PEUGEOT 108 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: 108, Model: PEUGEOT 108 2016Pages: 269, PDF Size: 7.24 MB
Page 171 of 269

169
108_nl_Chap08_en-cas-pannes_ed01-2016
Voordat u een zekering vervangt, dient u eerst:
F d e oorzaak van de storing op te sporen en
te (laten) verhelpen,
F
a
lle stroomgebruikers uit te schakelen,
F
d
e auto stil te zetten en het contact af te
zetten,
F
d
e defecte zekering te lokaliseren met
behulp van de overzichten en schema's op
de volgende pagina's.
Vervangen van een zekering
Goed Defect
Tang
Bij het vervangen van een zekering geldt het
volgende:
F
g
ebruik de speciale tang om de zekering
te verwijderen en controleren of het
smeltdraadje in goede staat is,
F
V
ervang een defecte zekering altijd door
een zekering met dezelfde stroomsterkte
(dezelfde kleur); een afwijkende zekering
kan storingen veroorzaken (brand).
Mocht de storing kort van het vervangen van
de zekering terugkeren, laat dan de elektrische
uitrusting controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats. PEUGEOT is niet aansprakelijk
voor kosten die voortvloeien
uit het verhelpen van storingen
veroorzaakt door het monteren van
extra accessoires die niet door haar
aanbevolen en geleverd worden of
door voorzieningen die niet volgens
de voorschriften van PEUGEOT zijn
gemonteerd. Dit geldt met name als
het totale stroomverbruik van alle extra
accessoires meer dan 10
milliampère
bedraagt.
Montage van elektrische
accessoires
Bij het ontwerp van het elektrische circuit van
uw auto is reeds rekening gehouden met de
montage van zowel de standaarduitrusting
als eventuele opties.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats voordat u andere
elektrische voorzieningen of accessoires in
de auto monteert of laat monteren.
8
Storingen verhelpen
Page 172 of 269

170
108_nl_Chap08_en-cas-pannes_ed01-2016
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (bestuurderszijde).
F
M
aak het kunststof deksel los voor toegang
tot de zekeringen.
Breng na de werkzaamheden zorgvuldig het
deksel weer aan. Zekering
n r. Ampère
(A) Functies
1 5Achteruitrijlicht, brandstofinjectie - autoradio - ESP
2 15Ruitensproeiers voor en achter
3 5Hoofdservicecentrale - instrumentenpaneel - display -
airconditioning - achterruit- en buitenspiegelverwarming -
stoelver warming - elektrisch bedienbaar vouwdak - autoradio
4 5Elektrische stuurbekrachtiging - Stop & Start
5 15Ruitenwisser achter
6 5Motorventilateurgroep - ABS - ESP
7 25Ruitenwissers vóór
8 10Buitenspiegelverwarming
9 1512V-aansluiting (max. 120
W)
10 7, 5Buitenspiegels - autoradio - Stop & Start - instrumentenpaneel -
display
Storingen verhelpen
Page 173 of 269

171
108_nl_Chap08_en-cas-pannes_ed01-2016
Zekeringn r. Ampère
(A) Functies
11 5Stuurslot - brandstofinjectie - ETG-versnellingsbak
12 7, 5Airbags
13 5Instrumentenpaneel - display - Stop & Start
14 15
**
Stuurbekrachtiging - brandstofinjectie - remlichten
7, 5 *
15 7, 5 * *
Brandstofinjectie - Stop & Start
10*
16 7, 5Zelfdiagnose motor
17 10Remlichten - derde remlicht - brandstofinjectie - ABS - ESP -
ETG -versnellingsbak - Keyless entry and start-systeem
18 10Parkeerlichten - kentekenplaatverlichting - mistachterlicht -
mistlampen vóór - achterlichten - dimmer dashboardverlichting
19 40Airconditioning
* PureTech 82-motor.
** VTi 68 -motor.
8
Storingen verhelpen
Page 174 of 269

172
108_nl_Chap08_en-cas-pannes_ed01-2016
Zekeringn r. Ampère
(A) Functies
20 40Airconditioning - zelfdiagnose motor - parkeerlichten -
kentekenplaatverlichting - mistachterlicht - mistlampen
vóór - achterlichten - dimmer dashboardverlichting -
remlichten - derde remlicht - brandstofinjectie - ABS -
ESP - ETG -versnellingsbak - Keyless entry and start-systeem -
elektrische ruitbediening
21 30Brandstofinjectie - Stop & Start - hoofdservicecentrale
22** 7, 5Brandstofinjectie
23** 20Brandstofinjectie - Stop & Start
24 25Hoofdservicecentrale
25 30Elektrische ruitbediening
26 25Elektrische ruitbediening
27 10Airconditioning
28 5Mistachterlicht
** VTi 68 -motor.
Storingen verhelpen
Page 175 of 269

173
108_nl_Chap08_en-cas-pannes_ed01-2016
Zekeringn r. Ampère
(A) Functies
1 10Dimlicht rechts
2 10Dimlicht links - koplampverstelling
3 7, 5Grootlicht rechts
4 7, 5Grootlicht links
5 * 15Brandstofinjectie
6 * 7, 5Brandstofinjectie
7 * 15Brandstofinjectie
8 * 7, 5Motorventilateurgroep
9 7, 5Airconditioning
10 ** 7, 5Brandstofinjectie - remlichten - derde remlicht
11 5Plafonnier - bagageruimteverlichting
12 10
Richtingaanwijzers - alarmknipperlichten - instrumentenpaneel - display
Zekeringen motorruimte
F Maak de kunststof kap onder de voorruit
los door de twee borglippen in te drukken.
F
M
aak het deksel van de zekeringkast
los door de nok aan de rechterzijde in
te drukken, zodat u toegang hebt tot de
zekeringen.
Sluit na het controleren of vervangen van de
zekering het deksel zorgvuldig.
* PureTech 82-motor.
** VTi 68 -motor.
8
Storingen verhelpen
Page 176 of 269

174
108_nl_Chap08_en-cas-pannes_ed01-2016
** VTi 68 -motor.Zekering
n r. Ampère
(A) Functies
13 10Claxon
14 30Servicecentrales
15 ** 7, 5ETG-versnellingsbak
16 7, 5Brandstofinjectie
17 7, 5Keyless entry and start-systeem
18 ** 7, 5Accu
19 25Brandstofinjectie - motorventilateurgroep
20 30Startmotor
21 7, 5Stuurslot
22 25Koplampen
23 7, 5ABS
24 7, 5Brandstofinjectie - startmotor - ETG-versnellingsbak -
Stop & Start
25 15Autoradio - Keyless entry and start-systeem
26 7, 5Instrumentenpaneel - display
Storingen verhelpen
Page 177 of 269

175
108_nl_Chap08_en-cas-pannes_ed01-2016
Zekeringn r. Ampère
(A) Functies
27 7, 5ESP
28 60Zekeringkast interieur
29** 125***Achterruit- en buitenspiegelverwarming - stoelverwarming -
elektrisch bedienbaar vouwdak - ABS - ESP -
motorventilateurgroep - mistlampen vóór - LED-dagrijverlichting
30 50
ETG-versnellingsbak
40 Stop & Start
31 50Stuurbekrachtiging
32 50*
Motorventilateurgroep
30
40
33 50ABS - ESP
34 10Reservezekering
* PureTech 82-motor.
** VTi 68 -motor.
***
D
eze zekering mag uitsluitend worden
vervangen door het PEUGEOT-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
8
Storingen verhelpen
Page 178 of 269

176
108_nl_Chap08_en-cas-pannes_ed01-2016
Zekeringn r. Ampère
(A) Functies
35 20Reservezekering
36 30Reservezekering
37 20Achterruit- en buitenspiegelverwarming
38 30ABS - ESP
39 7, 5Mistlampen vóór - instrumentenpaneel - display
40 7, 5LED-dagrijverlichting
41 15Stoelverwarming rechts
42 20Elektrisch bedienbaar vouwdak
43 15Stoelverwarming links
Storingen verhelpen
Page 179 of 269

177
108_nl_Chap08_en-cas-pannes_ed01-2016
12V- ac c u
De accu bevindt zich onder de motorkap.
Voor toegang tot de (+) klem:
F
o
ntgrendel de motorkap met de
ontgrendelingshendel in het interieur en
maak aan de buitenzijde de veiligheidshaak
los,
F
o
pen de motorkap en plaats de
motorkapsteun onder de motorkap om hem
geopend te houden,
F
b
eweeg het plastic beschermkapje omhoog
voor toegang tot de (+) klem.
Toegang tot de accu
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels en voor het laden van een lege accu.
Voordat u werkzaamheden
uitvoer t
Zet de auto stil, trek de parkeerrem aan,
zet de versnellingsbak in de neutraalstand
en zet vervolgens het contact af.
Controleer of alle elektrische functies
van de auto zijn uitgeschakeld.
Deze sticker hoort bij het Stop &
Start-systeem en geeft aan dat er een
speciale 12V-loodaccu is gebruikt die
alleen losgekoppeld en/of vervangen
mag worden door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Na het monteren van de accu duurt
het even voordat het Stop & Start-
systeem weer zal werken, hoe lang dit
duurt is afhankelijk van klimatologische
omstandigheden en de laadtoestand van
de accu (kan tot ongeveer 8
uur duren).Het aanduwen om de motor te starten
is bij een auto met ETG -versnellingsbak
niet toegestaan.
Algemeen
12V-loodaccu
Accu's bevatten giftige stoffen zoals
zwavelzuur en lood.
Ze moeten worden ver werkt conform
de regelgeving en mogen in geen geval
met het huishoudelijke afval worden
weggegooid.
Breng de gebruikte batterijen en accu's
naar een speciaal inzamelpunt. Bescherm uw ogen en gezicht voordat
u handelingen aan de accu uitvoert.
Voer ingrepen aan de accu uitsluitend
uit in een goed geventileerde ruimte, ver
van open vuur of vonken veroorzakende
bronnen, om elk risico van brand- of
explosiegevaar uit te sluiten.
Was uw handen als de werkzaamheden
beëindigd zijn.
8
Storingen verhelpen
Page 180 of 269

178
108_nl_Chap08_en-cas-pannes_ed01-2016
Starten van de motor met een hulpaccu en startkabels
F Start de motor van de auto met de hulpaccu en laat deze gedurende enkele
minuten draaien.
F
S
tel de startmotor in werking van de auto
met de lege accu en laat de motor draaien.
A
ls de motor niet direct start, zet dan het
contact af en wacht even alvorens een
nieuwe poging te doen.
Start de motor nooit door een acculader
aan te sluiten.
Gebruik nooit een startbooster van 24
V
o f h o g e r.
Controleer eerst of de nominale
spanning van de hulpaccu 12
V
bedraagt en of de capaciteit van de
hulpaccu minimaal gelijk is aan die van
de ontladen accu.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers
(autoradio, ruitenwissers, verlichting
enz.) van beide auto's uit.
Zorg ervoor dat de startkabels zich
niet in de buurt van bewegende delen
van de motor (ventilateur, riem enz.)
bevinden.
Koppel de pluspool (+) van de accu niet
los ter wijl de motor draait. F
W
acht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels in omgekeerde
volgorde los.
F
B
reng, indien uw auto hiermee is uitgerust,
het kunststof kapje aan op de pluspool (+).
F
L
aat de motor minimaal 30 minuten
draaien, rijdend of stilstaand, om het
laadniveau van de accu op een correct peil
te krijgen.
Als de accu van uw auto ontladen is, kan
de motor worden gestart met een hulpaccu
(externe accu of een accu van een andere
auto) en startkabels of een startbooster.
F
B
eweeg, indien uw auto hiermee is
uitgerust, het kunststof kapje van de
pluspool (+) omhoog.
F
S
luit de rode kabel aan op de pluspool (+)
van de ontladen accu A (bij het gebogen
metalen gedeelte) en vervolgens op de
pluspool (+) van de hulpaccu B of de
startbooster. F
S
luit de groene of zwarte kabel aan op
de minpool (-) van de hulpaccu B of de
startbooster (of op het massapunt van de
auto met de hulpaccu).
F
S
luit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C van
de auto met de lege accu.
Storingen verhelpen