display Peugeot 406 2003 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2003, Model line: 406, Model: Peugeot 406 2003Pages: 177, PDF Size: 2.47 MB
Page 114 of 177

17-02-2003
BOORDCOMPUTERDisplay B Display C
Ð de actieradius,
Ð de afgelegde afstand,
Ð het gemiddelde verbruik,
Ð het momentele verbruik,
Ð de gemiddelde snelheid. Op 0 zetten Druk meer dan 2 seconden op de knop. Als de knop op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaarmeermaals wordt
ingedrukt, worden achtereenvolgens aangegeven:
Ð het momentele verbruik en de actieradius:
Ð het gemiddelde verbruik, de afgelegde afstand en degemiddelde snelheid berekend over een periode "1";
Ð het gemiddelde verbruik, de afgelegde afstand en de gemiddelde snelheid berekend over een periode "2".
De periodes "1"en "2" worden bepaald door de frequentie
waarmee de teller op nul gezet wordt. Zo kan de periode "1" gelden voor een dagelijks verbruik en de periode "2"voor
een gemiddeld verbruik over een maand. Op 0 zetten Druk de knop meer dan 2 seconden in zodra de gewenste periode wordt aangegeven.
UW 406 IN DETAIL 139
Page 115 of 177

17-02-2003
Actieradius In deze stand geeft de computer het aantal kilometers dat met de resterende hoeveelheid brandstofgereden kan worden. Opmerking:dit getal kan verhoogd
worden door een verandering in de rijstijl of van het landschap, met alsgevolg een aanzienlijke verlagingvan het momenteel verbruik. Als de resterende hoeveelhei brandstof in de tank minder is dan
3 liter, branden er slechts 3 streepjes
op de display. Gemiddeld verbruik Het gemiddelde verbruik is de ver- houding tussen de verbruikte brand-stof en het aantal afgelegde kilome-ters sinds de laatste nulstelling van
de boordcomputer.
Momenteel verbruik Dit is het verbruik dat geregistreerd is tijdens de laatste 2 seconden.Deze informatie verschijnt alleen alser met een snelheid hoger dan 20 km/h wordt gereden. Gemiddelde snelheid De gemiddelde snelheid wordt verkregen door de sinds de laatstenulstelling afgelegde afstand tedelen door de tijd dat de auto ingebruik is (contact aan).Afgelegde afstand In deze stand geeft de boordcomputer de afgelegde afstand sinds de laatstenulstelling aan. Na het op nul stellen van de boordcomputer is de weergegevenactieradius pas na enige tijd
betrouwbaar.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt wanneer er tijdens het rijdenhorizontale streepjes op de displayverschijnen, in plaats van cijfers.
UW 406 IN DETAIL
140
Page 127 of 177

17-02-2003
Het ESP-systeem zorgt voor meer veiligheid tijdenshet rijden. De be-stuurdermag zich echter nooit laten
verleiden tot het nemen van meerrisico's en het te hard rijden. De goede werking van het systeem wordt verzekerd door denaleving van de voorschriften vande constructeur op het gebied vanwielen (banden en velgen), onder-delen van het remsysteem, elek-tronische onderdelen alsmede demontageprocedure en het uitvoe-ren van werkzaamheden door een
PEUGEOT-servicepunt. Laat het systeem na een aanrij- ding controleren door een
PEUGEOT-servicepunt.
RIJDEN MET UW 406
152
ANTI SPIN REGELING (ASR) EN
ELEKTRONISCH STABILITEITS
PROGRAMMA (ESP) Deze systemen staan in verbinding
met het ABS en zijn hier een aanvul-ling op.
Het ASR-systeem past de aandrijf- kracht aan om het doorspinnen van dewielen te voorkomen via de remmenvan de aangedreven wielen en de
motor. De ASR zorgt ook voor meerkoersstabiliteit bij het accelereren. Het ESP-systeem grijpt automatisch via het remsysteem en de motor inals de koers van de auto afwijkt vande door de bestuurder gewensterichting.
Werking van het ASR- en ESP-systeem
Als ŽŽn van deze twee sys-temen is ingeschakeld,
knippert het desbetreffendepictogram. HANDREM Aantrekken
Trek, als de auto volledig stilstaat, dehandrem aan. Let op:
draai, bij het parkeren op een
helling, de wielen van de auto naar het troittoir en trek de handrem aan. Loszetten
Trek aan de hefboom, druk de knopin en duw de handrem geheelomlaag.
Uitschakelen ASR/ESP In bijzondere omstandigheden (als
de auto vastzit in de modder,
sneeuw, in mulle grond, ...) kan het
nuttig zijn het ASR/ESP uit te scha-kelen, zodat de wielen kunnen slip-pen en weer grip kunnen krijgen.
Druk op de schakelaar "ESP
OFF" , die zich links van het stuur
bevindt.
Het verklikkerlampje van de schake- laar en het pictogram lichten op enop het multifunctionele display ver-schijnt de melding "ASR/ESP uit":
het ASR en ESP zijn uitgeschakeld.
De systemen worden opnieuw : automatisch ingeschakeld als het contact is afgezet,
handmatig ingeschakeld doornogmaals op de schakelaar tedrukken.
Controle van werking Bij een storing in de syste-men zal het verklikkerlamp-je van de schakelaar gaanknipperen en het pictogramverschijnen.
Raadpleeg uw PEUGEOT-service-punt om het systeem na te latenkijken.
Page 129 of 177

17-02-2003
AIRBAGS VOOR Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor depassagier in het dashboard aange-bracht. Ze worden tegelijkertijd geac-tiveerd, behalve als de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld. Storing airbag voorAls dit pictogram verschijnt op het instrumentenpaneelin combinatie met eengeluidssignaal en de mel-ding "Airbag(s) defect" op
het multifunctionele display, laat hetsysteem dan controleren door een
PEUGEOT-servicepunt.
AIRBAGS De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van de
inzittenden bij ernstige aanrijdingen :ze vormen een aanvulling op de wer-king van de veiligheidsgordels metgordelkrachtbegrenzers. De elektronische schoksensors regi- streren een plotselinge vertraging
van de auto : als de drempelwaardevoor het in werking treden wordtoverschreden, worden de airbagsonmiddellijk opgeblazen en bescher-men ze de inzittenden van de auto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor een
afdoende bescherming ; de krachtvan de aanrijding is afhankelijk vanhet soort obstakel en de snelheidvan de auto op dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is.
Opmerking : Het uit de airbags
ontsnappende gas kan enigszins irriteren.
RIJDEN MET UW 406 153
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot een airbag aanpassagierszijde
Auto's met airbagschakelaar : - schakel de air-bag aan passa- gierszijde uit alsu een kinderzit-je met de rug inde rijrichting opde voorstoelplaatst.
- schakel de air- bag in als ereen passagierop de voorstoelzit.
Auto's zonder airbagschakelaar : - plaats geen kinder-zitje met de rug in derijrichting op de voor-stoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten ofandere voorwerpen op hetdashboard.
Page 130 of 177

17-02-2003
Controle van werking Het goed functioneren van het systeem wordt aange-
geven door een pictogram op hetinstrumentenpaneel in combinatiemet een geluidssignaal en een mel-
ding op het multifunctionele display. Als bij aangezet contact (2e stand), dit pictogram op het instrumentenpa-neel verschijnt in combinatie met eengeluidssignaal en de melding"Airbag passagierszijde uitge-schakeld" op het multifunctionele
display, betekent dit dat de airbagaan passagierszijde is uitgeschakeld(stand "OFF").
RIJDEN MET UW 406
154
Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszij-de altijd uit als u een kinderzitjemet de rug in de rijrichting op devoorstoel plaatst. Zet het contact uit, steek de sleutel in de schakelaar voor uitschakelenvan de airbag aan passagierszijde1, draai deze in de stand "OFF"en
verwijder de sleutel zonder de standvan de schakelaar te veranderen.
Het verklikkerlampje op het instru-mentenpaneel brandt zolang de air-bag is uitgeschakeld. In de stand "OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventu- ele aanrijding niet. Als u het kinderzitje heeft verwijderd, zet dan de schakelaar weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schake-len en zo de veiligheid van uwpassagier te garanderen.
* Volgens land van bestemming. DE ZIJ-AIRBAGS De zij-airbags zijn aan de zijde van de portieren in de rugleuningen vande voorstoelen aangebracht. Ze worden aan de zijde waar de aanrijding plaatsvindt opgeblazen. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenpictogram in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display.
Als dit pictogram verschijntin combinatie met eengeluidssignaal en de mel-ding "Airbag(s) defect" op
het multifunctionele display,
raadpleeg dan een PEUGEOT-servi-cepunt om het systeem te latencontroleren.
Page 132 of 177

17-02-2003
Controle van werking Het goed functioneren van het systeem wordt aange-
geven door een pictogram op hetinstrumentenpaneel in combinatiemet een geluidssignaal en een mel-
ding op het multifunctionele display. Als bij aangezet contact (2e stand), dit pictogram op het instrumentenpa-neel verschijnt in combinatie met eengeluidssignaal en de melding"Airbag passagierszijde uitge-schakeld" op het multifunctionele
display, betekent dit dat de airbagaan passagierszijde is uitgeschakeld(stand "OFF").
RIJDEN MET UW 406
154
Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszij-de altijd uit als u een kinderzitjemet de rug in de rijrichting op devoorstoel plaatst. Zet het contact uit, steek de sleutel in de schakelaar voor uitschakelenvan de airbag aan passagierszijde1, draai deze in de stand "OFF"en
verwijder de sleutel zonder de standvan de schakelaar te veranderen.
Het verklikkerlampje op het instru-mentenpaneel brandt zolang de air-bag is uitgeschakeld. In de stand "OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventu- ele aanrijding niet. Als u het kinderzitje heeft verwijderd, zet dan de schakelaar weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schake-len en zo de veiligheid van uwpassagier te garanderen.
* Volgens land van bestemming. DE ZIJ-AIRBAGS De zij-airbags zijn aan de zijde van de portieren in de rugleuningen vande voorstoelen aangebracht. Ze worden aan de zijde waar de aanrijding plaatsvindt opgeblazen. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenpictogram in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display.
Als dit pictogram verschijntin combinatie met eengeluidssignaal en de mel-ding "Airbag(s) defect" op
het multifunctionele display,
raadpleeg dan een PEUGEOT-servi-cepunt om het systeem te latencontroleren.
Page 152 of 177

17-02-2003
ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard en in de motor-ruimte. Zekeringenkast dashboard Draai de 3 schroeven een kwart omwenteling met een muntstuk los.
Trek aan hendel Aen kantel het dek-
sel om bij de zekeringen te komen. Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient u eerst de oorzaak van de storing op te sporen en te (laten) verhelpen. De nummers van de zekeringen zijn aangegevenop de zekeringenkast. Maak gebruik van de in de kast aangebrachte speciale tang
A.
Vervang een zekering altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte.
Goed Defect Tang A
Neem het onderste dashboardpaneel los om bij de intelligente servicecentrale (ISC) te komen.
Zekering Functies A 20 A Vergrendelen/ontgrendelen.
B 10 A Mistachterlicht.
C 40 A Verwarming buitenspiegels.
D 15 A Ruitenwisser achter.
E 30 A Elektrisch bediende ruiten.
F 15 A Voeding instrumentenpaneel,
display, autoradio,navigatiesysteem,airconditioning.
ONDERHOUD VAN UW 406 41
Page 156 of 177

17-02-2003
ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard en in de motor-ruimte. Zekeringenkast dashboard Draai de 3 schroeven een kwart omwenteling met een muntstuk los.
Trek aan hendel Aen kantel het dek-
sel om bij de zekeringen te komen. Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient u eerst de oorzaak van de storing op te sporen en te (laten) verhelpen. De nummers van de zekeringen zijn aangegevenop de zekeringenkast. Maak gebruik van de in de kast aangebrachte speciale tang
A.
Vervang een zekering altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte.
Goed Defect Tang A
Neem het onderste dashboardpaneel los om bij de intelligente servicecentrale (ISC) te komen.
Zekering Functies A 20 A Vergrendelen/ontgrendelen.
B 10 A Mistachterlicht.
C 40 A Verwarming buitenspiegels.
D 15 A Ruitenwisser achter.
E 30 A Elektrisch bediende ruiten.
F 15 A Voeding instrumentenpaneel,
display, autoradio,navigatiesysteem,airconditioning.
ONDERHOUD VAN UW 406 41
Page 157 of 177

17-02-2003
Zekering Functies
1 shuntCentraal airbagsysteem.
25 ASchakelaar ventilatie.
3 10 A Instrumentenpaneel.
45 ASignaal + na contact voor intelligente servicecentrale.
5Ð Niet gebruikt.
6 10 ASchakelaars stuurkolom.
7 15 ASirene alarminstallatie.
8 10 ANavigatiesysteem.
95 ASignaal + accu voor intelligente servicecentrale.
10 15A Autoradio.
11 10 ADerde remlicht.
12 10 A Remlicht rechts.
13 20 ARuitbediening aan bestuurderszijde.
14 30 AVoeding ruitbediening achter.
15 Ð+ accu stekkerdoos trekhaak.
16 20 AGeheugen stoelverstelling.
17 20 AElektrisch verstelbare stoel aan passagierszijde.
18 10 A
Verlichting aansteker, display, verlichting schakelaars en asbak, schakelstandindicatie (automatische transmissie).
Zekeringenkast dashboard
ONDERHOUD VAN UW 406
42
Page 159 of 177

17-02-2003
ACCU Laden met behulp van een acculader :
- maak de accupoolklemmen los,
- volg de aanwijzingen van de fabrikant op de acculader,
- sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (Ð) kabel,
- controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt zijnmet een (witte of groene) oxidatielaag, neem dan de accukabels los en reinig de polen en de klemmen.
Starten met een hulpaccu :
- sluit eerst de rode kabel aan op de (+) polen van de beide accu's,
- sluit de groene of zwarte kabel op de (Ð) pool van de hulpaccu aan,
- sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel op een zo ver mogelijk van de accu verwijderd massapunt van de te starten auto aan.
Stel de startmotor in werking en start de motor.
Wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels los.
- Maak de accupoolklemmen niet los bij draaiende motor.
- Laad de accu niet op zonder de accukabels los te nemen.
- Sluit het schuifdak voordat de accupoolklemmen worden losge maakt. Als het schuifdak na het weer aansluiten niet goed werkt, dient deze
als volgt te worden gereset : draai de knop in de stand maximaal gekanteld en
druk hem lang in.
- Zet, elke keer nadat de accukabels weer zijn aangesloten, het contact AAN en wacht 1 minuut alvorens de motor te starten, zodat de elektronische
systemen ge•nitialiseerd kunnen worden. Raadpleeg uw PEUGEOT-
servicepunt als er zich na deze handeling toch nog problemen voordoen.
Het is raadzaam de accu los te koppelen als uw auto langer dan een maand buiten gebruik is.
Spaarstand Als de motor is afgezet en de sleutel gedurende ongeveer een half uur inde stand "contact aan" of "accessoi-res" staat, worden een aantal elektri-sche voorzieningen (displays, instru-mentenpaneel, verklikkerlampjes,plafonniers, ruitbediening, ruitenwis-sersÉÉ) automatisch uitgeschakeldom te voorkomen dat de accu leeg-raakt. Als de elektrische voorzieningen in de spaarstand staan, dient de motorte worden gestart alvorens dezeopnieuw gebruikt kunnen worden.
ONDERHOUD VAN UW 406
46