Peugeot 308 2014 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2014, Model line: 308, Model: Peugeot 308 2014Pages: 400, PDF Size: 10.15 MB
Page 171 of 400

169
4
Rijden
308_nl_Chap04_conduite_ed02-2013
Het systeem wordt automatisch gedeactiveerd: - als het contact wordt afgezet, - als de motor afslaat, - als er binnen 5 minuten na het selecteren van het type manoeuvre niet wordt gestart met een manoeuvre, - als de auto tijdens de manoeuvre langdurig blijft stilstaan, - als de antispinregeling (ASR) in werking treedt, - als de maximale wagensnelheid wordt overschreden, - als de bestuurder het stuur wiel tegenhoudt, - als de bestuurder de schakelaar van het Park Assist-systeem indrukt, - na meer dan 4 parkeercycli, - als het bestuurdersportier wordt geopend, - als één van de voor wielen op een obstakel stuit.
Het verklikkerlampje van de functie op het instrumentenpaneel gaat uit en er wordt een melding weergegeven in combinatie met een geluidssignaal. De bestuurder moet nu het stuur weer overnemen.
Deactiveren
Als het systeem tijdens een manoeuvre wordt gedeactiveerd, moet de bestuurder het systeem handmatig weer activeren om de meting voort te zetten.
Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld: - bij het trekken van een aanhangwagen, - als het bestuurdersportier wordt geopend, - bij een wagensnelheid van meer dan 70 km/h. Raadpleeg om het systeem voor langere duur te laten uitschakelen het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
In het geval van een storing in het systeem wordt dit pictogram weergegeven op het instrumentenpaneel en er verschijnt een melding in combinatie met een geluidssignaal.
Storing
In het geval van een storing in de stuurbekrachtiging wordt dit pictogram weergegeven op het instrumentenpaneel in combinatie met een waarschuwingsmelding.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Uitschakelen
Als de ruimte tussen uw auto en de parkeerplek te groot is, kan het systeem mogelijk de beschikbare ruimte niet meten. Objecten die groter zijn dan de afmetingen van de auto, worden bij een manoeuvre niet gedetecteerd door het Park Assist-systeem.
Controleer bij slecht weer en bij winterse omstandigheden of de sensoren niet worden bedekt met vuil, rijp of sneeuw. Laat in het geval van een storing het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Het pictogram van de functie knippert enkele seconden. Als de storing optreedt tijdens het gebruik van het systeem, verdwijnt het pictogram.
Page 172 of 400

170
Zicht
308_nl_Chap05_visibilite_ed02-2013
Spiegels
Verstellen De verstelbare buitenspiegels zorgen voor het benodigde zicht naar achteren bij een inhaalmanoeuvre of het parkeren van de auto. De buitenspiegels kunnen ook worden ingeklapt voor het parkeren in een smalle straat.
Ontwaseming - ontdooiing
Buitenspiegels
Deze functie kunt u inschakelen door bij draaiende motor op de toets van de achterruitver warming te drukken (zie rubriek "Ontwaseming -
Ontdooiing achterruit").
De waargenomen objecten in de buitenspiegels lijken verder af dan ze in werkelijkheid zijn. Hiermee moet rekening worden gehouden om de afstand ten opzichte van achteropkomend verkeer goed in te schatten.
Zet de knop A naar links of rechts om de desbetreffende spiegel te selecteren. Duw de knop B in de 4 richtingen om de spiegel af te stellen. Zet de knop A weer in het midden.
Page 173 of 400

171
5
Zicht
308_nl_Chap05_visibilite_ed02-2013
Het automatisch in- en uitklappen van de buitenspiegels kan worden gedeactiveerd door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Van buitenaf: ontgrendel de auto met de elektronische sleutel of met het "Keyless entry and start"-systeem. Vanuit het interieur: trek bij aangezet contact de schakelaar A vanuit de middelste stand naar achteren.
Uitklappen Inklappen
Van buitenaf: vergrendel de auto met de elektronische sleutel of met het "Keyless entry and start"-systeem. Vanuit het interieur: trek bij aangezet contact de schakelaar A vanuit de middelste stand naar achteren.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp van de schakelaar A , worden ze niet automatisch uitgeklapt als de auto wordt ontgrendeld. Trek nogmaals de schakelaar A naar achteren om de A naar achteren om de Abuitenspiegels uit te klappen.
Indien nodig kunnen de buitenspiegels handmatig worden ingeklapt.
Page 174 of 400

172
Zicht
308_nl_Chap05_visibilite_ed02-2013
Binnenspiegel
Verstelbare spiegel voor het zicht recht achter de auto. De binnenspiegel is voorzien van een nachtstand waardoor de spiegel donkerder wordt en de bestuurder minder hinder ondervindt van de zon en van koplampverlichting van achteropkomend verkeer ...
Binnenspiegel met handbediende dag-/nachtstand
Verstellen
Stel de spiegel af als deze in de dagstand staat.
Om veiligheidsredenen moeten de spiegels zo zijn ingesteld dat de "dode hoek" zo klein mogelijk is.
Zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld, wordt de spiegel in de dagstand gezet voor een maximaal zicht naar achteren.
Dag-/nachtstand
Trek aan het hendeltje om de spiegel in de nachtstand te zetten. Duw het hendeltje naar voren om de spiegel terug te zetten in de dagstand.
Automatisch dimmende binnenspiegel
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en automatisch over van de dag- in de nachtstand.
Page 175 of 400

173
5
Zicht
308_nl_Chap05_visibilite_ed02-2013
Ver lic hting Met de lichtschakelaar kunt u de verlichting en signalering van de auto selecteren en inschakelen.
Hoofdverlichting
Uw auto is voorzien van verschillende verlichtingsfuncties: - parkeerlicht: om gezien te worden, - dimlicht: voor een optimaal zicht zonder medeweggebruikers te verblinden, - grootlicht: voor een optimaal zicht op wegen zonder ander verkeer.
Aanvullende verlichting
Uw auto is voorzien van aanvullende verlichting voor specifieke rijomstandigheden: - mistachterlichten: voor een optimale zichtbaarheid van achteren bij mist,
- mistlampen vóór: voor extra zicht bij mist en voor een optimale verlichting van kruispunten en tijdens parkeermanoeuvres, - dagrijverlichting: voor een betere zichtbaarheid van uw auto overdag.
Automatische functies
Het verlichtingssysteem van uw auto heeft verschillende extra automatische functies die afzonderlijk kunnen worden ingesteld: - follow me home-verlichting (via de afstandsbediening), - instapverlichting, - dagrijverlichting, - automatische verlichting.
Page 176 of 400

174
Zicht
308_nl_Chap05_visibilite_ed02-2013
Uitvoering zonder automatische inschakeling
Uitvoering met automatische inschakeling
Ring voor de selectie van de stand van de hoofdverlichting
Draai aan de ring om het symbool van de gewenste stand tegenover het merkteken te zetten.
Lichten uit.
Automatische verlichting.
Alleen parkeerlicht.
Dimlicht of grootlicht.
Grootlichtschakelaar
Als de verlichting is uitgeschakeld of wanneer alleen de parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt u een lichtsignaal geven door de hendel naar u toe te trekken.
Verklikkerlampjes
Een verklikkerlampje op het instrumentenpaneel geeft aan dat de geselecteerde verlichting is ingeschakeld.
Trek de hendel naar u toe om over te schakelen van dim- naar grootlicht en terug.
Page 177 of 400

175
5
Zicht
308_nl_Chap05_visibilite_ed02-2013
Ring voor de selectie van de mistverlichting
De mistachterlichten werken als minimaal de parkeerlichten zijn ingeschakeld. De mistlampen vóór werken als de dimlichten zijn ingeschakeld (handmatig of in de stand AUTO).
Mistlampen vóór en mistachterlichten
Als de verlichting automatisch wordt uitgeschakeld (uitvoeringen met automatische verlichting) of als het dimlicht handmatig wordt uitgeschakeld, blijven de mistverlichting en de parkeerlichten branden. Draai de ring naar achteren om de mistverlichting uit te schakelen. De parkeerlichten worden dan ook uitgeschakeld.
Uitsluitend één mistachterlicht
Draai de ring naar voren om het mistachterlicht in te schakelen. Wanneer de verlichting automatisch wordt uitgeschakeld (uitvoeringen met de stand AUTO), blijven het mistachterlicht en het dimlicht branden. Draai de ring naar achteren om het mistachterlicht uit te schakelen.
Verdraai de ring: één stand naar voren om de mistlampen vóór in te schakelen, twee standen naar voren om de mistachterlichten in te schakelen, één stand naar achteren om de mistachterlichten uit te schakelen, twee standen naar achteren om de mistlampen vóór uit te schakelen.
Page 178 of 400

176
Zicht
308_nl_Chap05_visibilite_ed02-2013
Bij helder of regenachtig weer, zowel overdag als 's nachts,
zijn de mistlampen vóór en de mistachterlichten verblindend voor medeweggebruikers en daarom niet toegestaan. Gebruik de mistlampen vóór en de mistachterlichten uitsluitend bij mist of sneeuwval. Onder deze weersomstandigheden dient u de mistlampen en het dimlicht handmatig in te schakelen, omdat de lichtsensor voldoende licht kan waarnemen. Vergeet niet de mistlampen uit te zetten zodra ze niet meer nodig zijn.
Vergeten verlichting
Als het contact is afgezet, de verlichting handmatig is ingeschakeld en een van de voorportieren wordt geopend, klinkt een geluidssignaal om aan te geven dat de verlichting nog brandt. Het geluidssignaal stopt zodra de verlichting wordt uitgeschakeld. Als de dimlichten bij afgezet contact blijven branden, gaat de auto over in de ECO -mode om het ontladen van de accu te voorkomen.
Onder bepaalde weersomstandigheden (lage temperatuur, vochtigheid) kan zich een laagje condens aan de binnenzijde van de koplampen en de achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele minuten na het ontsteken van de koplampen.
Als het contact wordt afgezet, wordt de verlichting gedoofd, maar kunt u de verlichting altijd weer inschakelen met de lichtschakelaar.
Page 179 of 400

177
5
Zicht
308_nl_Chap05_visibilite_ed02-2013
Dagrijverlichting
(LED-verlichting)
Bij het starten van de motor wordt deze verlichting automatisch ingeschakeld als de lichtschakelaar in de stand " 0 " of " AUTO " staat.
Deze functie zorgt ervoor dat na het afzetten van het contact de dimlichten nog even blijven branden om het uitstappen in het donker te vergemakkelijken.
Handbediende follow me
home-verlichting
Inschakelen
Geef bij afgezet contact een "lichtsignaal" met de lichtschakelaar. Geef nogmaals een "lichtsignaal" om de functie uit te schakelen.
Uitschakelen
Na het vergrendelen van de auto wordt de handbediende follow me home-verlichting na een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld.
Page 180 of 400

178
Zicht
308_nl_Chap05_visibilite_ed02-2013
Automatische verlichting
Inschakelen
Draai de ring in de stand "AUTO" . Het activeren van de functie wordt bevestigd door een melding.
Met behulp van een lichtsensor worden de kentekenplaatverlichting, het achterlicht en het dimlicht automatisch ingeschakeld als de lichtsterkte van de omgeving onvoldoende is. De verlichting kan ook, in geval van neerslag, gelijktijdig met het automatisch inschakelen van
de ruitenwissers vóór worden ingeschakeld. De verlichting wordt uitgeschakeld als de lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is of nadat het wissen is gestopt.
Uitschakelen
Draai de ring in een andere stand. Het uitschakelen van de functie wordt bevestigd door een melding.
Storing
Bij een storing in de lichtsensor gaat de verlichting branden, wordt dit pictogram weergegeven op het
Bij mist of sneeuw kan de lichtsensor ten onrechte voldoende licht waarnemen; de verlichting wordt dan niet automatisch ingeschakeld. Dek de met de regensensor gecombineerde lichtsensor, die zich in het midden van de voorruit achter de binnenspiegel bevindt, niet af. De aan de sensor gekoppelde functies worden dan niet meer bediend.
Automatische follow me
home-verlichting
Als de functie automatische verlichting is geactiveerd, wordt onder donkere omstandigheden het dimlicht automatisch
ingeschakeld bij het afzetten van het contact.
Het in- of uitschakelen van de functie en de tijdsduur van de follow me home-verlichting zijn in te stellen via het menu "Rijhulpsysteem" en vervolgens " Configuratie auto " op de secundaire pagina.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
instrumentenpaneel in combinatie met een geluidssignaal en/of een melding.