Peugeot 3008 Hybrid 4 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 3008 Hybrid 4, Model: Peugeot 3008 Hybrid 4 2017Pages: 566, PDF Size: 61.63 MB
Page 71 of 566

69
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Inschakelen/Uitschakelen
Automatisch vergrendelen van de portieren
Werking
Deze functie zorgt ervoor dat de portieren en de achterklep automatisch en gelijktijdig worden vergrendeld vanaf een wagensnelheid van 10 km/h.
De automatische centrale vergrendeling werkt
niet als een van de portieren of de achterklep
is geopend.
Vervoer van lange of grote
voor werpen
Wanneer u wilt rijden met geopende
achterklep, dient u op de schakelaar
van de centrale vergrendeling
te drukken om de portieren te
vergrendelen. Wanneer u dit niet
doet, hoort u elke keer dat u de
10 km/h overschrijdt de vergrendeling
"terugspringen", met de bijbehorende
bovenstaande waarschuwingen.
Wanneer u nogmaals op de schakelaar
van de centrale vergrendeling drukt,
wordt de auto weer ontgrendeld.
Bij snelheden boven 10 km/h is dit
ontgrendelen slechts tijdelijk.
u
kunt de functie desgewenst permanent
inschakelen of uitschakelen. Het rijden met vergrendelde portieren
kan in noodgevallen de toegang tot
het interieur voor de hulpdiensten
bemoeilijken.
u zult de vergrendeling horen
"terugspringen", en op het
instrumentenpaneel gaat dit
lampje branden, in combinatie
met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding.
De status van de functie blijft nadat het contact
is afgezet opgeslagen in het geheugen.F
D ruk als het contact is
aangezet op deze knop tot er
een geluidssignaal klinkt en
er een melding ter bevestiging
verschijnt.
2
toegang tot de auto
Page 72 of 566

70
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
* Volgens uitvoering.
Alarm*
- uitwendige beveiliging
Dit systeem houdt de te openen
carrosseriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een portier, de
achterklep of de motorkap probeert te openen.
- interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er bewegingen
in het interieur worden waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt
ingeslagen, als iets of iemand de auto
binnendringt of als iets of iemand in de auto
beweegt.
- wegsleepbeveiliging**
Dit systeem treedt in werking als er veranderingen
in de wagenhoogte worden waargenomen.
Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild,
verplaatst of aangestoten.
Automatische beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand
probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert de accu,
de bedieningseenheid of de kabels van de
sirene uit te schakelen of te beschadigen.
Raadpleeg het Pe ugeot- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats alvorens u
wijzigingen aan het alarmsysteem aanbrengt.
** Volgens motoruitvoering.
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en
diefstal. Het systeem bestaat uit de volgende
typen beveiliging:
toegang tot de auto
Page 73 of 566

71
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Vergrendelen van de auto met
volledig ingeschakeld alarm
Inschakelen
F Zet het contact af en verlaat de auto.
F V ergrendel de auto met de
afstandsbediening of met het Keyless entry
and start-systeem.
Het alarmsysteem is geactiveerd: het lampje
van de knop knippert één keer per seconde
en de richtingaanwijzers gaan gedurende
ongeveer 2 seconden branden.
Uitschakelen
F Druk op de ontgrendelknop van de afstandsbediening.
of
F
o
n
tgrendel de auto met het Keyless entry
and start-systeem.
Het alarmsysteem wordt uitgeschakeld;
het lampje van de knop gaat uit en de
richtingaanwijzers knipperen gedurende
ongeveer 2 seconden.
De uitwendige beveiliging wordt
5
seconden nadat de auto is
vergrendeld, geactiveerd. De
interieur- en wegsleepbeveiliging
worden 45
seconden nadat de auto is
vergrendeld, geactiveerd.
Indien een portier, de achterklep of
de motorkap niet goed is gesloten,
wordt de auto niet vergrendeld, maar
worden de uitwendige beveiliging,
de interieurbeveiliging en de
wegsleepbeveiliging na 45 seconden
wel ingeschakeld.
Als de auto automatisch opnieuw
wordt vergrendeld (als binnen
30
seconden een van de portieren of
de achterklep niet is geopend), wordt
het alarmsysteem automatisch weer
ingeschakeld.
2
toegang tot de auto
Page 74 of 566

72
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Vergrendelen van de auto
met alleen de uitwendige
beveiliging ingeschakeld
Uitschakelen van de interieur- en
wegsleepbeveiliging
F Zet het contact af en druk binnen 10 seconden op de knop tot het lampje blijft
branden.
F
V
erlaat de auto.
F
V
ergrendel de auto onmiddellijk met de
afstandsbediening of het Keyless entry and
start-systeem.
Alleen de uitwendige beveiliging wordt
ingeschakeld; het lampje van de knop zal één
keer per seconde knipperen.
Opnieuw inschakelen van de
interieur- en wegsleepbeveiliging
F Schakel de uitwendige beveiliging uit door de auto met de afstandsbediening
of het Keyless entry and start-systeem te
ontgrendelen.
Het lampje van de knop gaat uit.
F
S
chakel alle beveiligingen weer in door
de auto met de afstandsbediening of
het Keyless entrée and start-systeem te
vergrendelen.
Het lampje van de knop gaat opnieuw één keer
per seconde knipperen.
Schakel de interieur- en wegsleepbeveiliging uit
om te voorkomen dat het alarm onnodig wordt
ingeschakeld als bijvoorbeeld:
-
e
en huisdier in de auto wordt
achtergelaten,
-
e
en ruit of het schuifdak op een kier blijft
staan,
-
d
e auto wordt gewassen,
-
e
en wiel wordt ver wisseld,
-
d
e auto wordt gesleept,
-
d
e auto op een boot wordt vervoerd. De interieur- en wegsleepbeveiliging
worden uitsluitend uitgeschakeld als deze
procedure elke keer na het afzetten van
het contact wordt uitgevoerd.
toegang tot de auto
Page 75 of 566

73
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het lampje
van de knop blijft branden, duidt dit op een
storing in het systeem.
Laat dit controleren door het P
e
ugeot
-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Storing afstandsbediening
om de alarmsystemen uit te schakelen:
F o ntgrendel de auto met de sleutel
(geïntegreerd in de afstandsbediening) in
het slot van het bestuurdersportier,
F
o
pen het portier; het alarm gaat af,
F
z
et het contact aan: het alarm stopt en het
lampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te schakelen
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in
werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende 30 seconden.
Als het alarm voor de 11
e keer afgaat, worden
de alarmsystemen uitgeschakeld.
Als het lampje van de knop snel knippert
bij het ontgrendelen van de auto met de
afstandsbediening of het Keyless entry
and start-systeem, is het alarm tijdens uw
afwezigheid afgegaan. Het lampje stopt met
knipperen als het contact wordt aangezet.
F
V
ergrendel de auto of schakel de
supervergrendeling in met de sleutel
(geïntegreerd in de afstandsbediening) in
het slot van het bestuurdersportier.
2
toegang tot de auto
Page 76 of 566

74
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Portieren
Openen
Van buitenaf
F ontgrendel de auto of houd de elektronische sleutel van het Keyless entry
and start-systeem in het detectiegebied en
trek aan de portiergreep.
Van binnenuit
F trek aan de binnenportiergreep van een portier; de auto wordt dan volledig
ontgrendeld.
Sluiten
- bij draaiende motor of tijdens het rijden (snelheid lager
dan 10 km/h) gaat dit lampje
branden in combinatie met een
waarschuwingsmelding die
enkele seconden verschijnt,
Als het selectief ontgrendelen is
geactiveerd:
-
wordt bij het openen van het
bestuurdersportier alleen het
bestuurdersportier ontgrendeld (als de
auto nog niet volledig ontgrendeld was).
- wordt bij het openen van een van
de andere portieren de auto volledig
ontgrendeld.
Als het selectief ontgrendelen is
geactiveerd en één keer op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening
wordt gedrukt, kan alleen het
bestuurdersportier worden geopend.
Als een portier niet goed is gesloten:
-
t
ijdens het rijden (snelheid hoger
dan 10
km/h) klinkt bovendien een
geluidssignaal gedurende enkele
seconden.
toegang tot de auto
Page 77 of 566

75
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Achterklep
Openen van de achterklep
F Druk op de middelste knop van de achterklep ter wijl de auto ontgrendeld
is of de elektronische sleutel van het
Keyless entry and start-systeem zich in de
detectiezone bevindt.
F
o
p
en de achterklep.
Sluiten van de achterklep
Als de selectieve ontgrendeling is
geactiveerd, moet de elektronische
sleutel zich bij de achterzijde van de
auto bevinden. F
t
r
ek de achterklep omlaag met behulp van
de handgrepen aan de binnenzijde van de
klep.
F L aat de handgrepen los en duw de
achterklep dicht.
Met de knop aan de buitenzijde
van de achterklep
De achterklep is niet geschikt voor de
bevestiging van een fietsendrager. Als de achterklep niet goed is gesloten:
-
bij draaiende motor
wordt u hier
gedurende enkele seconden door
dit lampje en een melding op het
instrumentenpaneel op geattendeerd
,
-
ti
jdens het rijden (wagensnelheid hoger
dan 10 km/h) wordt u hier gedurende
enkele seconden door dit lampje, een
melding op het instrumentenpaneel en een
geluidssignaal op geattendeerd.
2
toegang tot de auto
Page 78 of 566

76
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Handsfree achterklep
Algemeen
De elektrische bediening van de achterklep kan
worden ingeschakeld en uitgeschakeld via het
configuratiemenu van de auto.
De achterklep mag alleen worden geopend of
gesloten als de auto stilstaat.
Steek nooit een vinger in het
vergrendelingssysteem van de elektrisch
bedienbare achterklep - Risico van zwaar letsel!
Antiklemvoorziening
De elektrisch bedienbare achterklep is voorzien
van een obstakeldetectiesysteem. Als de klep op
een obstakel stuit, wordt de beweging van de klep
automatisch door dit systeem onderbroken waarna
de klep een klein stukje terug beweegt zodat het
obstakel kan worden verwijderd.
Let op: deze antiklemvoorziening werkt niet aan
het einde van de sluitbeweging van de klep (vanaf
ongeveer 1 cm vóór het volledig sluiten van de
k l e p).
Fietsendrager / trekhaak
De elektrisch bedienbare achterklep is niet
geschikt voor de bevestiging van een fietsendrager.
Als een fietsendrager op de trekhaak is
bevestigd en de kabel ervan is aangesloten op
de trekhaakaansluiting, wordt de werking van de
elektrisch bedienbare achterklep automatisch
uitgeschakeld.
Bij gebruik van een niet door P
e
ugeot
g
oedgekeurde trekhaak of fietsendrager moet de
werking van de elektrisch bedienbare achterklep
worden uitgeschakeld.
Controleer of er voldoende ruimte is om
de elektrisch bedienbare achterklep te
openen.
om l
etsel door beknelling vóór en
tijdens het openen en sluiten van de
elektrisch bedienbare achterklep te
voorkomen:
-
m
oet u erop letten dat niemand zich
in de buurt van de achterzijde van
de auto bevindt,
-
m
oet u letten op de
achterpassagiers, met name op
kinderen.
toegang tot de auto
Page 79 of 566

77
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Werking
u kunt de elektrisch bedienbare achterklep op
v erschillende manieren openen of sluiten:
A.
m
et de elektronische sleutel van het
Keyless entry and start-systeem,
B.
m
et de knop aan de buitenzijde van de
achterklep,
C.
met de knop aan de binnenzijde van de achterklep,
D. m
et de toets op het dashboard,
E.
d
oor een trapbeweging te maken onder de
achterbumper.
Elektrisch openen
Dit kan op meerdere manieren.
F
H oud de middelste knop A van de
elektronische sleutel enige tijd ingedrukt.
of
F
D
ruk op de knop B aan de buitenzijde van
de achterklep ter wijl u de elektronische
sleutel bij u hebt.
of
F
D
ruk twee keer achter elkaar op de toets D
op het dashboard.
De bediening wordt bevestigd door een
geluidssignaal.
De achterklep gaat volledig open
(standaardinstelling) of tot de opgeslagen
positie.
Elektrisch sluiten
Dit kan op meerdere manieren.
F H oud de middelste knop A van de
elektronische sleutel enige tijd ingedrukt.
of
F
D
ruk op de knop B aan de buitenzijde van
de achterklep.
of
F
D
ruk op de knop C aan de binnenzijde van
de achterklep.
of
F
D
ruk twee keer achter elkaar op de toets D
op het dashboard.
De bediening wordt bevestigd door een
geluidssignaal.
Via het menu Rijden
van het
touchscreen kunt u de elektrische
bediening van de achterklep in- en
uitschakelen.
Deze functie is standaard uitgeschakeld.
u
kunt het openen of sluiten van de
achterklep op elk moment onderbreken.
Als u nogmaals op een van deze
knoppen of toetsen drukt, wordt de
beweging onderbroken.
Als u na het onderbreken van de
beweging weer op een van de knoppen
of toetsen drukt, wordt de beweging
voortgezet.
2
toegang tot de auto
Page 80 of 566

78
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Handsfree openen van de
elektrisch bedienbare achterklep
Bij deze beweging wordt eerst de achterklep
ontgrendeld. Maar als de auto vergrendeld
was, wordt ook de auto ontgrendeld.
F Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel van het Keyless entry and start-systeem bij
u hebt,
F
o
p
en de achterklep handsfree E door een
snelle trapbeweging te maken onder de
achterbumper.
De actie wordt bevestigd door een geluidssignaal.
De achterklep gaat volledig open
(standaardinstelling) of tot de opgeslagen positie. Zorg ervoor dat u stabiel staat wanneer
u de snelle trapbeweging onder de
achterbumper maakt.
Raak het mogelijk warme
uitlaatsysteem niet aan - Kans op
brandwonden!
Als u tijdens het openen nogmaals een
snelle trapbeweging maakt, wordt het
openen onderbroken.
Maakt u een derde trapbeweging, dan wordt
de beweging van de achterklep omgekeerd.
Handsfree sluiten van de
elektrisch bedienbare achterklep
F Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel
van het Keyless entry and start-systeem bij
u hebt,
F
S
luit de achterklep handsfree E door een
snelle trapbeweging te maken onder de
achterbumper.
De actie wordt bevestigd door een geluidssignaal.
Als u tijdens het sluiten nogmaals een snelle
trapbeweging maakt, wordt het sluiten
onderbroken.
Maakt u een derde trapbeweging, dan wordt
de beweging van de achterklep omgekeerd.
De functie Handsfree toegang
kan via het menu Rijden van
het touchscreen worden in- en
uitgeschakeld.
Deze functie is standaard uitgeschakeld.
toegang tot de auto