Peugeot 308 2014 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2014, Model line: 308, Model: Peugeot 308 2014Pages: 400, PDF Size: 10.15 MB
Page 181 of 400

179
5
Zicht
308_nl_Chap05_visibilite_ed02-2013
Om de toegang tot de auto te vergemakkelijken, worden de volgende delen verlicht: - het oppervlak naast het bestuurders- en het passagiersportier, - het oppervlak voor de buitenspiegels en achter de voorportieren.
Verlichting spiegels
Inschakelen
De instapverlichting wordt ingeschakeld: - bij het ontgrendelen, - bij het afzetten van het contact, - bij het openen van een portier, - bij het lokaliseren van de auto via de afstandsbediening.
Uitschakelen
De verlichting dooft na een bepaalde tijd automatisch.
Instapverlichting buitenzijde
De instapverlichting is bedoeld om op donkere plaatsen het lokaliseren van de auto en het instappen te vergemakkelijken. De instapverlichting is actief als de lichtschakelaar in de stand " AUTO " staat en de lichtsensor weinig omgevingslicht detecteert.
Inschakelen
Druk op het geopende hangslot van de afstandsbediening of op de portiergreep van een van de voorportieren met het "Keyless entry and start"-systeem. Het dimlicht en het parkeerlicht gaan branden en uw auto wordt gelijktijdig ontgrendeld.
Uitschakelen
De instapverlichting buitenzijde gaat na een bepaalde tijd automatisch uit of gaat uit na het afzetten van het contact of het vergrendelen van de auto.
Programmeren
Het in- en uitschakelen van de functie instapverlichting en de duur van het branden van de instapverlichting kan worden ingesteld via de menu's " Rijhulpsystemen " en "Configuratie auto".
Page 182 of 400

180
Zicht
308_nl_Chap05_visibilite_ed02-2013
Halogeenkoplampen "Full led"-koplampen
Handmatige verstelling
In het geval van een storing verschijnt dit pictogram op het instrumentenpaneel, in combinatie met een geluidssignaal en een melding.
Om verblinding van andere weggebruikers te voorkomen corrigeert dit systeem automatisch de hoogte van de lichtbundel van de "full led"-lampen, afhankelijk van de belading van de auto.
Raak in het geval van een storing de "full led"-lampen niet aan. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Stand "0" : basisinstelling.
Het systeem zet in dat geval de koplampen in de lage stand.
Reizen naar het buitenland
Wanneer u uw auto gaat gebruiken in een land waarin het verkeer aan de andere kant van de weg rijdt, moet de afstelling van de dimlichten worden gewijzigd om te voorkomen dat tegemoetkomend verkeer wordt verblind. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Verstel de koplampen met halogeenlampen afhankelijk van de belading van uw auto om verblinding van medeweggebruikers te voorkomen. 0 Bestuurder of bestuurder + voorpassagier. - Bestuurder + voorpassagier + achterpassagiers. 1 5 personen. - 5 personen + belading in de bagageruimte. 2 Bestuurder + belading in de bagageruimte.
Automatische verstelling
Page 183 of 400

181
5
Zicht
308_nl_Chap05_visibilite_ed02-2013
Ruitenwissers
Instellen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de volgende
automatische functies van de ruitenwissers mogelijk: - automatische werking van de ruitenwissers vó ó r, - automatisch inschakelen van de ruitenwisser achter bij het inschakelen van de achteruitversnelling.
Handmatige functies
De bestuurder schakelt de ruitenwissers handmatig in.
De ruitenwissers voor en achter zorgen voor een optimaal zicht voor de bestuurder, ongeacht de weersomstandigheden.
Ruitenwissers vóór
Selectiehendel wissnelheid: zet de hendel in de gewenste stand.
Uitvoering met handbediende ruitenwissers (interval)
Uitvoering met automatische ruitenwissers
Hoge snelheid (hevige neerslag).
Normale snelheid (matige regenval).
Interval (wissnelheid aangepast aan de wagensnelheid).
Uit.
Één keer wissen (omlaag duwen of naar u toe trekken en vervolgens loslaten).
of
Automatisch wissen (omlaag duwen en vervolgens loslaten). Één keer wissen (de hendel even naar u toe trekken).
Page 184 of 400

182
Zicht
308_nl_Chap05_visibilite_ed02-2013
Ruitenwisser achter
Schakel de automatische werking van de ruitenwisser achter uit bij sneeuwval of strenge vorst en bij montage van een fietsendrager op de achterklep.
Uit.
Interval.
Wissen en sproeien (gedurende enige tijd).
Achteruitversnelling
Trek de ruitenwisserschakelaar naar u toe. De ruitensproeiers treden in werking, waarna enige tijd de ruitenwissers worden ingeschakeld om de ruit schoon te wissen. De koplamsproeiers worden alleen geactiveerd als de dimlichten branden . Bij auto's met verlichting overdag moet de lichtschakelaar in de stand dimlichten worden gezet om de koplampsproeiers te activeren.
Ruitensproeiers vóór en
koplampsproeiers
Bij auto's met automatische airconditioning wordt tijdens het bedienen van de ruitensproeiers vóór automatisch de luchttoevoer afgesloten om stank in het interieur te voorkomen.
Ring voor de selectie van de ruitenwisser achter: Als de ruitenwissers vóór zijn ingeschakeld op het moment dat u de achteruitversnelling inschakelt, wordt automatisch de ruitenwisser achter ingeschakeld.
Deze functie is standaard geactiveerd. Deze automatische functie kan worden geactiveerd of gedeactiveerd via het menu "Rijhulpsysteem".
Page 185 of 400

183
5
Zicht
308_nl_Chap05_visibilite_ed02-2013
Te laag niveau ruiten-/koplampsproeiervloeistof
Als uw auto is voorzien van koplampsproeiers en het niveau van het reservoir te laag is, verschijnt dit
pictogram op het instrumentenpaneel in combinatie met een geluidssignaal en een melding.
Automatische ruitenwissers vóór
Inschakelen
Duw de hendel één keer omlaag. De ruitenwissers maken één slag om het inschakelen te bevestigen. Dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel gaat branden en er verschijnt een melding.
Duw de hendel nog een keer omlaag of zet de hendel in een andere stand
(Int., 1 of 2). Dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel gaat uit en er verschijnt een melding.
Uitschakelen
Elke keer als het contact meer dan 1 minuut is afgezet, moet u de automatische werking van de ruitenwissers opnieuw activeren door de hendel één keer omlaag te duwen.
Het pictogram verschijnt als het contact wordt aangezet of als de schakelaar wordt bediend, zolang het reservoir niet gevuld is. Vul het ruiten-/koplampsproeierreservoir bij of laat het bijvullen.
De ruitenwissers worden automatisch ingeschakeld als de sensor achter de binnenspiegel regen detecteert. De snelheid van de ruitenwissers wordt aangepast aan de hoeveelheid neerslag.
Page 186 of 400

184
Zicht
308_nl_Chap05_visibilite_ed02-2013
Dek de regensensor, die zich gecombineerd met de lichtsensor in het midden van de voorruit achter de binnenspiegel bevindt, niet af. Schakel de automatische werking van de ruitenwissers uit als de auto wordt gewassen in een wasstraat. Wacht 's winters met het inschakelen van de automatische ruitenwissers tot de voorruit ontdooid is.
Storing
In het geval van een storing in de automatische werking van de ruitenwissers werken deze in de intervalstand. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Speciale stand van de
ruitenwissers voor
Deze stand maakt het mogelijk de ruitenwissers los te zetten van de voorruit. In deze stand kunnen de ruitenwisserbladen worden gereinigd of de ruitenwissers worden vervangen. In de winter kan deze stand tevens worden gebruikt om de ruitenwissers los te zetten van de voorruit.
Om een goede werking van de flat-blade ruitenwissers te behouden, adviseren wij u: - voorzichtig met de ruitenwissers om te gaan, - de ruitenwissers regelmatig te reinigen met zeepsop, - de ruitenwissers niet te gebruiken om een stuk karton tegen de voorruit te houden, - de ruitenwissers te vervangen zodra ze tekenen van slijtage vertonen.
Als de ruitenwisserschakelaar binnen een minuut nadat het contact is afgezet wordt bediend, worden de ruitenwissers in de verticale stand gezet. Zet het contact aan en bedien de ruitenwisserschakelaar om de ruitenwissers na de werkzaamheden weer in de ruststand te zetten.
Page 187 of 400

185
5
Zicht
308_nl_Chap05_visibilite_ed02-2013
Plafonniers
1. Plafonnier vóór2. Kaartleeslampjes vóór3. Plafonnier achter4. Kaartleeslampjes achter
Plafonnier vóór - achter
Druk bij aangezet contact op de desbetreffende schakelaar.
Kaartleeslampjes vóór -
achter
In de stand "interieurverlichting permanent ingeschakeld", blijft de interieurverlichting afhankelijk van de omstandigheden gedurende een bepaalde tijd branden: - bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten, - in de eco-mode: ongeveer 30 seconden, - bij draaiende motor: onbeperkt.
In deze stand gaat de interieurverlichting geleidelijk branden:
Permanent uit.
Permanent aan.
- als de auto wordt ontgrendeld, - als de elektronische sleutel uit de lezer wordt ver wijderd,
- als een portier wordt geopend, - als op de vergrendelingsknop van de afstandsbediening wordt gedrukt om de auto te lokaliseren. De interieurverlichting gaat geleidelijk uit: - als de auto wordt vergrendeld, - als het contact wordt aangezet, - 30 seconden na het sluiten van het laatste portier.
Zorg ervoor dat er geen voor werpen in
contact zijn met de plafonniers.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto kunt u de plafonnier ook in- of uitschakelen door op deze toets te drukken.
Page 188 of 400

186
Zicht
308_nl_Chap05_visibilite_ed02-2013
Sfeerverlichting
De gedempte interieurverlichting verbetert het zicht in de auto als deze zich in een donkere omgeving bevindt.
De lichtsterkte van de sfeerverlichting kan worden ingesteld via de secundaire pagina van het menu "Rijhulpsysteem". Selecteer het menu " Configuratie auto ". Vink de regel " Sfeerverlichting " aan.
Als het buiten donker is, gaat de verlichting van de plafonnier en de binnenhandgrepen van de voorportieren automatisch branden als de parkeerlichten worden ingeschakeld. De sfeerverlichting gaat automatisch uit als de parkeerlichten worden uitgeschakeld.
Inschakelen
Ver lic hting
beenruimte
De werking is gelijk aan die van de plafonniers. De lampen gaan branden zodra één van de portieren wordt geopend.
Inschakelen
Druk op het " vergrootglas " om de
lichtsterkte te regelen.
Page 189 of 400

187
6
Veiligheid
308_nl_Chap06_securite_ed02-2013
Automatisch inschakelen
van de alarmknipperlichten
Richtingaanwijzers
Links: beweeg de verlichtingsschakelaar omlaag voorbij het zware punt. Rechts: beweeg de verlichtingsschakelaar omhoog voorbij het zware punt.
Drie keer knipperen
Alarmknipperlichten
Gebruik de alarmknipperlichten om het overige verkeer te waarschuwen in het geval van file, pech, slepen of een ongeval. Druk deze knop in: de richtingaanwijzers knipperen tegelijkertijd. De alarmknipperlichten werken ook als het contact is afgezet.
Beweeg de schakelaar kort omhoog of omlaag, zonder deze door de weerstand te drukken. De desbetreffende richtingaanwijzers zullen drie keer knipperen.
Bij een noodstop - afhankelijk van de mate van remvertraging, als het ABS ingrijpt, maar ook als er een aanrijding wordt gesignaleerd, worden de alarmknipperlichten automatisch ingeschakeld. Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de alarmknipperlichten uit. U kunt de alarmknipperlichten echter ook uitschakelen door de knop in te drukken.
Page 190 of 400

188
Veiligheid
308_nl_Chap06_securite_ed02-2013
Claxon
Druk op het middelste gedeelte van het stuur met bedieningstoetsen.
Systeem om uw medeweggebruikers met een geluidssignaal te waarschuwen voor direct g eva a r.
Beperk het gebruik van de claxon tot de volgende gevallen: - direct gevaar, - inhalen van een fietser of voetganger, - naderen van een onoverzichtelijke
situatie.
Urgence-oproep of
Assistance-oproep
Hiermee kunt u een noodoproep of hulpoproep doen naar de hulpdiensten of de desbetreffende PEUGEOT-helpdesk.
Raadpleeg de rubriek "Audio en telematica" voor meer informatie over het gebruik van deze voorziening.