26-05-2003
ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringkasten bevinden zich onder het dashboard en onder demotorkap. Zekeringkast dashboard Draai de schroef een kwart omwen- teling met een muntstuk los en verwijder de afdekplaat om bij dezekeringen te komen. De reservezekeringen en de tang A
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel van de zekeringkastonder het dashboard.
PRAKTISCHE INFORMATIE
136
Verwijderen en plaatsen van een zekering 
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de storing opgespoord en verholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aange-geven op de zekeringkast. Gebruik de tang A.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zekering) altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte.
Goed
Klem A Defect       
26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE137
Zekering 
Functies
1 15 A Stoelverwarming - sirene alarm 
4 20 A
Multifunctioneel display - elektronische eenheid navigatiesysteem - bagageruimteverlichting - autoradio
5 15 A Diagnosesysteem automatische transmissie
6 10 A Koelvloeistofniveaumeter - automatische transmissie - autoradio -  stuurwielsensor (ESP)
7 15 A Dubbele bediening lesauto - naderhand ingebouwd alarmsysteem
9 30 A Elektrisch bediende ruiten achter
10 40 A Achterruit- en buitenspiegelverwarming
11 15 A Ruitenwisser  achter
12 30 A Elektrisch bediende ruiten v——r - schuif-/kanteldak
14 10 A Servicecentrale motor - airbags - stuurkolomschakelaars - regensensor
15 15 A Instrumentenpaneel - multifunctioneel display - elektronische eenheid navigatiesysteem - airconditioning - autoradio
16 30 A Bediening centrale portiervergrendeling
20 10 A Remlicht  rechts
21 15 A Remlicht links - derde remlicht
22 20 A Plafonnier v——r en plafonnier achter (206 SW) - kaartleeslampje - verlichting dashboardkastje - aansteker - 12 V-aansluiting achter (206 SW)
S1 Shunt Shunt PARC 
26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE145
ONDERHOUD VAN DE  CARROSSERIE Om de lak en de kunststof delen van de carrosserie in optimale conditiete houden adviseren wij u om deauto regelmatig, 
Ð met de hand te wassen of,
Ð gebruik te maken van een was- straat, maar let op: herhaaldelijk gebruik van slecht onderhoudenwasstraten kan haarkrasjes ver-oorzaken wat de lak, vooral zicht-baar bij donkere tinten, een mataspect geeft,
Ð met een hogedrukspuit te was- sen: volg de voorschriften die opde installaties zijn aangebracht(druk en spuitafstand). Richt de hogedrukspuit niet op 
beschadigde plekken (bijv. inkleur gespoten bumpers of kop-lampen): was deze delen met dehand. 
Vermijd ook het binnendringen van water in de sloten.
Raadpleeg uw PEUGEOT-service-punt om te weten welke middelen de
beste, de meest doeltreffende, deminst gevaarlijke en de milieuvrien-delijkste zijn.
ÐVerwijder vogeluitwerp- selen, hars, teer- en olie- vlekken zo snel morgelijk(deze bevatten agressie-ve
stoffen die de lak sterk aan-tasten).
Ð Reinig de koplampen nooit met een droge doek of een schuur-middel en gebruik geen luchtigestoffen of oplosmiddelen; dekoplampglazen zijn vervaardigdvan polycarbonaat en voorzienvan een vernislaag.
Ð Gebruik geen benzine, petro-leum of ontvetter voor het reini-gen van de lak of van kunststofdelen van de carrosserie.
Ð Laat kleine lakbeschadigingen(steenslag, pitjes enz.) zo snelmogelijk bijwerken om corrosie-vorming te voorkomen.