ESP Peugeot 206 CC 2001.5 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2001.5, Model line: 206 CC, Model: Peugeot 206 CC 2001.5Pages: 123, PDF Size: 1.78 MB
Page 52 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
53
Instellingen systeem Druk tijdens het navigeren op de toets "VAL"om in het menu
"Guidance tools" te komen.
Dit menu biedt de volgende mogelijkheden:
Ð criterium van huidige navigatie-opdracht wijzigen,
Ð weergave of wijzigen van een opgegeven bestemming,
Ð regelen van de geluidssterkte van de gesproken berichten,
Ð huidige navigatie-opdracht stoppen.
Page 60 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
61
5. LuchtverdelingDruk deze toets herhaaldelijk in om de luchtstroom te ver-delen naar:
Ð de voorruit,
Ð de voorruit en de beenruimte,
Ð de beenruimte,
Ð de linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters en de beenruimte,
Ð de linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters.
7. Toevoer van buitenlucht Bij het indrukken van deze toets wordt de lucht in hetinterieur gerecirculeerd.Deze stand, aangegeven op
de display, dient om de toevoer vanbuitenlucht bij stank en stofoverlast afte sluiten. Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt nodig is. Druk de toets nog-maals in om de automatische toevoervan buitenlucht te hervatten.
4. Airconditioning
Bij het indrukken van dezetoets wordt de airconditioninguitgeschakeld. De aandui-ding "ECO" verschijnt op de
display. Druk de toets nogmaals in omde automatische werking van de air-conditioning te hervatten. De aandui-
ding "A/C" verschijnt op de display. 8. Uit
Bij het indrukken van detoets "OFF" wordt het sys-teem volledig uitgeschakeld.
9. Achterruitverwarming Druk op deze toets om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels* in te schakelen. De
verwarming wordt, afhankelijk van de
buitenluchttemperatuur, na verloopvan tijd automatisch uitgeschakeld.Druk de toets nogmaals in om de ach-terruitverwarming eerder uit te scha-kelen. Opmerking: deze functie is uitge-
schakeld wanneer het dak in de baga- geruimte is opgeborgen.
Handmatige bediening Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van het sys-teem handmatig aanpassen. De overi-ge functies worden automatisch gere-geld. Bij het indrukken van de toets
"AUTO" zal het systeem weer volledigautomatisch functioneren.
6. LuchtopbrengstDe luchtopbrengst kanvergroot of verkleindworden door respectie-
velijk de toets + of Ð in te drukken.
* Volgens uitvoering.
Opmerking Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een kleinplasje water onder de auto vormt, dit iseen normaal verschijnsel.
Page 66 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
67
Veiligheidsgordels De veiligheidsgordels omdoen
Trek de riem om u heen en steek de gesp in de gordelsluiting.Veiligheidsgordels v——r met pyrotechnische gordelspanners en gordelkrachtbegrenzers Dankzij de toepassing van veiligheids- gordels met gordelspanners en gor-delkrachtbegrenzers is de veiligheidvan de voorste inzittenden bij frontaleaanrijdingen nog verder verbeterd. Degordelspanners dienen om, afhanke-lijk van de kracht van de aanrijding, deveiligheidsgordels stevig tegen delichamen van de inzittenden te trek-ken. De veiligheidsgordels met gordelspan- ners werken alleen als het contact isaangezet. De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht waarmee de gordel tegen hetlichaam van de inzittende getrokkenwordt.
Veiligheidsgordels achter De zitplaatsen achter zijn voorzien van twee driepuntsgordels met oprolauto-maat.
De gordel heeft het mees- te effect als deze strak omhet lichaam gedragenwordt.
De gordelspanners kunnen,afhankelijk van de aard en dekracht van de aanrijding, v——r enonafhankelijk van de airbagsafgaan. Het verklikkerlampje van de airbag in het instrumentenpaneel gaat bijhet afgaan van de gordelspannersbranden. Laat het systeem na een aanrij- ding controleren door een
PEUGEOT-servicepunt. Het systeem is ontworpen om 10 jaar volledig operationeel tezijn. Laat het daarna vervangen.
Page 86 of 123

UW 206 CC IN DETAIL
86
Schakelprogramma's U kunt kiezen uit drie schakelprogram- ma's:
Ð Automatisch (normaal gebruik).
Ð Sport.
Ð Sneeuw.Door een druk op de toets Aof B
selecteert u respectievelijk het pro-
gramma Sport of Sneeuw. Het gese-lecteerde programma wordt op hetinstrumentenpaneel weergegeven.Druk nogmaals op de schakelaar omweer op het normale programma overte schakelen. Automatisch (normaal gebruik)Het inschakelen van de versnellingen geschiedt automatisch afhankelijk vandiverse parameters, zoals:
Ð de rijstijl,
Ð het profiel van de weg,
Ð de belading van de auto.De versnellingsbak kiest voortdurend uit de diverse in het geheugen opge-slagen programma's welke het meestgeschikt is voor de rijomstandigheden. Programma Sport Het programma Sport geeft automa- tisch voorrang aan een dynamischerijstijl. Programma Sneeuw Het programma Sneeuw biedt in stand D
een soepele rijstijl, aangepast aan
gladde wegen, om de aandrijving en destabiliteit te verbeteren. Er wordt vanuitde 2eversnelling weggereden en er
wordt iets eerder teruggeschakeld. Bijzonderheden
Ð Bij langdurig remmen schakelt de ver- snellingsbak automatisch terug om ster- ker op de motor af te remmen.
Ð Om de veiligheid te verbeteren schakelt de versnellingsbak nietnaar een hogere versnelling als uhet gaspedaal plotseling los laat
(b.v. als u schrikt voor een obstakel).
Ð Om de luchtverontreiniging te ver- minderen is er een speciaal pro-gramma voor deze versnellingsbak,waardoor de motor na een koudestart zo snel mogelijk de ideale tem-peratuur bereikt.
Kickdown Om kortstondig de maximale acceleratie te verkrijgen zonder de stand van de selec-tiehendel te wijzigen dient het gaspedaalvolledig te worden ingetrapt. De versnel-lingsbak schakelt automatisch terug ofhandhaaft de ingeschakelde versnellingtotdat de motor het maximum toerentalbereikt.Elke storing in het systeem wordt op het instrumentenpa-neel aangegeven door hetafwisselend knipperen van
de verklikkerlampjes Sport en Sneeuwop het instrumentenpaneel. In ditgeval werkt de versnellingsbak meteen noodprogramma. U kunt dan eenhevige schok waarnemen bij hetselecteren vanuit stand Pnaar Rof
vanuit stand Nnaar R(zonder gevaar
voor de versnellingsbak). Rijd niet harder dan 100 km/h.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt. Als de motor stationair draait met een ingeschakelde versnelling, kruipt deauto zonder dat gas wordt gegeven. Geef geen gas bij het selecteren van een versnelling als de auto stilstaat. Houd de voet op het rempedaal bij het selecteren van een versnelling bij stil-staande auto. Geef geen gas als er geremd wordt bij een ingeschakelde versnelling.
Trek de handrem aan en selecteer stand P , indien er werkzaamheden moeten wor-
den uitgevoerd bij draaiende motor. Gebruik geen kickdown op een glad wegdek. Zet de selectiehendel nooit in stand N
als de auto rijdt.Zet de selectiehendel nooit in stand P
of Rals de auto niet volledig stilstaat.
Laat geen kinderen alleen in de auto achter als de motor draait.
Page 106 of 123

PRAKTISCHE INFORMATIE
103
Zekeringen vervangen De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard en onder demotorkap. Zekeringenkast dashboard Draai de schroef een kwart omwente- ling met een muntstuk los en verwijderde afdekplaat om bij de zekeringen tekomen.Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de storing opgespoord enverholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aangegeven op de zekeringenkast.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zekering) altijd dooreen zekering met dezelfde stroomsterkte.
Goed
Defect
* Volgens uitvoering.Zekering Amp Functies*
1 15A Stoelverwarming - sirene alarm
4 20A
Multifunctioneel display - elektronische eenheidnavigatiesysteem - ver-lichting bagageruimte -autoradio - regensensor
5 15A Diagnosesysteem automatische trans-missie
6 10A Koelvloeistofniveau- meter - automa-tische transmissie -autoradio
Page 107 of 123

PRAKTISCHE INFORMATIE
103
Zekeringen vervangen De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard en onder demotorkap. Zekeringenkast dashboard Draai de schroef een kwart omwente- ling met een muntstuk los en verwijderde afdekplaat om bij de zekeringen tekomen.Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat een zekering wordt vervangen, moet eerst de oorzaak van de storing opgespoord enverholpen worden. De nummers van de zekeringen zijn aangegeven op de zekeringenkast.
Vervang een defecte zekering (stroomsterkte vermeld op zekering) altijd dooreen zekering met dezelfde stroomsterkte.
Goed
Defect
* Volgens uitvoering.Zekering Amp Functies*
1 15A Stoelverwarming - sirene alarm
4 20A
Multifunctioneel display - elektronische eenheidnavigatiesysteem - ver-lichting bagageruimte -autoradio - regensensor
5 15A Diagnosesysteem automatische trans-missie
6 10A Koelvloeistofniveau- meter - automa-tische transmissie -autoradio
Page 114 of 123

PRAKTISCHE INFORMATIE
110
Trekken van een aanhanger Gebruik uitsluitend een door PEUGEOT goedgekeurde trekhaak. Laat een trekhaak alleen door een
PEUGEOT-servicepunt monteren. Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het vervoer van personen en bagage,maar is tevens geschikt voor het trek-
ken van een aanhanger. Het rijden met een aanhanger heeft veel invloed op het rijgedrag van deauto en vergt daarom extra aandacht
van de bestuurder. Door een geringere luchtdichtheid nemen de prestaties van de motor afals men op grotere hoogte boven de
zeespiegel komt. Trek boven de 1000 m10% van het maximum aanhanger-gewicht af en herhaal dit voor elke vol-gende 1000 m. Adviezen Gewichtsverdeling: verdeel het gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig enhoud u aan de toegestane kogeldruk.Koeling: het trekken van een aanhanger op een helling veroorzaakt een hogere
koelvloeistoftemperatuur. De koelventilator wordt elektrisch bediend en is niet afhankelijk van hetmotortoerental. Gebruik daarom een zo hoog mogelij- ke versnelling om het toerental tebeperken en pas uw snelheid aan. Het maximum aanhangergewicht is afhankelijk van het hellingspercentageen de temperatuur van de buitenlucht. Let in elk geval goed op de aanwijzing
van de koelvloeistoftemperatuurmeter. Als het verklikkerlampje van de koel- vloeistoftemperatuur gaat branden,stop dan zo snel mogelijk en zet demotor af. Banden: controleer de bandenspanning van de auto en de aanhanger en breng dezeindien nodig op de juiste waarde.
Remmen: het trekken van een aanhanger ver- groot de remweg.
Verlichting: controleer de verlichting van de aan-
hanger. Zijwind: houd er rekening mee dat de zijwind- gevoeligheid van de auto groter is.
Page 115 of 123

PRAKTISCHE INFORMATIE
111
Onderhoud van de carrosserie Om de lak en de kunststof delen van de carrosserie in optimale conditie te hou-den adviseren wij u om de auto regelma-tig
Ð met de hand te wassen of,
Ð gebruik te maken van een was-straat, maar let op: herhaaldelijk gebruik van slecht onderhoudenwasstraten kan haarkrasjes veroor-zaken wat de lak, vooral zichtbaarbij donkere tinten, een mat aspectgeeft,
Ð met een hogedrukspuit te wassen: volg de voorschriften die op de in-stallaties zijn aangebracht (druk enspuitafstand). Richt de hogedrukspuit niet op be-
schadigde plekken (bijv. in kleurgespoten bumpers of koplampen):was deze delen met de hand.
Vermijd ook het binnendringen vanwater in de sloten.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepuntom te weten welke middelen de beste,
de meest doeltreffende, de minst gevaar-lijke en de milieuvriendelijkste zijn.-Verwijder vogeluitwerpselen,
hars, teer- en olievlekken zosnel mogelijk (deze bevattenagressieve stoffen die de laksterk aantasten).
-Reinig de koplampen nooit met eendroge doek of een schuurmiddel engebruik geen luchtige stoffen of oplos-middelen; de koplampglazen zijn ver-vaardigd van polycarbonaat en voorzienvan een vernislaag.
- Gebruik geen benzine, petroleum of ontvetter voor het reinigen van de lak ofvan kunststof delen van de carrosserie.
- Laat kleine lakbeschadigingen (steen- slag, pitjes enz.) zo snel mogelijk bij-werken om corrosievorming te voorko-men.