PEUGEOT 108 2014 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2014, Model line: 108, Model: PEUGEOT 108 2014Pages: 256, PDF Size: 5.93 MB
Page 161 of 256

159
B3_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Zekeringn r. Ampère
(A) Functies
27 7, 5ESP
28 60Zekeringkast interieur
29** 125***Achterruit- en buitenspiegelverwarming - stoelverwarming -
elektrisch bedienbaar vouwdak - ABS - ESP -
motorventilateurgroep - mistlampen vóór - LED-dagrijverlichting
30 50
ETG-versnellingsbak
40 Stop & Start
31 50Stuurbekrachtiging
32 50*
Motorventilateurgroep
30
40
33 50ABS - ESP
34 10Reservezekering
* VTi 82-motor.
** e-VTi 68
/ VTi 68 -motor.
***
D
eze zekering mag uitsluitend worden
vervangen door het PEUGEOT-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
9
Praktische informatie
Page 162 of 256

160
B3_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Zekeringn r. Ampère
(A) Functies
35 20Reservezekering
36 30Reservezekering
37 20Achterruit- en buitenspiegelverwarming
38 30ABS - ESP
39 7, 5Mistlampen vóór - instrumentenpaneel - display
40 7, 5LED-dagrijverlichting
41 15Stoelverwarming rechts
42 20Elektrisch bedienbaar vouwdak
43 15Stoelverwarming links
Praktische informatie
Page 163 of 256

161
B3_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
12V- ac c u
De accu bevindt zich onder de motorkap.
Voor toegang tot de (+) klem:
F
o
ntgrendel de motorkap met de
ontgrendelingshendel in het interieur en
maak aan de buitenzijde de veiligheidshaak
los,
F
o
pen de motorkap en plaats de
motorkapsteun onder de motorkap om hem
geopend te houden,
F
b
eweeg het plastic beschermkapje omhoog
voor toegang tot de (+) klem.
Toegang tot de accu
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels en voor het laden van een lege accu.
Voordat u werkzaamheden
uitvoer t
Zet de auto stil, trek de parkeerrem aan,
zet de versnellingsbak in de neutraalstand
en zet vervolgens het contact af.
Controleer of alle elektrische functies
van de auto zijn uitgeschakeld.
Deze sticker hoort bij het Stop &
Start-systeem en geeft aan dat er een
speciale 12V-loodaccu is gebruikt die
alleen losgekoppeld en/of vervangen
mag worden door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Na het monteren van de accu duurt
het even voordat het Stop & Start-
systeem weer zal werken, hoe lang dit
duurt is afhankelijk van klimatologische
omstandigheden en de laadtoestand van
de accu (kan tot ongeveer 8
uur duren). Het aanduwen om de motor te starten
is bij een auto met ETG -versnellingsbak
niet toegestaan.
9
Praktische informatie
Page 164 of 256

162
B3_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Als de accu van uw auto ontladen is, kan
de motor worden gestart met een hulpaccu
(externe accu of een accu van een andere
auto) en startkabels.
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
F Stel de startmotor in werking van de auto met de lege accu en laat de motor draaien.
A
ls de motor niet direct start, zet dan het
contact af en wacht even alvorens een
nieuwe poging te doen.
F
W
acht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels in omgekeerde
volgorde los.
F
S
luit de rode kabel aan op de pluspool (+)
van de ontladen accu A en vervolgens op
de pluspool (+) van de hulpaccu B .
F
S
luit de groene of zwarte kabel aan op de
minpool (-) van de hulpaccu B (of op het
massapunt van de auto met de hulpaccu).
F
S
luit het andere uiteinde van de groene
of zwarte kabel aan op het massapunt C
van de auto met de lege accu (of op de
motorsteun).
F
S
tart de motor van de auto met de
hulpaccu en laat deze gedurende enkele
minuten draaien. Controleer eerst of de nominale
spanning van de hulpaccu 12
V
bedraagt en of de capaciteit van de
hulpaccu minimaal gelijk is aan die van
de ontladen accu.
Start de motor niet door een acculader
aan te sluiten.
Koppel de pluspool (+) van de accu niet
los ter wijl de motor draait.
Vóór het loskoppelen van de
accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten van het
c ontact.
Sluit de ruiten, het elektrisch bedienbare
vouwdak en de voorportieren voordat u de
accukabels loskoppelt.
Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet het contact aan en wacht 1 minuut alvorens
d e motor te starten, zodat de elektronische
systemen geïnitialiseerd kunnen worden.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als er zich na deze
handeling toch nog problemen voordoen.
Praktische informatie
Page 165 of 256

163
B3_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Accu's bevatten schadelijke stoffen,
zoals zwavelzuur en lood. Accu's
moeten volgens de wettelijke
voorschriften worden afgevoerd en
mogen in geen geval bij het huisvuil
terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bij een
speciaal afvalstoffendepot.Bescherm uw ogen en gezicht voordat u
handelingen aan de accu uitvoert.
Voer ingrepen aan de accu uitsluitend
uit in een goed geventileerde ruimte, ver
van open vuur of vonken veroorzakende
bronnen, om elk risico van brand- of
explosiegevaar uit te sluiten.
Probeer niet een bevroren accu
op te laden: de accu moet eerst
worden ontdooid om explosiegevaar
uit te sluiten. Als de accu bevroren
is geweest, laat deze dan eerst
controleren, voordat u hem laat
opladen door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Zij controleren of de inwendige
componenten zijn beschadigd en of de
behuizing scheuren vertoont, waardoor
giftige en corrosie-veroorzakende
accuzuren zouden kunnen weglekken.
Keer de polariteiten niet om en gebruik
uitluitend een 12-volt accu.
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de
accupoolklemmen los te nemen.
Was uw handen als de werkzaamheden
beëindigd zijn.
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan een
maand buiten gebruik is.Laden met behulp van een
acculader
F Maak de accupoolklemmen los.
F
V olg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader.
F
S
luit de accukabels weer aan, te beginnen
met de (+) kabel.
F
C
ontroleer of de accupolen en de klemmen
schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een
(witte of groene) oxidatielaag, neem dan
de accukabels los en reinig de polen en
klemmen.
Een aantal functies is niet beschikbaar
als de laadtoestand van de accu
onvoldoende is.
9
Praktische informatie
Page 166 of 256

164
B3_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Eco - mode*
De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals het audiosysteem, de
ruitenwissers, dimlichten, plafonniers, ... nog in totaal maximaal 20
minuten gebruiken.
Deze periode kan, afhankelijk van de laadtoestand van de accu, veel korter zijn.
Neem de tijd die nodig is voor het
starten van de motor in acht om een
juiste lading van de accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu
starten van de motor om de accu bij te
laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor
niet gestart worden (zie de paragraaf
"Ac cu").
Raadpleeg de rubriek "Accu".
Inschakelen van de eco-mode
Na deze periode worden de actieve functies in
de ruststand gezet.
Uitschakelen van de eco-mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
Start om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze vijf minuten
draaien.
Ruitenwisserblad
vervangen
Demonteren van een
wisserblad vóór
F Til de ruitenwisserarm op.
F V erwijder het wisserblad door het naar
buiten te schuiven.
Monteren van een
wisserblad vóór
F Monteer het nieuwe wisserblad en bevestig het.
F
Z
et de ruitenwisserarm voorzichtig terug.
Om de effectiviteit van flatblade-
ruitenwissers te behouden raden wij u
aan om:
-
e
r voorzichtig mee om te gaan,
-
z
e regelmatig te reinigen met
zeepsop,
-
z
e niet te gebruiken om een stuk
karton tegen de voorruit te houden,
-
z
e bij de eerste tekenen van slijtage
te vervangen.
*
U
itsluitend van toepassing op auto's met
Keyless entry and start-systeem.
Praktische informatie
Page 167 of 256

165
B3_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Slepen van uw auto
F Neem het verwijderbare sleepoog dat is opgeborgen in de gereedschapsset onder
de vloermat van de bagageruimte.
F
K
lik het kunststof kapje los door op de
onderzijde ervan te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land
op.
Controleer of het gewicht van de
trekkende auto hoger is dan van de
auto die wordt gesleept.
Er moet iemand achter het stuur van
de gesleepte auto blijven zitten. Deze
persoon moet beschikken over een
geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4
wielen
op de grond altijd een goedgekeurde
sleepstang; touwen en riemen zijn
verboden.
De bestuurder van de slepende auto
moet voorzichtig wegrijden.
Bij het slepen van de auto met
stilstaande motor zijn de rem- en
stuurbekrachtiging uitgeschakeld.
Laat uw auto in de volgende gevallen
slepen door een professioneel
bergingsbedrijf :
-
a
ls de auto is gestrand op de
autosnelweg,
-
b
ij auto's met vier wielaandrijving,
-
a
ls het niet mogelijk is de
versnellingsbak in de neutraalstand
te zetten, het stuurslot te
ontgrendelen of de handrem los te
zetten,
-
b
ij takelen met slechts twee wielen
op de grond,
-
b
ij het ontbreken van een
goedgekeurde sleepstang...
Uw auto kan uitsluitend aan de voorzijde
worden gesleept.
F
M
onteer de sleepstang.
F
Z
et de versnellingshendel in de vrijstand
(stand N voor de ETG-versnellingsbak).
H
et niet opvolgen van dit advies kan
leiden tot het beschadigen van bepaalde
componenten (remmen, versnellingsbak, ...)
en tot het wegvallen van de
rembekrachtiging bij het opnieuw starten
van de motor.
F
O
ntgrendel het stuur wiel en zet de
handrem vrij.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
Gebruik nooit de radiateurbalk.
9
Praktische informatie
Page 168 of 256

166
B3_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Allesdragers monteren
Gebruik voor het monteren van allesdragers
uitsluitend door PEUGEOT aanbevolen
accessoires en neem de montagevoorschriften
van de fabrikant in acht.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats voor meer
informatie.Raadpleeg de wetgeving van uw land
met betrekking tot het vervoeren van
voor werpen die langer zijn dan de auto.
Max. toegestane daklast op dakdragers, bij
een maximale laadhoogte van 40
cm (m.u.v.
fietsen): 40
kg.
Pas bij een belading hoger dan 40
cm
de rijsnelheid aan de rijomstandigheden
aan om schade aan de allesdragers te
voorkomen.
Praktische informatie
Page 169 of 256

167
B3_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Accessoires
Een ruime keuze aan accessoires en originele onderdelen wordt u aangeboden door het PEUGEOT-netwerk.
Deze accessoires en onderdelen zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een artikelnummer en beschikken over de garantie van
P E U G E O T.
"Comfort": windgeleiders, thermobox,
zonneschermen, parfumeur, uitneembare
asbak, kleerhanger aan hoofdsteun, leeslamp,
parkeerhulp voor en achter, middenarmsteun,
aansteker, ...
"Vervoer": mat in bagageruimte, bak in
bagageruimte, bagagenet, allesdragers,
fietsendrager, skidrager, dakkoffers,
bagagesteunen, ... "Veiligheid":
anti-inbraakalarm,
voertuigvolgsysteem, sneeuwkettingen,
sneeuwsokken, wielslotbouten, kinderzitjes,
EHBO-tas, gevarendriehoek, reflecterende
veiligheidsvesten, brandblusser,
veiligheidsgordel voor huisdieren, mistlampen,
gordelmes/veiligheidshamer, ... "Bescherming":
matten, spatlappen,
beschermhoes voor de auto, stoelhoezen,
beschermstrips voor de bumpers, ...
Om te voorkomen dat de mat onder de
pedalen schuift:
-
c
ontroleer of de mat goed is bevestigd,
-
l
eg nooit meerdere matten boven op elkaar.
"Design":
stylingset voor de carrosserie
Ligne S, gepersonaliseerde matten Ligne S,
aluminium versnellingspookknop, lichtmetalen
velgen, stickersets voor het exterieur,
verchroomde zijstootlijsten, verchroomde
buitenspiegelkappen, verchroomde
portierhandgrepen, dorpelbeschermers,
gepersonaliseerde behuizingen voor de
afstandsbediening, ...
9
Praktische informatie
Page 170 of 256

168
B3_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2014
Het monteren van elektrische apparatuur
of accessoires die niet onder een
artikelnummer in het assortiment van
PEUGEOT voorkomen, kan leiden
tot storingen in het elektronisch
systeem van uw auto en een verhoogd
stroomverbruik veroorzaken.
Houd hier rekening mee en neem contact
op met een vertegenwoordiger van het merk
PEUGEOT om u te laten informeren over
het assortiment uitrustingen en accessoires
voorzien van een artikelnummer.
Installeren van
radiocommunicatiezenders
Voordat u radiozenders met
buitenantenne als uitrusting
achteraf monteert, kunt u bij het
PEUGEOT-netwerk de technische
gegevens (frequentieband, maximaal
uitgangsvermogen, positie antenne,
specifieke installatievoorschriften) van
de voor montage geschikte zenders
opvragen, conform de Richtlijn
Elektromagnetische Compatibiliteit
(2004/104/EG).Afhankelijk van de lokale wetgeving
kan de aanwezigheid van bepaalde
veiligheidsuitrusting verplicht zijn:
veiligheidsvesten, gevarendriehoeken,
alcoholtests, een set reservelampen,
reservezekeringen, een brandblusser,
een verbandtrommel, spatlappen aan
de achterzijde van de auto.
"Multimedia":
CD-speler, autoradio,
luidsprekers, semi-geïntegreerd
navigatiesysteem, handsfree set, rijassistenten,
230V-aansluiting, multimediahouder achter,
DVD-spelers, portable navigatiesystemen,
houders voor telefoon/smartphone,
accessoires voor digitale radio, ...
Praktische informatie