air condition PEUGEOT 3008 2009.5. Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2009.5., Model line: 3008, Model: PEUGEOT 3008 2009.5.Pages: 288, PDF Size: 20.26 MB
Page 17 of 288

39
Weergave op het display
Dit display kan de volgende informatie
weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur * (de tempera-tuur knippert bij kans op gladheid),
- controle van te openen carrosserie- delen (portieren, achterklep, ...),
- informatie van de boordcomputer (zie het einde van dit hoofdstuk).
Het display kan tijdelijk waarschuwings-
meldingen (bijv.: "Storing emissierege-
ling") of informatie (bijv.: "Achterklep
open") weergeven. Sommige meldin-
gen kunnen worden gewist door op de
toets "ESC" te drukken.
(ZONDER AUTORADIO) Toetsen Algemeen menu
Het display kan met behulp van drie
toetsen worden bediend:
- "ESC" om de uitgevoerde hande-
ling af te breken,
- "MENU" om een overzicht van de
menu's of hulpmenu's weer te ge-
ven,
- "OK" om het gewenste menu of
hulpmenu te selecteren.
Druk op de toets "MENU" om een
overzicht van de diverse menu's in
het algemene menu weer te ge-
ven:
- c o n fi g u r a t i e v a n d e a u t o ,
- opties,
- instellingen display,
- talen,
- eenheden.
Druk op de toets "OK" om het ge-
wenste menu te selecteren.
* Uitsluitend bij auto's met airconditioning.
Page 21 of 288

43
MONOCHROOM DISPLAY C Algemeen menu
Weergave op het display
Dit display kan de volgende informatie
weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur * (de tempera-tuur knippert bij kans op gladheid),
- controle van te openen carrosserie- delen (portieren, achterklep, ...),
- audiofuncties (radio, CD, ...),
- informatie van de boordcomputer (zie het einde van dit hoofdstuk).
Het display kan tijdelijk waarschuwings-
meldingen (bijv.: "Storing emissierege-
ling") of informatie (bijv.: "Automatische
verlichting actief") weergeven. Som-
mige meldingen kunnen worden gewist
door op de toets "ESC" te drukken.
Toetsen
Druk op het bedieningspaneel van de
autoradio:
op de toets "MENU" voor toegang
tot het algemene menu ,
op de toets " " of " " om door de
items op het display te scrollen,
op de toets "MODE" om de perma-
nent weergegeven toepassing te
wijzigen (boordcomputer, audio, ...),
op de toets " " of " " om de waar-
de van een instelling te wijzigen,
op de toets "OK" om te bevestigen,
of
op de toets "ESC" om de uitgevoer-
de handeling af te breken.
Druk op de toets "MENU" om het
algemene menu weer te geven:
- audiofuncties,
- diagnose auto,
- persoonlijke instellingen - c o n fi g u r a t i e ,
- telefoon (handsfree set).
Druk op de toets « » of « » om
het gewenste menu te selecteren en
bevestig door op de toets "OK" te
drukken.
* Uitsluitend bij auto's met airconditioning. Als de autoradio is ingeschakeld en dit
menu is geselecteerd, kunnen de func-
ties van de radio (RDS, REG, Radio-
Text), de CD-speler of de CD-wisselaar
(introscan, willekeurig afspelen, herha-
len van CD) worden geactiveerd of ge-
deactiveerd.
Raadpleeg voor meer infor-
matie over de audiofuncties
het hoofdstuk "Audio en tele-
matica".
Page 34 of 288

55
VENTILATIE
De ventilatie zorgt voor een optimaal
comfort in het interieur.
Bedieningspaneel
De lucht kan afhankelijk van de instel-
lingen van de bestuurder via verschil-
lende circuits worden toegevoerd.
Stel de temperatuurregeling in: de lucht
van de verschillende circuits wordt ge-
mengd om het gewenste comfortniveau
te bereiken.
Stel de luchtverdeling in: de lucht wordt
via de gewenste uitstroomopeningen
verdeeld.
Stel de luchtopbrengst in: de aanjagers-
nelheid wordt verhoogd of verlaagd. De bedieningsschakelaars bevinden
zich op het paneel
A van de midden-
console. Volgens uitvoering zijn de vol-
gende functies aanwezig:
- temperatuurregeling,
- luchtopbrengstregeling,
- regeling luchtverdeling,
- ontdooien en ontwasemen,
- handbediende of automatische air- conditioning.
Luchttoevoer
D e l u c h t i n h e t i n t e r i e u r w o r d t g e fi l t e r d
en wordt van buitenaf toegevoerd via
het luchtrooster onder de voorruit, of in
het interieur gerecirculeerd.
Luchtverdeling
1. Uitstroomopeningen voor het ontdooi-
en of ontwasemen van de voorruit.
2. Uitstroomopeningen voor het ontdooi-
en of ontwasemen van de zijruiten.
3. Afsluitbare en verstelbare zijventila-
tieroosters.
4. Afsluitbare en verstelbare middelste
ventilatieroosters.
5. Uitstroomopeningen beenruimte voor-
passagiers.
6. Afsluitbare en verstelbare ventilatie-
roosters voor de achterpassagiers.
7. Uitstroomopeningen beenruimte ach-
terpassagiers.
Page 35 of 288

56
Het airconditioningssysteem
is chloorvrij en is niet schade-
lijk voor de ozonlaag. GEBRUIKSADVIEZEN VOOR DE VERWARMING, VENTILATIE EN AIRCONDITIONING
Neem voor een optimale werking van de verwarming, ventilatie en airconditio-
ning de volgende gebruiksadviezen in acht:
Als de binnentemperatuur zeer hoog blijft nadat de auto lang in de zon heeft
gestaan, kunt u het passagierscompartiment kort ventileren.
Zet de knop van de luchtopbrengst zodanig dat de interieu rlucht goed ver-
verst wordt.
Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur
de uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkan alen, ven-
tilatieroosters en overige uitstroomopeningen en de ventilati eopening in de
bagageruimte vrij blijven.
Kies onder normale omstandigheden altijd voor de toevoer van buitenlucht;
bij langdurig gebruik van de luchtrecirculatie in het interie ur kunnen de voor-
ruit en de zijruiten beslaan.
Let erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt a fgedekt. Deze
sensor dient voor de regeling van de automatische airconditioni ng.
Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om het
systeem in perfecte staat te houden.
C o n t r o l e e r r e g e l m a t i g d e s t a a t v a n h e t i n t e r i e u r fi l t e r e n l a a t d e fi l t e r e l e m e n -
ten periodiek vervangen (zie het hoofdstuk "Controles").
W i j r a d e n u e e n g e c o m b i n e e r d i n t e r i e u r fi l t e r a a n . D a n k z i j h e t s p e c i a l e t o e -
g e v o e g d e a c t i e v e fi l t e r d r a a g t h e t b i j t o t e e n g e z u i v e r d e l u c h t v o o r d e i n -
zittenden en een schoon interieur (vermindering van allergische re acties,
stank en vetaanslag).
Laat de airconditioning regelmatig controleren om het systee m in perfecte
staat te houden.
Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en ra adpleeg het
PEUGEOT-netwerk.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhange r op een steile
helling bij een hoge buitentemperatuur) kan de airconditio ning tijdelijk worden
uitgeschakeld voor een optimale trekkracht van de motor.
Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een klein
plasje water onder de auto vormt. Dit is een normaal verschijnsel .