raadpleeg de desbetreffende bladzijde voor meer informatie over de juiste werking.
Controle tijdens het rijden
Instrumentenpaneel
Controle-/waarschuwingslampjes
Optie ASR/ESP
5020 1
9
Page 23 of 140

1
VSC
Controle tijdens het rijden
21
Antiblokkeersysteem (ABS)
permanent. Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerkin
g blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg zo snel
mo
gelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Elektronischstabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
permanent. De ASR en/of het ESP zijnactief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een beterekoersstabiliteit.
permanent. Storin
g in de ASR of het ESP. Laat het systeem controleren bij hetPEUGEOT- net wer k of bij een gekwalificeerde werkplaats.
Koelvloeistoftemperatuur
permanent. De temperatuur van de
koelvloeistof is te hoog.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg dan het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Airbags
t
ijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkeleseconden en dooft als het contact wordt aangezet. Het lamp
je moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
knippert. Er is een storing inminimaal een van de airbags.
De airbags worden bij een aanrijding mogelijk niet meer geactiveerd. Laat het systeem controleren bij het
PEUGEOT- net wer k of bij een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Page 24 of 140

P/S
Controle tijdens het rijden
22
Uitschakelen passagiersairbag
permanent. D
e schakelaar van depassagiersairbag staat in destand "OFF".
De frontairbag aan passagierszijde is uitgeschakeld.
In dit geval kunt u een kinderzitjemet de "rug in de rijrichting"plaatsen.
Zet de schakelaar in de stand "ON " om de frontairbag aan
passa
gierszijde in te schakelen. Bevestig in dit geval op deze
zitplaats geen kinderzitje met de "rug in de rijrichting".
Laadstroom accu
permanent. Er is een storin
g in het
laadstroomcircuit van de accu (ver vuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem
dynamo ontspannen of gebroken...).
Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan. Parkeer de auto op een veilige plek.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats als dit niet het geval is.
Elektrischestuurbekrachtiging
permanent. Er is een storing met betrekking tot de elektrischestuurbekrachtiging. Ri
jd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
Autogordel(s)voorin niet vastgemaakt/losgemaakt
(volgens uitvoering)
knippert, bij snelheden hoger dan 20 km/h in combinatie met een geluidssignaal.
De bestuurder en/of de
voorpassagier heeft zijn
auto
gordel niet vastgemaakt of
losgemaakt. Trek aan de
gordel en klik de gesp vast in de gesphouder.
Emissieregeling
permanent. Er is een storing in deemissieregeling. Het waarschuwin
gslampje moet doven als de motor wordt gestart.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
2 Tronic versnellingsbak permanent. De 2 Tr o n i c v e r s n e l l i ngsbak isdefect. Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Page 33 of 140

22
31 Toegang tot de auto
Brandstofkwaliteit voor
benzinemotoren
Auto's met benzinemotoren kunnen probleemloos rijden op biobrandstoffen vanhet type E10 en E24 (deze bevatten resp. 10% en 24% ethanol) die voldoen aan de Europese
richtlijnen EN 228 en EN 15376.
Brandstoffen van het type E85 (deze bevatten
tot 85% ethanol) zijn uitsluitend geschikt voor
auto's die speciaal bestemd zijn voor dit type
brandstof (BioFlex-auto's). De kwaliteit van de ethanol moet voldoen aan de Europese richtlijn EN 15293.
Auto's die kunnen rijden op brandstoffen meteen ethanolgehalte tot 100% (type E100),
worden alleen verkocht in Brazilië.
Page 51 of 140

7
49 Veiligheid
Brake-assist-system
(BAS)
Dit systeem zorgt ervoor dat in noodgevallen de
optimale remdruk sneller wordt bereikt, zodat
de remafstand kleiner wordt.
Het systeem wordt ingeschakeld als het
rempedaal snel wordt ingetrapt en zorgt ervoor dat de benodigde bedieningskracht wordt
verminderd en de effectiviteit van het remmen
wordt vergroot.
*
Bij auto's zonder ASR/ESP is de CSCgekoppeld aan de REF.
Antiblokkeersysteem (ABS) en
remhulpsystemen (REF en CSC * )
Het ABS, gekoppeld aan de remhulpsystemen
REF en
CSC * , zorgt tijdens het remmen voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid
van uw auto en een optimale controle in de
bochten, vooral op een slecht of
glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen in het geval van een noodstop.
De remhulpsystemen REF en CSC * regelen de remdruk voor elk wiel afzonderlijk. De remdruk wordt verdeeld over:
- de voor- en achterwielen door de elektro-
nische remdrukregelaar (REF),
- de linker- en rechter wielen door de CSC *
(Cornering Stability Control).
Zorg er bij ver vanging van de wielen
(banden) voor dat er gehomologeerdewielen worden gemonteerd. Het antiblokkeersysteem treedtautomatisch in werking zodra één vande wielen dreigt te blokkeren.
Als dit waarschuwingslampje gaatbranden, duidt dit op een storing in het ABS-systeem, waardoor u tijdens het remmen de controle over uw autozou kunnen verliezen.
Raadplee
g het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als dezewaarschuwingslampjes
gelijktijdig gaan branden,
duidt dit op een storin
g in het remsysteem of een nog (iets) aangetrokken handrem. Door
deze storing zou u tijdens het remmen de controle over uw auto kunnen verliezen.
Stop onmiddellijk. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
De normale werking van het antiblokkeersysteem kan merkbaar zijndoor het trillen van het rempedaal.
Trap het rempedaal bij een noodstopkrachtig en volledig in en laat hetniet los.
Page 52 of 140

VSC
50Veiligheid
Antislipregeling (ASR) en elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESP)
Controle van de werking
Werkin
g van de ASR en
het ESP
Als één van deze systemen
in werking treedt, knippert dit
controlelampje.
Bi
j een storing in de systemen gaat
dit waarschuwingslampje branden.
Raadpleeg het PEUGEOT- net wer k of een gekwalificeerde werkplaats om de systemen te laten controleren.
Deze systemen staan in verbinding met het
ABS en zijn hier een aanvulling op.
De ASR past via de remmen van de
aangedreven wielen en de motor de aandrijfkracht aan om het doorspinnen van de
wielen te voorkomen. De ASR zorgt ook voor
meer koersstabiliteit bij het accelereren.
Het ESP grijpt automatisch in via het remsysteem en de motor als de koers van
de auto afwijkt van de door de bestuurder gewenste richting, binnen de natuurkundige grenzen.
De ASR en het ESP zorgen voor meer veiligheid tijdens het rijden. Debestuurder mag zich echter nooit laten verleiden tot het nemen van meer risico's of te hard rijden. De goede werking van de systemen wordt verzekerd door de nalevingvan de voorschriften van deconstructeur met betrekking totde wielen (banden en velgen), de onderdelen van het remsysteem, de elektronische onderdelen ende procedures voor montage en het uitvoeren van werkzaamheden door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Laat de systemen na eenaanrijding controleren door het PEUGEOT- netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
Page 53 of 140

7
51 Veiligheid
Autogordels
3-deurs
5-deurs
De zitplaatsen achter zijn voorzien van twee driepuntsgordels met oprolautomaat.
U kunt de gespen van de autogordels opbergen inA.
Trek aan de gordel en steek de gesp in de gordelsluiting.
Controleer de vergrendeling van de gesp door even aan de gordel te trekken.
Druk op de knop van de gordelsluiting om de gordel los te maken.
Autogordels vóór met pyrotechnischegordelspanners en
spanbegrenzers
Dankzij de toepassing van autogordels met gordelspanners en spanbegrenzersis de veiligheid van de voorste inzittenden bij frontale aanrijdingen nog verder verbeterd. De gordelspannersdienen om bij een krachtige aanrijding de autogordels stevig tegen de lichamen van de inzittenden te trekken.
De autogordels met gordelspanners werken alleen als het contact is aangezet. De spanbegrenzer beperkt de krachtwaarmee de gordel tegen de borst van de inzittenden getrokken wordt. Zij worden daardoor beter beschermd.
Autogordels omdoen/losmaken
Page 55 of 140

7
53 Veiligheid
*
Volgens uitvoering.
De bestuurder moet ervoor zorgen dat alle passagiers tijdens het rijden op de juiste wijze hun autogordel dragen.Zorg ervoor dat alle inzittenden tijdenshet rijden hun autogordel dragen, ook albetreft het een korte rit. Draai de gespen van de autogordels niet om; de gordels zijn dan nietvoldoende effectief.
Als de zitplaatsen zijn voorzien van armsteunen * , moet de heupgordel altijdonder de armsteun door worden geleid. De autogordels zijn voorzien van een oprolautomaat die ervoor zorgt dat delengte van de gordel automatisch wordtaangepast aan uw lichaamsbouw. De gordel wordt automatisch opgerold alsdeze niet wordt gebruikt. Controleer zowel voor en na het gebruik van de gordel of deze goed is opgerold.De heupgordel moet zo laag mogelijk op het bekken worden geplaatst. De schoudergordel moet langs hetholle gedeelte van de schouder worden geplaatst.
De oprolautomaten zijn voorzien vaneen automatische blokkeerinrichting diein werking treedt bij een aanrijding, eennoodstop of het over de kop slaan van de auto. U kunt de blokkeerinrichting deblokkeren door kort aan de riem te trekkenen deze weer los te laten.
Voor een effectieve werking van deautogordel:- dient deze strak om het lichaam teworden gedragen,- mag deze door niet meer dan éénvolwassen persoon worden gedragen,- mag deze geen beschadigingen of rafels ver tonen, - moet deze in een vloeiende bewegingnaar voren worden getrokken, om tevoorkomen dat de gordel gedraaid raakt, - mag er om te voorkomen dat de gordelniet goed werkt niets aan wordengewijzigd. Vanwege de wettelijke veiligheidsvoorschriften moeten werkzaamheden en controles aande autogordels worden uitgevoerd door het PEUGEOT- net wer k of door een gekwalificeerdewerkplaats. Het-netwerk zorgt tevens voor degarantie en voert de werkzaamheden volgens de voorschriften uit. Laat de autogordels van uw auto regelmatig controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats, met name op beschadigingen van de riem. Reinig de autogordels met zeepsop of een reinigingsmiddel voor textiel, verkrijgbaar bij het PEUGEOT- net wer k . Controleer na het neerklappen of verstellenvan een stoel of de achterbank of de gordel zich op de juiste plaats bevindt en goed isopgerold.
Voorschriften voor kinderen:
- Maak voor kinderen tot 12 jaar of kleiner dan 1,50 m gebruik van een geschikt kinderzitje,
- Gebruik geen gordelgeleider *
wanneer een kinderzitje is geïnstalleerd,
- Deautogordel mag door niet meer dan één persoon gedragen worden,
- Laat nooit een kind op schoot zittentijdens het rijden. De gordelspanners kunnen, afhankelijk van de aard en de kracht van de aanrijding , vóór en onafhankelijk van de airbags afgaan.Het activeren van de gordelspanners gaatgepaard met wat onschadelijke rook en eenknal, als gevolg van de activering van depyrotechnische lading die in het systeem is geïntegreerd.
Het waarschuwingslampje van de airbag gaat in ieder geval branden. Laat het systeem na een aanrijding controleren en eventueel ver vangendoor het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.