Peugeot 3008 Hybrid 4 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 3008 Hybrid 4, Model: Peugeot 3008 Hybrid 4 2017Pages: 566, PDF Size: 61.63 MB
Page 51 of 566

49
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Airconditioning.Hiermee kunnen onder andere de temperatuur
en de aanjagersnelheid worden ingesteld.
Online navigatie of Mirror Screen*.
Zie de aanvulling "Audio en
telematica".
Menu's
Functie i-Cockpit Amplify.
Hiermee kunt u de ambiance in de
auto aan uw smaak aanpassen.
Radio Media.
Zie de aanvulling "Audio en
telematica".Rijden.
Hiermee kunnen bepaalde functies worden
geactiveerd, gedeactiveerd en geconfigureerd.
Telefoon.
Zie de aanvulling "Audio en
telematica".
Toepassingen.
Hiermee hebt u rechtstreeks
toegang tot bepaalde elementen
van de functie i-Cockpit Amplify
(par fumeur...). Instellen van het geluidsvolume/
onderbreken van het geluid.
Zie de aanvulling "Audio en
telematica".
* Volgens uitvoering.
Bovenste balk
Bepaalde gegevens worden permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
-
B
asisinformatie van de airconditioning
en rechtstreekse toegang tot het
desbetreffende menu.
-
B
asisinformatie van de menu's Radio
Media en Telefoon , en navigatie-
aanwijzingen*.
-
t
o
egang tot de Instellingen van
het touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de functie i- Cockpit
Amplify
.
Raadpleeg de desbetreffende rubrieken voor meer
informatie over de semi-automatische airconditioning
met centrale regeling en de automatische
airconditioning met gescheiden regeling .
De via dit menu beschikbare functies zijn
verdeeld onder twee tabbladen: "Parameters"
en " Rijhulpsystemen ".
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de parfumeur .
Zie voor de overige functies de aanvulling
"Audio en telematica".
1
Instrumentenpaneel
Page 52 of 566

50
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Menu Rijden
Tabblad "Parameters"
GroepFuncties
" Verlichting " -
"
Bochtverlichting": inschakelen / uitschakelen van de statische bochtverlichting.
-
"
Dagrijverlichting met leds" (volgens land van verkoop).
"Toegang tot de auto" -
"
Indrukken afstandsbediening bestuurder": inschakelen / uitschakelen van het selectief ontgrendelen van het
bestuurdersportier.
-
"
Alleen ontgrendeling achterklep": inschakelen / uitschakelen van het selectief ontgrendelen van de achterklep.
-
"el
ektrisch bedienbare achterklep": inschakelen / uitschakelen van het elektrisch openen en sluiten van de achterklep.
-
"
Handsfree toegang": inschakelen / uitschakelen van de handsfree-functie van de achterklep.
" Comfort " -
"
Ruitenwisser achter bij inschakelen achteruit": inschakelen / uitschakelen van de koppeling van de ruitenwisser
achter aan het inschakelen van de achteruitversnelling.
-
"
Follow me home-verlichting": inschakelen / uitschakelen van de automatische follow me home-verlichting.
-
"
Instapverlichting": inschakelen / uitschakelen van de instapverlichting.
-
"
Sfeerverlichting": inschakelen / uitschakelen van de sfeerverlichting en instellen van de lichtsterkte.
-
"
Automatische afstelling buitenspiegels bij inschakelen achteruitversnelling": inschakelen / uitschakelen van de
automatische afstelling van de buitenspiegels bij het inschakelen van de achteruitversnelling.
"Veiligheid" -
"
Waarschuwing kans op aanrijding en automatisch remmen": inschakelen / uitschakelen van de waarschuwing bij
kans op een aanrijding en van het automatische noodremsysteem.
-
"
Weergave adviessnelheid": inschakelen / uitschakelen van de snelheidslimietherkenning.
-
"
Detectie verslapping aandacht": inschakelen / uitschakelen van de detectie van het verslappen van de aandacht
van de bestuurder.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over een van deze functies.
Instrumentenpaneel
Page 53 of 566

51
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Tabblad "Rijhulpsystemen"
FunctieAanwijzingen
" Snelheidsinstellingen "
op
slaan van de snelheden voor de snelheidsbegrenzer of de snelheidsregelaar.
" Resetten bandenspanningscontrolesysteem "Resetten van het bandenspanningscontrolesysteem.
"Lane Departure Warning System" Inschakelen / uitschakelen van de functie.
"Actief Lane Depar ture Warning System" Inschakelen / uitschakelen van de functie.
" Parkeerhulp " Inschakelen / uitschakelen van de functie.
"Park Assist" Inschakelen / uitschakelen van de functie.
"Grootlichtassistent" Inschakelen / uitschakelen van de functie.
"Stop & Star t" Inschakelen / uitschakelen van de functie.
" Dodehoekbewaking " Inschakelen / uitschakelen van de functie.
" Panoramacamera " Inschakelen van de functie Visiopark 2.
"Antispinregeling" Inschakelen / uitschakelen van de functie.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over een van deze functies.
1
Instrumentenpaneel
Page 54 of 566

52
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Instellingen
De via de bovenste balk toegankelijke functies zijn in onderstaande tabel weergegeven.
To e t s Aanwijzingen
ui
tschakelen van het scherm (zwart scherm).
Druk op het zwarte scherm of op een van de menutoetsen om terug te gaan naar de oorspronkelijke weergave.
Instellen van de lichtsterkte van de sfeerverlichting van het dashboard.
Selecteren en configureren van de drie gebruikersprofielen.
Instellingen van het touchscreen en het digitale instrumentenpaneel.
Inschakelen en instellen van de Wi-Fi.
Instrumentenpaneel
Page 55 of 566

53
3008-2_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
To e t sDesbetreffende functie Aanwijzingen
Schermconfiguratie Configureren van de scherminstellingen (weergavewijze van teksten, animaties, ...) en de
lichtsterkte.
Pers. instr.paneel Keuze van het type weer te geven informatie op het digitale instrumentenpaneel.
Systeemconfiguratie Keuze van de eenheden:
-
t
emperatuur (°Celsius of °Fahrenheit)
-
a
fstand en verbruik (l/100 km, mpg of km/l).
Ta a l Keuze van de op het touchscreen en het digitale instrumentenpaneel weergegeven taal.
Tijd /Datum Instellen van de tijd, de datum en het format.
Keuze voor de synchronisering met het
g
P
S.
Settings
In de onderstaande tabel zijn de configuratiemogelijkheden van het touchscreen en het digitale instrumentenpaneel weergegeven.
1
Instrumentenpaneel
Page 56 of 566

54
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Afstandsbediening
Afhankelijk van de uitvoering heeft de
afstandsbediening de volgende functies:
-
ontgrendelen/vergrendelen/
supervergrendelen van de auto,
-
o
ntgrendelen en openen van de achterklep,
-
i
nschakelen van de verlichting,
-
in
klappen/uitklappen van de
buitenspiegels,
-
in
schakelen/uitschakelen van het
alarmsysteem,
-
o
penen van de ruiten,
-
s
luiten van de ruiten en het schuif-/
kanteldak,
-
l
okaliseren van de auto,
-
s
tartbeveiliging van de auto.
geb
ruik onder normale omstandigheden bij
voorkeur de afstandsbediening.
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering kan met de in de
afstandsbediening geïntegreerde sleutel het
volgende worden gedaan:
-
ontgrendelen/vergrendelen/
supervergrendelen van de auto,
-
in
schakelen/uitschakelen van het kinderslot,
-
in
schakelen/uitschakelen van de airbag
aan passagierszijde,
-
vergrendelen van de portieren (noodprocedure),- aanzetten van het contact en starten/ afzetten van de motor.
Uitklappen/uitwerpen van de sleutel
Uitvoering met Keyless entr y and star t
F tr ek aan deze knop ter wijl u de sleutel uit
de houder haalt.
Houd deze knop aangetrokken voordat u de
sleutel weer terugplaatst. Uitvoering zonder Keyless entr y and star t
F
D
ruk op deze knop; de sleutel wordt
uitgeklapt.
Druk om de sleutel in te klappen eerst op deze
knop; zo voorkomt u beschadiging van het
mechanisme.
De auto kan met behulp van noodprocedures
worden vergrendeld/ontgrendeld als
bijvoorbeeld de afstandsbediening of de
centrale vergrendeling defect is, of als de accu
leeg is.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de noodprocedures .
toegang tot de auto
Page 57 of 566

55
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
F Druk op deze knop.
Volledige ontgrendeling
Ontgrendelen van de auto
Selectieve ontgrendeling van het
bestuurdersportier
Deze configuratie kan worden geselecteerd via
het configuratiemenu op het scherm van de auto.F
D
ruk één keer op deze knop om
uitsluitend het bestuurdersportier
te ontgrendelen.
F
D
ruk nogmaals op deze knop om
ook de andere portieren en de
achterklep te ontgrendelen.
De eerste keer dat op de ontgrendelknop
wordt gedrukt, knipperen de richtingaanwijzers
enkele seconden om aan te geven dat:
-
d
e auto volledig of selectief is ontgrendeld
bij uitvoeringen zonder alarmsysteem,
-
h
et alarmsysteem is uitgeschakeld bij de
andere uitvoeringen.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels automatisch uitgeklapt. Openen van de ruiten
Vergrendelen van de auto
Enkelvoudige vergrendeling
F Druk op deze knop.
Als op de vergrendelknop wordt gedrukt,
knipperen de richtingaanwijzers enkele
seconden om aan te geven dat:
-
d
e auto is vergrendeld bij de uitvoeringen
zonder alarmsysteem,
-
h
et alarmsysteem is ingeschakeld bij de
andere uitvoeringen.
Afhankelijk van de uitvoeringen worden de
buitenspiegels automatisch ingeklapt.
Als een van de portieren of de
achterklep niet goed is gesloten,
wordt de auto niet vergrendeld. Als
uw auto echter is uitgerust met het
alarmsysteem, wordt dit na ongeveer
45 seconden volledig ingeschakeld.
Als de auto per ongeluk wordt
ontgrendeld en de portieren en de
achterklep gesloten blijven, wordt
de auto na ongeveer 30 seconden
automatisch weer vergrendeld. Als
het alarmsysteem ingeschakeld was,
wordt dit automatisch weer opnieuw
ingeschakeld.
Het automatisch inklappen en uitklappen van
de buitenspiegels bij het vergrendelen en
ontgrendelen met de afstandsbediening kan
worden uitgeschakeld door het P
e
ugeot
-
n
etwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Afhankelijk van de uitvoering kunnen
door de ontgrendelknop ingedrukt te
houden de ruiten worden geopend tot
de gewenste stand.
Het openen van de ruiten stopt zodra u de knop
loslaat.
2
toegang tot de auto
Page 58 of 566

56
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Supervergrendeling
F Druk op deze knop.
F D ruk binnen vijf seconden
nogmaals op deze knop om de
supervergrendeling van de auto
in te schakelen.
Als de supervergrendeling
is ingeschakeld, werken de
binnenportiergrepen niet.
oo
k de toets van de centrale
vergrendeling, op het dashboard, werkt
dan niet meer.
Schakel daarom nooit de
supervergrendeling in als er zich
iemand in de auto bevindt.
Lokaliseren van de auto
F Druk op deze knop.
ge
durende ongeveer tien seconden
gaan de plafonniers en de verlichting in
de buitenspiegels branden en gaan de
richtingaanwijzers knipperen. Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren, met name bij weinig licht. De auto
dient hiervoor wel vergrendeld te zijn.
Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem geeft het
gedurende enkele seconden branden van de
richtingaanwijzers tijdens het de tweede keer
indrukken van de vergrendelknop aan dat de
supervergrendeling is ingeschakeld. Sluiten van de ruiten en het schuifdak
Door de vergrendelknop ingedrukt te
houden kunt u de ruiten en, volgens
uitvoering, het schuifdak sluiten tot
de gewenste stand.
Zorg er bij het sluiten van de ruiten en
het schuifdak voor dat er geen obstakels
zijn die het correct sluiten kunnen
verhinderen.
Als u bij een uitvoering met alarmsysteem
de ruiten en/of het schuifdak bij het
verlaten van de auto op een kier wilt laten
staan, moet u eerst de interieurbeveiliging
van het alarmsysteem uitschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
alarmsysteem .
Hierbij wordt ook het zonnescherm gesloten.
toegang tot de auto
Page 59 of 566

57
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Als de selectieve ontgrendeling van
de achterklep is uitgeschakeld, wordt
bij het indrukken van de knop de auto
volledig vergrendeld.
Kort inschakelen van de verlichting
via de afstandsbediening
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van de uitvoering.
F Druk kort op deze toets van de afstandsbediening.
Door de toets nogmaals in te drukken ter wijl
de verlichting nog brandt, wordt de verlichting
onmiddellijk uitgeschakeld.
Ontgrendelen en openen
van de achterklep
Selectieve ontgrendeling van de achterklep
F Houd deze knop ingedrukt om de achterklep te ontgrendelen en
elektrisch te openen.
De portieren en de brandstofvulklep blijven
vergrendeld.
De parkeerlichten, het dimlicht, de
kentekenplaatverlichting en de instapverlichting
in de buitenspiegels gaan gedurende
30
seconden branden. De selectieve ontgrendeling van de
achterklep kan worden geconfigureerd via het
configuratiemenu op het scherm van de auto.
De selectieve ontgrendeling van de achterklep
is standaard ingeschakeld.
Als de elektrische werking van de achterklep
is uitgeschakeld, wordt de achterklep bij het
indrukken van de knop op een kier gezet.
om d
e auto te kunnen vergrendelen, moet u
de achterklep weer sluiten.
Bij het het indrukken van de ontgrendelknop van de
achterklep knipperen de richtingaanwijzers enkele
seconden om aan te geven dat:
-
d
e auto volledig of selectief is ontgrendeld
bij uitvoeringen zonder alarmsysteem,
-
h
et alarmsysteem is uitgeschakeld bij de
andere uitvoeringen.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels automatisch uitgeklapt.
De elektrische werking van de achterklep
kan worden geconfigureerd via het
menu
R
ijden van het touchscreen.
De elektrische werking is standaard
uitgeschakeld.
2
toegang tot de auto
Page 60 of 566

58
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Keyless entry and start
Systeem waarmee de auto ontgrendeld
en vergrendeld en de motor gestart kan
worden zonder dat u de elektronische sleutel
tevoorschijn hoeft te halen.
Ontgrendelen van de auto
Volledig ontgrendelen
De elektronische sleutel kan ook
worden gebruikt als afstandsbediening.
Zie de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de werking van de
afstandsbediening. F
Als u de elektronische sleutel op zak hebt
binnen de detectiezone A
, kunt u de auto
ontgrendelen door uw hand op de achterzijde van
de portiergreep van een van de voorportieren te
leggen of door de schakelaar voor het openen
van de achterklep in te drukken. Deze schakelaar
bevindt zich in het midden.
Als de elektrische bediening van de achterklep is
geactiveerd, gaat deze bovendien automatisch open.
Openen van de ruiten
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de ruiten
in de gewenste positie worden gezet door de
hand achter de handgreep te houden of de
schakelaar voor het openen van de achterklep
in te drukken.
Het gedurende enkele seconden knipperen van
de richtingaanwijzers geeft aan dat:
-
d
e auto is ontgrendeld (uitvoeringen zonder
alarmsysteem),
-
h
et alarmsysteem is uitgeschakeld (overige
uitvoeringen).
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt.
toegang tot de auto