ESP Peugeot 206 CC 2003.5 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2003.5, Model line: 206 CC, Model: Peugeot 206 CC 2003.5Pages: 132, PDF Size: 1.74 MB
Page 2 of 132

3UW 206 CC IN EEN OOGOPSLAG
08-12-2003
1Airbag bestuurder Claxon
2 Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers
3 Uitschakeling airbag aanpassagierszijde*
4 Schakelaar stoelverwarming
5 Schakelaar elektronischstabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
6 Dimmerdashboardverlichting
7 Schakelaar ruitenwissers/-sproeiers/boordcomputer
8
Stuurkolomschakelaarsautoradio
9 Schakelaaralarmknipperlichten
10 Multifunctioneel display 11
Voorruitontwaseming
12 Zijruitontwaseming
13 Verstelbaar zijventilatieroos- ter
14 Airbag passagierszijde
15 Middelste verstelbareventilatieroosters
16 Dashboardkastje
17 Autoradio RD3
18 Bediening verwarming/ventilatie/airconditioning Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels
19 Asbak v——r
20 Versnellingshendel
21 Aansteker
22 Schakelaars elektrischbedienbare buitenspiegels 23
Schakelaar dakbediening
24 Schakelaars elektrisch bedienbare ruiten
25 Handrem
26 Hendelmotorkapontgrendeling
27 Stuur-/contactslot
28 Zekeringkast
29 Opbergvak
30 Hoogteverstelling stuurwiel
31 Koplampverstelling
* Volgens land van bestemming.
Page 19 of 132

08-12-2003
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
22
VERSCHILLENDE TYPEN ONDERHOUDSCONTROLES Elke auto heeft zijn eigen onderhoudsinterval, dat door de constructeur is vastgesteld op basis van de technische eigenschappen.
Deze bestaat uit 2 verschillende onderhoudscontroles A en C, tussentijdse controles en enkele aanvullende werkzaamheden; deze zijn speciaal op uw auto, de kilometerstand en de leeftijd van uw auto afgestemd. Uw dealer geeft bij de garantiecontrole en daarna bij elke onderhoudscontrole het type en de werkzaamheden van de volgende onderhoudscontrole aan.
Tussentijdse controle tussentwee onderhoudscontroles.
Voor deze onderhoudscontroles dient
minimaal semi-synthetische 10W40
olie te worden gebruikt.
Het gebruik van brandstofbesparende 5W30 olie of synthetische 5W40 olie
is ook toegestaan. Bijzondere gebruiksomstandigheden (zie het desbetreffende hoofdstuk).
* Wat het eerst bereikt is. ONDERHOUDSINTERVAL VAN UW 206 CC
Onderhoudscontrole elke 30.000 km of elke 2 jaar
120 000 150 000 180 000 210 000 240 000KILOMETERSTAND 30 000 60 000 90 000
Garantiecontrole bij 10.000 km of na 6 maanden*.
Deze is noodzakelijk om aanspraak op de garantie te kunnen maken.
Page 21 of 132

24
08-12-2003
BENZINEBENZINE
(1) Minimale kwaliteitseis: Benzinemotoren: ACEA A3 en API SH/SJ
ACEA = Association des Constructeurs EuropŽens Automobiles - API =American Petroleum Institute
Bij gebruik van motorolie die niet voldoet aan de norm ACEA A3-B3 is het noodzakelijk het onderhoudsschema "Bijzondere gebruiksomstandigheden" te volgen met de korte intervallen.
* Deze brandstofbesparende olie mag alleen worden gebruikt in motoren die hiervoor geschikt zijn.
COMMERCIèLE BENAMINGEN VAN DE AANBEVOLEN SMEERMIDDELEN VOOR MOTOREN IN EUROPA (1)
Page 23 of 132

1.Verklikkerlampje veiligheidsgordels*
2. Verklikkerlampje airbag passagier uitgeschakeld*
3. Verklikkerlampje airbags voor enzij-airbags
4. Verklikkerlampje mistlampen v——r
5. Verklikkerlampje antiblokkeersysteem (ABS)
6. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Richtingaanwijzer links
8. Kilometerteller, onderhoudsintervalindicator enmotorolieniveaumeter 9.
Richtingaanwijzer rechts
10. Verklikkerlampje zelfdiagnose motor
11 . Verklikkerlampje grootlicht
12. Verklikkerlampje handrem, te laagremvloeistofniveau en storingelektronische remdrukregelaar
13. Verklikkerlampje dimlicht
14. Verklikkerlampje laden van deaccu
15. Verklikkerlampje motoroliedruken -temperatuur
16. Temperatuurmeter motorolie
17. Schakelaar dagteller/kilometer-teller 18.
Verklikkerlampje verplicht
stoppen (STOP)
19. Snelheidsmeter
20. Koelvloeistoftemperatuurmeter
21. Toerenteller
22. Knop dimmer dashboardverlichting
23. Brandstofmeter
24. Verklikkerlampje brandstofreserve
25. Verklikkerlampje elektronischstabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
* Volgens land van bestemming.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
26
08-12-2003
INSTRUMENTENPANEEL: HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK
Page 24 of 132

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 27
1. Verklikkerlampje veiligheidsgordels bestuurder*
2. Verklikkerlampje uitschakelingairbag passagier*
3. Verklikkerlampje voorste airbagsen zij-airbags
4. Verklikkerlampje mistlampenv——r
5. Verklikkerlampje antiblokkeersysteem (ABS)
6. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Richtingaanwijzer links
8. Kilometerteller, onderhoudsintervalindicator enmotorolieniveaumeter 9.
Richtingaanwijzer rechts
10. Verklikkerlampje zelfdiagnose motor
11 . Verklikkerlampje grootlicht
12. Verklikkerlampje handrem, te laag remvloeistofniveau enstoring elektronische remdrukregelaar
13. Verklikkerlampje dimlicht
14. Verklikkerlampje laden van deaccu
15. Verklikkerlampje motoroliedruken -temperatuur
16. Schakelprogramma's
17. Schakelstandindicatie 18.
Schakelaar dagteller/kilometerteller
19. Verklikkerlampje verplicht
stoppen (STOP)
20. Snelheidsmeter
21. Koelvloeistoftemperatuurmeter
22. Toerenteller
23. Knop dimmer dashboardverlichting.
24. Brandstofmeter
25. Verklikkerlampje brandstofreserve
26. Verklikkerlampje elektronischstabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
* Volgens land van bestemming.
INSTRUMENTENPANEEL: AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
08-12-2003
Page 26 of 132

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 29
Verklikkerlampje airbags v——r en zij-airbags
Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact branden en gaat naenkele seconden uit. Als dit lampje bij draaiende motor gaat branden in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display, wijst ditop een defect in het airbagsysteem.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje veiligheidsgordel*
Dit lampje gaat branden als de bestuur-
der, bij het aanzetten van het contact, zijnveiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt. Bij een snelheid hoger dan 20 km/h knippert het lampje gedurende ongeveer2 minuten in combinatie met een steedsluider wordend geluidssignaal. Hetverklikkerlampje blijft branden zolang debestuurder zijn veiligheidsgordel nietheeft vastgemaakt. Verklikkerlampje brandstofreserve Op het moment dat dit
lampje gaat branden, kunt u nog ongeveer 50 km rijden (tankinhoud
ongeveer 47 liter).
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Ð Wijzer in zone (A): de tempera-
tuur is in orde.
Ð Wijzer in zone (B): de tempera-
tuur is te hoog. Het verklikker- lampje verplicht stoppen (STOP)
gaat knipperen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
* Volgens land van bestemming.
Verklikkerlampje elektronisch stabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet enkeleseconden branden. Het verklikkerlampje gaat branden als het systeem bij draaiende motoren tijdens het rijden in werkingtreedt. Als het systeem wordt uitgeschakeld, gaat het lampje blijvend branden incombinatie met een melding op het
multifunctionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt als het lampje bij draaiende motoren tijdens het rijden blijft branden.
Verklikkerlampje uitschakelen airbagaan passagierszijde*
Als dit lampje gaat branden in com- binatie met een melding op het mul-
tifunctionele display, wijst dit eropdat de airbag aan passagierszijde isuitgeschakeld. Het verklikkerlampje blijft branden zolang de airbag aan passagierszijdeis uitgeschakeld. Raadpleeg in alle gevallen dat het
lampje knippert een PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje laden van de accu
Wijst op hetzij:
Ð een storing in het laadcircuit.
Ð loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor.
Ð een gebroken of te slappe dyna- moriem.
Ð een defecte dynamo.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
08-12-2003
Page 27 of 132

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 29
Verklikkerlampje airbags v——r en zij-airbags
Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact branden en gaat naenkele seconden uit. Als dit lampje bij draaiende motor gaat branden in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display, wijst ditop een defect in het airbagsysteem.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje veiligheidsgordel*
Dit lampje gaat branden als de bestuur-
der, bij het aanzetten van het contact, zijnveiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt. Bij een snelheid hoger dan 20 km/h knippert het lampje gedurende ongeveer2 minuten in combinatie met een steedsluider wordend geluidssignaal. Hetverklikkerlampje blijft branden zolang debestuurder zijn veiligheidsgordel nietheeft vastgemaakt. Verklikkerlampje brandstofreserve Op het moment dat dit
lampje gaat branden, kunt u nog ongeveer 50 km rijden (tankinhoud
ongeveer 47 liter).
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Ð Wijzer in zone (A): de tempera-
tuur is in orde.
Ð Wijzer in zone (B): de tempera-
tuur is te hoog. Het verklikker- lampje verplicht stoppen (STOP)
gaat knipperen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
* Volgens land van bestemming.
Verklikkerlampje elektronisch stabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet enkeleseconden branden. Het verklikkerlampje gaat branden als het systeem bij draaiende motoren tijdens het rijden in werkingtreedt. Als het systeem wordt uitgeschakeld, gaat het lampje blijvend branden incombinatie met een melding op het
multifunctionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt als het lampje bij draaiende motoren tijdens het rijden blijft branden.
Verklikkerlampje uitschakelen airbagaan passagierszijde*
Als dit lampje gaat branden in com- binatie met een melding op het mul-
tifunctionele display, wijst dit eropdat de airbag aan passagierszijde isuitgeschakeld. Het verklikkerlampje blijft branden zolang de airbag aan passagierszijdeis uitgeschakeld. Raadpleeg in alle gevallen dat het
lampje knippert een PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje laden van de accu
Wijst op hetzij:
Ð een storing in het laadcircuit.
Ð loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor.
Ð een gebroken of te slappe dyna- moriem.
Ð een defecte dynamo.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
08-12-2003
Page 35 of 132

UW 206 CC IN DETAIL
38
08-12-2003
ALGEMENE FUNCTIES
Aan/uit
Druk, als het contact AAN is of in de stand ACCESSOIRES staat, op de knop Aom de radio aan of uit te
schakelen. De radio kan gedurende 30 minuten werken zonder dat het contact aanstaat.
Diefstalbeveiliging De radio is zodanig gecodeerd dat deze alleen in uw auto functioneert. Het heeft geen enkele zin de radio in een andere auto te monteren. De diefstalbeveiliging is volledig automatisch en behoeft daarom niet te worden ingeschakeld of ingesteld.
REGELING VAN HET VOLUME Druk herhaaldelijk op de toets Com het volume te verhogen en op de toets Bom het te verlagen.
Druk lang op de toets Cof Bom het volume sneller te verhogen resp. te verlagen.
AUDIO-INSTELLINGEN Druk herhaaldelijk op de toets Gom achtereenvolgens de bassen (BASS), de hoge tonen (TREB), de loudness-
functie (LOUD) , de fader (FAD), de balans (BAL)en de automatische aanpassing van het volume te kiezen.
Deze functie wordt automatisch weer uitgeschakeld als er geen instellingen gewijzigd worden of door de toets G
na het bereiken van de functie voor de automatische aanpassing van het volume nogmaals in te drukken. Opmerking: De instellingen voor de bassen, de hoge tonen en de loudness zijn gekoppeld aan de op dat
moment ingeschakelde geluidsbron. Zo kan de toonhoogte voor de radio, CD of CD-wisselaar verschillend worden ingesteld.
Page 37 of 132

UW 206 CC IN DETAIL
40
08-12-2003
RADIOFUNCTIE Opmerkingen over de radio-ontvangst De ontvangst van uw autoradio wijkt af van de ontvangst van uw radio thuis. De ontvangst van langegolf, middengolf en FM- zenders (frequentiemodulatie) kan door diverse oorzaken worden gestoord. Dit ligt niet aan de kwaliteit van het apparaat,maar aan de opbouw van de radiosignalen en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen optreden als er onder hoogspanningskabels, in tunnels of onder viaducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand van de zender, de reflectie van het signaal door grote obstakels (bergen, gebouwen, enz.) en het zenderbereik oorzaak zijn van een mindere ontvangst. Selecteren van de radiofunctie
Druk op de toets O.
Selecteren van het golfbereik Druk kort op de toets O, om de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen.
Automatisch afstemmen Druk kort op ŽŽn van de toetsen Jof Lom respectievelijk de volgende of vorige zender te selec-
teren. Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. De radio stopt bij de eerste zender die na het loslaten van de toets wordt gevonden.
Als de functie TAis ingeschakeld, wordt alleen afgestemd op zenders die verkeersinformatie uitzenden.
Eerst worden de sterkste zenders afgezocht in de stand "LO". Daarna wordt in de stand "DX"ook naar zwakkere zenders
gezocht.Druk twee keer kort op de toets Jof Lom direct in de stand "DX" op de zwakkere zenders af te kunnen stemmen.
Page 38 of 132

UW 206 CC IN DETAIL41
08-12-2003
Handmatig afstemmen Druk op de toets
"MAN".
Druk kort op de toets J of Lom respectievelijk de volgende of volgende zender te selecteren.
Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. Het zoeken stopt zodra de toets wordt losgelaten.Als de toets "MAN"opnieuw wordt ingedrukt, wordt teruggekeerd naar het automatisch afstemmen op een zender.
Handmatig opslaan van zenders Kies het gewenste station. Houd ŽŽn van de voorkeuzetoetsen "1"t/m "6" langer dan twee seconden ingedrukt.
Het geluid valt weg en keert weer terug: de desbetreffende zender is nu opgeslagen. Automatisch opslaan van FM-zenders (autostore)
Houd de toets Omeer dan twee seconden ingedrukt.
De autoradio slaat automatisch de 6 best te ontvangen FM-zenders op. Deze zenders worden op de Fmast-band opgeslagen.
Als er minder dan zes zenders worden gevonden, blijven de resterende geheugens ongewijzigd.Oproepen van opgeslagen zenders
Telkens als een van de toetsen "1"t/m "6" wordt ingedrukt, wordt de desbetreffende zender weergegeven.