Peugeot 301 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 301, Model: Peugeot 301 2017Pages: 306, PDF Size: 9.93 MB
Page 21 of 306
19
Waarschuwings- resp.
indicatielampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Dynamische
stabiliteitscontrole
(ESP/ASR)Knippert.Het ESP of de ASR is in werking. Het systeem verbetert de tractie en zorgt ervoor dat
de auto beter bestuurbaar blijft.
Permanent.
Storing in het ESP of de ASR, tenzij
deze systemen zijn uitgeschakeld
(toets ingedrukt en verklikkerlampje
van de toets brandt).Laat uw auto controleren door het PEUGEOT -netwerk
of door eengekwalificeerde werkplaats.
StuurbekrachtigingPermanent. Er is een storing met betrekking
tot de stuurbekrachtiging. Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat uw auto controleren door het PEUGEOT
-netwerk
of door eengekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 22 of 306
20
Waarschuwings- resp.
indicatielampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
AdBlue
®
(BlueHDi-
dieselmotor)Permanent zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met een geluidssignaal en
een melding van het aantal
kilometers dat u nog kunt
rijden.De actieradius ligt tussen
de 600 en 2400 km. Laat het AdBlue®-reservoir snel bijvullen: neem
contact op met het PEUGEOT -netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats of vul zelf het reservoir
bij.
of
Knippert, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE,
een geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog kunt
rijden.De actieradius ligt tussen
de 0 en 600 km. Laat het AdBlue®-reservoir zo snel mogelijk bijvullen
om te voorkomen dat de motor niet meer gestar t
kan worden : neem contact op met het PEUGEOT -
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats of vul zelf
het reservoir bij.
Knippert, in combinatie
met het branden van
het verklikkerlampje
SERVICE, een
geluidssignaal en een
melding dat het starten
is geblokkeerd. Het AdBlue
®-reservoir is
leeg: het starten van de
motor wordt geblokkeerd
door het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem. Om de motor te kunnen starten moet u het AdBlue®-
reservoir (laten) bijvullen : neem contact op met het
PEUGEOT -netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
of vul zelf het reservoir bij.
U moet het vloeistofreservoir bijvullen met minimaal
3,8 liter AdBlue
®.
Instrumentenpaneel
Page 23 of 306
21
Waarschuwings- resp.
indicatielampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
of
SCR-
emissieregelsysteem
(BlueHDi-
dieselmotor)Permanent zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding.Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem. Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot van
uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
Knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding met betrekking tot
de actieradius.Na bevestiging van de storing in
het emissieregelsysteem kunt
u maximaal 1100
km afleggen
voordat het systeem het starten
van de motor blokkeert. Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT
-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om te voorkomen
dat de motor niet meer gestar t kan worden .
Knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding.U hebt de actieradius
overschreden die is toegestaan
na de bevestiging van de storing
in het emissieregelsysteem:
het starten van de motor
wordt geblokkeerd door het
startblokkeringssysteem.Neem verplicht contact op met het PEUGEOT
-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de
motor weer te kunnen starten.
1
Instrumentenpaneel
Page 24 of 306
22
ofService
Brandt tijdelijk. Er is een kleine storing
opgetreden waarbij geen
specifiek verklikkerlampje gaat
branden. Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display, zoals bijvoorbeeld:
-
d e mate van vervuiling van het roetfilter (diesel),
- de stuurbekrachtiging,
-
e
en kleine elektrische storing.
Raadpleeg in andere gevallen het PEUGEOT -netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Permanent. Er is een ernstige storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display en raadpleeg het PEUGEOT
-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Waarschuwings- resp.
indicatielampje
Status
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Mistachterlicht Permanent. Het mistachterlicht is
ingeschakeld met de ring van de
lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar naar achteren
om het mistachterlicht uit te schakelen.
Stop & Star t Permanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-stand
gezet (verkeerslicht, stopbord,
opstopping enz.). Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (START-stand) als u wilt wegrijden.
Knippert enkele
seconden en gaat
vervolgens uit. De STOP-stand is tijdelijk niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in
de START-stand gezet. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Star t
-systeem.
Instrumentenpaneel
Page 25 of 306
23
Waarschuwings- resp.
indicatielampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Mistlampen
vóór Permanent.
De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld met de ring van de
lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar één stand naar
achteren om de mistlampen vóór uit te schakelen.
Richtingaanwijzer
linksKnippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechtsKnippert, met
geluidssignaal.Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Dimlicht Permanent. De lichtschakelaar staat in de
stand "Dimlicht".
Grootlicht Permanent. U hebt de lichtschakelaar naar u
toe getrokken. Trek de lichtschakelaar nogmaals naar u toe om het
dimlicht weer in te schakelen.
Voet op het
koppelingspedaalPermanent.
In de STOP-stand van het
Stop & Start-systeem wordt
de motor niet gestart als u
het koppelingspedaal slechts
gedeeltelijk intrapt. Trap bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal volledig in
zodat de motor gestart kan worden.
1
Instrumentenpaneel
Page 26 of 306
24
Voet op
rempedaalPermanent.
Het rempedaal moet worden
ingetrapt. Trap bij de elektronisch gestuurde versnellingsbak
het rempedaal in om de motor te starten ter wijl de
selectiehendel in stand N staat.
Bij de automatische transmissie moet u bij draaiende
motor en voordat u de parkeerrem vrijzet het
rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit
stand P in een andere stand te kunnen zetten.
Als u de parkeerrem vrijzet zonder het rempedaal in
te trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden.
Knippert.
Als u de auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak op een
helling te lang probeert tegen te
houden door het gaspedaal in te
trappen, raakt de koppeling oververhit.Gebruik het rempedaal en/of de parkeerrem.
Waarschuwings- resp.
indicatielampje
Status
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Instrumentenpaneel
Page 27 of 306
25
Onderhoudsindicator
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor heeft de mate van vervuiling van
de motorolie ook invloed op de berekening
(afhankelijk van het verkoopland).
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3.000 kmDe afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1.000 tot 3.000
km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5 seconden de onderhoudssleutel
branden. De kilometerteller geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
Voorbeeld:
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2.800
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display gedurende 5 seconden het volgende
aan:
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is minder dan
1.000
km
Voorbeeld: De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking. De
onderhoudssleutel blijft branden om aan
te geven dat uw auto binnenkort aan een
onderhoudsbeurt toe is.
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste
nulstelling van de onderhoudsindicator, op
basis van het aantal afgelegde kilometers
en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
5 seconden na het aanzetten van het contact,
verdwijnt de sleutel
; de teller geeft de
kilometerstand aan.
1
Instrumentenpaneel
Page 28 of 306
26
Het onderhoudsinterval is
overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
5 seconden de sleutel knipperen o m aan te geven dat de
onderhoudswerkzaamheden zo spoedig mogelijk uitgevoerd
moeten worden.
Voorbeeld: de onderhoudsbeurt is overschreden met 300
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende
5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking. De
onderhoudssleutel blijft branden .
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor wordt deze waarschuwing
gecombineerd met het permanent
branden van het verklikkerlampje Service
(zodra het contact is aangezet). Bij de berekening van de resterende
hoeveelheid af te leggen kilometers kan
ook de factor tijd worden meegewogen,
afhankelijk van de rijgewoontes van de
bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan branden als het
interval in tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt,
zoals vermeld in het onderhoudsschema van
de fabrikant, is overschreden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor kan de onderhoudssleutel
ook eerder dan ver wacht gaan branden,
afhankelijk van de kwaliteit van de
motorolie (volgens land van bestemming).
De afname van de kwaliteit van
de motorolie is afhankelijk van de
rijomstandigheden van de auto.
Op 0 zetten van de
onderhoudsindicator
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
Doe dit als volgt:
F
Z
et het contact af.
F
D
ruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller en houd deze knop ingedrukt.
F
Z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen.
F
L
aat de knop los als het display =0
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal vijf minuten. Het op 0
zetten van de onderhoudsindicator zal
anders niet worden opgeslagen.
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
D
ruk op de knop voor nulstelling van
de dagteller. De onderhoudsinformatie
wordt enkele seconden weergegeven en
verdwijnt vervolgens weer.
Instrumentenpaneel
Page 29 of 306
27
AdBlue®-vloeistof, actieradiusindicatoren
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue®-
reservoir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gedetecteerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd
en het AdBlue
®-niveau laag is, wordt de laagste
actieradius weergegeven.
Actieradius groter dan 2.400
km
Als het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven op
het instrumentenpaneel.
Als de motor mogelijk niet opnieuw kan worden gestart
door een te laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is. Actieradius tussen 600 en 2400
km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje AdBlue branden in combinatie
met een geluidssignaal en de tijdelijk op het
instrumentenpaneel weergegeven melding
"NO START IN" en een afstand die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid vloeistof voordat
het starten van de motor wordt geblokkeerd -
(bijv.: "NO START IN 1.500
km" betekent dat
na 1.500
km het starten van de motor wordt
geblokkeerd).
Tijdens het rijden wordt de melding elke 300
km
weergegeven zolang er geen AdBlue
® is
bijgevuld.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij.
Het is raadzaam niet meer dan 10 liter AdBlue
bij te vullen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over AdBlue
®, het AdBlue®SCRSCR -
systeem (BlueHDi-dieselmotor) en in het
bijzonder het bijvullen van vloeistof.
1
Instrumentenpaneel
Page 30 of 306
28
of
Actieradius tussen 0 en 600
km
of
Star ten geblokkeerd vanwege te weinig AdBlue
®
Om de motor weer te kunnen starten
moet het reservoir met minimaal 3,4 liter
AdBlue
® worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
®SCR®, het
SCR -systeem (BlueHDi-dieselmotor) en
in het bijzonder het bijvullen van vloeistof.
Als het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje AdBlue in combinatie
met een geluidssignaal en de tijdelijk op het
instrumentenpaneel weergegeven melding "NO
START IN" en de afstand 0
km of mijl - ("NO
START IN 0
km" betekent dat het starten van
de motor is geblokkeerd).
Het AdBlue
®-reservoir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje AdBlue in combinatie
met een geluidssignaal en de tijdelijk op het
instrumentenpaneel weergegeven melding
"NO START IN" en een afstand die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid vloeistof voordat
het starten van de motor wordt geblokkeerd
- (bijv.: "NO START IN 300
km" betekent dat
na 300
km het starten van de motor wordt
geblokkeerd).
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30 seconden weergegeven zolang er geen
AdBlue
® is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg raakt
en de motor niet meer gestart kan worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
®SCR®, het SCR -
systeem (BlueHDi-dieselmotor) en in het
bijzonder het bijvullen van vloeistof.
Instrumentenpaneel