airbag PEUGEOT 108 2015 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2015, Model line: 108, Model: PEUGEOT 108 2015Pages: 271, PDF Size: 13.7 MB
Page 5 of 271

.
.
108_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2015
Richtingaanwijzers 101
Claxon
101
Alarmknipperlichten
102
Bandenspanningscontrolesysteem
102
ESP-systeem
105
Active City Brake
1
08
Veiligheidsgordels
113
Airbags
116
Veiligheid
Kinderzitjes 121
Uitschakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde
1
24
ISOFIX-kinderzitjes
130
Kinderslot
1
35
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen Onderhoud
Brandstoftank
136
Bandenreparatieset
138
Wiel verwisselen
1
43
Sneeuwkettingen
148
Een lamp vervangen
1
49
Zekeringen vervangen
1
54
12V- ac c u
16 3
Eco -mode
16
6
Ruitenwisserblad vervangen
1
66
Slepen van uw auto
1
67
Allesdragers monteren
1
68
Accessoires
169
Praktische informatie Technische gegevens
7 inch touchscreen 1 83
Radio 223
Audio en telematica
Visuele index Index
M ot o r k a p 172
Benzinemotoren
173
Niveaus controleren
1
74
Controles
1
77M ot o r e n
17
9
Gewichten
18
0
Afmetingen
181
Identificatie 182
Inhoud
Page 9 of 271

7
108_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2015
Cockpit
1. Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers
2.
S
tuur wieltoetsen van de autoradio of de
touchscreen
I
n-/uitschakeltoets Lane Departure
Warning System
3.
S
chakelflippers van de ETG -
versnellingsbak
4.
S
chakelaar van de snelheidsbegrenzer
5.
S
chakelaar ruitenwissers/-sproeiers
6.
S
chakelaars ruitbediening
7.
H
endel motorkapontgrendeling
8.
O
ntgrendelingsschakelaar tankklep
9.
U
itschakeltoets Stop & Start-systeem
o
f in-/uitschakeltoets Active City Brake
H
oogteverstelling koplampen 10.
Buitenspiegelverstelling
11. U itschakeltoets ESP/ TRC
12 .
H
endel stuurwielverstelling.
13.
A
irbag bestuurder
Claxon
14 .
Zijventilatieroosters
15.
I
nstrumentenpaneel
16.
Plafonnier
Sc
hakelaar openen elektrisch bedienbaar
vouwdak
17.
P
assagiersairbag vóór
18.
Dashboardkastje/
U
itschakelen passagiersairbag vóór/
R
esetten bandenspanningscontrole
19.
Ra
dio, Touchscreen of open opbergvak20. ST
ART/STOP-knop
21. A larmknipperlichten
22.
B
edieningspaneel handbediende of
automatische airconditioning
23.
A
UX-ingangen voor het aansluiten
van een extern apparaat
24.
Versnellingshendel
25.
B
ekerhouders en opbergvakken
26.
Handrem
2 7.
Bekerhouder
.
Overzicht
Page 15 of 271

13
108_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Display verklikkerlampjes
veiligheidsgordels en
airbag voorpassagier
A. Verklikkerlampje niet-vastgemaakte veiligheidsgordel links achter.
B.
V
erklikkerlampje niet-vastgemaakte
veiligheidsgordel rechts achter.
C.
V
erklikkerlampje uitschakeling airbag
voorpassagier.
D.
V
erklikkerlampje inschakeling airbag
voorpassagier.
Het verklikkerlampje C of D blijft
branden, afhankelijk van de status
van de airbag voor de voorpassagier
(uitgeschakeld of ingeschakeld).
1
Controle tijdens het rijden
Page 19 of 271

17
108_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Veiligheidsgordels
vóórknippert in
combinatie met een
geluidssignaal.De bestuurder heeft zijn
veiligheidsgordel niet vastgemaakt of
weer losgemaakt.
De voorpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel losgemaakt. Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de
gesphouder.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Elektrische
stuurbekrachtigingknippert of blijft
branden, in combinatie
met een geluidssignaal.Er is een storing met betrekking tot
de elektrische stuurbekrachtiging.
Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Airbags
permanent. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
ETG-
versnellingsbak permanent.
De ETG-versnellingsbak is defect. Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Koppeling knippert, in
combinatie met een
geluidssignaal. De temperatuur van de koppeling is
te hoog.
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand, zet
de selectiehendel van de ETG-versnellingsbak in
de stand N en wacht ongeveer 15 minuten om de
temperatuur van de koppeling te laten zakken.
1
Controle tijdens het rijden
Page 23 of 271

21
108_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Handrempermanent, in
combinatie met een
geluidssignaal. De handrem is aangetrokken of niet
goed vrijgezet.
Zet de handrem vrij zodat het verklikkerlampje uitgaat;
trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de handrem.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Airbag vóór aan
passagierszijde
permanent op het display
van de verklikkerlampjes
voor de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde.De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand " ON". De airbag vóór aan passagierszijde is ingeschakeld.
Bevestig in dat geval geen kinderzitje met de rug in de
rijrichting op deze plaats.
Stop & Star t
(VTi 68
S&S-
motor) permanent.
Het Stop & Start-systeem heeft de motor
in de STOP-stand gezet (verkeerslicht,
stopbord, opstopping, enz.).Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart als u wilt wegrijden.
Keyless entr y
and start -
systeem permanent.
Er wordt aan alle voor waarden voor
het starten van de motor voldaan. Raadpleeg voor meer informatie de rubriek "Starten
en afzetten van de motor met het keyless entry and
start-systeem".
knippert langzaam.
Het contact staat in de stand "ACC".
De accessoires (autoradio,
12V-aansluiting...) kunnen worden gebruikt.
1
Controle tijdens het rijden
Page 25 of 271

23
108_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Airbag vóór aan
passagierszijdepermanent, op het
pictogrammendisplay
van de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde.De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "OFF". De airbag vóór aan passagierszijde is uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de
voorpassagiersstoel plaatsen, behalve in het geval van
een storing in het airbagsysteem (aangegeven door het
branden van het waarschuwingslampje Airbags).
Antispinregeling
(TRC) permanent.
Er is kort op de toets gedrukt.
De antispinregeling (TRC) is
uitgeschakeld. Druk op de toets om het systeem in te schakelen. Het
verklikkerlampje dooft.
De functie TRC wordt automatisch ingeschakeld als
de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem wordt het
automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelheden
hoger dan ongeveer 50
km/h.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie.
Dynamische
stabiliteitscontrole
( ESP )permanent. Er is bij stilstaande auto langer dan
3 seconden op de toets gedrukt.
De antispinregeling (TRC) en
dynamische stabiliteitscontrole (ESP)
zijn uitgeschakeld. Druk op de toets om deze systemen in te schakelen.
Het ESP-systeem wordt automatisch ingeschakeld als
de motor wordt gestart.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Controlelampjes uitgeschakelde functies
De volgende lampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal.
1
Controle tijdens het rijden
Page 32 of 271

30
108_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2015
Met behulp van de sleutel kunnen de voorportieren en de achterklep vergrendeld en ontgrendeld worden, kan de voorpassagiersairbag worden uitgeschakeld
en wordt het contactslot/stuurslot bediend.
Sleutels
VergrendelenOntgrendelen
- Steek de sleutel in het slot van een van
de voorportieren en draai hem richting
de achterzijde van de auto om het
desbetreffende portier te vergrendelen.
-
S
teek de sleutel in het slot van de
achterklep en draai hem naar rechts om de
achterklep te vergrendelen. -
S teek de sleutel in het slot van een
van de voorportieren en draai hem
richting de voorzijde van de auto om het
desbetreffende portier te ontgrendelen.
-
S
teek de sleutel in het slot van de
achterklep en draai hem naar links om de
achterklep te ontgrendelen.
Toegang tot de auto
Page 64 of 271

62
108_nl_Chap04_amenagements_ed01-2015
Dashboardkastje
Zonneklep
De zonnekleppen zijn voorzien van een make-
upspiegel met klep en een kaarthouder. In het dashboardkastje kan de
boorddocumentatie enz. worden opgeborgen.
F
T
rek de handgreep omhoog om het
dashboardkastje te openen.
Het dashboardkastje bevat de schakelaar
voor het uitschakelen van de airbag aan
passagierszijde A en de toets voor het resetten
van de bandenspanningscontrole B (volgens
uitvoering).
Aan de zijkant bevindt zich een ruimte C
waarin een fles water kan worden opgeborgen
(max. 1
liter).F
T il, wanneer u een accessoire van
12
V (maximaal vermogen: 120 W) wilt
aansluiten, het deksel op en sluit een
geschikte adapter aan.
12V-aansluiting
Neem het maximale vermogen
van de aansluiting in acht (kans op
beschadiging van uw accessoire).
Indelingen
Page 116 of 271

114
108_nl_Chap07_securite_ed01-2015
Verklikkerlampje(s)
veiligheidsgordel(s) losgemaakt/
niet vastgemaakt
1. Verklikkerlampje veiligheidsgordels voor niet vastgemaakt/losgemaakt, op het
instrumentenpaneel.
2.
V
erklikkerlampje veiligheidsgordel
links achter losgemaakt, op het display
verklikkerlampjes veiligheidsgordels en
airbag voorpassagier.
3.
V
erklikkerlampje veiligheidsgordel
rechts achter losgemaakt, op het display
verklikkerlampjes veiligheidsgordels en
airbag voorpassagier.
Verklikkerlampje(s)
veiligheidsgordels achter
De verklikkerlampjes 2 en/of 3 gaan
b randen op het display verklikkerlampjes
veiligheidsgordels en airbag voorpassagier
als één of meerdere passagiers de
veiligheidsgordel losmaken.
Vanaf ongeveer 20
km/h en gedurende
ongeveer 30
seconden brandt het
verklikkerlampje in combinatie met een
geluidssignaal.
Hierna verandert, als de veiligheidsgordel
nog steeds niet is vastgemaakt, de toon van
het geluidssignaal en blijft het nog ongeveer
90
seconden actief.
Als u bagage op de voorpassagiersstoel
plaatst, kan het verklikkerlampje gaan
branden.
Verklikkerlampje
veiligheidsgordel(s) voor
Het verklikkerlampje 1 gaat branden op het
i nstrumentenpaneel als de veiligheidsgordel
voor niet is vastgemaakt of is losgemaakt.
Vanaf ongeveer 20
km/h en gedurende
ongeveer 30
seconden brandt het
verklikkerlampje in combinatie met een
geluidssignaal.
Hierna verandert, als de veiligheidsgordel
nog steeds niet is vastgemaakt, de toon van
het geluidssignaal en blijft het nog ongeveer
90
seconden actief.
Veiligheid
Page 117 of 271

115
108_nl_Chap07_securite_ed01-2015
Alvorens te gaan rijden dient de bestuurder
te controleren of alle passagiers hun
veiligheidsgordel goed hebben omgedaan
en vastgemaakt.
Zorg ervoor dat alle inzittenden tijdens het
rijden hun veiligheidsgordel dragen, ook al
betreft het een korte rit.
Draai de gespen van de veiligheidsgordels
niet om; de gordels zijn dan niet voldoende
effectief.
De veiligheidsgordels zijn voorzien van een
oprolautomaat die ervoor zorgt dat de lengte
van de gordel automatisch wordt aangepast
aan de lichaamsbouw van de gebruiker. De
gordel wordt automatisch opgerold als deze
niet wordt gebruikt.
Controleer zowel voor en na het gebruik van
de gordel of deze goed is opgerold.
De heupgordel moet zo laag mogelijk op het
bekken worden geplaatst.
De schoudergordel moet langs het holle
gedeelte van de schouder worden geplaatst.
De oprolautomaten zijn voorzien van
een automatische blokkeerinrichting die
in werking treedt bij een aanrijding, een
noodstop of het over de kop slaan van
de auto. U kunt de blokkeerinrichting
deblokkeren door stevig aan de riem te
trekken en deze weer los te laten, zodat de
riem weer een stukje wordt opgerold.Voorschriften voor kinderen
Maak voor kinderen tot 12 jaar of kleiner dan
1 ,50 m gebruik van een geschikt kinderzitje.
De veiligheidsgordel mag door niet meer dan
één persoon gedragen worden.
Laat nooit een kind op schoot zitten tijdens
het rijden.
Raadpleeg voor meer informatie de rubriek
"Kinderzitjes".
Voor een effectieve werking van de veiligheidsgordel:- dient deze strak om het lichaam te worden gedragen,
-
m
oet deze in een vloeiende beweging
naar voren worden getrokken, zonder
dat de gordel gedraaid raakt,
-
m
ag deze door niet meer dan één
persoon worden gedragen,
-
m
ag deze geen beschadigingen of rafels
vertonen,
-
mag er om te voorkomen dat de gordel niet
goed werkt, niets aan worden gewijzigd.
Bij aanrijdingen
De gordelspanners kunnen, afhankelijk van
de aard en de kracht van de aanrijding ,
vóór en onafhankelijk van de airbags afgaan.
Het activeren van de gordelspanners gaat
gepaard met wat onschadelijke rook en een
knal, als gevolg van de activering van de
pyrotechnische lading die in het systeem is
geïntegreerd.
In alle gevallen gaat het verklikkerlampje van
de airbag branden.
Laat het systeem na een aanrijding
controleren en eventueel vervangen door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vanwege de wettelijke
veiligheidsvoorschriften moeten
werkzaamheden en controles aan de
veiligheidsgordels worden uitgevoerd
door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats, die tevens voor
de garantie zorgt en de werkzaamheden
volgens de voorschriften uitvoert.
Laat de veiligheidsgordels van uw auto
regelmatig controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats,
vooral als de gordels beschadigingen vertonen.
Reinig de veiligheidsgordels met zeepsop
of een reinigingsmiddel voor textiel,
verkrijgbaar bij het PEUGEOT-netwerk.
Controleer na het neerklappen of verstellen
van een stoel of de achterbank of de gordel
zich op de juiste plaats bevindt en goed is
opgerold.
7
Veiligheid