Peugeot 407 2010 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2010, Model line: 407, Model: Peugeot 407 2010Pages: 247, PDF Size: 14.73 MB
Page 121 of 247

9ONDERHOUD
106
Motorkapsteun MOTORKAP
Wees bij warme motor voorzichtig met
het bedienen van de veiligheidshaak
en de motorkapsteun (kans op brand-
wonden).
Openen
Binnenzijde : trek de hendel links on-
der het dashboard naar u toe.
Buitenzijde : duw de veiligheidshaak
naar links en omhoog en til de motor-
kap op. Bevestig de motorkapsteun in de
daarvoor bestemde uitsparing om de
motorkap geopend te houden.
Plaats de motorkapsteun in de klem
alvorens de motorkap te sluiten. Sluiten
Laat de motorkap voorzichtig zakken
en laat deze aan het einde van de slag
in het slot vallen. Controleer of de mo-
torkap goed vergrendeld is.
Page 122 of 247

9ONDERHOUD
107
1,8 LITER 16V EN 2 LITER 16V BENZINEMOTOREN EN BIOFLEX 2 LITER 16V MOTOR
* Volgens land van bestemming.
Belangrijk: let erop dat u bij
het eventueel verwijderen en
plaatsen van de afdekkap van
de motor, de bevestigingsclips
niet beschadigt.
Controleer regelmatig de niveaus!
1. Reservoir stuurbekrachtiging.
2. Koelvloeistofreservoir
(expansievat).
3. Motorolie (bij)vullen.
4. Remvloeistofreservoir.
5. L u c h t fi l t e r .
6. Oliepeilstok.
7. Ruiten- en
koplampsproeiervloeistof
(bij)vullen. *
Page 123 of 247

9ONDERHOUD
108
3 LITER V6 24V BENZINEMOTOR
* Volgens land van bestemming.
Belangrijk: let erop dat u bij
het eventueel verwijderen en
plaatsen van de afdekkap van
de motor de bevestigingsclips
niet beschadigt.
Controleer regelmatig de niveaus!
1. Reservoir stuurbekrachtiging.
2. Koelvloeistofreservoir
(expansievat).
3. Motorolie (bij)vullen.
4. Remvloeistofreservoir.
5. L u c h t fi l t e r .
6. Oliepeilstok.
7. Ruiten- en
koplampsproeiervloeistof
(bij)vullen * .
Page 124 of 247

9ONDERHOUD
109
1,6 LITER HDI EN 2 LITER HDI 16V DIESELMOTOREN
* Volgens land van bestemming.
Belangrijk : let erop dat u bij
het eventueel verwijderen en
plaatsen van de afdekkap van
de motor de bevestigingsclips
niet beschadigt.
Controleer regelmatig de niveaus!
1. Reservoir stuurbekrachtiging.
2. Koelvloeistofreservoir
(expansievat).
3. Motorolie (bij)vullen.
4. Remvloeistofreservoir.
5. L u c h t fi l t e r .
6. Oliepeilstok.
7. Ruiten- en
koplampsproeiervloeistof
(bij)vullen * .
8. Handopvoerpomp.
9. Ontluchtnippel.
Page 125 of 247

9ONDERHOUD
110
2,2 LITER HDI 16V DIESELMOTOR
* Volgens land van bestemming.
Belangrijk: let erop dat u bij
het eventueel verwijderen en
plaatsen van de afdekkap van
de motor de bevestigingsclips
niet beschadigt.
Controleer regelmatig de niveaus!
1. Reservoir stuurbekrachtiging.
2. Koelvloeistofreservoir
(expansievat).
3. Motorolie (bij)vullen.
4. Remvloeistofreservoir.
5. L u c h t fi l t e r .
6. Oliepeilstok.
7. Ruiten- en
koplampsproeiervloeistof
(bij)vullen * .
8. Handopvoerpomp.
9. Ontluchtnippel.
Page 126 of 247

9ONDERHOUD
111
NIVEAUS CONTROLEREN
Voer de onderstaande controles regel-
matig uit om uw auto in goede staat te
houden. Raadpleeg de voorschriften
van het PEUGEOT-netwerk of in het
garantie- en onderhoudsboekje dat bij
dit instructieboekje zit.
Let erop dat u bij het eventueel verwijderen
en monteren van de afdekkap van de mo-
tor, de bevestigingsclips niet beschadigt.
Oliepeilstok
2 merktekens op de peilstok:
A = maxi.
Het oliepeil mag nooit bo-
ven dit merkteken uitko-
men.
B = mini.
Voor het behoud van de
bedrijfszekerheid van de
motoren en de emissiere-
gelsystemen mogen in geen
geval additieven aan de mo-
torolie worden toegevoegd.
Motorolieniveau
Regelmatig controleren en tussen
twee verversingen eventueel olie
bijvullen.
Voer de controle uit met de oliepeilstok
als de auto horizontaal staat en als de
motor meer dan 15 minuten is afgezet. Olie verversen
Dit dient volgens het onderhoudssche-
ma van de constructeur te worden uit-
gevoerd. Het is verplicht uitsluitend
olieën te gebruiken met de door de
constructeur voorgeschreven viscosi-
teit. Raadpleeg de voorschriften van
het PEUGEOT-netwerk.
Opmerking : vermijd langdurig huid-
contact met afgewerkte olie. Gooi af-
gewerkte olie niet weg, maar lever de
olie in bij het PEUGEOT-netwerk. gedraaid heeft, omdat de koelventila-
tor nog kan (gaan) werken als de sleu-
tel uit het contactslot is verwijderd en
het koelsysteem onder druk staat.
Oliefilter
V e r v a n g h e t o l i e fi l t e r r e g e l m a t i g , v o l -
gens het onderhoudsschema.
Remvloeistof verversen:
Gebruik remvloeistof die door de con-
structeur wordt aanbevolen en aan de
DOT4-normen voldoet.
De remvloeistof moet worden ververst
volgens de intervallen in het onder-
houdsschema van de constructeur.
Opmerking : remvloeistof is een erg
bijtend en schadelijk middel. Vermijd
elk contact met de huid. Afgewerkte producten
Vloeistofniveau
stuurbekrachtiging
Gebruik uitsluitend door de constructeur
aanbevolen stuurbekrachtigingsvloeistof.
Open het reservoir bij koude mo-
tor (omgevingstemperatuur), het
vloeistofniveau dient boven het
MINI en dichtbij het MAXI merkte-
ken te staan.
Koelvloeistofniveau Vloeistofniveau ruiten- en
koplampsproeiers
Voor een optimale reiniging en om be-
vriezing te voorkomen, mag voor het
bijvullen en vervangen van de ruiten-
sproeiervloeistof geen water worden
gebruikt. Draai de dop eerst 2 omwen-
telingen los om de druk te la-
ten dalen en te voorkomen dat
de hete koelvloeistof uit het
koelsysteem spuit. Trek, als de druk
eenmaal gedaald is, de dop los en vul
het systeem bij.
Opmerking : de koelvloeistof behoeft
niet te worden ververst.
Gebruik uitsluitend door de
constructeur aanbevolen koel-
vloeistof.
Als de motor warm is, wordt
de temperatuur van de koelvloeistof
geregeld door de koelventilator. Wacht
voor werkzaamheden aan het koelsy-
steem ten minste 1 uur nadat de motor Gooi geen afgewerkte olie,
remvloeistof of koelvloeistof in
het riool, in het water of op de
grond.
Let bij werkzaamheden onder
de motorkap goed op want
bepaalde delen van de motor
kunnen zeer heet zijn (kans
op brandwonden).