ESP PEUGEOT 206 2003 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2003, Model line: 206, Model: PEUGEOT 206 2003Pages: 168, PDF Size: 2.12 MB
Page 66 of 168

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL65
Navigatiehulp Druk tijdens het navigeren op de toets 
"VAL"om in het
menu  "Navigatiehulp" te komen.
Dit menu biedt de volgende mogelijkheden: 
Ð Criterium van huidige navigatie-opdracht wijzigen.
Ð Weergave of wijzigen van een opgegeven bestemming.
Ð Regelen van de geluidssterkte van de gesproken berichten.
Ð Huidige navigatie-opdracht stoppen.  
Page 74 of 168

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL73
5. Luchtverdeling
Druk deze toets herhaalde malen in om de lucht-stroom te verdelen naar:
Ð De voorruit (ontwasemen of ont- dooien).
Ð De voorruit en de beenruimte. 
Ð De beenruimte.
Ð De linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters en de beenruimte.
Ð De linker, rechter en middelste ventilatieroosters.
7. Toevoer van buitenlucht
Bij het indrukken van deze toets wordt de lucht in het interieurgerecirculeerd. Deze stand, aan-
gegeven op het display, dient om
de toevoer van buitenlucht bij stank en stof-overlast af te sluiten. Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt nodig is. Druk de toets nog-maals in om de automatische  toevoer
van buitenlucht te hervatten. Opmerking: Om te voorkomen dat de
ruiten beslaan bij koud of vochtig weer, raden we u aan dan niet de instelling"luchtrecirculatie" te kiezen.
4. Airconditioning
Bij het indrukken van dezetoets wordt de airconditio-ning uitgeschakeld. De aan-duiding ECOverschijnt op
het display. Druk de toets nogmaals inom de automatische werking van deairconditioning te hervatten. De aan-duiding  A/Cverschijnt op het display. 8. Uit
Bij het indrukken van detoets OFFwordt het
systeem volledig uitge-schakeld.
De temperatuur zal dan niet meeroptimaal zijn. Het systeem wordt weer opnieuw met de laatste instellingen inge-schakeld door op de toets  OFF,
AUTO of zicht te drukken.
9. Achterruitverwarming en  verwarming buitenspiegels
Druk op deze toets om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen.De verwarming wordt auto-
matisch uitgeschakeld. Het is mogelijkom de achterruitverwarming eerder uitte schakelen door de toets nogmaalsin te drukken. Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan omhet systeem in perfecte staat tehouden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem
in dat geval door uw PEUGEOT-servicepunt controleren.
Handmatig verstellen Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van hetsysteem handmatig aanpassen. Deoverige functies worden automatischgeregeld. Bij het indrukken van detoets 
AUTO zal het systeem weer
volledig automatisch functioneren.
6. Luchtopbrengst
De luchtopbrengst kanvergroot of ver-kleindworden door respec-tievelijk de toetsen +of
Ð in te drukken.
Opmerkingen Condensvorming in de airconditio- ning kan ertoe leiden dat er zicheen klein plasje water onder deauto vormt, dit is een normaal ver-schijnsel. Om het beslaan van de ruiten te voorkomen is het raadzaam destand  ECObij koud of vochtig weer
niet te gebruiken. 
Page 88 of 168

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL
86
VEILIGHEIDSGORDELS Hoogteverstelling van de veiligheidsgordel: 
Ð Verlagen: trek de knop naar u toeen schuif het bevestigingspunt omlaag.
Ð Verhogen: schuif het bevesti- gingspunt omhoog. De veiligheidsgordel omdoen 
Trek de riem om u heen en steek de gesp in de gordelsluiting. 
Veiligheidsgordels v——r met pyrotechnische gordelspannersen gordelkrachtbegrenzers Dankzij de toepassing van veilig- heidsgordels met gordelspannersen gordelkrachtbegrenzers is de vei-ligheid van de voorste inzittenden bijfrontale aanrijdingen nog verder ver-beterd. De gordelspanners dienenom, afhankelijk van de kracht van deaanrijding, de veiligheidsgordelsstevig tegen de lichamen van deinzittenden te trekken. De veiligheidsgordels met gordel- spanners werken alleen als het con-tact is aangezet. De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht waarmee de gordel tegenhet lichaam van de inzittendegetrokken wordt. 
Veiligheidsgordels achter De zitplaatsen achter zijn voorzien van drie veiligheidsgordels met oprol-
automaat (3-/5-deurs en 206 SW) oftwee veiligheidsgordels met oprolau-tomaat (206 RC).
De gordel heeft het meeste effect als dezestrak om het lichaamgedragen wordt.
De gordelspanners kunnen,afhankelijk van de aard en dekracht van de aanrijding, v——r enonafhankelijk van de airbagsafgaan. Het verklikkerlampje van de air- bag in het instrumentenpaneelgaat bij het afgaan van de gor-delspanners branden. 
Laat het systeem na een aan- 
rijding controleren door een
PEUGEOT-servicepunt.  
Page 105 of 168

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL99
ZIJRUITEN ACHTER (3-DEURS) Kantel de hendel naar voren en duw de ruit open.
ELEKTRISCH BEDIENDE PORTIERRUITEN 
1. Schakelaar ruitbediening  bestuurderszijde
U heeft 2 mogelijkheden: Ð Handbediening:Duw of trek de schakelaar  1tot
het zware punt. De ruit stopt zodra de toets wordt losgelaten.
Ð Automatische bediening: Duw of trek de schakelaar  1tot
voorbij het zware punt. De ruit opent of sluit volledig.
Het automatisch sluiten werkt alleenbij de ruit van het bestuurdersportier
en bij draaiende motor. 2. Schakelaar ruitbediening 
passagierszijde
3. Schakelaar ruitbediening links achter.
4. Schakelaar ruitbediening rechts achter.
Blokkeerschakelaar elektrischbediende ruiten achter(beveiliging voor kinderen) Met behulp van deze schakelaar kan de bediening van de elektrischbediende ruiten achter geblokkeerdworden. Druk 1 keer op de schakelaar (het lampje van de knop gaat branden)om de blokkering te activeren. Druknogmaals op de schakelaar (hetlampje gaat uit) om de blokkering tedeactiveren.
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs voor eenkorte periode, altijd desleutel uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen vande ruit iets tussen de ruit en desponning bekneld raakt, moet deruit weer worden geopend. Drukdaarvoor op de desbetreffende
schakelaar. 
Wanneer de bestuurder de ruit aan passagierszijde bedient, moet dezeervan verzekerd zijn dat niets hetcorrecte sluiten van de ruitverhindert. De bestuurder moet ervan verze- kerd zijn dat de passagiers op dejuiste manier gebruik maken vande elektrische ruitbediening. Zorg ervoor dat ook kinderen zich tijdens het bedienen van de ruitenniet kunnen bezeren.   
Page 116 of 168

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL111
Schakelprogramma's U kunt kiezen uit drie schakelpro- gramma's: 
Ð Automatisch (normaal gebruik).
Ð Sport.
Ð Sneeuw.
Door op de toets Aof Bte drukken
selecteert u respectievelijk het program- 
ma Sport of Sneeuw. Het geselecteerdeprogramma wordt op het instrumenten-paneel weergegeven. Druk nogmaalsop de schakelaar om weer op het nor-male programma over te schakelen.
Automatisch (normaal gebruik)Het inschakelen van de versnellingen geschiedt automatisch afhankelijk vandiverse parameters, zoals: 
Ð de rijstijl.
Ð het profiel van de weg.
Ð de belading van de auto. De versnellingsbak kiest voortdurend uit de diverse in het geheugen opgeslagenprogramma's welke het meest geschiktis voor de rijomstandigheden. Programma Sport
Het programma Sport geeft automatisch voorrang aan een dynamische rijstijl.
Programma Sneeuw Het programma Sneeuw biedt in stand  Deen soepele rijstijl, aange-
past aan gladde wegen, om de aan-drijving en de stabiliteit te verbeteren.Er wordt vanuit de  2e
versnelling
weggereden en er wordt iets eerderteruggeschakeld. Bijzonderheden 
Ð Bij langdurig remmen schakelt de versnellingsbak automatisch terug om sterker op de motor af te rem-men.
Ð Om de veiligheid te verbeteren schakelt de versnellingsbak nietnaar een hogere versnelling als u
het gaspedaal plotseling loslaat (b.v.als u schrikt voor een obstakel).
Ð Om de luchtverontreiniging te ver- minderen is er een speciaal pro-gramma voor deze versnellingsbak,waardoor de motor na een koudestart zo snel mogelijk de ideale tem-peratuur bereikt.
Kickdown
Om kortstondig de maximale accelera-tie te verkrijgen zonder de stand vande selectiehendel te wijzigen dient hetgaspedaal volledig te worden inge-
trapt. De versnellingsbak schakeltautomatisch terug of handhaaft deingeschakelde versnelling totdat demotor het maximum toerental bereikt.
Elke storing in het systeem 
wordt aangegeven door hetafwisselend knipperen vande verklikkerlampjes Sport
en Sneeuw op het instrumentenpaneel.In dit geval werkt de versnellingsbak meteen noodprogramma. U kunt dan eenhevige schok waarnemen bij het selec-teren vanuit stand  Pnaar  Rof vanuit
stand  Nnaar  R(zonder gevaar voor de
versnellingsbak). Rijd niet harder dan 100 km/h.Raadpleeg zo snel mogelijk een  
PEUGEOT-servicepunt. Als de motor stationair draait met een ingeschakelde versnelling, kruipt deauto zonder dat gas wordt gegeven. Geef geen gas bij het selecteren van een versnelling als de auto stilstaat. Houd de voet op het rempedaal bij het selecteren van een versnelling bij stil-staande auto. Geef geen gas als er geremd wordt bij een ingeschakelde versnelling. 
Trek de handrem aan en selecteer stand  P, indien er werkzaamheden
moeten worden uitgevoerd bij draaien-
de motor. Gebruik geen kickdown op een glad wegdek. Zet de selectiehendel nooit in stand  N
als de auto rijdt.Zet de selectiehendel nooit in stand  Pof
R als de auto niet volledig stilstaat.
Laat geen kinderen alleen in de auto achter als de motor draait. 
Page 118 of 168

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL113
ANTISPIN REGELING  (ASR) EN ELEKTRONISCH
STABILITEITS PROGRAMMA(ESP) Deze systemen staan in verbinding 
met het ABS en zijn hier een aanvul-ling op. 
Het ASR-systeem past de aandrijf- kracht aan om het doorspinnen van dewielen te voorkomen via de remmenvan de aangedreven wielen en de
motor. De ASR zorgt ook voor meerkoersstabiliteit bij het accelereren. Het ESP-systeem grijpt automatisch via het remsysteem en de motor inals de koers van de auto afwijkt vande door de bestuurder gewensterichting.Uitschakelen van het ASR/ESP-systeem  In bijzondere omstandigheden (als 
de auto vastzit in de modder,
sneeuw, in mulle grond, ...) kan het
nuttig zijn het ASR- en ESP-systeemuit te schakelen, zodat de wielenkunnen spinnen en weer grip kunnenkrijgen. 
Druk op de schakelaar  "ESP
OFF" , die zich links onder het
stuurwiel bevindt.
Het verklikkerlampje van de schakelaar en het pictogram
gaan branden: het ASR/ESP-systeem is uitgescha-keld.
Het systeem wordt opnieuw:  automatisch ingeschakeld als het contact wordt afgezet.
 handmatig ingeschakeld doornogmaals op de schakelaar tedrukken.
Werking van het ASR- en ESP-systeem
Als het ASR- of ESP- systeem is ingeschakeld,
knippert het desbetreffendepictogram. Controle van werking
Bij een storing in de syste-men zal het verklikkerlamp-je van de schakelaar gaanknipperen en het pictogramverschijnen.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt om het systeem te laten contro-leren.
Het ESP-systeem zorgtvoor meer veiligheid tij-dens het rijden. Debestuurder mag zich ech-ter nooit laten verleiden
tot het nemen van meer risico's ofhet te hard rijden. De goede werking van het systeem wordt verzekerd door denaleving van de voorschriften vande constructeur op het gebied vanwielen (banden en velgen), onder-delen van het remsysteem,elektronische onderdelen alsmedede montageprocedure en het uit-voeren van werkzaamheden door
een PEUGEOT-servicepunt. Laat het systeem na een aanrijding 
controleren door een PEUGEOT-servicepunt. 
Page 140 of 168

26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE129
WIEL VERWISSELEN Gereedschap Ð De krik en het wielblok bevinden zich in de hoes  2die met twee rie-
men aan aan de linkerzijde vande bagageruimte is bevestigd.
Ð De wielsleutel en het gereed- schap om sierdoppen te verwijde-ren zijn op het rechter zijpaneelvan de bagageruimte bevestigd.
Procedure wiel verwisselen De wielen van uw 206 RC zijn voor- zien van slotbouten. Het verwisselen van een wiel gaat volgens dezelfde procedure als bijde 3-/5-deurs. 
Zie de desbetreffende hoofdstukken.
LEKKE BAND (206 RC*) Deze uitvoering heeft geen reserve- wiel, in plaats daarvan zijn in hetge•soleerde opbergvak 
1, dat met
een riem aan de linkerzijde van debagageruimte is bevestigd, 2 spuit-bussen aangebracht voor het tijde-lijk repareren van de band. Gebruik van spuitbus bandenreparatie (Lees ook de instructies op de spuitbus).  Verwijder de oorzaak van de lekke band voor zover mogelijk.
 Draai het wiel tot het ventiel op"tien v——r" of "tien over" staat.
Schud de spuitbus goed voor 
gebruik. Verwarm de spuitbusenkele minuten met uw handenals het erg koud is.
 Houd met de ene hand het ven-tiel vast.
 Druk met de andere hand despuitbus recht en stevig op hetventiel.
 Houd de spuitbus 1 minuut ste-vig op het ventiel gedrukt en rijddan zonder uitstel  rustignaar de
dichtstbijzijnde garage.
* 
In de loop van het jaar, volgens landvan bestemming.
De spuitbussen dienen slechts voor tijdelijkereparatie (maximum snel-heid 80 km/h).
Na gebruik van de spuitbussenmoet de band vervangen worden.De spuitbussen staan onder druk,stel ze daarom niet bloot aan tem-peraturen boven 50 ¡C. Bewaar de spuitbussen in het ge•- soleerde opbergvak.   
Page 148 of 168

26-05-2003
ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringkasten bevinden zich onder het dashboard en onder demotorkap. Zekeringkast dashboard Draai de schroef een kwart omwen- teling met een muntstuk los en verwijder de afdekplaat om bij dezekeringen te komen. De reservezekeringen en de tang A
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel van de zekeringkastonder het dashboard.
PRAKTISCHE INFORMATIE
136
Verwijderen en plaatsen van een zekering 
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de storing opgespoord en verholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aange-geven op de zekeringkast. Gebruik de tang A.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zekering) altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte.
Goed
Klem A Defect       
Page 149 of 168

*De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elektrische  installatie. Laat werkzaamheden aan hoofdzekeringen alleen door uw 
PEUGEOT-servicepunt uitvoeren.
26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
138
Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uwauto is reeds rekeninggehouden met de mon-
tage van zowel de standaarduit-rusting als eventuele opties. 
Raadpleeg uw PEUGEOT-service- punt voordat u andere elektrischevoorzieningen of accessoires in deauto monteert of laat monteren. Sommige elektrische accessoi- res zelf, of de wijze waarop diezijn gemonteerd, kunnen de wer-king van de elektrische systemenvan de auto (de elektronischebedieningssystemen, het audio-systeem en het laadcircuit) nade-lig be•nvloeden. PEUGEOT is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uithet verhelpen van storingen ver-oorzaakt door het monteren vanextra accessoires die niet doorPEUGEOT aanbevolen en gele-verd worden. Dit geldt ook voorvoorzieningen die niet volgensde voorschriften van PEUGEOTzijn gemonteerd en met namevoor apparatuur met een stroom-verbruik van meer dan 10 mA.
Zekering  Functies
1* 20 A Motorventilateur 
2* 60 A ABS/ESP
3* 30 A ABS/ESP
4* 70 A Voeding intelligente servicecentrale
5* 70 A Voeding intelligente servicecentrale
6* Ð Vrij
7* 30 A Voeding  stuur-/contactslot
8* Ð Vrij
Zekeringkast motorruimte Maak het deksel los om de zekeringkast (naast de accu) in de motorruimte te openen. Sluit na de werkzaamheden het deksel zorgvuldig.
of   
Page 150 of 168

26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE139
Zekering 
Functies
1 10 A Elektronische eenheid voorgloeien (diesel) - sensor water in brandstof - schakelaar achteruitrijlicht - snelheidssensor - luchthoeveelheidsmeter (diesel)
2 15 A Elektroklep absorptievat - brandstofpomp 
3 10 A Elektronische eenheid motor ABS/ESP - remlichtschakelaar ESP
4 10 A Elektronische eenheid automatische transmissie - elektronische eenheid motor
5 Ð Vrij
6 15 A Mistlampen  v——r
7 20 A Koplampsproeierpomp
8 20 A Relais motorventilateur - elektronische eenheid motor - inspuitpomp diesel -  brandstofdrukregelaar diesel - elektroklep motormanagement
9 15 A Dimlicht links
10 15 A Dimlicht rechts 11 10 A Grootlicht links
12 15 A Grootlicht rechts
13 15 A Claxon
14 10 A Ruitensproeierpomp voor en achter
15 30 A Voorverwarming smoorklephuis - inspuitpomp diesel - lambdasonde - elektronische eenheid motor - luchthoeveelheidsmeter - bobine -  elektroklep motormanagement - voorverwarming
brandstof (diesel) - verstuivers - elektroklep  nokkenasverstelling (206 RC) - elektroklep 
variabele luchttoevoer motor (206 RC)
16 30 A Relais luchtpomp
17 30 A Hoge en lage snelheid ruitenwissers
18 40 A Aanjager