Peugeot 3008 Hybrid 4 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 3008 Hybrid 4, Model: Peugeot 3008 Hybrid 4 2017Pages: 566, PDF Size: 61.63 MB
Page 81 of 566

79
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Bij het handmatig openen en sluiten van de
elektrisch bedienbare achterklep wordt de
beweging niet meer ondersteund door gasveren.
Het is dus normaal dat u zowel bij het openen als
bij het sluiten enige weerstand voelt.Als de achterklep herhaaldelijk
elektrisch wordt geopend en gesloten,
kan het voorkomen dat de elektromotor
te warm wordt waardoor de elektrische
bediening tijdelijk niet meer mogelijk is.
Wacht ten minste 10 minuten met het
bedienen van de achterklep om de
elektromotor te laten afkoelen.
Bedien de achterklep handmatig als u
niet zo lang wilt wachten.
Detectie van obstakels
Als er een obstakel (persoon of voor werp) wordt
gedetecteerd, onderbreekt de antiklemvoorziening
het sluiten van de achterklep en wordt de
achterklep enkele centimeters verder geopend
zodat het obstakel loskomt.
Opslaan van een
openingshoek
Als er te weinig ruimte boven de auto is (bijv. een garage
met een laag plafond), kan de maximale openingshoek van
de elektrisch bedienbare achterklep worden verkleind.
Deze openingshoek kan als volgt in het
geheugen worden opgeslagen:
F
o
pen de achterklep tot de gewenste hoek,
F
h
oud de knop C of de knop B aan de
buitenzijde langer dan 3 seconden
ingedrukt.
Het opslaan van de maximale openingshoek
van de achterklep wordt bevestigd door een
geluidssignaal.
om
de opgeslagen openingshoek te wissen:
F
o
pen de achterklep tot halver wege en houd
hem in deze stand stil,
F
h
oud de knop C of de knop B aan de
buitenzijde langer dan 3 seconden
ingedrukt.
Het wissen van de opgeslagen openingshoek
wordt bevestigd door een geluidssignaal.
Handmatige werking
u kunt de achterklep ook handmatig openen
en sluiten, zelfs als de elektrische bediening is
ingeschakeld.
op
en of sluit de achterklep echter alleen
handmatig als de achterklep niet bezig is te
openen of te sluiten.
Het is mogelijk om de automatisch
vergrendeling van de auto bij het met de functie
Handsfree toegang sluiten van de achterklep te
activeren. F
D
ruk op deze toets; het
verklikkerlampje gaat branden.
Als u nogmaals op deze toets drukt, wordt de automatische
vergrendeling uitgeschakeld; het verklikkerlampje gaat uit.
Automatische vergrendeling met
de functie Handsfree toegang
2
toegang tot de auto
Page 82 of 566

80
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Gebruiksvoorschriften
Onder winterse omstandigheden
Als er sneeuw op de achterklep ligt, moet
de sneeuw worden verwijderd voordat de
achterklep automatisch wordt geopend.
Bij vorst kan de achterklep vastvriezen
waardoor het automatisch openen niet
werkt: ontdooi de achterklep door het
interieur te verwarmen en probeer het
daarna opnieuw.
Bij het wassen van de auto
Als u de auto in een automatische wasstraat
laat wassen, vergeet dan niet om de auto
eerst te vergrendelen om te voorkomen dat
de achterklep per ongeluk wordt geopend.
Resetten van de elektrisch
bedienbare achterklep
Deze handeling is noodzakelijk als de klep
niet meer beweegt, bijvoorbeeld na detectie
van een obstakel of het loskoppelen en weer
aansluiten van de accu.
F o
p
en, indien nodig, de achterklep
handmatig.
F
S
luit de achterklep volledig en handmatig.
Neem als het probleem hierdoor niet wordt
verholpen contact op met het P
e
ugeot
-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
toegang tot de auto
Page 83 of 566

81
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Noodbediening
Ontgrendelen
F Klap de achterbank naar voren om bij het slot in de bagageruimte te komen.
F
S
teek een kleine schroevendraaier in de
opening A van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.
F
V
erplaats de nok naar links.
Vergrendeling na het sluiten
Wanneer de achterklep weer wordt gesloten,
wordt deze weer vergrendeld als het probleem
niet is verholpen. Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing van de centrale vergrendeling de
achterklep mechanisch ontgrendeld worden.
Adviezen met betrekking tot de functie "Handsfree
toegang"
Als de achterklep ondanks meerdere
trapbewegingen niet opent, wacht dan enkele
seconden alvorens het opnieuw te proberen.
De functie wordt automatisch uitgeschakeld bij zware
regenval en als er een laag sneeuw op de achterklep ligt.
Als de functie niet werkt, controleer dan of de
werking van de elektronische sleutel niet wordt
gehinderd door elektromagnetische straling
(smar tphone, ...).
De functie werkt mogelijk minder goed als u
een beenprothese draagt.
Deze functie werkt mogelijk niet correct als uw
auto is voorzien van een trekhaak. In bepaalde gevallen kan de achterklep
ongewenst openen of sluiten, met name als:
-
u
w auto is voorzien van een trekhaak,
-
u e
en aanhangwagen aan- of loskoppelt,
-
u
een fietsendrager monteert of verwijdert,
-
u f
ietsen op een fietsendrager plaatst of
van een fietsendrager afhaalt,
- u i ets achter de auto neerzet of optilt,
-
e
en dier de achterbumper nadert,
-
u u
w auto wast,
-
e
r onderhoud aan de auto wordt
uitgevoerd,
-
u h
et reservewiel tevoorschijn haalt
(afhankelijk van de uitvoering).
Houd om dit te voorkomen de elektronische
sleutel buiten het detectiegebied of schakel de
functie "Handsfree toegang" uit.
Zorg ervoor dat niets of niemand het
sluiten en openen van de achterklep
kan hinderen.
Let goed op kinderen tijdens de
beweging van de achterklep.
2
toegang tot de auto
Page 84 of 566

82
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
elektrisch bedienbare ruiten
Handbediening
Duw of trek de schakelaar tot het zware punt
om de ruit te openen of sluiten. De ruit stopt
zodra de schakelaar wordt losgelaten.
1.
L
inks voor.
2.
R
echts voor.
3.
R
echts achter.
4.
L
inks achter.
5.
B
lokkeerschakelaar elektrisch bedienbare
ruiten achter.
Automatische bediening Antiklemvoorziening
Duw of trek de schakelaar voorbij het zware
punt om de ruit te openen of te sluiten. Als u de
schakelaar hebt losgelaten, opent of sluit de
ruit volledig. Druk opnieuw op de schakelaar
om het openen of sluiten te stoppen. Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,
stopt de ruit en gaat deze direct gedeeltelijk
weer open.
Als de ruit niet wil sluiten, druk dan op de
schakelaar om de ruit helemaal te openen en
trek vervolgens de schakelaar omhoog tot de
ruit volledig is gesloten. Houd de schakelaar na
het sluiten nog ongeveer 1 seconde vast.
ti
jdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
ong
eveer 45 seconden nadat het
contact is afgezet, kunnen de ruiten niet
meer worden bediend.
Zet het contact aan om de ruiten weer
te kunnen bedienen.
toegang tot de auto
Page 85 of 566

83
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Druk, voor de veiligheid van uw kinderen, op
de schakelaar 5 om de ruitbediening achter,
ongeacht de stand van de ruiten, te blokkeren.Wanneer tijdens het bedienen van de
ruit iets tussen de ruit en de sponning
bekneld raakt, moet de ruit weer
worden geopend. Druk daarvoor op de
desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, moet hij ervan
verzekerd zijn dat niets het correcte
sluiten van de ruit hindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd
zijn dat de passagiers op de juiste
manier gebruik maken van de
elektrische ruitbediening.
Let er goed op dat kinderen zich tijdens
het bedienen van de ruit niet kunnen
bezeren.
Let op inzittenden en/of personen in de
buurt van de auto tijdens het sluiten van
de ruiten met de elektronische sleutel of
het "Keyless entry and start"-systeem.
Blokkering van de
ruitbediening achter
ter bevestiging gaat het verklikkerlampje van
de knop branden en wordt er een melding
weergegeven. Het lampje blijft branden zolang
de blokkering is ingeschakeld.
Het blijft mogelijk om de achterportierruiten via
het bedieningspaneel op het bestuurdersportier
te bedienen.
Resetten van de
ruitbediening
Als de accu losgekoppeld is geweest, moet de
ruitbediening gereset worden.
ti
jdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Voer de volgende procedure voor elke ruit uit:
-
o
pen de ruit volledig en sluit de ruit.
te
lkens als de schakelaar omhoog wordt
getrokken, sluit de ruit enkele centimeters.
Laat de schakelaar los en trek hem
opnieuw omhoog totdat de ruit volledig is
gesloten,
-
h
oud de schakelaar na het sluiten nog
minimaal 1 seconde vast.
2
toegang tot de auto
Page 86 of 566

84
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Panoramisch schuif-/kanteldak
De schakelaars van het schuif-/kanteldak en
het zonnescherm kunnen worden gebruikt:
-
a
ls het contact aan staat en de
laadtoestand van de accu voldoende is,
-
a
ls de motor draait,
-
i
n de S
t
o
P
-stand van het Stop & Start-
systeem,
-
t
ot 45 seconden na het afzetten van het
contact,
-
t
ot 45 seconden na het vergrendelen van
de auto.
Openen
Het schuif-/kanteldak en het zonnescherm
kunnen met de schakelaars op de dakconsole
worden geopend en gesloten.
A.
S
chakelaar van het zonnescherm.
B.
S
chakelaar van het schuif-/kanteldak.
Controleer of de op de allesdragers
gemonteerde accessoires of vervoerde
lading de beweging van het dak niet kunnen
hinderen.
Leg geen zware voor werpen op het vaste en
beweegbare deel van het schuif-/kanteldak.
Controleer alvorens de schakelaar van het
schuif-/kanteldak of het zonnescherm te
bedienen of niets of niemand de beweging
ervan kan hinderen.
Principes
Bij het volledig openen van het schuif-/kanteldak kantelt
eerst het beweegbare deel van het dak open waarna
dit deel boven het vaste deel van het dak schuift.
Het schuif-/kanteldak kan in elke willekeurige stand
tussen volledig gesloten en volledig geopend worden
gezet.
Bij het openen van het dak wordt ook het zonnescherm
geopend.
Het zonnescherm kan echter geopend blijven als het
dak is gesloten.
Als het dak volledig gesloten of
gedeeltelijk opengekanteld is:
F
d
ruk om het dak volledig open te
kantelen kort op het achterste deel
van de schakelaar B , zonder het
zware punt te passeren.
Als het dak verder is geopend dan de volledig
opengekantelde stand:
F
d
ruk om het dak volledig te openen kort op
het achterste deel van de schakelaar B,
zonder het zware punt te passeren.
Als het dak gedeeltelijk of volledig gesloten is:
F
d
ruk om het dak volledig te openen kort op
het achterste deel van de schakelaar B, tot
voorbij het zware punt.
Als u nogmaals op deze schakelaar drukt,
wordt de beweging van het dak onderbroken.
Openen en sluiten van het dak
F Houd het achterste deel van de schakelaar B ingedrukt, zonder het zware
punt te passeren: het dak gaat open en
stopt als u de schakelaar loslaat.
toegang tot de auto
Page 87 of 566

85
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Als het schuif-/kanteldak door regen
of het wassen van de auto nat is
geworden, wacht dan tot het volledig
droog is alvorens het dak te bedienen.
op
en het schuif-/kanteldak niet als het
met sneeuw of ijs is bedekt - Kans op
beschadiging!
ge
bruik alleen kunststof werktuigen om
het schuif-/kanteldak sneeuw- of ijsvrij
te maken.
Steek tijdens het rijden niet uw hoofd of
armen uit het geopende dak - Kans op
ernstig letsel!
SluitenF Houd het voorste deel van de schakelaar B
ingedrukt, zonder het zware punt te
passeren: het dak sluit en stopt als u de
schakelaar loslaat.
Laat de auto nooit achter met geopend
schuif-/kanteldak.
Antiklemvoorziening
Als het dak tijdens het sluiten op een obstakel
stuit, wordt de beweging automatisch
omgedraaid.
De antiklemvoorziening werkt doeltreffend tot
een snelheid van 120 km/h.
Resetten
Na het loskoppelen en weer aansluiten van de
accu, bij een storing van het schuif-/kanteldak
of bij het schokkerig bewegen ervan, moet het
schuif-/kanteldak worden gereset:
F
d
ruk op het achterste deel van de
schakelaar B tot het schuif-/kanteldak
volledig is geopend,
F
h
oud het achterste deel van de schakelaar B
gedurende ten minste 3 seconden ingedrukt.
Controleer geregeld de staat van de rubbers
van het schuif-/kanteldak (aanwezigheid van
vuil, dode bladeren enz.).
Zorg er bij het wassen van de auto in een
wasstraat of met een hogedrukreiniger
voor dat het schuif-/kanteldak volledig is
gesloten en houd de spuitmond van de
hogedrukreiniger altijd op meer dan 30 cm
van de rubbers.
Als het dak gedeeltelijk of volledig
geopend is:
F
d
ruk om het dak volledig te
sluiten kort op het voorste deel
van de schakelaar B, tot voorbij
het zware punt.
Als u nogmaals op deze schakelaar
drukt, wordt de beweging van het
dak onderbroken. Als het dak gedeeltelijk of volledig geopend is:
F
d
ruk om het dak te sluiten tot de volledig
opengekantelde stand kort op het voorste
deel van de schakelaar B, zonder het
zware punt te passeren.
F
d
ruk om het dak volledig te sluiten
nogmaals op het voorste deel van de
schakelaar B .
Als het dak gedeeltelijk of volledig is
opengekanteld:
F
d
ruk om het dak volledig te sluiten kort
op het voorste deel van de schakelaar B,
zonder het zware punt te passeren.
2
toegang tot de auto
Page 88 of 566

86
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Openen en sluiten van het zonnescherm
Openen
F Houd het achterste deel van de schakelaar A ingedrukt, zonder het zware
punt te passeren: het zonnescherm opent
en stopt als u de schakelaar loslaat. Als tijdens het gelijktijdig sluiten van het
schuif-/kanteldak en het zonnescherm,
het zonnescherm het dak dreigt in te
halen, houdt het scherm op te bewegen
tot het schuif-/kanteldak volledig is
gesloten.
Het sluiten van het zonnescherm is afhankelijk van
de stand van het schuif-/kanteldak: het scherm
kan slechts tot het voorste gedeelte van het
beweegbare deel van het dak worden gesloten.
Sluiten
Als u nogmaals op deze schakelaar drukt, wordt
de beweging van het zonnescherm onderbroken.
Antiklemvoorziening
Als het zonnescherm tijdens het sluiten op een
obstakel stuit, wordt de beweging automatisch
omgedraaid.
Resetten
Na het loskoppelen en weer aansluiten van de
accu, bij een storing van het zonnescherm of
bij het schokkerig bewegen ervan, moet het
scherm worden gereset:
F
druk op het achterste deel van de schakelaar A
t ot het scherm volledig is geopend,
F
h
oud het achterste deel van de
schakelaar
A gedurende ten minste
3
seconden ingedrukt.
F
D
ruk op het achterste deel van
de schakelaar A , tot voorbij het
zware punt; het zonnescherm
wordt volledig geopend.
Als u nogmaals op deze schakelaar drukt, wordt
de beweging van het zonnescherm onderbroken. F
D
ruk op het voorste deel van
de schakelaar A , tot voorbij het
zware punt; het zonnescherm
wordt volledig gesloten.
F
H
oud het voorste deel van de schakelaar
A
ingedrukt, zonder het zware punt te
passeren; het zonnescherm sluit en stopt
als u de schakelaar loslaat.
toegang tot de auto
Page 89 of 566

87
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Als u bij het vergrendelen van de
auto de vergrendelknop ingedrukt
houdt, worden de ruiten en het
schuif-/kanteldak gelijktijdig gesloten.
Vervolgens wordt ook het zonnescherm
gesloten. Het sluiten stopt als u de
vergrendelknop loslaat.
Laat, zelfs als u de auto slechts voor
een korte tijd verlaat, de elektronische
sleutel nooit in de auto achter.
Als er iets klem komt te zitten tijdens
de bediening van het schuif-/kanteldak
of het zonnescherm, moet u de
beweging ervan omdraaien door op de
desbetreffende schakelaar te drukken.
De bestuurder moet zich ervan
vergewissen dat de passagiers het
schuif-/kanteldak en het zonnescherm
correct bedienen.
Let vooral op kinderen tijdens het
bedienen van het schuif-/kanteldak of
het zonnescherm.
2
toegang tot de auto
Page 90 of 566

88
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Zitpositie
een goede zitpositie tijdens het rijden verbetert uw comfort en uw veiligheid.ook het zicht rondom en de bereikbaarheid van de bedieningsfuncties zijn erbij gebaat.
Comfort
Bestuurderszijde
Neem plaats op de stoel en zorg ervoor dat uw bekken,
uw rug en uw schouders goed tegen de rugleuning
steunen.
Stel de hoogte van de zitting zodanig af dat uw ogen zich
ter hoogte van het midden van de voorruit bevinden.
Zorg voor een afstand van ten minste 10 cm tussen uw
hoofd en het dak.
Zorg er bij het verstellen van de stoel in lengterichting
voor dat u de pedalen volledig kunt intrappen zonder uw
benen geheel te strekken.
Passagierszijde
Neem plaats op de stoel en zorg ervoor dat uw bekken,
uw rug en uw schouders goed tegen de rugleuning
steunen.
Zorg bij het verstellen van de stoel in lengterichting voor
een afstand van ten minste 25 cm tot het dashboard.
De juiste stand van de hoofdsteun is als de bovenzijde
van de hoofdsteun zich ter hoogte van de bovenzijde
van het hoofd bevindt.
Zet als uw auto is uitgerust met elektrisch
verstelbare stoelen eerst het contact aan
om de stoelen te kunnen verstellen.
Zorg voor een afstand van ten minste
10
cm tussen uw knieën en het dashboard,
voor een optimale bereikbaarheid van de
bedieningsfuncties van het dashboard.
Zet de rugleuning zo verticaal mogelijk; de
hoek mag niet groter zijn dan 25°.
De juiste stand van de hoofdsteun is als de
bovenzijde van de hoofdsteun zich ter hoogte
van de bovenzijde van het hoofd bevindt.
Stel de lengte van de zitting af zodat uw
bovenbenen goed worden ondersteund.
Stel de lendensteun af op de vorm van uw
wervelkolom.
Stel het stuur wiel zodanig af dat er een afstand
van minimaal 25 cm is tussen het stuur wiel en
uw borstbeen, ter wijl u het stuur wiel met licht
gebogen armen kunt vasthouden.
Het stuur wiel mag het zicht op het
instrumentenpaneel niet ontnemen.ui t veiligheidsoverwegingen mogen de
stoelen uitsluitend bij stilstaande auto
worden versteld.
Bepaalde in deze rubriek beschreven afstelmogelijkheden van de stoelen zijn afhankelijk van het uitrustingsniveau en het land van verkoop.
ergonomie en comfort