Peugeot 206 CC 2003.5 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2003.5, Model line: 206 CC, Model: Peugeot 206 CC 2003.5Pages: 132, PDF Size: 1.74 MB
Page 51 of 132

UW 206 CC IN DETAIL
54
08-12-2003
Een adres opslaan Bij het invoeren van een nieuw adres kunt u dit opslaan met behulp van de functie "Opslaan".
Voer de omschrijving van het adres in. Als de omschrijvingal bestaat voor een ander adres, dan kunt u het oudeadres overschrijven. Kies het privŽ- of zakelijke geheugen en druk op de toets
"VAL" . Het adres is nu opgeslagen in het door u gekozen
geheugen. (Er kunnen maximaal 100 adressen wordenopgeslagen.) Een opgeslagen bestemming kiezen Kies het geheugen waarin het adres is opgeslagen met behulp van de pijltjestoetsen en druk op de toets
"VAL".
De opgeslagen adressen worden weergegeven. Een cursor aan de linkerzijde van het scherm geeft aan waar u zich in de lijst bevindt. Kies met behulp van de pijltjestoet-sen een omschrijving uit de lijst en druk op de toets "VAL".
Het volledige adres wordt weergegeven. Kies de functie"Bevestigen" en druk op de toets "VAL". Kies een naviga-
tiecriterium. Het navigeren begint, volg de aanwijzingen.
Page 52 of 132

UW 206 CC IN DETAIL
55
Instellingen display
Vanuit het hoofdmenu kan het menu "Beeldschermcon-
figuratie" worden gekozen met de volgende instellingen:
Ð regelen van de lichtsterkte van de tekst en de achtergrond op het scherm.
Ð instellen van de datum en de tijd.
Ð keuze van de taal voor de weergave op het display en de gesproken informatie (Duits, Spaans, Frans, Engels, Italiaans, Nederlands).
Ð instellen van formaten en eenheden. Er kan gekozen worden tussen de weergave in km/h of mph en in graden Celsius of Fahrenheit en tussen 12- of 24-uursweergave van de tijd. Opties
Vanuit het menu navigatie/begeleiding kan het menu "Navigatie-opties"
worden gekozen dat de volgende
mogelijkheden biedt:
Ð beheer van de geheugens. Met deze functie kan de omschrijving van een opgeslagen adres gewijzigd worden en kan een adres gewist worden. Kies daarvoorhet geheugen en dan de omschrijving van het desbe-
treffende adres.
Ð het regelen van de geluidssterkte van de gesproken berichten.
Ð het wissen van alle gegevens in beide geheugens.
Ð het stopzetten of het hervatten van de navigatie. Afhan- kelijk van de uitgangssituatie verschijnt de melding "Navigatie hervatten" of "Navigatie stopzetten" .
08-12-2003
Page 53 of 132

UW 206 CC IN DETAIL
56
08-12-2003
Navigatiehulp Druk tijdens het navigeren op de toets "VAL"om in het
menu "Navigatiehulp" te komen.
Dit menu biedt de volgende mogelijkheden:
Ð criterium van huidige navigatie-opdracht wijzigen.
Ð weergave of wijzigen van een opgegeven bestemming.
Ð regelen van de geluidssterkte van de gesproken berichten.
Ð huidige navigatie-opdracht stoppen.
Page 54 of 132

UW 206 CC IN DETAIL
58
08-12-2003
Page 55 of 132

UW 206 CC IN DETAIL59
08-12-2003
VENTILATIE 1.
Uitstroomopeningen voorruitontwaseming.
2. Uitstroomopeningen zijruitontwaseming.
3. Zijventilatieroosters.
4. Middelste ventilatieroosters.
5. Uitstroomopening voor beenruimte voor.
6. Uitstroomopening voor beenruimte achter.
Gebruiksadviezen
Ð Zet de luchttoevoer ver genoeg open voor een optimale verversing van de lucht in het interieur.
Ð Gebruik de stand "OFF"alleen indien nodig (kans op beslaan van de ruiten).
Ð Stel de luchtverdeling naar wens en afhankelijk van de weersomstandigheden in.
Ð Wijzig de temperatuurinstelling geleidelijk om een optimaal comfort te bereiken.
Ð Schuif de knop van de luchttoevoerregeling naar links in de stand "Toevoer van buitenlucht".
Ð Let er voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur op dat het luchtinlaatrooster in de motorkap, de uit- stroomopeningen in de auto en de luchtkanalen onder de voorstoelen vrij blijven. Zorg ervoor dat het interieurfilter in een goede staat verkeert.
Page 56 of 132

08-12-2003
UW 206 CC IN DETAIL
60
VERWARMING/VENTILATIE
2. Regeling luchtverdelingLuchtstroom naar voorruit en zijruiten (ontwasemen-ontdooien).
Luchtstroom naar de voor- ruit, de zijruiten en de been-ruimte van de inzittenden.
1. Temperatuurregelinge Naar behoefte in te stellen: van blauw (temperatuur buitenlucht) totrood (warm).
Luchtstroom naar de been- ruimte van de inzittenden.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen koud klimaat.
Luchtstroom naar de mid-delste en de linker enrechter ventilatieroosters.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen warm klimaat.
3. Luchtopbrengstregeling Draai de knop van stand 1
naar 4om de gewenste
luchtopbrengst te bereiken.
Page 57 of 132

08-12-2003
UW 206 CC IN DETAIL61
4. Regeling luchttoevoer Toevoer van buitenlucht.
Dit is de normale stand.
Recirculatie van de lucht in
het interieur.
Deze stand dient om de toevoer vanbuitenlucht bij stank en stofoverlastaf te sluiten en om het verwarmenvan het interieur te versnellen. In hetlaatste geval kunnen door conden-satie echter de ruiten beslaan.
5. Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels
Het indrukken van de schake- laar als de motor draait zorgtvoor het inschakelen van deachterruitverwarming en de ver-warming van de buitenspiegels.
Deze gaat na ongeveer 12 minutenautomatisch uit. Druk nogmaals op de schakelaar om de achterruitverwarming opnieuwgedurende 12 minuten in te schakelen. Druk de toets nogmaals in om de achterruitverwarming eerder uit teschakelen
.
Opmerking: Deze functie werkt niet
wanneer het dak in de bagageruimteis opgeborgen. Snel ontwasemen/ontdooien Ga voor het snel ontwasemen of ont- dooien van de voorruit en de zijruitenals volgt te werk:
Ð plaats de knop van de luchttoe-
voerregeling naar links in de
stand "Toevoer van buitenlucht".
Ð stel de temperatuur en de lucht- opbrengst in op maximaal.
Ð sluit de middelste ventilatieroosters.
Zet de knop, zodra de omstandighe- den dit toelaten, weer in de standtoevoer buitenlucht om het beslaanvan de ruiten te voorkomen.
Page 58 of 132

UW 206 CC IN DETAIL
62
08-12-2003
AIRCONDITIONING
1. Bediening airconditioning De airconditioning zorgt tijdens alle seizoenen voor een snelle ontwase-ming van beslagen ruiten's Zomersstelt het systeem u in staat de tem-peratuur in het interieur te verlagen. Druk de schakelaar in omde airconditioning in teschakelen. Het verklikker-lampje gaat branden. 3. Regeling luchtverdeling
Luchtstroom naar de voorruiten de zijruiten (ontwasemen- ontdooien).
Luchtstroom naar de voor-ruit, zijruiten en de been-ruimte van de inzittenden. Luchtstroom naar de been- ruimte van de inzittenden.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen koud klimaat. Luchtstroom naar de mid-delste en de linker en rech-ter ventilatieroosters.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen warm klimaat.
De airconditioning werkt niet alsde knop voor de regeling van deluchtopbrengst op "OFF" staat. Opmerking Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een kleinplasje water onder de auto vormt, dit iseen normaal verschijnsel.2. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen: van blauw (koud als de airco is inge-schakeld) tot rood (warm).
Page 59 of 132

UW 206 CC IN DETAIL63
08-12-2003
Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om hetsysteem in perfecte staat te houden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem
in dat geval door uw PEUGEOT-servicepunt controleren.
5. Regeling luchttoevoer
Toevoer van buitenlucht.
Dit is de normale stand.
Luchtrecirculatie.
Deze stand dient om de toevoer van buitenlucht bij stank en stofoverlastaf te sluiten. Als deze stand gebruikt wordt terwijl de airco is ingeschakeld, wordt de
capaciteit van de airco en deverwarming vergroot .
Als deze stand wordt gebruiktzonder de airconditioning, bestaathet risico dat de ruiten beslaan. Zet de knop, zodra de omstandigheden dit toelaten, weerin de stand toevoer buitenlucht. 6. Achterruitverwarming en
verwarming buitenspiegels
Druk de schakelaar bijdraaiende motor in om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen.
Deze gaat na ongeveer 12 minutenautomatisch uit. Druk nogmaals op de schakelaar om de achterruitverwarmingopnieuw gedurende 12 minuten in teschakelen. Druk de toets nogmaalsin om de achterruitverwarming eer-der uit te schakelen. Opmerking: Deze functie werkt niet
wanneer het dak in de bagageruimte is opgeborgen. Snel ontwasemen-ontdooien Ga voor het snel ontwasemen of ontdooien van de voorruit en de zij-ruiten als volgt te werk:
Ð schakel de airconditioning in.
Ð stel de temperatuur en de lucht- opbrengst in op maximaal.
Ð sluit de middelste ventilatieroosters.
Ð plaats de knop van de luchttoe- voerregeling naar links in de
stand "Toevoer van buitenlucht".
4. Luchtopbrengstregeling
Draai de knop in 1van de 4
standen om de gewensteluchtopbrengst te bereiken.
Page 60 of 132

UW 206 CC IN DETAIL
64
08-12-2003
2 . Automatisch programma "comfort"
Druk op de toets AUTO. Het
systeem regelt de luchtge- steldheid in het interieur auto-matisch aan de hand van de
door u ingestelde waarde. Hiervoor
regelt het systeem de temperatuur, deluchtopbrengst, de luchtverdeling naarde luchtroosters en schakelt het indiennodig de airconditioning in.
De instellingen worden voor uw comfort tussen twee startmomentenopgeslagen, mits de temperatuur inhet interieur nauwelijks is veran-derd. Is dit wel het geval, dan treedthet automatische programma weerin werking.
3. Automatisch programma "zicht"
In sommige gevallen kan het programma "comfort"niet toereikend blijken omde ruiten condens- en ijsvrij
te houden (vocht, veel inzittenden,vorst...). Kies dan dit programma omde ruiten snel te ontwasemen. Druk op de toets AUTOom dit pro-
gramma af te sluiten en weer terug te keren naar het automatisch pro-gramma "comfort". Handmatige bediening Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van hetsysteem handmatig aanpassen. Deoverige functies worden automa-tisch geregeld. Bij het indrukken vande toets AUTOzal het systeem
weer volledig automatisch functio-neren.
Automatische werking
1. Temperatuurregeling
De op het display weergege-ven waarde heeft betrekking op een bepaald comfortni-veau en niet op een tempe-
ratuur in graden Celsius ofFahrenheit.
Druk op de pijltjestoetsen 1(omhoog en
omlaag) om deze waarde te wijzigen. Instelling op ongeveer 21 biedt een optimaal comfort.
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING Opmerking: De werking van het systeem kan minder zijn wanneer het dak open is.