airbag Peugeot 406 2003 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2003, Model line: 406, Model: Peugeot 406 2003Pages: 177, PDF Size: 2.47 MB
Page 3 of 177

17-02-2003
9 -Voorruitontwaseming.
10 - Airbag aan passagierszijde.
11 - Dashboardkastje.
12 - Verstelbaar zijventilatierooster en regeling luchtopbrengst.
13 - Zijruitontwaseming.
14 - Inbouwruimte luidspreker(tweeter).
15 - Multifunctioneel display.
16 - Bediening verwarming/ airconditioning.
17 - Autoradio.
18 - Versnellingshendel.
19 - Asbak v——r.
20 - Uitstroomopening voor
beenruimte achter.
21 - Aansteker. 22 -
Schakelaar stoelverwarming. Muntenvak.Uitschakelen airbag aan passagierszijde.
23 - Handrem.
24 - Bekerhouder.
25 - Asbak achter.
26 - Stuur-/contactslot.
27 - Stuurkolomverstelling.
28 - Zekeringenkastje.
29 - Schakelaar elektronisch
stabiliteitsprogramma(ASR/ESP).
30 - Koplampverstelling.
31 - Bediening snelheidsregelaar.
UW 406 IN EEN OOGOPSLAG
3
1 - Schakelaars elektrisch bediende spiegels. Schakelaars elektrisch bediende ruiten. Blokkeerschakelaar elektrisch bediende ruiten
achter.
2 - Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers. Inschakelen/uitschakelen automatische ontsteking vande lichten.
3 - Airbag bestuurder. Claxon.
4 - Instrumentenpaneel.
5 - Radiobediening op het stuurwiel.
6 - Schakelaar ruitenwissers/sproeiers.
Bediening boordcomputer.
7 - Schakelaar alarmknipperlichten.
8 - Middelste verstelbare ventilatieroosters en regeling luchtopbrengst.
Page 4 of 177

17-02-2003
DE SLEUTELS Met behulp van de sleutel kunnen de voorportieren en het dash-boardkastje onafhankelijk vanelkaar vergrendeld of ontgren-deld worden, kan de passagiers-airbag worden uitgeschakeld enhet contactslot worden bediend.
Centrale vergrendeling
Met behulp van de sleutel in hetslot van het bestuurdersportierkunnen alle portieren en deachterklep vergrendeld of ont-grendeld worden. Als een van de voor- of achterportieren geopend is,werkt de centrale vergrendelingniet. De afstandsbediening heeft dezelfde functies. De afstandsbediening
VergrendelenDruk op de knop
Aom de auto te
vergrendelen.Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer 2 seconden branden van de rich-tingaanwijzers. Ontgrendelen Druk op de knop Bom de auto te
ontgrendelen.Dit zal worden bevestigd door het snel knipperen van de richting-aanwijzers. STARTEN
Stand STOP : Het contact is afgezet.
1e
stand, Accessoires :
Het contact is afgezet, maar accessoires functioneren wel. 2 e
stand, Contact :
Het contact is aangezet.Stand Starten : De startmotor wordt in werking gezet.
UW 406 IN EEN OOGOPSLAG
4
Normale sleutel
Sleutel met
afstandsbediening
103
Page 7 of 177

17-02-2003
UW 406 IN EEN OOGOPSLAG
8
ZIJ-AIRBAGS
De zij-airbags zijn aan de zijde van de portieren in de rugleunin-gen van de voorstoelen aange-bracht. Ze worden aan de zijde waar de aanrijding plaatsvindt opgebla-zen.
Controle van werking
Het goed functioneren van hetsysteem wordt aangegeven dooreen verklikkerlampje op het in-strumentenpaneel. Dit lampje gaat bij het aanzetten van het contact gedurende 6 seconden branden. Als het lampje :
- niet brandt bij het aanzetten van het contact of
- niet uitgaat na 6 seconden, raadpleeg dan uw PEUGEOT- servicepunt.
Voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot een airbag aanpassagierszijde
Auto's met airbagschakelaar :
- Schakel de air-bag aan passa-gierszijde uit alsu een kinderzitjemet de rug in derijrichting op devoorstoel plaatst.
- Schakel de airbag in als ereen passagier opde voorstoel zit.
Auto's zonder airbagschakelaar : - Plaats geen kinderzitjemet de rug in de rijrich-ting op de voorstoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten of eenander voorwerp op het dashboard.
AIRBAGS VOOR Uitschakelen airbag aan passagierszijde
Steek de sleutel in schakelaar 1en
draai deze :
- in de stand "ON"om de airbag aan
passagierszijde in te schakelen.
- in de stand "OFF"om de airbag
aan passagierszijde uit te schake-len.
Controle van werking
Het verklikkerlampje gaat bij
het aanzetten van het contact geduren-de 6 seconden branden. Als het contact aan is (2 e
stand van de
sleutel), gaat het verklikkerlampje bran- den in combinatie met een geluidssignaalen het bericht "Airbag aan passagiers-
zijde uitgeschakeld" op de multifunctio-
nele display om aan te geven dat de air-bag aan passagierszijde is uitgeschakeld(stand "OFF" van de schakelaar).
Het verklikkerlampje blijft brandenzolang de airbag is uitgeschakeld.
149
Page 16 of 177

17-02-2003
BIJZONDERHEDEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen speciale aandacht. De airbags en de pyrotechnische gordelspannersdienen elke 10 jaar door een PEUGEOT-servicepunt gecontroleerd te
worden.De remvloeistof dient elke 60 000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
Het interieurfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (tussentijdse controles en onderhoudscontroles)
gecontroleerd te worden.
Vervangen van de distributieriem : raadpleeg het PEUGEOT-servicepunt.
ONDERHOUD VAN UW 406 19
Bijzondere gebruiksomstandigheden
Bij gebruik onder bepaalde, bijzonder zware omstandigheden : ¥ Overwegend huis-aan-huisbestellingen.
¥ Overwegend stadsverkeer (b.v. taxi).
¥ Korte ritten bij lage temperatuur.
Of bij langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden : ¥ In warme streken met temperaturen regelmatig hoger dan 30¡C.
¥ In koude streken met temperaturen regelmatig lager dan Ð15¡C.
¥ In stoffige gebieden.
¥ In landen waar smeermiddelen of brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Onder dergelijke omstandigheden is het noodzakelijk om het onderhoudsschema voor "Bijzondere omstandigheden" te
volgen en de intervallen te verkorten : ¥ Elke 20 000 km of elk jaar voor modellen met benzinemotor.
¥ Elke 15 000 km of elk jaar voor modellen met dieselmotor met directe inspuiting.
Page 17 of 177

17-02-2003
BIJZONDERHEDEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen speciale aandacht. De airbags en de pyrotechnische gordelspannersdienen elke 10 jaar door een PEUGEOT-servicepunt gecontroleerd te
worden.De remvloeistof dient elke 60 000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
Het interieurfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (tussentijdse controles en onderhoudscontroles)
gecontroleerd te worden.
Vervangen van de distributieriem : raadpleeg het PEUGEOT-servicepunt.
ONDERHOUD VAN UW 406 19
Bijzondere gebruiksomstandigheden
Bij gebruik onder bepaalde, bijzonder zware omstandigheden : ¥ Overwegend huis-aan-huisbestellingen.
¥ Overwegend stadsverkeer (b.v. taxi).
¥ Korte ritten bij lage temperatuur.
Of bij langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden : ¥ In warme streken met temperaturen regelmatig hoger dan 30¡C.
¥ In koude streken met temperaturen regelmatig lager dan Ð15¡C.
¥ In stoffige gebieden.
¥ In landen waar smeermiddelen of brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Onder dergelijke omstandigheden is het noodzakelijk om het onderhoudsschema voor "Bijzondere omstandigheden" te
volgen en de intervallen te verkorten : ¥ Elke 20 000 km of elk jaar voor modellen met benzinemotor.
¥ Elke 15 000 km of elk jaar voor modellen met dieselmotor met directe inspuiting.
Page 27 of 177

17-02-2003
INSTRUMENTENPANEEL BENZINE/DIESEL1 - Brandstofvuldop.
2 - Geopend portier.
3 - Dimlicht.
4 - Grootlicht.
5 - Toerenteller.
6 - Richtingaanwijzer links.
7 - Verplicht stoppen (STOP).
8 - Onderhoudsintervalindicator, olieniveaumeter en
kilometerteller. 9 -
Richtingaanwijzer rechts.
10 - Snelheidsmeter.
11 - Storing roetfiltersysteem (dieselmotor).
12 - Mistlampen voor.
13 - Mistachterlicht.
14 - Elektronisch StabiliteitsProgramma ASR/ESP(uitsluitend modellen metbenzinemotor).
15 - Te laag koelvloeistofniveau.
UW 406 IN DETAIL 127
16 -
Koelvloeistoftemperatuurmeter.
17 - Nulstelling dagteller.
18 - Handrem en te laag remvloeistofniveau.
19 - Veiligheidsgordels.
20 - Airbags.
21 - ABS.
22 - Zelfdiagnose motor*.
23 - Laden van de accu.
24 - Voorgloeien dieselmotor.
25 - Airbag aan passagierszijdeuitgeschakeld.
26 - Water in brandstoffilter.
27 - Voorremblokslijtage.
28 - Te lage motoroliedruk.
29 - Elektronische startblokkering.
30 - Dimmer dashboardverlichting.
31 - Brandstofmeter.
32 - Brandstofreserve.
* Volgens motoruitvoering.
Page 28 of 177

17-02-2003
1 -Brandstofvuldop.
2 - Geopend portier.
3 - Dimlicht.
4 - Grootlicht.
5 - Toerenteller.
6 - Richtingaanwijzer links.
7 - Verplicht stoppen (STOP).
8 - Brandstofreserve.
9 - Brandstofmeter.
10 - Onderhoudsintervalindicator, olieniveaumeter en
kilometerteller. 11 -
Richtingaanwijzer rechts.
12 - Snelheidsmeter.
13 - Storing roetfiltersysteem (dieselmotor).
14 - Mistlampen voor.
15 - Mistachterlicht.
16 - Elektronisch StabiliteitsProgramma ASR/ESP(uitsluitend modellen metbenzinemotor).
17 - Te laag koelvloeistofniveau. 18 -
Koelvloeistoftemperatuurmeter.
19 - Nulstelling dagteller.
20 - Handrem en te laag remvloeistofniveau.
21 - Veiligheidsgordels.
22 - Airbags.
23 - ABS.
24 - Zelfdiagnose motor*.
25 - Laden van de accu.
26 - Voorgloeien dieselmotor.
27 - Airbag passagierszijde uitgeschakeld.
28 - Water in brandstoffilter (dieselmotor).
29 - Voorremblokslijtage.
30 - Te lage motoroliedruk.
31 - Elektronische startblokkering.
32 - Dimmer dashboardverlichting.
33 - Temperatuurmeter motorolie.
* Volgens motoruitvoering.
UW 406 IN DETAIL
128
INSTRUMENTENPANEEL BENZINE/DIESEL
Page 29 of 177

17-02-2003
UW 406 IN DETAIL129
1 -
Brandstofvuldop.
2 - Geopend portier.
3 - Dimlicht.
4 - Grootlicht.
5 - Toerenteller.
6 - Richtingaanwijzer links.
7 - Verplicht stoppen (STOP).
8 - Brandstofreserve.
9 - Brandstofmeter. 10 -
Onderhoudsintervalindicator, olieniveaumeter en
kilometerteller.
11 - Richtingaanwijzer rechts.
12 - Snelheidsmeter.
13 - Storing roetfiltersysteem(dieselmotor).
14 - Mistlampen voor.
15 - Mistachterlicht.
16 - Elektronisch StabiliteitsProgramma ASR/ESP(uitsluitend modellen metbenzinemotor). 17 -
Te laag koelvloeistofniveau.
18 - Koelvloeistoftemperatuurmeter.
19 - Nulstelling dagteller.
20 - Handrem en te laag remvloeistofniveau.
21 - Veiligheidsgordels.
22 - Airbags.
23 - ABS.
24 - Zelfdiagnose motor*.
25 - Laden van de accu.
26 - Voorgloeien diesel.
27 - Airbag aan passagierszijde uitgeschakeld.
28 - Water in brandstoffilter.
29 - Voorremblokslijtage.
30 - Te lage motoroliedruk.
31 - Schakelprogramma's.
32 - Schakelstandindicatie.
33 - Elektronische startblokkering.
34 - Dimmer dashboardverlichting.
35 - Temperatuurmeter motorolie.
* Volgens motoruitvoering.
INSTRUMENTENPANEEL AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
Page 32 of 177

17-02-2003
Verklikkerlampje uitschakelen airbagaan passagierszijde Het verklikkerlampje gaat
branden in combinatie met een geluidssignaal en een bericht op de
multifunctionele display. Als de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld, gaat het verklikker-lampje bij het aanzetten van het con-tact branden en gaat niet uit. Raadpleeg in alle gevallen dat het
lampje knippert een PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje airbags Het verklikkerlampje gaat bij het aanzetten van het con-
tact gedurende 6 seconden branden. Als het lampje bij draaiende motor gaat branden, klinkt er tevens eengeluidssignaal en verschijnt er eenbericht op de multifunctionele displaydat aangeeft wat de oorzaak is vande storing aan de airbags voor of dezij-airbags.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
* Volgens motoruitvoering.
Verklikkerlampje water in brandstoffilter
(dieselmotor ; afhankelijk van land van bestemming)
Raadpleeg zo snel mogelijk een PEUGEOT-servicepunt.
Er bestaat kans op schade aan het inspuitsysteem. Verklikkerlampje voorgloeien dieselmotorAls de temperatuur al hoog genoeg is, gaat het lampje niet branden en kunt u de motor direct starten.
Als het lampje brandt, wacht dan met het starten van de motor tot het lampje uit gaat. Verklikkerlampje zelfdiagnose motor* Gaat elke keer dat het contact wordt aangezet branden. Als dit lampje tijdens het draaien van de motor blijft branden, duidt dit op
een defect in de emissieregeling.Als het tijdens het draaien van de motor knippert, duidt dit op een storing in het injectie-/ontstekingssysteem. Er bestaat kans op grote schade aan de katalysa-tor (alleen benzinemotor).
Raadpleeg zo snel mogelijk een PEUGEOT-servicepunt. Verklikkerlampje laden van de accuGaat elke keer dat het contact wordt aangezet branden.
Als het lampje bij een draaiende motor brandt, kan dit wijzen op :
Ð een storing in het laadcircuit.
Ð loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor.
Ð een gebroken of te slappe dynamoriem.
Ð een defecte dynamo.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
UW 406 IN DETAIL
132
Page 93 of 177

17-02-2003
UW 406 IN DETAIL
118
Voorschriften met betrekking tot het vervoer van kinderen op depassagiersstoel** Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het kinderzitje in de rijrich-ting op de passagiersstoel wordenvervoerd, behalve als de achterzit-plaatsen al bezet zijn door anderekinderen of als de achterbank nietbruikbaar is (verwijderd, neerge-klapt). Zet in dat geval de passa-giersstoel in de achterste stand enschakel de airbag niet uit. Het kinderzitje mag voor kinderen tot 13 of 18 kg wel tegen de rijrich-ting in worden aangebracht. In dezestand is het verplicht de airbag aanpassagierszijde uit te schakelen.
ALGEMENE INFORMATIE MET BETREKKING TOT KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhan-kelijk van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op:
- Sinds 1992 dienen kinderen jonger dan 10 jaar in gehomologeerde*, aan
het lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veiligheidsgordels
uitgeruste plaatsen te worden vervoerd. Het kinderzitje voldoet aan de wettelijke bepalingen als het is voorzien van een
oranje etiket met de gewichtsgroep en het homologatienummer.
- Kinderen van minder dan 9 kg moeten zowel voor- als achterin tegen derijrichting in worden vervoerd. PEUGEOT adviseert u uw kind tegen derijrichting te vervoeren totdat het 2 jaar is.
- Statistisch gezien is de veiligste plaats voor een kinderzitje een plaats opde achterbank van uw auto .
- Als uw kind op een zitverhoging zit, controleer dan of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. De schoudergordel dient over de schouder
van het kind te liggen, zonder de hals te raken. PEUGEOT raadt u aan eenzitverhoging met rugleuning en gordelgeleider te gebruiken.
- Vergeet bij het vastmaken van de veiligheidsgordel of het tuigje van het kinderzitje niet om de speling tussen de gordel of het tuigje en het lichaam
van het kind tot een minimum te beperken .
* Volgens de wettelijke bepalingen.
** Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw land voor de voorschriften met betrekking tot het vervoer van kinderen op de passagiersstoel voor.